ir.M.J.StapARO-Adviesbureau voor architectuur, ruim-telijke ordening en organisatie, Zoeterwou-deModulaire co?rdi.natie en debouwkosten1. De ontwikkeling van de bouwkostenDe gevolgen van de economische recessiezijn groot voor de volkswoningbouw. In toe-nemende mate komen de budgetten voorwoningbouwprogramma's onder druk testaan; alle aandacht is gericht op beheer-sing en bijsturing van de bouwkosten-ontwikkeling. Op allerlei manieren wordtgeprobeerd de stichtingskosten per woningte drukken. Het begrip innovatie wordt veelgehoord en het begint een modewoord teworden. Het streven naar rationalisatie enindustrialisatie van de bouwproduktiespeelt weer een belangrijke rol.In tegenstelling tot micro-electronica enbio-technologie vindt in de bouw de innova-tie geleidelijk plaats. AI geruime tijd is ersprake van veranderingen voor velerleionderdelen van de bouw, die stuk voor stukniet erg spectaculair zijn maar die tezamenen over een aantal jaren genomen, een in-drukwekkende verbetering van de produkti?viteit te zien geven. Een voorbeeld is het intoenemende mate fabriceren van bouwon-derdelen buiten de bouwplaats. Waar invroeger tijden de stenen op de bouwplaatswerden gebakken, het beton op de bouw-plaats werd gemaakt, vindt dat nu plaats infabrieken. De fabricage van deuren, trap-pen, kozijnen, keukens en vele anderebouwdelen gebeurt eveneens in fabrieken.Een ander voorbeeld is de tendens omsteeds meer bouwonderdelen tot inrichtingte rekenen, wat inhoudt dat deze onderde-len niet langer standaard bij het bouwwerkworden meegeleverd, zodat de keuzemoge-lijkheden van de gebruiker toenemen. Vroe-ger werden huizen afgeleverd met bedste-den en ingebouwde kasten. De bedstedenzijn een poosje vervangen geweest doorstandaard stalen bedden, maar ook dat isverdwenen. De vaste kasten zijn vervangendoor losse standaardkasten, en momenteelis er een tendens om deze kasten weg telaten.E?n 'van de oorzaken waardoor verdergaan-de industrialisatie wordttegengewerkt, is deonbekendheid van de toekomstige vraag.Wat de woningen betreft is het niet duidelijkof de ontwikkeling zal gaan naar hoofdzake-lijk 1 of 2-gezinshuishoudens, ofwel in derichting van gemeenschappelijk wonen. Zaler meer thuis gewerkt worden, met gebruik-making van moderne communicatie-Cement XXXIV (1982) nr. 5apparatuur? Welk ruimtebeslaglegt in zo'ngeval deze apparatuur op de woning? Hetdoe-het-zelven heeft een enorme vlucht ge-nomen, terwijl toch het aantal karweitjes dateen amateur zelf kan verrichten uiterst be-perkt is. Verwacht wordt dat deze werk-zaamheden zich zullen uitbreiden naarmoeilijker klussen, bijvoorbeeld de vervan-ging van kozijnen en beglazing, werkzaam-heden aan de installatie, isolatie en afwer-king, de keuken enz. Dit vereist nieuwetechnieken en nieuwe voorschriften en dezemoeten aansluiten op hetgeen door profes-sionele bouwers wordt gedaan.Behalve verlangens van de bewoners, spe-len in steeds sterkere mate politieke- eninkomens-invloeden mee. AI deze onzeker-heden stellen hoge eisen aan de flexibiliteitvan de thans te bouwen woningen. Het isvan belang dat er zo wordt gebouwd dat erruimte is voor dit soort keuzen op een latertijdstip.Wat gesteld is voor de woningbouw geldtonverkort in de utHiteitssector. Er wordennieuwe industrie?n verwacht waarvan erveel een arbeidsintensief en kantoorachtigkarakter hebben. Er zal bij bedrijven en in-stellingen veel uitstoot van indirecte arbeidplaatsvinden en dit betreft vooral kantoorar-beid. Anderzijds zal juist de dienstverlenen-de sector aan belang kunnen winnen. Hetbeeld is ook hier onduidelijk, hetgeen ervoorpleit zo te bouwen dat keuzen een tijde-lijk karakter kunnen hebben, zodat later kanworden omgeschakeld van kantoor naarproduktiewerkplaats of omgekeerd. Ookhier vormt de ontwikkeling van de modernecommunicatieapparatuur en het daarbij