ir.A.M. de BroekertDirecteur Bredero's BouwbedrijfNederland N.V., UtrechtUitvoering van het Jaarbeurs-expositiegebouw 'S' te Utrecht*U.D.C. 725.25:624.012.35Uitvoering van een expositiegebouw7Organisatie-schema van de bouwleiding*In het decembernummer 1968 werd reedseen beschouwing gewijd aan het ontwerpvan dit gebouw, geschreven doorir.WJ.PetriOrganisatieDoor de opdrachtgever werd als co?rdinator het Raadgevend Bureau Twijnstra te Deventeringeschakeld, dat met behulp van detailgegevens en schema's van alle betrokkenen een'overall'-werkschema opstelde, gebaseerd op een bouwtijd van 3J jaar, dat wil zeggen deopening moet v??r de Najaarsbeurs 1970 plaatsvinden.De voornaamste betrokkenen waren in eerste instantie de architect, het bureau Jongen alsadviseur voor de werktuigkundige installaties, Elektrotechnisch Installatie Bureau Utrechtvoor de elektrische installaties, Marja voor de horeca-inrichtingen, het Constructiebureauvan Bredero als adviseur voor de constructies, en Bredero's Bouwbedrijf voor de uitvoerings-inspraak.Ten behoeve van een juiste ontwerpco?rd?natie waren van alle betrokkenen in het bouw-bureau aan de Van Zijstweg permanent vertegenwoordigers en tekenaars aanwezig.De uitvoeringsco?rdinatie werd eveneens door het bureau Twijnstra verzorgd, zowel oppapier als met co?rdinatiebesprekingen, waarin de voornaamste uitvoerenden waren ver-tegenwoordigd, te weten Bronswerk, Geveke en U.L.C., die ieder opdracht ontvingen vooreen deel van de werktuigkundige installaties, voorts het Elektrotechnisch Installatie BureauUtrecht en Bredero. Hoewel vanzelfsprekend nog een aantal derden werkzaamheden uit-voerden, werden deze in afzonderlijke besprekingen door Bureau Twijnstra in de basisplan-ning ingepast.Toen ca. 6 maanden na de start van het heiwerk, in december 1966, meer inzicht was ver-kregen in de hele bouw en zijn problematiek en het ontwerp verder was uitgewerkt, kon eengefundeerder detaillering worden opgezet en bleek het mogelijk - mede gebruikmakend vaneen voorsprong van ca. 2 maanden bij de in uitvoering zijnde betonwerken - de bouwtijd meteen half jaar te bekorten, zodat reeds de Voorjaarsbeurs 1970 in het gebouw zal wordengehouden en nu reeds de verschillende kontrakten door de Jaarbeurs zijn gesloten voor eenvakbeurs in januari 1970.De voorsprong in de betonwerken was onder meer te danken aan een vlot verloop van hetmet zes Franki-stellingen uitgevoerde heiwerk, een relatief gunstige winter en het effekt vaneen goede uitvoeringsvoorbereiding, die noodzakelijk was door de schaalvergroting van deuitvoeringsproblemen.De totale aanneemsom zal ca. 28 miljoen bedragen; geheel definitief is dit bedrag nog niet,daar nog niet alle binnen de gesloten raamovereenkomst te sluiten deelkontrakten zijn aan-geboden. In de ruwbouw bedroeg de omzet ruim 1,2 miljoen gulden per maand; voor eenutiliteitswerk een zeer hoog bedrag. Alleen door een adequate eigen organisatie en mentaleaanpassing was het mogelijk dit te verwezenlijken. In het mentale, omdat door de omvangvan het werk ook in de bouwleiding aanzienlijke wijzigingen optraden in vergelijking met hettraditionele patroon. Het organisatie-schema van fig. 1 van de bouwleiding maakt dit duidelijk.De dagelijkse leiding is in handen van een permanent op het werk aanwezig zijnde bedrijfs-leider, die naast de werkadministratie, op het werk een eigen organisatiebureau heeft, waarinieder der medewerkers een eigen taak heeft, te weten: planning op lange en korte termijnin overleg met Raadg. Bur. Twijnstra, werkmethode-onderzoek in overleg met de hoofduit-voerder en uitvoerders, proces- en loonbewaking - er wordt gewerkt met ploegtaken en nietmet individuele tariefstelling - en ten slotte het registreren van tekeningen - tot op hedenalleen reeds voor de ruwbouw 375 bekistings- en wapeningstekeningen - en het opstellenvan hieruit volgende verrekeningen en bestellingen.Ook bij de direkte uitvoering is een