ir.J.J.F.NicolaiIngenieurs- en ArchitectenbureauLanghout en Huisman N.V., AmsterdamNieuw expeditiegebouw voorAmstel Brouwerij te AmsterdamU.D.C. 725.4:624.016.5:624.072.2Expeditiegebouw met betonskelet, waarin voorgespannen liggers1SituatieInleidingIn 1962 ontving ons bureau van de Amstel Brouwerij N.V. de opdracht voor haar brouwerijte Amsterdam een expeditiegebouw te ontwerpen.De opslag, alsmede het laden en lossen van bier en emballage vond tot nu toe grotendeelsplaats op de Mauritskade. Dit gaf in verband met het stadsverkeer vaak vele problemen.Na de totstandkoming van de tunnel onder de Wibautstraat en de brug over de Amstel, inhet kader van de IJ-tunnelwerken, wordt deze Mauritskade deel van een stadsringweg(fig. 1). De verkeersintensiteit wordt dan zo groot, dat laden en lossen op deze weg onmo-gelijk zal zijn. Daarnaast vroeg de toenemende produktie om een meer effici?nte oplossingvan het expeditievraagstuk.Op het volgebouwde terrein werd als bouwplaats een reeds vervangen garage, alsmedeeen aantal percelen aan de 's-Gravesandestraat aangewezen.Gestelde eisenIn verband met de geringe oppervlakte van het bouwterrein (ca. 2000 m2) werd besloten intwee lagen te bouwen.Beneden dienden de vrachtwagens te worden geladen en gelost. Ten einde vrij te zijn bijde indeling van de rijstroken, waren 'midden'-kolommen niet toegestaan. De vrije hoogtewerd vastgesteld op minimaal 6,50 m.De verdieping werd bestemd als opslagruimte voor bier en retouremballage. Door middelvan een hooggelegen transportbrug zou de aan- en afvoer van de bottelarij naar deze ver-dieping plaatsvinden. Twee 'pallet'-liften moesten het transport van deze verdieping naarde begane grond verzorgen. Ook op de verdieping waren kolommen minder gewenst.Om de oppervlakte zoveel mogelijk te benutten, werd besloten vijf palletlagen hoog te sta-pelen, wat een vrije hoogte van 8,00 m vereiste en de vloerbelasting op 3 tf/m2bracht.De hoeveelheid daglicht werd minimaal gesteld, om de nadelige invloed op het opgeslagenbier zoveel mogelijk tegen te gaan.Ten slotte moet het expeditiegebouw in de toekomst in zijwaartse richting met eenzelfdeoppervlakte kunnen worden uitgebouwd.Cement XX (1968) nr. 2682Plattegrond expeditiecentrum5Oostgevel met ingang aan de's-Gravensandestraat3 en 4Dwars- en langsdoorsnedeOntwerpDe afmeting van het gebouw, gebaseerd op de beschikbare oppervlakte, bedraagt ca.29 ? 69 m2(fig. 2).Bij de gekozen breedte werd de overspanning, 26,25 m, te groot voor een uitvoering in ge-wapend beton. Een staalconstructie zou qua kostprijs het laagste zijn geweest. De vuurbe-lasting is hier echter zo groot, dat zelfs een dure brandwerende bekleding niet voldoendewerd geacht. Zodoende werd besloten tot de iets duurdere overspanningsconstructie invoorgespannen beton.In verband met stapeling tussen de kolommen, en ook om bij uitbreiding een gemakkelijkverkeer tussen de expeditieruimten mogelijk te maken, is de afstand van de kolommen hartop hart vrij groot, nl. 9,00 m.Bij de conventionele I-vormige liggers waren kinderbalken nodig geweest voor de verdie-pingvloer. Door een trapeziumvormige ligger toe te passen is:1.de vloeroverspanning teruggebracht tot 4,50 m, waarbij geen kinderbalken vereist zijn:2. de constructiehoogte teruggebracht;3. een esthetisch, fraaiere oplossing verkregen (fig. 3 en 4).Op de verdieping is dit liggertype in kleinere afmetingen herhaald. Hier is afgezien van eenstaalconstructie met dakplaten, omdat het dak in de toekomst misschien als parkeerruimtezal worden gebruikt. De trapeziumvormige liggers met daartussen een geribde betonvloerlaten dit, ook brandtechnisch, toe. Men behoeft slechts een extra laag dakleer met daaropdrainerende tegels, als drukverdelende laag aan te brengen.De toegang tot deze parkeerruimte kan plaatsvinden via een