be-horende ruimtebeslag een belangrijke rol.Het grootste probleem waar de bouw mo-menteel mee worstelt (in elk geval vanuit dekostenontwikkeling gezien), is 'de verkno-ping'. Hiermee wordt bedoeld de situatie dateen bepaalde bouwtechnische oplossingvoor een deelprobleem, verregaande con-sequenties heeft voor mogelijkeoplossin-gen bij heel andere deelproblemen en wel indie zin dat de keuzemogelijkheden eldersworden beperkt.De verknoping is er de oorzaak van dat veeloplossingen langs een omweg tot standmoeten komen, wat duurder en minderpraktisch is en bovendien grote problemen291oplevert bij de planning van de diversewerkzaamheden. De verknoping is hoofdza-kelijk veroorzaakt door twee ontwikkelin-gen:? de sterke uitbreiding van het aantal ge-standaardiseerde bouwonderdelen, alsookde uitbreiding van bijvoorbeeld de installa-tie (leidingen, verwarming, telefoon en an-dere kabels). Elk nieuw onderdeel brengtbepaalde eisen met zich mee en hier wordtimproviserenderwijs en niet op systemati-sche wijze aan tegemoet gekomen;? de sterke en eveneens ongeco?rdineerdeuitbreiding van het aantal voorschriften. Degrote hoeveelheid voorschriften, het gebrekaan onderlinge samenhang en soms zelfs deonderlinge tegenstrijdigheid, alsmede hetgebrek aan co?rdinatie bij de toepassingvan de voorschriften door de diverse daar-voor verantwoordelijke instanties, levertvoor de architect haast onoplosbare puzzelsop, die de kwaliteit van het gebouwde object(als geheel) niet ten goede komen.Voor wat betreft de ontwikkeling van debouwkosten, heeft de geschetste rationali-satie en industrialisatie gezorgd voorverho-ging van de produktiviteit en verlaging vande kosten. Door de negatieve effecten vande verknoping zoals de onvoorspelbaarheidvan wachttijden op vergunningen, het opeen laat tijdstip overschakelen naar een an-der produktiesysteem waardoor tekeningenopnieuw moeten worden gemaakt, het terplaatse oplossen. van aansluitingsproble-men en dergelijke, hebben de produktivi-teitsstijging nagenoeg tot stilstand ge?bracht.De effecten van prefabricage, mechanise-ring en automatisering, schaalgrootte, bete-re werkplanning enz. zijn grotendeels uitge-werkt. Er is een nieuwe technologische im-puls nodig om te komen tot een significanteproduktiviteitsverhogin.g, waarmee debouwkosten in de hand kunnen worden ge-houden. Voegen we daar aan toe de on-voorspelbaarheid van de toekomstige vraagten aanzien van de differentiatie (woning-c.q. kantoorgrootte) en de mogelijke wijzi?gende eisen wat betreft de mate van afbouw,de vervangbaarheid (doe-het-zelf activitei-ten, onderhoudsaspecten), dan lijkt het vanbelang te beginnen met duidelijke afspra-ken. Een eerste aanzet daartoe is MODULAI-RE CO?RDINATIE.1Illustratie uit 'Plannen en details vogensNEN 2883' met verschillendedetailtekeningen2. Waar zal modulaire co?rdinatie effecthebben op de kosten?De kracht van modulaire co?rdinatie ligt ophet vlak van de communicatie. Er wordenvan tevoren afspraken gemaakten vastge-legd, zodat ieder weet waar hij aan toe is. Ditimpliceert dat de werkbaarheid van modu-laire co?rdinatie sterk afhangt van de matewaarin duidelijkheid en vooral ??nduidig-heid wordt verkregen. Een goed functione-rend stelsel van afspraken zal een aanzetbieden tot verdergaande rationalisatie.Modulaire co?rdinatie regelt het 'w??r'.W??r onderdelen geplaatst kunnen worden,en w??r aansluitingen kunnen plaatsvinden.Minstens even belangrijk is het regelen vanhet 'h?e'. H?e onderdelen op elkaar aanslui-ten. Deze technologie die op zichzelf los"staat van de modulaire co?rdinatie, maarsamen daarmee pas echtvoordelen oplevertvoor rationalisatie en industrialisatie, is debouwmetrologie. Daarbij worden van tevo-ren afspraken gemaakt omtrent de steIruim-te tussen onderdelen. Doorde hierdoor ver-kregen duidelijkheid zullen kostenbespa-rende