Stadsvernieuwingbinnenstad AntwerpenInleidingStadsvernieuwing is de laatste jaren een be"kend begrip, al wordt het dikwijls geasso"cieerd met problemen. Niet voor niets overi"gens, want stadsvernieuwing is veelomvat"tend. De bouwtechniek speelt bij de pro"bleemstelling in het algemeen een onderge"schikte rol.Overal in Europa worden voorbeelden vanvernieuwde stadsdelen aangetroffen. Deproblemen treden het duidelijkst aan hetlichtin stadscentra met veel historische mo"nurnenten en een stratenplan dat dateert vanhonderden jaren geleden. Plannen voornoodzakelijk geworden herstel en moderni-sering leiden vooral dan tot felle discussies.Stadsvernieuwing is een moeizame proce-dure geworden van diepgaande studies envan eindeloos overleg tussen betrokken in"stanties en maatschappelijke groeperingendat voortdurend aanpassing van de plannentot gevolg heeft.De aard van de problemen die zich voordoenen de mogelijke oplossingen die verkregenkunnen worden, zijn te illustreren met degeschiedenis van het Schipperskwartier inhet oudste deel van Antwerpen.De meeste Nederlanders hebben ongetwij-feld Antwerpen wel eens bezocht en wetendus dat het een stad is met een rijk verleden.Het Schipperskwartier vormde 40 jaar gele-den een bekend uitgaansoord, een wirwarvan straatjes tussen het stadhuis en deScheldekade, zeer levendig in de tijd toen demeeste schepen nog dichtbij het stadscen-trum afmeerden. Een bekend gebouw in diewijk is het Vleeshuis, een gotisch monumentvan allure.De eerste plannen tot rehabilitatie van ditgeleidelijk verpauperende stadsdeel date-ren van vlak na de tweede wereldoorlog. Eenvliegende bom had hier in 1944 een grootaantal huizen verwoest. Reeds in die tijd tradeen conflict aan het licht tussen voorstan-ders van vernieuwing volgens moderne in-zichten enerzijds en herstel van de traditio-nele bouwvormen anderzijds. Voorstandersvan het laatste wezen op de rijke erfenis uithet historisch verleden met als voornaamstekenmerken smalle hoge gildehuizen, nauwestraten en grote bebouwingsdichtheid. Tochwerd in het eerste voorontwerp (1959) uitge-gaan van een reconstructie nieuwe stijl, metBetonnen sierlijsten herinneren aan de'speklagen' in de vroegere Gildehuizenfoto's: P.L.SpitsCement XXXIV (1982) nr. 3 154Plattegrond van de te renoveren stadskern,waarin gebouwd worden 220 woningen en 9winkels, de ondergrondse parkeergarage(zie streeplijn) met 463 plaatsen, alsmede106 studio's en 6 winkelsTen slotte werd overeenstemming bereiktover een ontwerp dat uitging van het be-staande stratenplan. Hetontwerp dat nu gro-tendeels is voltooid, omvat voornamelijk so-ciale woningbouw. De particuliere inbrengbeperkt zich tot een appartementenhotel eneen ondergrondse parkeergarage.De architectuurvan deze stadsreconstructiewordt gekenmerkt door de aanpassing aanhetgeen er vroeger heeft gestaan. Enkelegerestaureerde gildehuizen waarop denieuwbouw aansluit, zijn hiervan een con-creet bewijs.Aangepaste architectuurDitvoorbeeld van stadsherstel is in haar aarduniek, omdathet helemaal opde Antwerpsesituatie is toegesneden. De architect R.Groothaertuit Deurne is er naar toegegroeiden spreekt van een compromis. Hij heeftzichbrede straten, grote open ruimten en vrij-staande hoogbouw. De tegenstand wasgroot, ook toen in 1963 het plan met eenaantal wijzigingen opnieuw werd gej'ntrodu-ceerd.De discussies betroffen zowel de bestem-ming van de nieuwbouwalsdeoplossingvaneen stedebouwkundig en architectonischvraagstuk.Er heeft zich sindsdien rond deze verwikke-lingen veel afgespeeld. Onder