Opening BIBM-CongresWelkom door de voorzitter van het congres, C.H. van Waning, presidentvan het 'Bureau International du B?ton Manufactur?'Het materiaal, waaraan wij ons deze hele week gaan wijden, heeft ons in zijn ban; hetfascineert ons ! Ik ga met U niet uitgebreid naar de oorsprong van het beton en het gewapendbeton terug, omdat ik de bloembak van Monier en het bootje van Lambot bij U genoegzaambekend veronderstel. Frankrijk wordt algemeen als de bakermat van het gewapend betonbeschouwd, terwijl spoedig daarop de namen van Duitsers als Wayss en Koenen, zomede deBelgen de gebr. Picha uit Gent genoemd worden. Rond 1890 is het beton doorgedrongen inde meeste landen, die thans deel uitmaken van het BIBM. En sedertdien heeft dit waardevolleconglomeraat zijn opzienbarende ontwikkeling in alle schakeringen van de bouw door-,gemaakt: waterbouw, utiliteitsbouw, woningbouw, wegenbouw, enz. Gelijk in zovele anderelanden, zult U zich deze week ook in Nederland over opzienbarende toepassingen van betonkunnen verheugen.Parallel hieraan is de ontwikkeling van de betonwarenindustrie verlopen. Was het v??r deoorlog al zo, dat er grote, redelijk goede betonwarenbedrijven bestonden, men mocht zenauwelijks betonwarenindustrie?n noemen. Na 1945 is de ontwikkeling in onze brancheechter stormachtig geweest. De fabricage van traditionele artikelen werd gemechaniseerden ten dele geautomatiseerd. De efficiency in onze bedrijven is sterk verbeterd. De kwaliteitvan onze Produkten is opgevoerd, mede door deugdelijkere grondstoffen. Maar bovenal -meen ik - doordat wij ons als fabrikanten niet alleen beter in het gehele produktieproceshebben verdiept, maar ook doordat wij ons zijn gaan interesseren voor de winning van onzegrondstoffen; voor de mogelijkheden der constructeurs en voor de verwerking van onzeeindprodukten.Aan de traditionele artikelen werden nieuwe toegevoegd, ook al omdat de veelzijdigheidvan beton het mogelijk maakte, de toepassingsgebieden uit te breiden. De omvang en degewichten van onze Produkten zijn de laatste jaren sterk toegenomen, mede dank zij beteretransportmiddelen en zwaardere hefwerktuigen op de fabrieken, zowel als op de bouw-plaatsen. De kracht van onze branche - Gij weet dat - ligt in het feit dat men in beton-warenfabrieken over een blijvende vaste kern deskundige medewerkers op elk niveau be-schikt; dat geperfectioneerde machines het werk van mensenhanden overnemen onder idealewerkomstandigheden voor wat betreft orde, schoonheid, verlichting, klimaatregeling, enz.De steeds hogere kosten, die voor menselijke arbeid en sociale voorzieningen uitgegevenmoeten worden en de hoge eisen die in kwalitatieve- en constructieve zin aan de bouwgesteld worden, zijn evidente factoren die pleiten voor een overheveling van een groot deelder handelingen van de tijdelijke bouwplaats naar de goed ingerichte permanente beton-warenfabriek. Dit stellende, beseffen wij tegelijkertijd dat onze bedrijfstak daarin bepaaldnog niet volledig geslaagd is. Wel geloof ik, dat wij als fabrikanten samen op de goedeweg zijn en dat het een zeer v??lbelovende weg is!De eisen, die aan ons, fabrikanten, persoonlijk gesteld worden, ondergaan een analogeontwikkeling. Wij mogen allang niet meer tevreden zijn, wanneer wij Produkten maken dieaan middelmatige eisen voldoen en die ons - na betaling van lonen en kosten en na af-schrijvingen en reserveringen - een redelijke winst opleveren! Wij hebben ons te interes-seren voor de gehele cyclus van grondstoffenwinning tot en met eindverwerking van onzeProdukten; natuurlijk met de klemtoon op onze eigen d??lopdracht tot in alle finesses.Dat betekent: samenwerking! Samenwerking met onze leveranciers van grondstoffen, ma-chines, apparaten, hulpstoffen, enz. Samenwerking ook met onze eindverbruikers en denamens hen optredende constructeurs, esthetici, keuringsinstituten, aannemers, enz.Het betekent onder meer ook: nieuwe methodes bij de propaganda en de verkoop van onzeProdukten, en evenzeer een perfekte kostenbewaking in de onderneming. En het kan ookin niet mindere mate betekenen: nieuwe opvattingen over het leiden en het belonen van dein onze bedrijven werkzame arbeiders.Het is een lange rij, die nog verder uitgebreid kan worden. Lang niet al deze facetten komenop dit Congres ter sprake. Maar het is interessant dat, hoe meer men erover nadenkt, des temeer men zich realiseert, dat men het niet alleen kan, en . . . dat men het