effecten ontstaan in de gehele bouwen zullen ook de al eerder gesignaleerdedoe-het-zelf werkzaamheden zich sterkkunnen ontplooien.Wanneer we ons beperken tot de kostenin-vloed op de bouw zelf, dan kunnen daarbij 3hoofdgroepen worden onderscheiden:? de bouwkosten op de bouwplaats;? de kosten van toegeleverde bouwproduk-ten;? het voorbereidingsproces.Naast de vraag w??r modulaire co?rdinatieinvloed zal hebben, is minstens even be-langrijk de vraag in welke mate dit het gevalzal zijn en wann??r. Met name deze beidelaatste punten zijn sterk afhankelijk van deappreciatie en de politieke druk die wordtuitgeoefend (speciaal bij gesubsidieerdeprojecten), evenals het eigen belang vanCement XXXIV (1982) nr. 5BAS-modelproducenten en consumenten, de accepta-tie van opdrachtgevers (dat zij nietper centi-meter invloed kunnen uitoefenen op debouw) enz. Deze aspecten worden niet ex-pliciet besproken in dit artikel, maar zittenverweven in het gehele verhaal. Ze komenhet sterkst naar voren wanneer het gaat overde afwachtende rol van de overheid bij het aldan niet dwingend voorschrijven van modu-laire co?rdinatie.E?n van de belangrijke aspecten van desnelle stijging van de bouwkosten is derisico-ophoging van de normen. Hiermeewordt bedoeld dat aannemers de tegenval-lende effecten in de uitvoering bij een vol-gend project incalculeren in de normen.Naarmate het verknopingsaspect in de loopvan de jaren is toegenomen, zijn de normensteeds meer versluierd, zodat het moeilijk isde zuivere directe kosten daaruit af te lei-den. Hoewel deze versluieringseffecten vanbedrijf tot bedrijf zullen verschillen, wordtverondersteld dat het totaal van de risico-effecten zo'n 10 tot 30% uitmaakt van degeschoonde norm. Met andere woorden:wanneer alle risico- en versluieringseffec-ten weg zijn, zouden de bouwkosten gemid"deld gezien 10 tot 30% lager kunnen liggen.Het effect van modulaire co?rdinatie hieropzal zijn dat er minder behoeft te worden af-gewacht, er minder verrassingen zijn en opde bouwplaats minder hoeft te worden op-gelost. Verwacht wordt dat het kostenverla-gend effect van modulaire co?rdinatie tenaanzien van deze normen vrij aanzienlijk zalzijn.Tegenover het voordeel van duidelijke af-spraken kan staan dat deze afspraken eenextra ruimteconsumptie met zich meebren-gen en dus in dat opzicht extra bouwkostenvragen. Met andere woorden: het zou kun-nen dat het huidige stelsel van afspraken,dat uitgaat van een 10/20 centimeter stelsel,grotere woningen tot gevolg zal hebben.292Pr"d/Jkf- plaf7Met name over dit onderdeel is door het mi-nisterie van Volkshuisvesting een opdrachtverstrekt aan ons bureau om na te gaan ofdat verschijnsel zal optreden bij de huidigevoorschriften, en zo ja, welke maatregelenmet behoud van de huidige woningbouw-kwaliteit getroffen moeten worden om diteffect te nivelleren.Bij dat onderzoek hebben wij een aantal mo-gelijke vergrotingseffecten onder de loupegenomen.? effect op de woningbreedte;? effect op het woonoppervlak;? effect op het ruimtegebruik van functie-gebieden;? effect op het kapvolume.Deze effecten zijn weergegeven voorwonin"gen van 2,5 tot 6 VE, (verblijfs-eenheden) enuiteindelijk uitgedrukt in een raming van debouwkostenstijging. Daarbij is gebruik ge"maakt van de ARO bouwkostenmethodiek.Alle vergelijkingen zijn gemaakt op basisvan het minimum programma wat Voor-schriften & Wenken en de Modelbouwveror-dening voorschrijven. Daarbij moet wordenaangetekend dat deze minima tot voor korten gemiddeld gezien, met ca. 10% werdenoverschreden.In dit artikel wordt volstaan met het aange"ven van een aantal conclusies betreffendede bekeken vergrotingsaspecten. Voormeer uitvoerige informatie wordt verwezennaar het onderzoek zelf (zie literatuur-opgave).Ten opzichte van de (theoretische) minimavan de huidige V & W en MBV blijkt de nood-zakelijke overschrijding bij strikte toepas-sing van de norm NEN 2883 (zonder toepas-sing van de mogelijke regels voor afwijking)te kunnen oplopen tot maximaal 5%. Ditpercentage valt dus nog binnen de gebrui-kelijke overschrijding van ca. 10%. De ver-grotingen zijn afhankelijk van de gekozendoorsnede van het woningontwerp (met na-me het aantal bouwlagen en de kapvorm).