Ir.A. van der Werf en ?r.G.P.C.Nass,Ingenieursbureau Ir.A. van der Werf n.v.,ArnhemPrefabricage vanpaddestoelvloerenU.D.C. 624.073.75:666.972Prefabricage van paddestoelvloerenInleidingIn de utiliteitsbouw manifesteert zich in toenemende mate een streven naar het ontwerpenvan gebouwen met een relatief geringe constructiehoogte van de verschillende bouwlagen.Dit komt deels voort uit esthetische overwegingen: het totale pakket tussen plafond en vloermoet in de juiste verhouding blijven tot de vrije hoogte tussen vloer en plafond, en deels uitfinanci?le overwegingen: bij een grote constructiehoogte ontstaat een in verhouding grootgeveloppervlak en tevens een grote inhoud die verwarmd en geventileerd moet worden.Dit streven naar een relatief geringe constructiehoogte richt zich voornamelijk op die gebou-wen waar grote kolomafstanden vereist zijn en waar omvangrijke technische installaties on-der de vloerconstructies moeten worden aangebracht. Bij kolomafstanden van bij voorbeeld10 ? 10m2, zoals veelvuldig in warenhuizen en parkeergarages voorkomen, zou een traditio-neel balkrooster met daaronder leidingen voor technische installaties al spoedig een pakketvan ruim 1? m opleveren.Bij een nagenoeg vierkant kolommenstramien biedt de paddestoelvloer in die gevallen echteruitkomst. Deze is in bouwkundig opzicht een aantrekkelijke constructie, omdat daarbij, afge-zien van eventuele kolomplaten, over de gehele oppervlakte geen onder de vloer uitstekendeconstructie-elementen voorkomen. Dit is vooral bij de hierboven genoemde gebouwen vanniet te onderschatten betekenis.Bij groter wordende kolomafstanden echter neemt de vloerdikte en bijgevolg het eigen ge-wicht van deze constructie zo zeer toe, dat dan niet meer van een economisch optimale con-structie kan worden gesproken.Ten einde het probleem van het grote eigen gewicht te ondervangen wordt bij dergelijkegrote overspanningen veel gebruik gemaakt van cassettenvloeren. Hierbij worden die ge-deelten van de plaat, die geen wezenlijke bijdrage leveren tot de sterkte daarvan, wegge-laten. Men bereikt dit door op een groot gedeelte van de vloerbekisting cassettenmallen teplaatsen en wel zodanig dat er tussen deze mallen voldoende ruimte blijft bestaan voor be-tonribben, waarin de wapening is geconcentreerd.Het aanbrengen en lossen van de bekisting bij volledig in het werk gestorte cassettenvloerenis economisch echter slechts aanvaardbaar, indien de bekistingsmallen voor de cassettenniet kostbaar zijn, danwei een groot aantal malen kunnen worden gebruikt.Voor het in het werk storten van deze vloerconstructie bestaan allerlei mogelijkheden metals ene uiterste het gebruik van sandwich-kartonnen cassetten, zoals die in Amerika welworden toegepast en die slechts eenmaal kunnen worden gebruikt, en als ander uiterstetoepassing van kostbare kunststof- of stalen mallen, die een vrijwel onbeperkte levensduurhebben. Om voldoende vierkante meters vloeroppervlakte ineens te kunnen storten is echtereen groot aantal mallen benodigd, hetgeen in tegenspraak is met de mogelijkheid tot repetitie.Het is dan ook zeer de vraag of op deze wijze economisch voordeel kan worden behaald. Istoepassing van eenmaal aanwezige mallen in meerdere bouwwerken mogelijk, hetgeen be-tekent dat met nagenoeg gelijke kolomafstanden moet worden gebouwd, dan wordt uiteraardde kostenfactor van de mallen gunstiger.Naast het streven naar een geringe constructiehoogte van de vloeren, tracht men steedsmeer arbeidsbesparende werkmethoden op de bouwplaats toe te passen, hetgeen meestalbetekent dat men overgaat tot het toepassen