zeer duidelijke taaksplitsing doorgevoerd, zowel in deruwbouw als in de afbouw, waarbij steeds de feestzaal als een geheel op zichzelf staandonderdeel werd beschouwd. In een taakverdeling, zoals hier geschetst, is voor autonoomleiderschap - in de bouwnijverheid nog zo duidelijk aanwezig - geen plaats meer en is hier-voor een communale verantwoordelijkheid in de plaats gekomen. De betrokkenheid van demedewerkers met het gehele projekt wordt gestimuleerd door wekelijkse bijeenkomsten vande gehele staf, onder leiding van de bedrijfsleider of hoofdbedrijfsleider.Cement XXI (1969) nr.1 82Bouwschema voor alle fasen van dewerkzaamheden*Zie Cement XX (1968) nr. 12 (blz. 477-482)De totale stafbezetting halverwege de ruwbouw was:1 bedrijfsleider;2 administrateurs incl. telefoniste;3-4 organisatie-assistenten;1 hoofduitvoerder;4 uitvoerders;3 voorlieden,op een gemiddeld totaalbestand aan arbeiders van ca. 100, plus 30 bij de onderaannemers.Naast het mentale probleem van de schaalvergroting in de uitvoering, speelden uiteraardook technisch-organisatorische kwesties een grote rol. Ver voor het in uitvoering komen vanonderdelen, in het bijzonder sterk repeterende, kon door intensief overleg in het bouwbureautussen architekt, constructeur en uitvoerenden reeds in het ontwerp rekening worden gehou-den met de eisen van deze uitvoering. Een voordeel van elk bouwteam, doch voor werkenvan deze omvang een absoluut noodzakelijke schakel.In wezen is de gekozen cassettevloer door het samengaan v?n constructeur en arbeidstech-nici tot stand gekomen en niet in eerste instantie uit architektonische of vormgevings-eisen.Het constant houden van de kolomafmetingen over alle vloeren is een tweede duidelijkvoorbeeld. Er zijn er nog vele, in dit kader wordt nog slechts gewezen op de constructievan de lift- en trappenhuiswanden. Deze zijn niet uitgevoerd in beton, maar in hogedruk B2-blokken binnen de vloersparingen, waardoor de vloercyclus niet werd onderbroken; een fraaivoorbeeld van ontkoppeling in de constructie ten bate van de werkorganisatie en het bouw-tempo.VloersysteemIn tegenstelling met de constructieve opzet, in het bijzonder voor de constructie tot 6 mboven maaiveld, waarbij zoals uit het voorgaande* reeds duidelijk geworden is, de tijd voor hetstellen van alternatieven vaak ontbrak, kon voor vele uitvoeringsproblemen wel een andereoplossing worden bezien, waarmee het noodzakelijke tempo werd gegarandeerd bij minimalekostprijs. De bekistingsmethodiek voor de cassettevloeren is hiervan een duidelijk voorbeeld.Bij het opstellen van het 'overall-werkschema (f/g. 2) bleek het noodzakelijk, dat in de ruw-bouw een cyclus zou worden bereikt van 8 weken per normale vloer van 87 132 m2, ofwelvan ruim 1 ha. Bij dit tempo werd een goed evenwicht verkregen tussen investeringen, bouw-tijd en afbouwcyclus. Een hoger tempo zou, zeker gezien de huidige evaringen, zeer goedmogelijk zijn geweest, doch had aanzienlijk meer investeringen in bekisting en verticaaltransport gevergd, terwijl een nadere analyse van de afbouw uitwees dat bij een tempovan 8 weken de ruwbouw al niet meer de meest kritieke bewerking zou zijn.Deze cyclustijd hield dus in, dat in de 40 werkdagen ca. 10 000 m2vloer bekist moest worden,ofwel minimaal 250 m2per dag, dus ruim 3 vakken van 9 X 9 m2.Het onderzoek naar de meest juiste uitvoeringswijze hield onder meer in:1. keuze cement en eventueel versnelde verharding;2. ondersteunings- en doorstempelingsconstructies;3. keuze cassetten.ad. 1.Besloten werd uiteindelijk tot het normale cement, klasse A, een zetmaat van ca. 8 cm engeen versnelde verharding, daar het mede in nauw overleg met de dienst Bouw- en Woning-toezicht te Utrecht mogelijk bleek na 4 werkdagen, waarin dikwijls een weekend viel, te ont-kisten bij minimaal 150 kgf/cm2. De iets grotere investering in bekisting bleek bij normaleweersomstandigheden ruim op te wegen tegen de kosten van sneller verhardende