(vervolg op blz. 304)Vervolg van blz. 292(Modulaire co?rdinatie en debouwkosten, door ir.M.J.Stap)Als de normstelling van de V & W gebruiktwordt om de gegarandeerde maten van eenontwerp te toetsen, ofwel wanneer de kop-pelstroken niet als 'ruimte' mogen wordenmeegerekend, dan zijn de vergrotingseffec-ten maximaal 5% groter. De berekende ver-grotingseffecten ontstaan door de vergro-ting van de gebruiksruimte en door destan~daardisatie van de dieptematen in 30 cm.De invloed van de standaard kaphellingenhoeft niet groot te zijn, zeker niet wanneerhet aantal standaard hellingen wordt uitge?breid. Het eventuele extra ruimtegebruikvan de kap wordt weer gecompenseerd dooreen volumevermindering als gevolg van destandaardisatie van de verdiepingshoogte.Bij aanpassing van deV &Wen deMBVmaarook bij de toepassing van de regels voorafwijkingen uit NEN 2883, verdwijnen devergrotingseffecten vrijwel geheel. Afhan-kelijk van de manier waarop de koppelstro-ken worden beschouwd, zijn de vergro-tingseffecten 0 tot max. 3,5%. Als algeheleconclusie kan worden gesteld dat NEN 2883met afwijkingsregels, of meteen V & W enMBV, in de huidige bouwpraktijk geen kos-tenconsequenties behoeft te hebben, mits"de koppelstroken tot het woonoppervlakmogen worden gerekend.3. Kosteneffecten op voorbereiding entoeleveringModulaire co?rdinatie plus bouwmetrolo-gie introduceren een andere manier vandenken en van doen. Het is niet onmogelijkdat dit het bouwproces dusdanigbe?nvloedt, dat een zinvolle vergelijking methet huidige proces niet meer opgaat. Op hettijdstip dat modulaire co?rdinatie en bouw-metrologie van kracht zijn en ge?ntegreerdzijn in het bouwproces, stellen we ons devolgende werkwijze van de belangrijksteproduktie-participanten voor:? de ontwerper maakt een keuze uit destandaard bouwelementen op grond van defunctie van het gebouwen de toelaatbarekosten. Het ruimtelijk ontwerp zal daarbijgebaseerd zijn op maatafspraken;? de aannemer assembleert de bouwele-menten, met inachtneming van de toleran-ties voor de uitvoering en de montagevoor-"schriften van de toeleverancier;? de toeleverancier ontwikkelt standaardbouwelementen, binnen een raamwerk vanmaten- en tolerantie-afspraken.Cement XXXIV (1982) nr. 5De te verwachten kostenvoordelen voor de-ze participanten worden per betrokkene na-der beschouwd.OntwerperDe ontwerper maakt een ruimteplan op ba-sis van hetprogramma van eisen en op basisvan modulaire co?rdinatie. Uit dit ruimte-plan volgt het materiaal- of bouwdeelplan.Dit plan geeft de plaats aan van bouwdelenzoals woningscheidende contructies, ge-vels, binnenwanden, installaties enz.Uit de catalogi van producenten worden debouwprodukten gekozen die samen bouw-delen gaan vormen. De keuze wordt geba-seerd op de kosten, bouwtechnische eigen-schappen en afwerking. Debouwproduktenzijn daarbij voorzien van een specificatievan het kwaliteitsniveau. De ontwerper be-schrijft in een bestek de te bouwen woningmet behulp van bouwdeelplan en produkt.Het aangeven van streefmaten en aansluit-constructies is niet meer nodig. De invoe-ring van automatiseringsapparatuur kanhierbij in hoge mate de snelheid en slag-vaardigheid van de ontwerper vergroten. Indat geval zal de ontwerper met behulp vaneen computer het programma van eisen inruimteplannen kunnen vertalen. Dit ont-werp is dan automatisch aan de ruimtelijkenormstelling getoetst. Daarna kan de ont-werper materiaal en basis-aansluitsituatieskiezen, waarna de computer bouwdeelplan-nen