van geprefabriceerde constructie-onderdelen,waardoor het bouwtempo uiteraard gunstig wordt be?nvloed. De constructie van paddestoel-vloeren leent zich echter niet direct tot prefabricage.In dit artikel zal een nieuwe bouwmethode worden besproken, waarbij cassetten-paddestoel-vloeren kunnen worden geconstrueerd met behulp van geprefabriceerde elementen, zodat devele voordelen die inherent zijn aan de prefabricage, ook bij de paddestoelvloer kunnenworden benut.Bij deze methode worden de bekistingsmallen voor de cassettenvloer uitgevoerd in gewa-pend beton en wel zodanig, dat zij als geprefabriceerde betoncassetten een constructief on-derdeel van de constructie vormen.Cement XX (1968) nr.3 1061Een cassetten-paddestoelvloer, waarvan debetoncassetten ter plaatse worden gestortDe cassetten-paddestoelvloerIn tegenstelling tot een balkenvloer, waarbij de belastingen uit de vloer naar de balken wor-den overgebracht en van de balken rechtstreeks naar de kolommen, worden de belastingenbij een paddestoelvloer alzijdig door de vloer zelf naar de kolom overgedragen.De cassettenvloer is eigenlijk een tussenvorm van beide genoemde vloertypen en tot welkevan beide typen zij constructief gerekend moet worden, wordt voornamelijk bepaald doorde afmetingen van de cassetten ten opzichte van die van de vloervelden tussen de kolom-men. Naarmate de afmetingen van de cassetten kleiner zijn, benadert de cassettenvloerconstructief de paddestoelvloer met constante vloerdikte.In het algemeen kan gesteld worden dat dit type vloer bij een verdeling van de kolomafstandin zeven of meer cassetten, constructief vergelijkbaar is met een normale paddestoelvloer.De concentratie van momenten en dwarskrachten rondom de kolom maakt het noodzakelijkde vloer daar ter plaatse uit te voeren als een massieve plaat, zoals ook bij de normalepaddestoelvloeren extra kolomplaten worden aangebracht.In de aansluiting van de cassetten aan de kolomplaat zullen de belastingen vrijwel alleendoor de ribben moeten worden overgebracht, waarmede een criterium wordt gevonden voorde afmetingen van de kolomplaat. Dat deze tegelijkertijd een veelvoud van de lengte vaneen cassette moet bedragen zal duidelijk zijn.Berekeningen hebben aangetoond dat het optimale resultaat wordt bereikt bij een zodanigecassettenverdeling dat tussen de hartlijnen van de kolommen een oneven aantal cassettenaanwezig is en wel zodanig dat er op het hart van de kolommen een ribbe ontstaat.Indien men stelt dat deze vloerconstructie zich op vergelijkbare wijze gedraagt als de nor-male paddestoelvloer, dan kunnen de richtlijnen voor de berekening van paddestoelvloerenworden toegepast, zoals vastgelegd in de G.B.V. 1962.De eisen betreffende de afmetingen van de kolomplaten, gekoppeld aan de voorschriftenbetreffende de momentenverdeling in de kolomstrook, resulteren in de in het voorgaande ge-noemde verdeling in een oneven aantal cassetten, waarbij een indeling in negen of dertiencassetten een, zowel esthetisch als constructief, zo gunstig mogelijke afmeting van de kolom-plaat mogelijk maakt.Deze indeling blijkt tevens als extra voordeel de grootste besparing op het eigen gewichtte geven.Evenals bij de normale paddestoelvloer is het zeker bij de cassetten-paddestoelvloer van be-lang overstekken toe te passen, waardoor afwijkingen in de momentenverdeling wordenvoorkomen. Gesteld kan worden dat een overstek van ca. 1/3 van de kolomafstand hierbijgunstig is.Cassettenvloer met geprefabriceerde betoncassettenBehalve met toepassing van cassette-bekistingsmallen kan de cassettenvloer ook wordensamengesteld uit