cementen,stomen e.d.ad. 2.Voor de ondersteuningsconstructie werden, naar wij menen, zowat alle in de handel zijndeondersteuningen aan stempels, elementen jukken, torens en stalen liggers, deels in com-binatie, in het onderzoek betrokken, waarbij naast de investeringen en loonkosten ook deCement XXI (1969) nr. 1 93Dwarsdoorsnede ondersteunings-constructie cassettevloer4Bovenaanzicht van de bekistingvoor de cassettevloer5Werkschema voor storten cassettevloeren6Aanbrengen van de ondersteunings-constructie7Detail oplegging stalen bekistingsliggersop de torens8Storten van cassettevloeruniversaliteit, bereikbaarheid van de onderliggende vloeren voor horizontaal transport enhet gewicht van de onderdelen mede bepalend waren voor de keus. Het is frappant hoeveelalternatieven mogelijk zijn voor een vlakke vloer, als men daar eens goed op studeert. Deuiteindelijk gemaakte keuze blijkt uit fig. 3-4.Niet alleen het technische systeem of de kosten zijn onderwerp geweest van het onderzoek,doch vooral ook de afstemming van de bewerkingen onderling. Bij de ontwikkelde werk-methode, ploegsamenstelling en taakverdeling moest men rekening houden met de volgendefacetten:synchrone produktie van alle onderdelen van 250-300 m2per dag;minimale kraaninzet;meenemen van afwijkende vloergedeelten;discontinue stortgrootten, doordat per verdieping 9 velden aanwezig zijn van 1100-1800 m2.Het werkschema voor deze opzet wordt getoond in fig. 5; daaruit blijken duidelijk de opeen-volgende bewerkingen van de systeemploeg. Elke bewerking wordt uitgevoerd door een deel-ploegje van zodanige samenstelling, dat steeds niet minder, doch ook niet meer dan 250 m2per dag van deze bewerking wordt uitgevoerd. De foto's 6 t/m 8 geven een beeld van dezeopeenvolgende bewerkingen.Op elk willekeurig moment moest er vanaf de paltorens tot en met de cassetten eenproduktieafstand zijn van 1250 m2. Gewend als uitvoerders zijn een maximale produktie televeren, moesten zij nu door weloverwogen ploegindelingen binnen zeer nauwe grenzenproduktiehoeveelheden realiseren. Het ontkisten werd uitgevoerd door een systeemontkis-CementXXI (1969) nr. 1 109Opvolgende bewerkingenbij het maken van dekolommen10Verwijderen van deschulmplasticplaat indilatatiekolommen11-12Bekisten van de kolommentingsploeg, die tevens de transporten regelde. Het bleek psychologisch gezien aantrekkelijk omals taak van deze ploeg niet het ontkisten volgend op het bekisten te zien, maar het beschikbaarstellen van een afgepaste hoeveelheid materiaal op de juiste plaats ten behoeve van demontageploeg, dus als v??rbereiding op het opnieuw bekisten.Zoals uit de plattegronden blijkt, zijn er uiteraard verstoringen in de vloeren, hoewel ook de plaatsen afmetingen hiervan in nauw overleg werden vastgelegd. Deze verstoringen werden door eenafzonderlijke ploeg van enigszins naar behoefte wisselende grootte behandeld om de voor 90%normale bekisting niet te be?nvloeden. De ploeg bracht tevens ankerrails, sparingen, enz. aan.Tot de taak van de uitvoerder van de ontkistingsploeg behoorde tevens het schoonmaken van devloeren voordat de bekisting werd gesteld, en het eventueel terugstempelen van vloeren, indiende verharding van het beton trager verliep, zodat toch de 250 m2bekisting vrij kon komen.Hoewel in het algemeen de theoretische opzet in de praktijk goed kon worden gevolgd, bleken ernog verschillende ingrijpende verbeteringen mogelijk, onder meer aan het licht gebracht doorveelvuldige 'multi-moment-opnamen'. Zo werd voor het verplaatsen van de niet om de kolommenstaande torens gebruik gemaakt van een hydraulisch steenwagentje, voor het verticale transportvan een verdieping een heftruck. Hierdoor werd mede een grotere onafhankelijkheid van dekranen verkregen.Bij een aantal van onze uitvoerders en arbeiders bleek na enige tijd een 'moeheid' te ontstaandoor de vrij grote monotonie in de arbeid. Wij wisselden ook binnen de ploegen enige malen