torenoprit. Bij uitvoering hier-van met een dubbele spiraal, is de capaciteit op spitsuren voldoende. Op andere tijdenheeft men gelegenheid tot een gelijktijdige op- en afgang.De gevels bestaan uit een staalconstructie, die alleen in horizontale zin op het gebouwsteunt, bekleed met gevelplaten van Durisol-Mevriet (foto 5).De houten ramen zijn qua afmetingen zo gekozen, dat het industri?le karakter zoveel mo-gelijk wegvalt. De noordgevel is opgetrokken uit goedkope licht-betonblokken, omdat dezegevel na eventuele uitbreiding vervalt.Aan de 's-Gravensandestraat is een toegang van 9,00 m, afgesloten door een roldeur, ter-wijl de opening aan de terreinzijde (21,00 m) kan worden afgesloten door twee rolluiken.De transportbrug ten slotte (foto 6) heeft een lengte van ca. 80 m en steunt, behalve op hetexpeditiegebouw en de bottelarij, tevens op drie kolommen. Twee van deze kolommen zijngesitueerd ter plaatse van enkele knikken die door belendingen noodzakelijk waren.De drie stalen bruggen bestaan elk uit vakwerkliggers met een polyester wandbekledingen zijn met dakplaten afgedekt.Constructie en berekeningswijzeAls fundatie voor de kolommen (belastingen tot 960 tf) zijn paalgroepen van het systeem'Vibro' toegepast. De palen, die belasbtaar zijn tot 120 tf, reiken tot in de tweede zandlaagCement XX (1968) nr. 2 696West- en noordgevel met gedeelte vande transportbrugfoto's:Cas Oorthuys/Amsterdam7Opslag op de verdiepingop 18,00 m -N.A.P. Het is de eerste maal dat deze paalsoort in Amsterdam voor industri?lebouw, bij een dergelijke belasting is toegepast.Ten behoeve van de latere uitbreiding zijn onder de middenkolommen reeds gedeeltelijkpalen geheid. De poeren onder deze middenkolommen dienen dan te worden vergroot. Hette storten gedeelte wordt in dat geval door middel van Dywidag-staven aan de bestaandepoeren gespannen, ten einde ??n monoliet te verkrijgen.Het spantsysteem (fig. 4) bestaat uit kolommen, die in de poeren zijn ingeklemd. Hieropliggen neopreen rubberpakketten, waarop de voorgespannen balken rusten. Bij lengteveran-dering van de ligger door kruip, krimp en temperatuursverschillen, ontstaan in dit pakketvrij geringe horizontale krachten die via de kolommen op de fundering worden overge-bracht. Bij dit statisch bepaalde systeem zijn geen schoorpalen of trekstangen in de grondnodig. De balken zijn twee aan twee gekoppeld, zodat als het ware telkens een tafelbladop vier poten wordt opgelegd (foto 8). De vloeren tussen deze bladen zijn dilaterend op-gelegd, wat bij dit lange gebouw noodzakelijk is. De liggerhoogte bedraagt ca. 2,50 m.Voor de overige afmetingen wordt verwezen naar de figuren.In verband met de vorm van de ligger is voor het kabelverloop een tweede graads paraboolgekozen. Bij de aanvangs- en werkvoorspanning blijft de trekspanning b beneden de door deR.V.B. 1962 opgegeven maxima. In het breukstadium loopt deze spanning op tot ca. 30 kgf/cm2. Voor het opnemen van de dwarskracht in dit stadium is opgebogen wapening toe-gepast.Om zoveel mogelijk profijt te verkrijgen van de negatieve dwarskracht t.g.v. de voorspan-ning zijn de liggers aan twee zijden voorgespannen. Bij controle van deze liggers, volgensde theorie uit'Spanbeton f?r die Praxis' (Dr.-Ing.F.Leonardt) en publikaties van Dr.-Ing.R.Wal-ther in 'Beton und Stahlbetonbau', blijkt geen schuifwapening nodig te zijn. Ons inziens zijnde eisen, gesteld door de R.V.B. 1962, op dit punt aan de hoge kant.De vloer tussen twee balken, die in de constructieve opzet een rol vervult, is in verbandmet ongelijke doorbuiging en verdraaiing van de liggers vrij zwaar gewapend. Voor deberekening van vloer en balken is gebruik gemaakt van een publikatie van Dr.