en standaard aansluitconstructies le-vert met een raming van de bouwkosten.Doordat de computersnel alternatieven kanleveren wat betreft standaard aansluitcon-structies en standaard detailleringen vanbouwprodukten, kan ook snel een optimumgevonden worden tussen ontwerpkeuze enbouwkosten.Op basis van de huidige architectentaken isnagegaan hoe die zullen gaan wijzigen bijtoepassing van modulaire co?rdinatie enwat de gevolgen daarvan zijn voor de hono-rering. Uiteraard hangt een en ander sterk afvan de wijze waarop het architectenbureauzonder toepassing van modulaireco?rdina-tie opereert. Ook op dit moment zijn er bu-reaus die een vrij hoge mate van systematiekin hun ontwerp, uitwerking en toetsing ken~nen, terwijl er daarnaast bureaus zijn die opmeer conventionele wijze functioneren (demeeste).Uiteraard kent elk ontwerp zijn specifiekemoeilijkheden en is de tijdsbesteding zowelper onderdeel als totaal nooit hetzelfde. Hetblijkt dat de grote voordelen van modulaireco?rdinatie liggen in de fase van de bouw-voorbereiding en aanbesteding.Bij toepassing van geavanceerde automati-seringstechnieken zullen ook in ontwerpfa-sen aanzienlijke besparingen mogelijk zijn.Hierbij dient te worden aangetekend dat de-ze besparingen een ??nmalig karakter heb-ben, uitgesmeerd over een kortere of lange-re periode, afhankelijk van het te voeren be-leid. Doordat het proces overzichtelijkerwordt en korter, zal dit op de langere termijnzeker resulteren in een minder snelle kos-tenstijging. Dit geldt speciaal voor de veelslagvaardiger werkwijze die mogelijk wordtbij de toepassing van automatiseringsappa-ratuur. Daar staat weer tegenover dat het304gebruik daarvan veel grotere investeringen:zal vragen. We verwachten dat de kostenvoor de architect 20 tot 50% lager zullenkomen te liggen, dan nu het geval is. De 50%slaat op de situatie waarbij geavanceerdeautomatiseringsapparatuur wordt toege-past. Hierbij dient te worden opgemerkt dathet huidige architectenhonorarium in feitete laag is (10 tot 20%), zodat op deze wijzedit tekort kan worden gecompenseerd dan-wel het totale honorarium kan wordenverlaagd.Overigens zijn de hiermee te bereiken be-sparingen niet spectaculair wanneer be-dacht wordt dat het architectenhonorariumgemiddeld ca. f 1400,- per woning be-draagt. Daarnaast mag verwacht worden datook de behoefte aan communicatie met be-woners en opdrachtgever zal toenemen, zo-dat er door deze en ook andere instantieseen extra beroep op de architect wordt ge-daan (geven van alternatieven). Hierdoor(extra serviceverlening) zal een deel van debereikte besparing weer ongedaan worden.AannemerOok bij de aannemers zullen wijzigingen inde voorbereidende werkzaamheden plaats-vinden. Met name de zwaardere rol die devereiste maattoleranties en maatbeheersinggaan spelen, zal in de voorbereiding van deaannemer een goede terugkoppeling van dein hun bouwsysteem bereikte maatafstem-ming en maatbeheersing noodzakelijk ma-ken. Daarnaast zal de aannemer de eisen diedoor de ontwerpers in de bestekken wordengesteld over toleranties en maatnauwkeu-righeid, moeten controleren op hun uitvoe-ringssysteem en eventueel bijsturen. Ookvoor de voorbereidingswerkzaamheden vande aannemer is nagegaan welke wijzigingendaarin te verwachten zijn en welke bespa-ringen c.q. kosten dat met zich mee zalbrengen. Onderscheid is gemaakt tussentraditioneel werkende aannemers en aanne-mers die een (industrieel) uitvoeringssys-teem hanteren (gietbouw of grote elemen-ten).Ook hier geldt dat per opdracht de voorbe-reidingskosten zullen vari?ren, afhankelijkvan het ontwerp, het overleg, de gevraagdeinbreng e.d. Bij de huidige werkwijze heeftde traditionele aannemer minder bouw-voorbereidingen en een minder zware stafdan desysteemaannemer.Uitgaande van de gemiddelde voorberei?dingskosten in de huidige situatie is nage-gaan