vantaak, hetgeen een positief effect had, ook op de produktiviteit.ad.3.Na een uitgebreid onderzoek en proefprogramma van in Nederland en in het buitenland ver-krijgbare plastic en stalen mallen, werd besloten tot de aanschaf van 5000 stuks door ArnoldLoose Stra-Ka-Deckenschalung K.G. te Hannover geleverde, uit speciaal staal vervaardigdecassetten, met in Duitsland vrijwel gestandaardiseerde afmetingen.Er was met deze cassetten, in tegenstelling met de uitvoering in plastic, een uitgebreideervaring opgedaan, terwijl tevens uit het grote huurpakket van genoemde firma de enkelepiekbehoeften eenvoudig konden worden opgevangen. Het nadeel van het oli?n met eenspuit op de vloer werd geaccepteerd en heeft in de praktijk, waarbij met luchtdruk van ca. 4ato. werd ontkist, niet tot moeilijkheden geleid. Verschillende proeven om de nieuwecassetten met kunststof te bekleden zijn niet gelukt. De te verwachten grotere uitzetting vande kunststofmal bij verhitting (stomen bij vorst), alsmede de grotere kans op breuk en be-schadiging zijn mede bepalend voor de keus geweest.KolommenPer vloer komen 104 stuks kolommen 80 X 80 cm voor; met enkele dilatatie 40 stuks van80 X 120 cm; met dubbele dilatatie 6 stuks van 120 X 120 cm, alsmede 13 afwijkende kolom-men bij de liftschachten, die weer als een verstorend element door een aparte produktie-unit werden uitgevoerd.Bij een vloercyclus van 8 weken moesten per week dus 18 systeemkolommen worden ge-steld. In tegenstelling tot de vloerbekisting was de kolomproduktie echter voor al zijn mede-werkingen, zoals bekisten, stellen van de wapening, storten en ontkisten, afhankelijk van dekraan, terwijl geen enkel risico gelopen mocht worden, dat de kolommen niet v??r de vloer-produktie gereed waren. Daarom werd de produktie op 25 stuks gesteld, waarvoor nodigwaren 10 stuks systeembekisting 80 X 80 cm en ??n 120 X 120 cm, daar de kolomcycluswerd gesteld op 3 werkdagen. Dat de opzet slaagde blijkt uit foto 9.Als bijzonderheid kan worden gemeld, dat alle dilatatiekolommen in ??n fase worden gestortmet behulp van een plaat schuimplastic, geplakt op een stalen plaat, die na het ontkistenmet een boomzaag werd verwijderd [foto 10).De foto's 11 en 12 geven nog een beeld van het bekisten van de kolommen.Cement XXI (1969) nr.1 1114Hydraulisch werkende ontvangstsilo15Demontabel systeem voor regenwater-afvoer16-17Maatregelen tijdens de uitvoering in dewinterZaalspantenIn de totale planning speelde uiteraard de discontinu?teit van de zaalconstructie een groterol. Enerzijds reikten de zaalspanten tot het diepste punt van de fundering, nl. 7 m bene-den maaiveld, voorts moest de planning worden afgestemd op de leverantie en montagetijdvan Bailey, op leverantie van het zware plaatmaterieel uit het buitenland en moesten despanten bovendien op een zodanig tijdstip gereed zijn, dat de reeds op de vloer van 6 mboven maaiveld op gang gekomen bekistingstrein ook op 11 m boven maaiveld, dus bovende zaal ongestoord kon doorgaan. E?n en ander diende tevens afgestemd te worden op hetbeschikbaar zijn van de op dat moment grootste mobiele kraan in Nederland van de fa. VanTwist, met een hefvermogen van 160 tf, die nodig was voor het stellen van de completestalen kolommen en liggers vanaf de rand van de zaal. Een zeer goede co?rdinatie eninspanning van alle betrokkenen heeft het mogelijk gemaakt dat, ondanks een tegenslag bijde staalleverantie, de ruwbouw continu kon worden uitgevoerd. Foto 13 geeft een beeld vandeze montage.Verticaal transportHet normale verticale transport en de montage van prefab-onderdelen heeft plaats metbehulp van vier torenkranen, twee 60 tm-kranen en twee Potain-loopkatkranen 877 met eentoelaatbaar lastmoment van 130 tfm. Deze kranen zijn speciaal voor dit bouwwerk aange-schaft, daar een analyse had uitgewezen dat betonstorten met een capaciteit van 20 tot 25m3per uur met de kraan mogelijk zou zijn, mits op alle punten met