niet alleen behoeft!Cement XXI (1969) nr. 6 221Mede uit dit inzicht is reeds in 1954 het BIBM geboren. In dat jaar is te Brussel de basisgelegd voor wat in artikel 2 van onze statuten als doel is omschreven en wat in 't korthierop neerkomt:? het bevorderen en ontwikkelen van internationale samenwerking tussen betonwarenfabri-kanten.? de vergemakkelijking van internationale samenwerking tussen technische deskundigen, we-tenschapsmensen en verbruikers.? en ten slotte: het bevorderen van de vooruitgang der betonwarenindustrie, speciaal doorverbetering van de kwaliteit en de stimulering van de produktiviteit.Wij willen de toenmalige initiatiefnemers - van wie er verschillende hier aanwezig zijn - onsaller erkentelijkheid en ons respect betuigen voor hun vooruitziende blik, nu 15 jaar geleden.Heeft het BIBM tot nu toe aan onze verwachtingen voldaan? Dat is in dit korte bestek nieteenvoudig te beantwoorden. Volgens sommigen niet of onvoldoende! Volgens anderen (endaar schaar ik mij bij) redelijk w?l.Ik veroorloof mij, U mijn persoonlijke mening kort weer te geven en ik weet, dat velenerover denken zoals ik. Naar mijn mening moet men in dit - toch nog heterogene - inter-nationale gezelschap realist blijven. Datgene, wat ons heden via onze nationale organisatieof als individueel lid in het BIBM bindt is, dat wij allen betonwarenfabrikanten zijn; zeerkleine en zeer grote; lieden die veel of weinig gereisd hebben, die in meer of mindere matekwaliteitsbewust zijn. De appreciatie voor het BIBM is daardoor sterk afhankelijk van per-soonlijke factoren.Vele landen kennen hun research-organisaties, hun instituten en hun commissies, die zichallen bewegen op deelgebieden van de betontechniek en daar veelal voortreffelijk werkdoen. Echter, het gevaar van doublures (nationaal ?n internationaal) is daarbij geenszinsdenkbeeldig!Het BIBM dient daarom v??r alles te zijn: een overkoepelend orgaan, een centraal -punt,dat de leden toegang verschaft tot d?e instanties, die collegae en d?e boeken of tijdschriften,welke over bepaalde onderwerpen het beste geori?nteerd zijn. Men kan deze zelfbeperkingbetreuren, maar verricht men dit bemiddelingswerk effici?nt, dan wordt er in een re?elebehoefte voorzien. Dat is gebleken!Niet mag uit het oog worden verloren, dat het BIBM met een bescheiden begroting werkt.En dat is in deze tijd - waarin men wel eens de indruk krijgt dat er op bepaalde plaatsen teveel geld zit, waarvoor een bestemming gezocht moet worden - een goed ding, dacht ik.In dit verband stel ik er nog prijs op te vermelden, dat het bestuur onlangs een recht-vaardiger contributiesysteem heeft ontworpen en aanvaard. Dit is thans gebaseerd op hettotale cementverbruik per land. Men mag immers aannemen, dat een groot land met grotebouwactiviteit en een grote cementconsumptie een adequate betonwarenindustrie heeft.Hier spreek ik graag mijn erkentelijkheid uit voor de financi?le offers, die enige grote lan-den ten behoeve van de kleinere landen hebben gebracht.E?n van de meest doelmatige manieren om de hoofdtaak van het BIBM te verwezenlijkenis ons 3-jaarlijks Internationaal Congres.Degenen, die ca. 2 jaar geleden met de voorbereiding van dit Amsterdamse Congres be-gonnen, hebben dankbaar geprofiteerd van de ervaringen bij vorige BIBM-congressen ensoortgelijke evenementen in binnen- en buitenland. Behalve aan h?n wil ik dank brengenaan de sprekers en aan de inleiders tot de discussies; aan hen, die deze week hun fa-brieken, laboratoria en bouwwerken voor ons ter bezichtiging openstellen of ons op anderewijze hun genereuze steun geven. Ook aan de vele exposanten, die hun goederen in detentoonstellingshallen hiernaast voor ons exposeren. Ik nodig U Allen uit, na afloop vandeze openingszitting een rondgang over de expositie te maken en ik adviseer U, zich ge-durende de congresweek in alle rust opnieuw en meer in detail over het gebodene te latenvoorlichten. Na wat ik zoeven zei over de integrale aanpak van ons beroep zal het U dui-delijk zijn, dat wij de tentoonstelling als een onmisbaar complement op ons congres be-schouwen.Even onmisbaar trouwens, als de belangstelling uit de kringen van de Overheid, de archi-tecten en raadgevende ingenieurs, constructeurs, aannemers en keuringsinstituten. Maarook van de werkgevers- en werknemersorganisaties, van de pers en de andere publiciteits-media.Een zeer hartelijk welkom daarom aan U Allen!Cement XXI (1969) nr. 6 222
Reacties