hoe deze door invoering van modulai~re co?rdinatie zullen kunnen wijzigen. Ookhier is weer onderscheid gemaakt in de si-tuatie met en zonder toepassing vangeavanceerde automatiseringsapparatuur.Het blijkt dat voor de traditionele aannemereerder een verschuiving van kosten op-treedt dan een verlaging, tenzij er sprake isvan sterk doorgevoerde computerverwer-king.Voor de systeemaannemers zullen de be-sparingen het grootst zijn. De berekendebesparing komt neer op ongeveer 23% vande algemene kosten. Worden deze kostengesteld op gemiddeld f 5000,- per woning,dan zal de bereikte besparing op de algeme-ne kosten ca. f 1100,- per woning bedra-5 1 00? ?? 0.. Ol.. "..woneno8..Sstoo5~oo+'2,"00 7~OOI '"../1r;4oo+2Vergelijking tussen ontwerp zonder en mettoepassing van NEN 2883ontwerp zonder NEN ontwerp met NEN3Vergelijking tussen ontwerp zonder en mettoepassing van NEN 2883ontwerp zonder NEN ontwerp met NENToepassing van NEN 2883 betekent dat debouwkosten met 2,2% verhoogd zullenworden; de inhoud zal ca. 3,7% toenemenToepassing van NEN 2883 betekent dat debouwkosten met 0,96% verhoogd zullenworden; de inhoud zal ca. 2% toenemen6VE324,5 m3 inhoud60,4 m2 gevel58,2m2 dak5,1 m travee6VE336 m3 inhoud60,4 m2 gevel59,1 m dak5,1 m travee260 m3 inhoud47,2 m2 gevel52,1 m2 dak5,1 m travee265 m3 inhoud46,5 m2 gevel53,3m2 dak5,1 m traveegen. Ook deze kosten zijn in principe ??n-malig, zij het dat het vereenvoudigdeoverleg- en afsprakensysteem ook op delangere termijn een minder snelle kosten-stijging te zien zal geven.In het verleden zijn de bouwplaatskostensterk gestegen en zijn grote verschillen ont-staan tussen traditionele en systeemaanne-mers. Dit is ontstaan doordat met name bijde systeemaannemers een betere werkvoor-bereiding en sterkere mechanisatie heeftplaatsgevonden als gevolg van uitvoe-ringseisen en te leveren kwaliteit. Dezetrend zal bij invoering van modulaire co?rdi"natie en bouwmetrologie weer worden afge-remd, aangezien ook de traditionele aanne-mer meer aan werkvoorbereiding zal gaandoen. Erzullen zich zowel bij de traditioneleCement XXXIV (1982) nr. 5als bij de systeemaannemer geen directekostenverlagingen voordoen bij de bouw-plaatskosten als gevolg van veranderdewerkmethoden en inzet.Doordat het totale bouwproces korter duurt,zal er wel een besparing op de tijdgebondenkosten ontstaan. Hierbij wordt aangenomendat het aantal manuren afneemt maar dathet aantal mannen blijft. Sneller werken be-tekent dan korter werken. Verwacht wordteen besparing van ca. 10% op bouwleidingen algemene voorzieningen, ca. 12,5% opde bouwplaatsinrichting en ca. 7,5% op ma-terieel de bouwtijd van het casco wijzigt hetminst).Bovendien zal op den duur het aantal be-trokkenen bij de bouwleiding mogelijk min-305der worden, maar loopt de scholingsgraadomhoog (duurdere mensen). Ook hier geldtdat dit weer positief wordt be?nvloed doorcomputerverwerking, mits afstemming oparchitect en toeleveranciers verzekerd is.Uiteraard zullen de investeringskosten bijhet gebruik van automatiseringsapparatuurtoenemen.ToeleverancierVoor de toeleveranciers gelden in principedezelfde kostenposten als voor de aanne-mers. Ook hier vraagt de bouwmetrologiemaatnauwkeurigheden die in het produktie-proces mogelijk gemaakt c.q. gecontro-leerd moeten worden. Aangezien de meestetoeleveranciers van kant-en-klare (monta-ge-)produkten reeds vrij vergaande maat-nauwkeurigheden kennen en het gebruikvan automatiseringsapparatuur bekend isvanuit maatvastheids- en calculatie-eisen,verwachten wij in die sector bij de werkvoor-bereiding geen grote extra bezuinigingen.De toeleveranciers van halffabrikaten, vansamengestelde elementen en kant-en-klareinbouwelementen zullen in staat zijn meerop voorraad te produceren, wanneer ze kun~nen voldoen aan de voor hun produkt speci~fieke maatvoeringseisen.In de