A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pH oogbou wcement 2006 4Het ontwerpen van hoogbouw is bij uitstek een werkveldwaarop veel bij de bouw betrokken disciplines samenko-men. Architectuur, bouwkunde, constructie, installatie,kostendeskundigheid en uitvoering spelen alle een dusda-nig belangrijke rol, dat voor een bevredigend resultaateen goede integratie van deze disciplines in het ontwerp-proces onvermijdelijk is.In de lijst met recent opgeleverde of nog in uitvoeringzijnde hoogbouwprojecten is het Amsterdamse architec-tenbureau Dam & Partners goed vertegenwoordigd.Mede-eigenaar Diederik Dam over de noodzaak bij hoog-bouw van ge?ntegreerd ontwerpen: "Als de afstemmingtussen architectuur, bouwkunde en techniek niet goed is,dan is dat meedogenloos".Dekostenperm2vaneenhoogbouwnementoenaar-mate het ontwerp hoger wordt. Compact ontwerpenis dan de opgave en op die compacte plattegrondgebeurt heel veel op het gebied van onder meer tech-niek en logistiek. Diederik Dam: "Het is dus heelbelangrijk om ge?ntegreerd te ontwerpen, samenmet andere adviseurs en natuurlijk de opdrachtge-ver. Als je bijvoorbeeld in een hoogbouwontwerp deliftcapaciteit wijzigt, dan wijzigt het completeontwerp,wanterisnergenseenverlorenhoekjewaarje dat alsnog in kunt stoppen. Wij proberen daarombij hoogbouw de technische ontwikkelingen steedsverder naar voren te halen in het ontwerpproces. Zowordt bijvoorbeeld windtunnelonderzoek eerder inhet proces uitgevoerd. De uitkomsten daarvanhebben echter nog te weinig invloed op het ontwerp.Datkomtvooraldoordatdeeconomievanhetgebouwte sterk meespeelt. Desondanks zouden we een veeliteratiever ontwerpproces willen hebben."S t e d e l i j k e c o n t e x tDe discussie over verdichting wordt in ons land nusinds een jaar of tien gevoerd. Dam: "Hoogbouw isde ultieme vorm van verdichting. Daarbij is de com-binatie van functies als wonen, werken en winkelenArchitect Diederik Dam:Verticaliteit moetje benadrukkenDe Coopvaert in zijn omge-ving; wisselwerking tussenverschillende gebouwenA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pH oogb ou wcement 2006 4 ineenstedelijkmilieueenmooiemanieromreuringin de stad te brengen. Elke bouwopgave heeft eencontextuele relatie, met stedenbouwkundige enarchitectonische aspecten. Bij hoogbouw komt ernog een aspect bij: het gebouw vervult vanaf telkenseen andere kijkafstand in de stad ook een andere rol.Het is belangrijk de architectuur zo te ontwikkelendat het gebouw, als een beeldhouwwerk in een beel-dentuin, ook aan dat aspect in de stad bijdraagt. Hetstraalt bijna als het ware een stukje stadsidentiteituit. Daarnaast zijn er natuurlijk wetmatigheden: hoevoegt een gebouw zich bijvoorbeeld op maaiveld inde stad?"De hoogbouwsituatie in Rotterdam is voor Neder-landse begrippen nog altijd uniek. "Bijna alle torensworden leuker naarmate er meer bij elkaar staan. Danontstaat er meer dynamiek en onderlinge relatie.Neem bijvoorbeeld de Zalmhaventoren die nu tussende Hoge Heren en de Erasmusbrug wordt gebouwden iets hoger reikt. Daar ontstaat een soort compositievan torens. Het effect van een gevel in glas en eenander in metselwerk, de ??n dik en laag, de ander dunen hoog....Dan gaat er iets anders spelen dan in eenreguliere stedelijke omgeving. Zelfs in Eindhoven,waar er nu verschillende worden gebouwd, staan detorens nog zover uit elkaar dat er eigenlijk geen span-ning tussen de gebouwen is. Dat vind ik jammer.Vanuit een enkele invalshoek staan ze toevallig inelkaarsverlengdeenkanerwatgebeuren.Maarvanuitde meeste gezichtspunten zijn het losse gebouwen."Dam pleit voor een meer beleidsmatige aanpak vanstadsbesturen. "Bijna iedere stad heeft inmiddelsbijvoorbeeld een hoogbouwnota, gerelateerd aan delokale context uiteraard. Maar vaak komt dat nietverder dan in kaart brengen van de bestaande situ-atie en omschrijven tot hoe hoog je mag. Rotterdamis anders; daar is een echt beleid. De Coopvaertbevindt zich bijvoorbeeld op een echte, zo genoemdehoogbouwlocatie. Al in de stadsmaquettes van vijf-tien jaar geleden stond op die plek een hoogbouw-volume. Maar dat is nog schaars in Nederland. Instedenbouwkundige zin zou daarvoor meer aan-dacht moeten zijn. Wel moet de politiek keuzesmaken. Het keurslijf moet niet te strak zijn, maar deoverheid