-lng.Bieger in'Beton und Stahlbetonbau' onder de titel 'Vorberechnung zweistegiger Plattenbalken'. Deoverspanningsconstructie op de verdieping is afwijkend. De verdiepingsvloer is als trek-band gebruikt voor de portaalconstructie. De kolommen zijn in ??n richting uitgevoerd meteen betonscharnier. Inklemming was in verband met doorbuiging van de verdiepingsliggersin de richting van de overspanning niet mogelijk.De tussen de balken gelegen dakvloeren doen niet mee in het voorspansysteem (foto 7).De gevelplaten en het dak zijn voorzien van warmte-isolerend materiaal om te grote tem-peratuurschommelingen in het gebouw tegen te gaan. Op de begane grond is het geluids-niveau, veroorzaakt door vorkheftrucks, liften en vrachtwagens, vrij hoog. De nagalmtijd isdaarom verkort door tegen de verdiepingvloer een akoestische bekleding aan te brengen.Technische gegevensToegepast zijn freyssinet-kabels, bestaande uit 12 strengen van 7 draden ? 4 mm, metandere woorden, 12 stuks ?" strengen Q.P. 190. Deze kunnen een werkbelasting opnemenvan 116 tf (fig. 9).In de verdiepingbalk zijn gemiddeld 20 kabels aangebracht; in de dakligger 8 stuks. Perbalk is ??n reserve-kabel aanwezig. De verdiepingbalken zijn aan twee zijden voorgespan-nen, de dakbalken aan ??n zijde.Bij de berekening werd voor de wobbelco?ffici?nt 0,01 rad/m' en voor de wrijvingsco?ffi-ci?nt 0,26 aangehouden.De brandweer eiste een brandwerendheid van 4 uur, welke eis resulteerde in een beton-dekking op de voorspankabels van 8 cm. De kubussterkte van het gewapend beton bedraagt300 kgf/cm2; van het voorgespannen beton is deze 400 kgf/cm2.Verwerkt werden 157 Vibropalen, 5 stuks voorgespannen Waalpalen (vlak langs de bestaan-de bebouwing) en in totaal 2 524 m3beton (zowel gewapend als voorgespannen).8Laden en lossen op de begane grondCement XX (1968) nr. 5 709Kabelverloop in detrapeziumvormige liggersUitvoeringDe uitvoering is verzorgd door H.B.M. Nederland N.V.Het heiwerk is, ondanks belendingen, die op de eerste (hoge) zandlaag gefundeerd zijn,zonder moeilijkheden verlopen.De bekistingen, op de traditionele manier opgebouwd uit jukken van baddinghout werdenop havenplaten gesteld; deze platen zijn later als begane-grondvloer gebruiktEr is gewerkt met ??n bekisting voor twee balken tegelijk, zodat het gehele gebouw in 8fasen (4 beneden en 4 boven) gereed kwam.Er is van de fabriekszijde uit begonnen, zodat na elke sectie het gereedgekomen gedeeltedirect in gebruik genomen kon worden. Het vanuit het midden naar de kanten toe werken,met een dubbele bekisting, zou een bouwtijdverkorting van 4 maanden hebben opgeleverd.Men had dan evenwel tijdens de bouw geen enkel gedeelte van het terrein voor de opslaqvan bier kunnen benutten.De totale bouw heeft, inclusief afbouw, bijna twee jaar bedragen.Nieuwe huisvesting voor Hollandsche Beton Mij. N.V.Op vrijdag 19 januari werd door de Holl.Beton Mij. N.V. officieel het nieuwe kantoor-gebouw in gebruik genomen, gesitueerd inRijswijk, tegenover het bekende winkelcen-trum 'In de Boogaard'. De Maatschappijheeft zich op deze wijze kunnen verzekerenvan een zeer gunstig gelegen terrein, meteen overvloed aan parkeergelegenheid. Zo-als bekend zijn onder de naam HollandscheBeton Maatschappij N.V. de volgende maat-schappijen bijeengebracht: H.B.M. Neder-land N.V.; Intervam N.V. en Interbeton N.V.Het kantoorgebouw, bestemd door 400 per-sonen, telt 9 verdiepingen. De constructieboven de begane grond is uitgevoerd alsmontagebouw volgens het Ergon-systeem.Aangezien het hier een stapelconstructie be-treft, zonder theoretische stijfheid in dwars-richting, zijn over een lengte van 126 m dedrie trappehuizen met liftschachten uitge-voerd in ter plaatse gestort beton, terwijl bo-vendien na elke 14,40 m een verstijvings-wand werd aangebracht, ten einde de wind-krachten te kunnen opnemen en naar de fun-dering af te voeren.foto: Bart Hofmeester/RotterdamCement XX (1968) nr. 2 71
Reacties