geprefabriceerde betoncassetten, die door middel van in het werk gestorteribben tot een monolitisch werkende constructie worden samengevoegd. Ter plaatse van demassieve plaatvloer rondom de kolom, kunnen de betoncassetten dan worden vervangendoor vlakke betonplaten met eenzelfde grondvlak als de cassetten.De geprefabriceerde betoncassetten worden slechts voorzien van een eenvoudige krimp- entransportwapening, dus niet van een uitstekende wapening. De constructieve wapening vande cassettenvloer wordt geheel geconcentreerd in de ribben en de kolomplaten.Om de samenwerking tussen prefab-cassetten en in het werk gestorte ribben zote laten plaatsvinden, dat deze constructie als ??n geheel gaat werken, is het nodig de zij-vlakken van de cassetten een zodanige vorm en oppervlak-structuur te geven dat voldoendeaanhechting tussen de beide betonsoorten gewaarborgd is.De gekozen vorm, waarbij de ribbe als een 'visbek' in de cassetten grijpt, geeft, gecombi-neerd met een zeer ruw oppervlak, een goede schuifvaste verbinding tussen ribben encassetten.De onderrand van de prefab-cassette heeft aan de buitenkant een verbreding waarop de on-Cement XX (1968) nr. 3 1072Perspectivische schets van hetonderaanzicht van een geprefabriceerdecassetten-paddestoelvloerderkist voor de te storten ribben kan worden gelegd. De geprofileerde rand is ook in debuitenranden van de prefab-kolomplaten aangebracht, zodat de onderkist voor de ribben vankolomkop tot kolomkop kan worden doorgezet. Hierdoor is het mogelijk alleen de prefab-cassetten en -platen te stellen en te ondersteunen en hiertussen de van te voren op de juistemaat gemaakte onderkist voor de ribben te plaatsen. Een verdere bekisting is dan niet nodig.Nadat de vloer gereed is, kan de onderkist van de ribben verder worden benut om er lei-dingen, armaturen, verlaagd plafond en dergelijke aan te bevestigen.De vorm van de prefab-cassetten is tevens zo gemaakt dat de elementen eenvoudig en vlakstapelbaar zijn.De binnenvlakken zijn eniger mate schuin geplaatst om het lossen van de bekisting tijdensde vervaardiging van de cassetten te vergemakkelijken. Indien dan gefabriceerd wordt in eenbekisting met uitklapbare zijschotten, leveren ook de vrij sterk geprofileerde zijvlakken geenprobleem en is een hoog fabricagetempo mogelijk.BouwvolgordeNadat de fundering c.q. onderbouw op traditionele wijze is gestort, worden de kolommenmet bijhorende koiomkoppen, dus het gedeelte dat onder de cassettenvloer uit steekt, ge-stort in een snel op te stellen en eenvoudig te lossen bekistingsmal. Het beste kan gebruikgemaakt worden van een stalen mal, bestaande uit twee helften, die met bouten aan elkaarbevestigd worden en gemakkelijk te lossen zijn.3Gedeeltelijke plattegrondCement XX (1968) nr. 31084Detail aansluiting van de prefab-cassetten aan de ter plaatse gestorteribbeIndien men tevens werkt met van te voren klaar gemaakte wapeningskorven voor kolom enkolomkop afzonderlijk, kan een hoog tempo bij het vervaardigen van de kolommen wordenbereikt. Dit tempo kan nog worden opgevoerd door maatregelen te treffen om de verhardingvan de betonspecie te bespoedigen. Hierbij wordt vooral gedacht aan het met zeilen af-dekken van de gehele kolom, te samen met verwarmen. Op deze wijze is het mogelijk meteen enkele bekistingsmal in hoog tempo een groot aantal kolommen te vervaardigen en ishet alleszins verantwoord een stalen bekistingsmal toe te passen.Aan de stortnaad tussen kolomkop en kolomplaat zal bijzondere aandacht moeten wordenbesteed. Deze moet zeer ruw zijn, opdat een goede aanhechting verzekerd is en de in