meer werd dearchitect van de thans gestalte krijgende op-lossing bij de plannen betrokken. Het ideevan een nieuwzakencentrum bleek niet haal-baar. Er werd steeds meer druk uitgeoefendom de wijk haar oorspronkelijke woonbe-stemming terug te geven. Het plan moestvoorts kleinschalig zijn.Voorzijde van De Gouden Reaal,metuitzichtover de ScheldeCement XXXIV (1982) nr. 3 155Nieuwbouw in de buurt van het GotischeVleeshuis, de foto rechtstoontdeeerstefasewoningen waarin de betonnen sierlijstennog maar spaarzaam zijn toegepastEen van de winkels en een ingang naar deondergrondse parkeergaragelaten inspireren door een oude bouwstijl,zonder echter archa?serend tewerk te gaan.Het project moest met moderne materialenen uitvoeringstechnieken tot stand kunnenworden gebracht.Wat de stijlopvatting betreft, daarover geeftde architect als volgt zijn visie weer:'Gepoogd werd af te wijken van wat in onsland wordt verstaan onder sociale wo-ningbouw: uniforme, zuiver utilitaire rijen-woningen of complexen, waarin de mens toteen nummer, een non-entiteit verwordt.Specifiek voor de oude stadskern poogde ik,door herkenbare vormen die hun inspiratievonden in het sporadisch nog aanwezigeverleden, door verwijzingen naar de archi-tectuur van de vroegere Hansa-steden (Fug-ger onder andere) en de geest die hiervanuitging, tekomen tot herstel van het stedelijkweefsel en tot een amalgamering van oud ennieuw. De materialen"keuze: baksteen in di-verse tinten, het sierbeton-lijstwerk dat eenherinnering bevat aan de eertijdse 'spekla-gen' in natuursteen, de dakhellingen methun spitse puntgevels die typerend zijn voorde Antwerpse architectuur van de XVle enXVlle eeuw, de donkere tint van de dakpan-nen, maken dat de gebouwen versmeltenmet de omgeving. Eigentijds maar zondercontrast of oppositie. Door de binnenruim-ten om te werken tot openbare pleinen metgroen-inbreng, gemakkelijk bereikbaardoor portieken, wordt de toekomstige door-stroming mede in de hand gewerkt.'De discussie over een al of niet geslaagdereconstructie zal ook na voltooiing van ditplan wel voortduren, vooral onder architec-ten die zeer uitgesproken en onderling ver-schillende meningen hebben. Het oordeelvan de leek (en de toerist) zal in hetalgemeenmilder zijn, daar zij zich in het algemeenminder vooringenomen tonen. En de toe-komstige bewoner? Wanneer de Antwerpsewoningstichting, die in feite een overheids-instantie is, de huurprijs van deze 15-20%duurdere woningen aanpast aan het inko-men Van de huurder, hetgeen tot haar com-petentie behoort, zal ook van deze huurdergeen kritiek te verwachten zijn.Bouwtechnische bijzonderhedenDe nieuwbouw beslaat een oppervlakte vanca. 3 ha. De opdracht bestond uit de bouwvan 141 woningen,11 winkels, een onder-grondse parkeergarage en een hotel. Of-schoon sprake is van twee opdrachtgevers,is voor het gehele project??n architect aan-gesteld.AI is bij het ontwerp uitgegaan van eigentijd"se materialen en uitvoeringsmethodes, derationaliteit van het bouwen was aan beper?kingen onderhevig doordat maar weinigsprake was van maatstandaardisering.Terwijl de eerste reeks woningen van 65stuks in uitvoering genomen werd, bouwdemen elders de ondergrondse parkeergaragedie plaats biedt aan 450 auto's. Deze garagewerd uitgevoerd als een gewapend-beton-Cement XXXIV (1982) nr. 3 156Publieke toegang tot ??n der binnenhoven,daarnaast beelden van de nieuwebebouwing die grenstaan de gerestaureerdegildehuizenEen bezoek waard!Cement XXXIV (1982) nr. 3constructie, waarbij de funderingen en dedakplaat waren