produktgebonden voorbereiding (ver-gelijk met bouwplaatskosten), zal het ac-cent liggen op controle en bewaking, en zalde voorbereiding, administratie en opslagverminderen. Daar staat weertegenover datde investering in maatvastheid gaat toene-men. Wij hebben geen onderzoek gedaannaar de kostenbesparingen c.q. extra kos~ten die dit met zich mee zal brengen.De kosteninvloed bij een verbeterde engoedkopere samenstelling van het pakkettoegeleverde produkten zal wisselend zijnen afhankelijk van het bouwsysteem.Bovendien mag worden verwacht dat als ge-volg van modulaire co?rdinatie en bouwme-trologie de prefabricage gaat toenemen, zo-dat de invloed groter wordt. Een deel van debesparingen zal bij kunnen dragen tot eenkostenverlaging met een ??nmalig karakter.De betere beheersing van het fabricage- enbouwproces zal ook voor deze belangrijkekostenpost zeker bijdragen tot een beterebeheersing van de kostenstijging.NEN 2883 in zijn huidige vormZoals al eerder opgemerkt valt of staat hetfunctioneren van modulaire co?rdinatie metde duidelijkheid en ??nduidigheid waarinde norm is geformuleerd en daarnaast hetbeleid wat door de subsidi?rende overheidwordt voorgestaan. Veel architecten enbouwers, maar ook beoordelende instan-ties, staan nog zeer onwennig en aarzelendtegenover modulaire co?rdinatie. Hierbijworden met name argumenten gehoordaangaande kostprijsverhoging. Dit zou ergemakkelijk toe kunnen leiden dat invoe-ring van modulaire co?rdinatie en ookbouwmetrologie zeer geleidelijk of vrijblij-vend gaat plaatsvinden, afhankelijk van deopstelling van de overheid.Als gevolg van de invoering van modulaireco?rdinatie en bouwmetrologie zullen extrainvesteringen worden gevraagd, wat ineerste instantie kostprijsverhogend zal uit-werken. Wanneer wordt gekozen voor eenbeleid waarin in feite vanuit de concurren-tie-positie omschakeling wordt bewerkstel-ligd (passief overheidsbeleid), zullen doorhet eigenbelang (concurrentie) en de langegewenningstermijn deze kosten niet of nau-welijks uitwerken in extra verhoogde bouw-kosten. Maar dit betekent tevens dat gedu-rende die periode de stijging van de bouw-kostenindex niet of nauwelijks afneemt.Ook de financi?le voordelen in hetvoorbereidings- en uitvoeringsproces zuI-len in dat geval geleidelijk tot stand komen.De concurrentiepositie speelt daar dan eenzware rol bij.Het gevolg is dat (??nmalige) besparingenpas laat zichtbaar worden en dat een (blij-vende) minder snelle bouwkostenstijgingCement XXXIV (1982) nr. 5laat op gang komt. Datwil zeggen: de eerstevijf jaar geen of nauwelijks zichtbare resul-taten op de hoofdstroom, tussen vijf en tienjaar de ??nmalige kostenverlagingen, enpas na tien jaar het totale effect.Wordt daarentegen gekozen voor een ver-snelde (geforceerde) omschakeling, (actiefoverheidsbeleid), dan zal de investering weldegelijk uitwerken in verhoogde (tijdelijke)bouwkosten. Een subsidi?ring kan dit ge-heel of gedeeltelijk ondervangen. In dat ge-val gaan de veranderings- en aanpassings~processen vrij abrupt, en zal in eerste in-stantie een kostenverhoging optreden (0 - 5jaar). Deze kostenverhoging is nauwelijks inte schatten en wordt veroorzaakt door aller~lei fouten, slechte afstemmingen, leereffec-ten enz. Na 5 jaar worden besparingenzichtbaar en zullen de bouwkosten mindersnel gaan stijgen. Hoewel het bovenstaandelijkt te pleiten voor een geleidelijke invoe-ring, is het tegendeel waar. De gekapitali-seerde besparingen bij snelle invoering zuI-len de extra investeringen ver overtreffen.De vorm waarin NEN 2883 op dit moment isgegoten, wijst erop dat er veel overleg heeftplaatsgevonden. Erzijn diverse organisatiesin de bouw, alle met hun eigen belangenver-tegenwoordiging, die het onmogelijk ge-maakt hebben dat de huidige vorm van denorm eenvoudig kon blijven. Hoewel zekersprake is van ??nduidigheid, wordt door