ditaansluitvlak optredende schuifspanningen kunnen worden opgenomen. De samenwerkingtussen kolomkop en kolomplaat kan nog worden verbeterd door in de stortnaad een aantalstekeinden aan te brengen. Het op ieder werk aanwezige knipverlies kan hier goedediensten bewijzen.Nadat een aantal kolommen gereed is, worden de prefab-betoncassetten en prefab-beton-kolomplaten gesteld op een eenvoudige bekistingsonderstempeling. Hiervoor zijn verschil-lende snelbouw-steigersystemen in de bouwwereld bekend.Alle cassetten en platen moeten zuiver onder de draad worden gesteld, waarna strokenmeubelplaat of multiplex als onderkist van de ribben worden aangebracht. Deze strokenkunnen van tevoren worden klaargemaakt en kunnen tevens dienst doen als afstandhouderstussen de prefab-cassetten.De wapening van de cassettenvloer is in feite dezelfde als die van een normale padde-stoelvloer. In dit geval wordt deze echter in de ribben geconcentreerd, met als gevolgzwaardere staven doch veel minder in aantal, waardoor dus minder vlechtwerk nodig is.Door het zeer grote repetitie-element van de ribbewapening wordt het vlechtwerk bovendiengunstig be?nvloed.Per kruising kan de ribbewapening steeds aan elkaar worden gebonden, zodat het nietnodig is beugels toe te passen. Opgebogen wapening behoeft bij een goed uitgezochtecassettenverdeling niet of nauwelijks voor te komen.Nadat de wapening is aangebracht, worden ribben en kolomplaten tot aan de bovenkantvan de prefab-cassetten volgestort en is de gehele vloer gereed.Met het ontkisten behoeft niet gewacht te worden tot de uiteindelijk vereiste kubussterkteis bereikt. Reeds na een betrekkelijk korte verhardingstijd kan de ondersteuningsconstructieworden teruggewonnen door onder een aantal prefab-cassetten een hulpstempel aan te brengen.Door een viertal hulpstempels per vloerveld aan te brengen, wordt de kolomafstand toti teruggebracht en zullen de spanningen ten gevolge van het eigen gewicht zodanig kleinzijn, dat deze gemakkelijk door de gedeeltelijk verharde beton kunnen worden opgenomen.Op deze wijze wordt bereikt dat slechts een geringe hoeveelheid steigermateriaal benodigdis om de gehele constructie te maken. Het is mogelijk, om in hetzelfde tempo als dekolommen worden gemaakt, twee of drie vloervelden tegelijk te storten en daarna deondersteuningsconstructie terug te winnen voor een volgende serie vloervelden.Uit het voorgaande blijkt dat bovenstaande constructie zeer snel kan worden gerealiseerd enderhalve wel economisch moet zijn. Immers, de prefab-cassetten kunnen met behulp vanenkele mallen worden vervaardigd; de montage is vrij eenvoudig en in het werk is slechtseen betrekkelijk geringe hoeveelheid stempelwerk en geen bekisting benodigd.Samenwerking tussen de prefab-betoncassetten en de in het werk gestorte ribbenConstructief moeten de ribben werken als T-balkjes, hetgeen inhoudt dat de trekkrachtenmoeten worden opgenomen door de wapening die onder in de ribben aanwezig is, terwijl dedrukzone bestaat uit de bovenplaten van de prefab-cassetten aan weerszijden van de rib-ben. Deze werking is alleen mogelijk indien het aansluitvlak tussen het in het werkgestorte beton en de prefab-cassetten zodanige schuifspanningen kan overbrengen, datbeide onderdelen als ??n geheel gaan werken. Om deze samenwerking te bevorderen wor-den de zijkanten van de prefab-cassetten gestort in een met gebouchardeerde rubber plaatbeklede bekisting.Cement XX (1968) nr. 3 1096Opstelling van de 6 m langesamengestelde proefbalk7Het onderzoek op krimp8Metingen van de doorbuiging tijdensde proefbelastingIn het aanhechtingsvlak