berekend op de laterebelas-ting door de woningen. In de plattegrond ismet een streeplijn de omvang van dezeondergrondse constructie gemarkeerd.Zeeropmerkelijk is het gebruikvandeonder-grond die juridisch gesplitst werd van hetgebruik van de oppervlakte van dezelfdegrond.Voor de eerste reeks woningen bestond deconstructie uit een betonskelet, waarmeehet (niet-dragende) metselwerk economi-scher werd. Zowel de begane-grondvloer alsde verdiepingvloeren werden ter plaatse ge"stort. Voor de fundering werden boorpalentoegepast, gezien de onbekendheid met deondergrond waarin zich metselwerkmassie-ven en twee-Iagige kelders van vroegere be-bouwing bevonden. Geprefabriceerde palenzoudenin dergelijke omstandigheden teveelkans op beschadiging lopen. Debuisseg-menten voorde palen werdenniet ritmisch inde grond gebrachtten einde trillingen zoveelmogelijk te voorkomen. De palen staan in dedraagkrachtige niet-geroerde grondlaag op8 m beneden maaiveld.Ofschoon aanvankelijk de voorzieningenwaren getroffen om het sierbeton in de geveleveneens ter plaatse te storten, werd door deaannemer voorgesteld deze elementen teprefabriceren en aan de achterliggendeconstructie te verankeren. In de eerste reekswoningen werd het sierbeton vervaardigd inde tint van blauwe hardsteen (ook wel arduingenoemd) en van zandsteen. Daar de eersteals meest bevredigend overkwam werd bij deverdere bouw tot deze beperkt.Evenals voor de parkeergarage was de op-drachtgever van het complex De GoudenReaal een particuliere onderneming. Destrenge brandweereisen waren de oorzaakdat het oorspronkelijke plan voor een vol-waardig hotel niet kon worden gerealiseerd.Als alternatief besloot men tot een reeksstudio-flats met zelf-verzorgende functie.157Voor het hotel werden de wanden opgetrok-ken met behulp van een stalen glijbekistingomdat deze ter beschikking stond. De bin-nenwanden behoefden daarna alleen nogmaar meteen opgespoten sierlaag tewordenafgewerkt. De vloeren bestonden uit gepre-fabriceerde betonnen onderplaten (als eensoort verloren bekisting) waarin de wape-ningsconstructie voor de gehele plaat reedswas aangebracht. In het werk werd de druk-laag gestort. Ook de onderzijde van de vloer-platen werd met een sierpleister afgewerkt.Evenals bij de woningen zijn in de gevelssierbetonelementen toegepast die uitslui-tend een decoratieve functie hebben.Nadat het Gouden Reaalcomplexnagenoegwas voltooid, werd de tweede reeks wonin-gen in uitvoering genomen. Deze staan vooreen belangrijk deel op de ondergrondse par-keergarage. Met uitzondering van de vloer-platen is de uitvoering identiekaan dievan deeerste reeks. Voor de vloerplaten werd hetidee van De Gouden Reaal overgenomen.Bij vergelijking van de twee reeksen van wo-ningen valt het op dat in de?tweede reeksmeer sierbeton is toegepast. De architectheeft zich eerst willen overtuigen van heteffect van deze ornamenten.Ten slotte moet nogworden vermeld dat in deonmiddellijke nabijheid van het gotischeVleeshuis een speciale funderingstechniekwerd gebruikt. Ofschoon de eerder ter spra-ke gebrachte methode er op was gericht omhet trillingsverschijnsel in de grond zoveelmogelijk tegen te gaan, werd in de omgevingvan het Vleeshuis elk risico vermeden metbehulp van het systeem Fondedile. Bij dittype boorpaal is de stalen voerbuis van eendiamanten snijrand voorzien die zich ge-makkelijker door ondergrondse hindernis-sen heen werkt. De kosten liggen hierbij aan-zienlijk hoger, onder meer omdat met slan-kere paaldoorsneden wordt gewerkt.ing. M.G.P.Nelissen
Reacties