1Overzicht van het totale werk; in het middende spuisluizen, rechts boven de in uitvoeringz?ndes/uitingsdam2Aanzicht van de kabelbaanLaatste gat in Haringvlietwordt dichtgegooidUD.C. 627.514:624.136.5:693.54-412Afsluitdam uit betonblokkenToen op 2 maart jl. de minister van Verkeer en Waterstaat, drs.J.A.Bakker, onder meer ver-gezeld van de Commissaris der Koningin in Zuid-Holland - mr.J.Klaasesz - vanuit een dergondels het eerste offici?le viertal (voor deze gelegenheid oranje geverfde) betonblokkenin het water van het Hak van Scheefhoek liet vallen, vormde dat het begin van de laatstefase van de sluiting van het Haringvliet.Wanneer deze afsluiting gereed is, zal het noordelijk deel van het Deltagebied definitief vande Noordzee zijn afgesloten. Deze dichtmaklnq zal niet geschieden door het sluiten van demomenteel in aanbouw zljnde dam, maar door het neerlaten van de schuiven in de spui-sluizen, die het hart van de Haringvlietdam vormen. De spuisluizen gaan dan dienst doenals 'hoofdkraan' voor de zoetwater-huishouding van een groot gedeelte van ons land. In destrljd tegen de verzilting wordt dit een machtig wapen. Door de afsluiting van het Haring-vIiet wordt de tegen de zee te beschermen kustlijn met bijna 400 km verkort.Naast de nu in aanleg zijnde dam en het grote complex spuisluizen, bestaat het gehele werk(fig. 1) verder uit een damgedeelte van Goeree-Overflakkee naar het zuldelijk landhoofdvan de spuisluizen, waarin een schutsluis is gebouwd voor de scheepvaart waardoor zelfsgrote binnenvaartschepen en coasters geschut kunnen worden. Voornamelijk zullen devissersschepen van Stellendam echter van deze sluis gebruik maken.Met de uitvoering van de afsluiting van het Haringvliet is op 13 februari 1957 gestart. Opdie dag begon men namelijk midden in het Haringvliet met het maken van de ringdijk voorde bouwput ten behoeve van de spuisluizen. Na het gereed komen van de ringdijk werd deput drooggemalen en verrees het 17 openingen grote sluizencomplex met een totale breedtevan 1050 m. Op 22000 betonnen heipalen is desluisvloer gestort waarop de twee land-hoofden en 16 pijlers zijn gebouwd. Met de speciaal ontworpen zgn. Nablaliggers werden deopeningen overbrugd; over het dek zal de nieuwe verkeersweg, de zgn. 'Dammenweg'worden gevoerd.Nadat de stalen schuiven waren ingehangen en aan beide zijden de stortebedden warenaangebracht, werd in de periode 1967 - 68 de ringdUk rondom de spuisluizen weggebaggerd.Bovendien is toen de Noord-Pampus (gelegen tussen Goeree-Overflakkee en de zuldzljdevan de spuisluizen gedicht. Hierin is de schutsluls gelegen meteen buiten- en binnenhaven.Ook is het Zuiderdiep (een afvoerwatering in Goeree) afgedamd; aan de noordzijde van dedam is daarvoor een kleine ultw?tertnqssluls gebouwd (zie fig. 1).Na ca. 19 jaar zal aan het eind van dit jaar het gehele werk gereed komen.Voorbereidingen voor de kabelbaanDe in 1964 bij de sluiting van de Grevelingendam gebruikte kabelbaan wordt nu bl] het Hakvan Scheelhoek toegepast. Het hoofdsysteem is hetzelfde gebleven, details zijn echter ver-anderd. Werd bij het vorige werk als stortmateriaal normale stortsteen toegepast, nu zijnhet betonblokken van 1 m", met een gewicht van ca. 2500 kg.Ook de algemene opzet is aangepast aan de omstandigheden in het Haringvliet (fig. 2).Cement XXII (1970) nr. 4 1433Gondel 9 beladen met vier blokken vertrektvan de rioordelijke laadplaats4Een van de gondels op het draaiplateaufoto's: E.Th.Kuhuwael/AmsterdarmAan de zuidzijde van het sluitgat, op het landhoofd van de uitwateringssluizen, is maar weinigruimte. Hierop zijn geprojecteerd een laadstation van 100 m en een draaischijf (foto 3-4).Aan de noordzijde zijn behalve een laadstation en een draaischijf nog een garagespoor vooronderhoud van de gondels en een kort opstelspooraanwezig. In totaal staan 12 gondelster beschikking; het gewicht vaneen gondel is 20 ton, de te vervoeren last is 10 ton, m.a.w.vier kubussen van ??n m3kunnen per rit worden meegenomen.Fundering van de