tussen de gestorte ribben en de prefab-cassetten zullen naastschuifkrachten ten gevolge van de statische werking van de balk tevens schuifkrachtenontstaan als gevolg van de krimp van de gestorte ribben. Tijdens de verharding van degestorte ribben zullen deze, als gevolg van krimp, willen verkorten, terwijl de krimp van decassetten reeds uitgewerkt is, waardoor deze de vrije verkorting van de ribben zullenbelemmeren. Tussen twee knooppunten van de gestorte ribben zal nu scheurvormingoptreden als er geen aanhechting is tussen prefab-cassette en gestorte ribbe.Ten einde deze scheurvorming te voorkomen zal de aanhechting van de gestorte ribbe aande cassette zodanig moeten zijn, dat de krimp zich niet op ??n plaats als een scheur kanmanifesteren, maar zich volkomen gelijkmatig tussen de knooppunten moet verdelen.Hierdoor zullen in het aansluitingsvlak schuifspanningen ontstaan die trek in de ribben endruk in de cassetten veroorzaken. De grootte van de trek- en drukspanningen is afhankelijkvan zowel de grootte van de krimp, als van de onderlinge verhouding van de doorsnedenvan cassette en ribbe.De grootte van de schuifspanningen is mede afhankelijk van de verhouding tussen hoogteen breedte van de gestorte ribbe. Bij de afmetingen van de ribben, zoals die vereist zijn bijde genoemde kolomafstand, blijven deze schuifspanningen ruimschoots beneden de toe-laatbare spanningen en kunnen door het ruwe aansluitvlak gemakkelijk overgebracht worden.Door de genoemde nivellering van de invloed van de verhardingskrimp is het alleszins ge-rechtvaardigd om in een dergelijke constructie de dilatatievoegen op aanmerkelijk grotereafstanden aan te brengen dan in een volledig in het werk gestorte constructie.ProefbalkOm het gedrag van de constructie, samengesteld uit geprefabriceerde cassetten en in hetwerk gestorte ribben, te onderzoeken is in samenwerking met N.V. Dura-Coignet te Rot-terdam een zes meter lange proefbalk vervaardigd, bestaande uit geprefabriceerde halvecassetten met daartussen gestorte ribben. De opstaande zijkanten van de cassetten warengestort tegen gebouchardeerde rubber bekistingsplaten om een zo gunstig mogelijk aan-hechtingsvlak te verkrijgen voor de tussen de cassetten te storten ribben.Eenvoudigheidsbalve zijn voor de geprefabriceerde halve cassetten L-vormige elemententoegepast, daar totale halve cassetten te kostbaar zouden zijn voor een dergelijke proefbalk.Dit maakte de proefbalk in feite echter ongunstiger dan een ribbe uit de cassettenvloer inwerkelijkheid zal zijn. Immers de proefbalk miste het gunstige effect van de aanwezigheidvan de naast gelegen ribben.Om het gedrag van de proefbalk zo goed mogelijk te kunnen vergelijken met het te ver-wachten gedrag van een gehele cassettenvloer, vooral wat betreft de krimpverschijnselen,is voor de afmetingen een ribbe van een cassettenvloer bij een kolomafstand van ca.10 ? 10 m2als uitgangspunt gekozen. De lengte van de proefbalk is zodanig bepaald datde optredende veldmomenten ongeveer gelijk waren aan die van de cassettenvloer.In de halve cassetten is een normale krimpwapening en in de ribben een langswapeningzonder beugels aangebracht. De dwarsribben zijn eveneens van een krimpwapening voorzien.De proefbalk is onderzocht op:1. krimp van de balk en de plaats en afmetingen van eventuele krimpscheuren;2. samenwerking tussen geprefabriceerd en in het werk gestort beton tijdens belasting.a. Krimp van de proefbalkTen einde de krimp van de balk te kunnen bepalen, zijn twee plastic buizen in de ribbeningebetonneerd, waarin gladde staven betonstaal zijn aangebracht, die