8. Moet bij het opstellen van de keuringseisen van cement worden uitgegaan van de karakteris-tieke of de gemiddelde sterkte?Bij het beantwoorden van deze vraag moet men op verschillende omstandigheden letten.Zo is in hoofdstuk 3 gewezen op het feit dat de normsterkte van cement afhankelijk kan zijnvan de ouderdom van het cement ten gevolge van chemische invloeden tijdens de opslag.Wellicht zou in de praktijk nog het meest eenduidig worden gewerkt, wanneer de normsterktevan cement wordt gedefinieerd als de sterkte op het tijdstip van levering af cementfabriek.Voorts is in hoofdstuk 3 uiteengezet dat de methodiek bij de bepaling van de normsterkte vancement aanleiding geeft tot een vrij grote spreiding in de sterkte van eenzelfde monstercement, wanneer dit bij verschillende keuringsinstituten wordt beproefd. Bovenstaande om-standigheden bemoeilijken uiteraard het invoeren van de karakteristieke sterkte bij de keuringvan cement.De belangrijkste omstandigheid waarop moet worden gelet is echter dat de variatie in debetondruksterkte veroorzaakt wordt door de gezamenlijke invloed van de variatie in desamenstellende grondstoffen en de variatie in de verdichting en nabehandeling van het beton.Hoewel het cement ongetwijfeld de belangrijkste grondstof voor het beton is, heeft de ge-bruikelijke variatie in de normdruksterkte van het cement volgens de conclusies van hoofd-stuk 7 geen overheersende invloed op de standaardafwijking van de 28-daagse sterkte vanhet eindproclukt beton.Daarom kan bij de grondstof cement - mede gelet op de bovenvermelde moeilijkheden bij dekeuring van cement - voorlopig worden volstaan met een sterkte-eis, die gebaseerd is op degemiddelde sterkte, ook al gaat men bij de keuring van het eindprodukt beton uit van dekarakteristieke sterkte.Uit deze beschouwing blijkt echter tevens dat het aanbeveling verdient de keuring vancement aan een grondig onderzoek te onderwerpen, ten einde een maximale benutting van devele goede eigenschappen van het cement te kunnen verwezenlijken. Ten einde bij dit onder-zoek een goede inbreng van de cementgebruiker tot stand te brengen, is het van belang dataan het bedoelde onderzoek niet alleen wordt deelgenomen door de cementindustrie en dekeuringsinstituten, maar ook door enkele vertegenwoordigers van de praktizerende beton-constructeurs.Litteratuur1. Zement Taschenbuch 1970/71; blz. 272. Betonsamenstelling, klassieke en moderne begrippen; ir. H. Lambotte, Cement 1965 nr. 2, blz.102-1093. De standaardafwijking als maatstaf voor de kwaliteit van de uitvoering van betonwerken; ir.A.J. Chr. Dekker, Cement 1967 nr. 2, blz. 141-1434. Statistische hulpmiddelen bij de kwaliteitscontrole van beton; D.W. E.Smit, Cement 1969nr. 9, blz. 400-4045. Anleitung f?r die Zusammensetzung und Herstellung von Beton mlt bestimmten Eigenschaf-ten; Prof.Walz, Verlag Wilhelm Ernst & Sohn, Berlin 19636. Der Einfluss des Zements, des Wasserzementwertes und der Lagerung auf die Festiqkelts-entwicklung des Betons; Justus Bonzei und J?rgen Dahms, D?sseldorf; Beton, Herstellungund Verwendung, Heft 7, Seite 299-305, Heft 8, Seite 341-342Twee architectenbekroondir. J. Duikerir. W. van TijenOnlangs zijn twee Nederlandse architectenonderscheiden: ir.J.Duiker met de Hilversum-se Cultuurprijs 1970 die hem postuum is toe-gekend,en ir.W. van Tijen met de Staatsprijsvoor beeldende kunst en architectuur.Beide architecten behoren in wezen tot degroep van de 'Nieuw-zakelijken', welke be-weging omstreeks 1926 ontstond. Op zake-lijke wijze, wars van alle esthetische roman-tiek,gaat men de technische mogelijkhedenCement XXII (1970) nr. 11in de architectuur toepassen. De publikatiesvan Le Corbusier hebben grote invloed ge~had op de concretisering van deze denk-beelden.Architect Duiker is vooral bekend gewordendoor het herstellingsoord 'Zonnestraal' teHilversum, de Openluchtschool aan de Clio-straat te Amsterdam en eveneens in Hilver-sum, het hotel 'Gooiland'. Jammergenoeg isDuiker reeds in 1936 overleden; met hem ende eveneens jong overleden architect Vander Vlugt (1936), verloor de nieuw-zakelijkearchitectuur twee van haar knapste vertegen-woordigers.Op het ogenblik staat het herstellingsoord'Zonnestraal' in het centrum van de belang-stelling. Dit in 1930 opgetrokken gebouwwordt met de ondergang bedreigd, terwijl hetmet z'n 'open' gevel - binnen- en buitenruim-ten doordringen elkaar - een uniek monu-ment is, evenals de Van Nelle-fabriek en hetSchr?derhuis. Als 'protest' is Duiker nu on-derscheiden, hopelijk wordt ook hierdoor deaandacht weer gevestigd op 'Zonnestraal',zodat het behouden kan blijven in corspron-keIijke staat.470Het werk van architect Van Tijen, die zichvoornamelijk heeft beziggehouden met devolkswoningbouw, kenmerkt zich door eenheldere eenvoud. Als ingenieur streefde hijernaar met de goedkoopste middelen de bes-te resultaten te bereiken. In de periode voor1940 maakte hij zijn mooiste werk. De filoso-fie?n van de invloedrijke Delftse hoogleraarGranpr? Moli?re, die zeer conservatief zijn-de, de moderne bouwkunst in de wielenreed, noodzaakte Van Tijen tot het doen vancompromissen. Na de oorlog heeft het danook lang geduurd voor de architectuur weerde 'helderheid' van de dertiger-jaren terug-vond. Ondanks de soms gehoorde kritiek opzijn werk, is Van Tijen beslist een bekwamearchitect, die een belangrijk aandeel heeftgehad in de wettelijke regeling voor verant-woorde woningbouw, de 'Voorschriften enWenken voor het ontwerpen van Woningen'.Zijn belangrijkste werken zijn o.a.: de in 1936gebouwde 'Bergpolderflat' in Rotterdam, ende woonwijken Zuidwijk (Rotterdam), Bab-bespolder (Vlaardingen) en Geuzenveld (Am-sterdam). Samen met prof. Van Embden ont-wierp hij de campus-hogeschool in Twente.
Reacties