moet enigszins sturen."M u l t i f u n c t i o n e e lVolgens Diederik Dam is er een toenemende belang-stelling voor het wonen in een hoogbouw. "Zoweljongeren als ouderen willen terug de stad in enhebbenbehoefteaansamenzijnmetanderemensen,aan culturele voorzieningen en winkels. EnerzijdsKantoortoren en woontorenGalgenwaard; titanium,beton en wit marmer van dekantoortoren contrasterenmet het metselwerk en glasvan de woontorenA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pH oogbou wcement 2006 410zoeken zij die overtreffende trap van urbaan gevoel,stedelijkheid en dynamiek. Anderzijds levert hoog-bouw, of je er werkt of woont, het beste van tweewerelden: met je voeten sta je in de stad, de hectiek,terwijl je je met je hoofd, op de zoveelste verdieping,daaraan kunt onttrekken; het geeft je een gevoel vananonimiteit en veiligheid."De hogere verdiepingen zijn vanuit dat oogpunt hetgemakkelijkst te vermarkten. Om ook de lagere ver-diepingen commercieel aantrekkelijk te maken,worden projectspecifieke oplossingen bedacht. "Bijde Admirant in Eindhoven bevinden zich op maai-veld een aantal winkels en de inrit voor de parkeer-garage. Dan volgt een aantal kantoorlagen en daar-boven komen pas de woonverdiepingen, zodra jeletterlijk boven de `buren' uitsteekt. Datzelfde geldtvoor de Coopvaert, met op de begane grond de cen-trale hal en de toegang tot de parkeergarage, dankantorenendanwoningen.Curieusisweldatjeeerstiets minder bruikbaars maakt om daarna iets zeerbruikbaars te krijgen. Het stapelen van functies isechter wel een goede oplossing."Hoe kun je een aantrekkelijk oppervlak makentussen vaste waarden als woningscheidende wandenen trappenhuis c.q. liftschacht? "Door te proberenhet ambitieniveau van de opdrachtgever zo hoogmogelijk te krijgen. Gelukkig is het voorbereidings-proces bij hoogbouw, vooral door het haalbaarheids-onderzoek, zeer langdurend. De veranderlijkheidvandeopgaveisnamelijkdegrootstebedreigingvoorde aantrekkelijkheid van de plattegrond. Vanwege delange bouwtijd verlangen opdrachtgevers vaak eensoort ultieme flexibiliteit in indeling. De extra kostenom dit technisch te regelen wil echter niemandnemen.Hetisdekunstvandearchitectdatzijnbasis-ontwerp goed blijft, ongeacht de grootte van dewoningen."De plattegrond bij hoogbouw wordt doorgaansgekenmerkt door het principe van alzijdigheid. Liften trappen bevinden zich centraal in het gebouw ende woningen c.q. kantoren worden daaromheen ver-deeld, met maximaal uitzicht en aanzicht. Construc-tief is er in de eerste ontwerpfase nog veel mogelijk.Als echter de beoogde aannemer mee gaat spreken,is zijn bouwmethodiek bepalend voor de volgendefasen. "Je hoopt dan dat het ontwerp voldoendekrachtheeftomhierinovereindteblijven.Zovondenwij het bij de Coopvaert, een gebouw dat is getun-neld, erg belangrijk om in de dragende gevelwandeneenzelfde transparantie te verkrijgen als in de niet-dragende gevels. Als constructieve truc hebben wedaarvoor een soort erkerachtige volumes bedacht,die iets het gebouw uitsteken. Dat is dus niet alleengedaan om het gebouw aan de buitenkant te profile-ren! Al met al heeft het gebouw hiermee zelfs eenzekere schaalvergroting gekregen, terwijl het tevenseen fr?le uitstraling heeft behouden."I d e n t i t e i tDe inpassing in de gebouwde omgeving is eenandere zorg voor de ontwerper. Diederik Dam: "DeCoopvaert en de Admirant zijn heel eigen voor hunplek en leveren vooral een grote bijdrage aan debestaandeidentiteitvandestad.ZekerinEindhoven,waar nog maar weinig traditie in hoogbouw is,hebben we een redelijk oneigenlijke stedenbouw-kundige massa kunnen maken, die desondanks tochgoed bij de stad hoort. We hebben geprobeerd deambiance en de schaal van de oude Philipsfabriekente vangen in een gestapelde, verticale stad. Als je deDe Coopvaert; tussen 35 mhoge kolommen speelt zichin een soort stadskamer hetstraatleven afD a m & P a r t n e r sHet in Amsterdam gevestigde architectenbureau Dam& Partners werd in 1962 opgericht door Cees Dam.Het bureau heeft in de afgelopen decennia menigspraakmakend gebouw afgeleverd, waarvan hetAmsterdamse Stadhuis/Muziektheater Stopera zekereen van de bekendste is. Ook bij het grote publiekgeniet oprichter Cees Dam bekendheid, door zijnmedewerking aan menig radio- en