vrij konden bewegen.Deze betonstaven zijn aan het ene einde vast aan de betonbalk bevestigd, terwijl zij aan hetandere eind van een meetklokje zijn voorzien, waarmee eventuele lengteveranderingen vande balk ten opzichte van de betonstaven konden worden bepaald.Een eventuele wisseling in de buitentemperatuur heeft bij deze wijze van meten geeninvloed op de resultaten, aangezien de temperatuur van proefbalk en meetstaaf steeds aanelkaar gelijk zijn te stellen.Gedurende de eerste 28 dagen na het storten is de onderstempeling gehandhaafd om dekrimpmetingen niet te verstoren ten gevolge van doorbuiging van de balk door eigen gewicht.Metingen van de lengteveranderingen van de balk tijdens de verharding gaven aanvankelijkeen geringe verlenging te zien. Na enkele dagen echter ontstond een verkorting die na 28dagen te verwaarlozen klein was. De vermoedelijke oorzaak hiervan was enige zwelling vande geprefabriceerde elementen als gevolg van wateropname uit het in het werk gestortebeton. In de gestorte ribben was op geen enkele plaats een krimpscheur te ontdekken.b. Belasting van de proefbalkDe proefbelasting is uitgevoerd met behulp van bakstenen, die zodanig op de balk zijngeplaatst dat de belasting gelijkmatig verdeeld kon worden beschouwd en er geen gewelf-werking in de stapeling kon optreden. De proefbelasting is verder in lagen aangebracht. Nahet aanbrengen van iedere laag is de doorbuiging van de balk, de lengteveranderng en descheurvorming gecontroleerd.Het breukmoment was zonder medewerking van de zijkanten van de cassetten berekend op8,89 tfm, terwijl dit berekend was op 10,48 tfm met medewerking van deze zijkanten.De scheurvorming die tijdens de belasting optrad, was gelijk aan die van een homogeen ge-storte balk; de scheuren onstonden dus op regelmatige afstanden, ook bij verder opge-voerde belasting. De scheuren vertoonden ook geen discontinu?teit ter plaatse van de aan-sluitingen van geprefabriceerde cassetten en gestorte ribben.Cement XX (1968) nr.3 1109Normaal scheurpatroon tijdens debelastingBij een belasting overeenkomend met het berekende breukmoment van 10,5tfm, was wel eensnel toenemende scheurvorming te constateren, doch deze belasting was nog niet voldoendeom de balk te doen bezwijken, dat wil zeggen dat bij deze belasting het rekenkundig be-paalde breukmoment reeds werd overschreden, rekening houdende met een volledige sa-menwerking tussen de cassetten en de gestorte ribben.De belasting van de proefbalk is niet doorgezet tot bezwijken van de balk optrad; dit uitveiligheidsoverwegingen voor de mensen die de bakstenen op de proefbalk stapelden. Detotale doorbuiging van de balk bedroeg aan het einde van de proef 3,75 cm, welke door-buiging na ontlasting is teruggelopen tot 2,75 cm.C ConclusieUit de proef is gebleken dat de krimp gedurende de eerste 28 dagen als te verwaarlozenklein kan worden beschouwd. De verkorting lag beneden 0,01%. Dit is te verklaren uit deomstandigheden dat de krimp van de geprefabriceerde cassetten praktisch geheel was uit-gewerkt, voordat zij in de proefbalk zijn opgenomen.Door de ruwe zijvlakken van de prefab-elementen ontstaat een zodanig goede aanhechtingvan het verse beton, dat de krimp daarvan zich volkomen gelijkmatig over de gehele balk-lengte kan verdelen. Hierdoor zullen geen waarneembare krimpscheuren kunnen optreden.De krimpspanningen in het verse beton zullen via schuifspanningen in de aansluitvlakkenmet de geprefabriceerde elementen gedeeltelijk overgaan in drukspanningen in deze ele-menten, waardoor toch een geringe verkorting optreedt.De omstandigheid