pneumatisch te lossen1- en 2-m3-kubels kon worden gestort. Bij een breedte van ruim 80 m was aan elke zijdederhalve ??n kraan nodig met een reikwijdte van 47 m. Er bleef nog een strook van 4 m inhet midden van de bouw niet direkt bereikbaar; een extra giekverlenging kostte echter zoveelin het totale kraanvermogen, dat daarvan werd afgezien.13MontageBinnen een straal van 20 m was het mogelijk met deze kranen kubels van 2 m3te vervoeren.Doorgaans behoeft de kraan tijdens het storten niet tevens te rijden, daar de gedeeltelijkhydraulisch werkende ontvangstsilo's voor elk stort op de goede plaats werden gezet (foto 74).Aan de kraanbaan werd zeer bijzondere zorg besteed, de rails werden gemonteerd op DIN-balken, die met hoekstaal gekoppeld waren aan houten en betonnen onderlegplaten op eengrondverbetering.Tevens werden ten behoeve van de twee grote kranen demontabele 40 tons-ankerblokken inde grond gebracht, daar bij windkrachten hoger dan 7 en buiten werktijd railklemmen onvol-doende garantie voor de stabiliteit gaven. Al met al een hele investering, die men niet lichtgeneigd is te maken voor hulpmaterieel. De ervaringen met deze railconstructie zijn echterzodanig, dat zij nu in het gehele bedrijf voor alle torenkranen worden toegepast. De vierkraansporen hebben namelijk na het leggen nog in het geheel geen onderhoud gevergd.Diverse hulpwerkenVoor hulpwerken gaat men, in de utiliteitsbouw althans, vaak te provisorisch te werk. Bij eenwerk van deze omvang is dat echter niet meer mogelijk. Een voorbeeld hiervan is de regen-waterafvoer tijdens de bouw. De hoeveelheid water die valt op de ruim 1 ha vloer bij eennormale regenbui is reeds 60 m3. Wij ontwierpen hiervoor een demontabel tijdelijk systeemvoor twee vloeren, dat getoond wordt op foto 15.Tevens waren alle sparingen dichtgelegd en met een steen ommetseld. Dit was noodzakelijk,daar de installateurs reeds op de onderliggende vloer aan het monteren waren.De voorzieningen, die waren getroffen voor het doorwerken in de winter 1967-'68 zijn eentweede voorbeeld. Deze betroffen twee onderdelen, te weten de betonbouw en de ruweafbouw binnen.Ondanks de vrij strenge vorst zijn er nagenoeg geen vertragingen in het tempo opgetreden.Het beton werd van de centrale aangevoerd op een temperatuur van ca. 15 ?C; de vloerenwaren 's nachts afgedekt; zowel van boven als van opzij en door de kieren tussen debekistingsplaten kon warmte onder de stalen cassetten komen.Direct na het storten werden de vloeren weer afgedekt en de ruimte onder de vloer verwarmdtot de vereiste druksterkte was verkregen. De druksterkte werd regelmatig met de op hetwerk aanwezig zijnde pers bepaald. De foto's,16 en 17 geven een beeld van dit onderdeel.Cement XXI (1969) nr. 1 1218-19Door het installeren van de verwarmings-radiatoren kon tijdens de winter de ruweafbouw binnen worden voortgezetIn november 1967 - dus nog geen jaar na de eerste paal - was de vloer op 11 m boven maai-veld gereed en werden de gevels van de begane grond en eerste verdieping geheel afgezetmet plastic golfplaten. De installateurs hadden de aansluiting op hetPegus-stadsverwarmings-net reeds gereed en een deel van de radiatoren geplaatst (foto 18), waardoor het mogelijkwas de gehele winterperiode binnen de ruwe afbouw, onder meer het grootste deel van hetmetselwerk in de zaal, en de montage door de installateurs voort te zetten (foto 79).Zonder deze ingrijpende maatregelen zou bij een strenge winter de gestelde opleveringstijdvan eind december 1969 ernstig in gevaar gekomen zijn.De foto's 20 en 21 tonen een indrukwekkend beeld van wat in nog geen 21 maanden ge-zamenlijk kan worden gepresteerd, indien alle betrokkenen zich richten op ??n doel: 'hetproject', en wanneer ieder bereid ?s ten behoeve hiervan desnoods een deel van zijn eigenidentiteit of inzichten prijs te geven.20-21Overzicht van stand van werkzaamheden omstreeks 1 oktober 1968Cement XXI (1969) nr.1 13
Reacties