hetgrote aantal afwijkingsregels de bruikbaar-heid negatief beInvloed. Het aantal afwij-kingsregels dat in NEN 2883 wordt inge~voerd, wekt de indruk dat de keuze van mo-dulaire co?rdinatie op 10/20 rooster geengoede keuze is geweest. De afwijkingsregelbetreffende de plaatsing van binnenwandenintroduceert in feite een 15/15 rooster, ookal wordt getracht dit door het stellen vanvoorwaarden te beperken.Een belangrijk argument om deze inconsis-tentie in te voeren, lijkt de veronderstellingte zijn dat de huidige voorschriften niet aanNEN 2883 zullen worden aangepast.Het zou de duidelijkheid en de eenvoud vantoepassing ten goede komen, wanneer dehuidige voorschriften zodanig worden aan-gepast, dat NEN 2883 kan worden gebruiktzonder dat dit aanleiding geeft tot overmatigruimtegebruik, in plaats van het handhavenvan de huidige voorschriften en het groteaantal afwijkingsregels in NEN 2883.Argumenten daarvoor zijn:? voorgestelde aanpassing van V & W enMBV doen de berekende vergrotingseffec-ten teniet, terwijl het gebruik van woonruim-te niet in de knel komt;? een norm voor afwijkingsregels zal be-schouwd worden als een nieuwe toevoegingaan de schier eindeloze reeks ingewikkeldevoorschriften. Eenvoud en helderheid zalacceptatie van modulaire co?rdinatiebevorderen;? afwijkingsregels verkleinen de effectenvan modulaire co?rdinatie op het gebiedvan maatstandaardisatie en dus vanindustrialisatie;? aanpassing van de voorschriften kan be-schouwd worden als een intentieverklaring306van de overheid ten opzichte van modulaireco?rdinatie, wat effect kan hebben op debereidheid van anderen mee te werken aanmodulaire co?rdinatie.4. ProefprojectenDe overheid heeft gekozen voor de proefpe-riode. Daartoe is NEN 2883 in zijn huidigevorm met afwijkingsregels gekozen. Hetheeft zowel voor- als nadelen.Nadelen vanuit het feit dat daarmee nogsteeds een stuk onduidelijkheid bestaat, datde toelevering het nog moeilijker gekregenheeft dan v??r de invoering van NEN 2883(in feite wordt het assortiment groter inplaats van kleiner). De ontwikkelingskostenworden voor een groot gedeelte afgewen-teld op het bedrijfsleven (aannemers, archi-tecten die bezig zijn modulaire co?rdinatiein hun bedrijf te introduceren).Er zal eerder sprake zijn van een kostenstij-ging dan een kostendaling. Voordeel is dataan de hand van een aantal proefprojectenkan worden nagegaan hoe NEN 2883 in zijnhuidige vorm functioneert, dat het bedrijfs-leven er vertrouwd mee kan raken, en datvoordat tot verplichte invoering wordt over-gegaan een aanmerkelijk vereenvoudigdeversie van de norm kan worden opgesteld.De wijze waarop de proefprojecten moetenworden uitgevoerd is nog niet volledigvastgesteld. Op dit moment wordt een sys-teem voorgestaan waarbij in elk fase de ef-fecten van modulaire co?rdinatie kunnenworden afgemeten door elk projectgelijktij-dig op de bekende traditionele manier voorte bereiden en uit te voeren en daarnaast opbasis van NEN 2883. Hoewel het zinvol lijktop deze manier te werken, blijkt in de prak-tijk dat een bureau dat gewend is met NEN2883 te werken (de ontwerpafdeling), nietmeer in staat is het op de oude manier tedoen. Wij hebben enkele jaren ervaring metNEN 2883 en hebben gemerkt dat de maniervan denken en doen van deze norm samen-gaan met de oude aanpak uitsluit. Het lijktdan ook verstandiger verschillende bureaushetzelfde project te laten uitwerken (het enetraditioneel en het andere volgens NEN2883).De uitvoering op de bouwplaats kan uiter-aard maar op ??n manier en door ??n bouw-bedrijf plaatsvinden. Daar is nauwgezetteperiodieke evaluatie met alle betrokkenenvereist.Literatuur? Technologische en structurele ontwikke-lingen in de bouw ~ een toekomststudie,SBR nr. 72, 1980, Rotterdam? Wat kost Modulaire Co?rdinatie of leverthet wat op?, Adviesburo ARO, Zoeterwoudemaart 1981
Reacties