televiesiepro-gramma over architectuur. Sinds 1993 is zijn zoonDiederik Dam mede-eigenaar van het bureau.A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pH oogb ou wcement 2006 4 11Witte Dame bijvoorbeeld opvat als een groot liggendblok, hebben we met de Admirant een dergelijk blokverticaal neergezet.De Coopvaert op zijn beurt pakt heel erg de architec-tuur op van de mooie, omliggende wederopbouwar-chitectuur. Tussen de 35 m hoge kolommen wordtals het ware een stadskamer gemaakt, die de over-gang vormt van de buitenkamer naar de binnenka-mer, met een schaal die bij de stad hoort. De onder-bouw is daarbij een soort eerbetoon aan denaastliggende Kamer van Koophandel, een ontwerpvan de architect Kraaijevanger, dat op de gemeente-lijke monumentenlijst staat. Het heeft een diagonaleentree, waarvoor in ons ontwerp ruimte moestworden gemaakt. De gevel, een groot wit marmerenscherm, geeft daar aan de Blaak een heel spectaculaireffect."Een echte `Dam'-toren bestaat er niet, volgens Die-derik Dam. "Bij elk gebouw en zijn locatie hoort eenspecifiek verhaal. Daarnaast proberen we tijdlozegebouwen te maken en gebouwen waar mensen eengevoel van comfort en plezier hebben. Ook moet jede begrippen `hoog' en `verticaal' in je architectuurbenadrukken. Sommige gebouwen zijn wel hoog,maar hebben niet de bijpassende uitstraling."De toegepaste gevelafwerking is bij Dam & Partnerszeer divers. "Zo heeft de kantoortoren bij hetUtrechtse stadion Galgenwaard een gevel van tita-nium, beton en wit marmer, terwijl de naastliggendewoontoren wordt afgewerkt met metselwerk en glas.Voor de Coopvaert zijn prefab-betonelementen in degevel toegepast, met een natuurstenen uitstraling.De Admirant is weer stralend wit, vanwege de wittePhilipsgebouwen eromheen. Onderin betreft dit witarbaskatenmarmer, met daarboven wit stucwerk entot slot wit prefab beton met daarin een bijzonderestructuur.De Maastoren staat aan drie kanten in het water enis een Rotterdams havengebouw. De nabijheid vande Maas en de langsvarende schepen hebben geleidtot een aluminium gevel. De 175 m hoge Zalmha-ventoren wordt geheel afgewerkt met prefab metsel-werk. Met een uitvoering in prefab elementen is inhet ontwerp rekening gehouden."V e r t i c a a l t r a n s p o r tEen belangrijke factor bij hoogbouw is het verticaaltransport in de gebruiksfase. Diederik Dam: "Methet oog op de efficiency van de plattegrond probeerje het verticaal transport zo veel mogelijk te beper-ken. Het idee om bewoners meer mogelijkheden tegeven hun woning zelf te veranderen c.q. af tebouwen, klinkt aantrekkelijk, maar is bij hoogbouwpraktisch niet uitvoerbaar. Als alle bewoners bijvoor-beeld voor de afbouw een eigen aannemer in dienstnemen, heeft dat gevolgen voor het transport vanmensen ?n materialen. Dit idee is dus volstrekt kans-loos. Wel zul je ervoor moeten zorgen dat alle gebrui-kelijke woninginrichting de lift in kan, zoals de drie-zitsbank en de oude kabinetskast. Daarnaast zoektde opdrachtgever natuurlijk de grenzen van hetminimum. De Coopvaert heeft bijvoorbeeld slechtstwee (hogesnelheids)liften."B r a n d v e i l i g h e i dEen ander zeer belangrijk ontwerpaspect is de brand-veiligheid. Dam: "Boven 70 m ben je vrij overgeleverdaan de lokale brandweer. Het is een gebied met veeldiscussie, ook tussen adviseurs onderling. De gel-dende norm schrijft voor dat je, om brandoverslagoverdegeveltevermijden,altijdtenminste1mgeslo-ten borstwering moet ontwerpen. Wij hebben echterontdekt, ook bij lagere gebouwen, dat als je dat nietdoet, maar je zorgt ervoor dat in geval van brand hetglas er gemakkelijk uitkan, je met grotere openingenminder vuurbelasting hebt op de aanliggende verdie-pingen. Ook daar is in de techniek veel te winnen ombinnen de huidige regelgeving op te lossen."T o e k o m s tDe huidige bouwhype in hoge woongebouwen lijkteen kort leven te zijn beschoren. Diederik Dam heeftdaar geen boodschap aan: "Ik vind het niet interes-sant of de realisatie van hoge woongebouwen snel oflangzaam gaat, maar veeleer of steden er in de toe-komst mee gebaat zijn en zo ja welke steden en opwelke plekken. Laat de ontwikkelaars maar uitzoe-ken of het gefinancierd kan worden." nHenk WapperomDe Admirant; een gestapel-de, verticale stadillustraties: Dam & PartnersArchitecten
Reacties