dat het verse beton voor een groot gedeelte van de omtrek omsloten isdoor geprefabriceerd beton, waardoor vrije uittreding van water uit het verse beton wordtbelemmerd, is eveneens een gunstige factor bij het krimpverschijnsel.De vooraf berekende gunstige uitwerking van het krimpverschil tussen de gestorte ribbenen de geprefabriceerde cassetten werd geheel onderschreven door de resultaten van deproef. Dit staaft dus tevens de stelling dat bij dergelijke constructies de dilatatievoegen opgrotere afstanden zijn aan te brengen dan bij een normale in het werk gestorte betoncon-structie gebruikelijk is.NabeschouwingDe constructie van paddestoelvloeren volgens het hiervoor omschreven systeem, is alsbouwsysteem vooral daar toe te passen, waar grote overspanningen en hoge nuttigebelastingen worden verlangdi terwijl zij tevens een snelle bouwwijze garandeert.Speciaal bij grote winkelpanden, parkeergarages en dergelijke kan zo'n bouwsysteem zijnnut bewijzen.Bij grote winkelpanden kan bij toepassing van dit systeem een interessante plafondcon-structie ontstaan, waarbij slechts op plaatsen waar dit"strikt noodzakelijk is, een verlaagdplafond behoeft te worden aangebracht. Zelfs moet het mogelijk zijn de cassetten-verdelingaan het leidingnet van een eventuele sprinkler-installatie aan te passen en deze leidingenter plaatse van de ribben te bevestigen, zodat ook in dat geval geen verlaagd plafondnodig is.Bij toepassing van dit systeem voor parkeergarages zal vooral het hoge bouwtempo vanbelang zijn. Het moet mogelijk zijn met dit systeem een parkeergarage van enige verdie-pingen in enkele maanden te bouwen.Hoewel de kolomafstand bij dit systeem in hoge mate gebonden is aan de cassettemaat, ishet toch mogelijk onderling afwijkende kolommaten te realiseren, door het weglaten vaneen of meer cassetten, door de ribbreedte plaatselijk te vari?ren of door eenvoudig desluitmaat in het werk te storten. Op deze wijze kunnen ook trap- en uitsparingen wordenverwezenlijkt Het is dus mogelijk met dit systeem iedere gewenste bouwafmeting te rea-liseren.Het is dus mogelijk met dit systeem iedere gewenste bouwafmeting te realiseren.De bouwkosten zullen van geval tot geval verschillend zijn en sterk be?nvloed worden doorhet repetitie-element van de bekistingsmal len en het transport en montage van de geprefa-briceerde elementen. Er zijn echter meerdere factoren te noemen, die dit systeem ten op-zichte van de traditionele paddestoelvloer economisch doen zijn, zoals:a. een traditionele paddestoelvloer vraagt bij dezelfde kolomafstanden circa 20% meer betonen circa 35% meer betonstaal;b. aangezien het eigen gewicht van een traditionele paddestoelvloer circa 20% meer bedraagt,hebben ook de kolommen en de funderingen grotere afmetingen; vooral bij paalfunderingenkan dit systeem dus zeer gunstig zijn;c er is een hoog bouwtempo mogelijk, vooral indien men de vloerconstructie in onderdelenvervaardigt, zoals in dit artikel is omschreven;d. de bekisting van de vloer is zeer eenvoudig. De onderkist van de ribben kan vooraf opmaat worden vervaardigd, terwijl deze, na gebruik als bekisting, dienst kan doen om erleidingen en dergelijke aan te bevestigen;De onderstempeling kan op eenvoudige wijze, bij voorbeeld met een snelbouwsteigersy-steem, uitgevoerd worden;e. door de geringe invloed van de verhardingskrimp van de ribben op de totale constructiebehoeven er geen of slechts zeer weinig dilatatievoegen in het gebouw te worden aange-bracht.Tot slot zij voor de volledigheid opgemerkt dat op dit systeem octrooi is aangevraagd.Cement XX (1968) nr.3 111
Reacties