kabelbaanDe bij het sluiten van de Grevelingen toegepaste fundering van de pylonen heeft destijdsniet bijzonder voldaan. Er werd op staal gefundeerd, waarbij de fundering voor de midden-pyloon uit een viertal betonnen caissons bestond die op eengrindbed waren afgezonken(fig. 5). Hoewel de funderingsdrukken tijdens het rijden van de gondels slechts weinig toe-namen, bleek de waterspanning bij een te snelle opeenvolging van de gondels geen ge-legenheid te krijgen om volledig terug te lopen tot het oorspronkelijke niveau.Voor het Haringvliet, waar de frequentie van het overrijden veel groter is, heeft men daaromeen andere funderingwijze toegepast. Elk van de drie pylonen is op drie putten gefundeerddie tot in de diepe pleistocene zandlaag steken. In wezen is dit systeem identiek aan dat-gene wat bij de Zeelandbrug is toegepast. Over de putten is een deksloof aangebracht endaarop is de portaalconstructiegebouwd (fig. 6). Het onderste deel van dit portaal bestaatuit voorgespannen beton, omdat de totale staalconstructie bij de GreveIingen erg gevoeligwas voor beschadigingen door vallend materiaal. Om dit gevaar nog verder te eliminerenzijn op de sloven reeds betonkubussen neergelaten teneinde beschadiging door eventueelvallende blokken uit te sluiten (foto 7). Zowel bij de Grevelingen als het Haringvliet wildemen de mogelijkheid openhouden om zware elementen door twee gondels te laten ver-voeren. Uit het waterloopkundig onderzoek is echter vast komen te staan dat het naastelkaar rijden van twee gondels voor de resterende afsluitingen niet nodig zal zijn; daaromzullen de pylonen voor het Brouwershavense Gat als enkelvoudige wringstijve betonnentorens geconstrueerd worden.5-6Opbouwen fundering van de pylonen vanGrevelingen (links) en Haringvliet (rechts)Cement XXII (1970) nr. 4 144ZUAANZICHT VOORAANZICHT Z'J.AANZICHT VOOR AANZICHT7 8De ophanging van de kabelTijdens de bouw van de uitwateringssluizen z.ijn in het noordelijk landhoofd reeds een tien-tal korte voorspankabels ingebetonneerd, met een gezamenlijke breukkracht van ca. 2500 tf.Deze kabels zijn doorverbonden door een zwaar betonblok en lopen door de dubbele voet-plaat van een ca. 13 ton zware gietankerenstoel (fig. 8). Aan deze stoel zijnde beide draag-kabels dubbelscharnierend bevestigd. De spanning in de draagkabels bedraagt ca. 300 tf,de verankeringen zijn berekend op 900 tf. De voorspankabels die de stoel tegen het betonblokklemmen, zijn met een kracht van 100 tf aang.espannen.Op de noord-oever houden twee contra-gewichten van 300 ton de kabels op spanning.Deze contragewichten zijn gebouwd in 27 m diepe schachten waarin zij verticaal kunnenbewegen (fig. 9). Via twee halve stalen wielen met een kromtestraal van 9 m, kunnen dehoekverdraaiingen worden opgenomen (foto 10). De schachten voor de contragewichtendienen tevens als funderingsputten van de verankering, waarvoor aan de waterkant nogeen derde put is gebouwd. De drie putten zijn aan de bovenzijde verbonden door een zeerzware horizontale balkvormige ligger van gewapend beton, zodat een portaal-werking isverkregen. De voet van de putten reikt tot in de draagkrachtige zandbodem. In elke put iseen zware plaat van gewapend beton gestort nadat een 3 m dikke laag onderwaterbetonwas aangebracht.Het vervaardigen van de putten is als volgt verlopen (zie fig. 11):Eerst werd de 90 cm hoge onderste ring met een bulten-dlameter van 7 m gemaakt in een1 m diepe bouwput. Deze ring werd voorzien van een snijrand. Met zuiver zand werd daarnavan buiten en van binnen aangevuld, waarbij het zandlaag voor laag werd getrild. Dezering diende als tijdenlijke fundering voor de boven het maaiveld te bouwen put, die met glij-bekisting werd opgetrokken. De put die aan drie zijden werd getuid, werd daarna door910Cement XXII (1970) nr. 47Aanzicht meest noordel?ke pyloon8Constructie van de kabelbevestiging aan hetlandhoofd van de sluis9Beweegbare verankering aan de noordzijde1114510Aanzicht van de stalen wielen11Vervaardigingsw?ze van de verenkertnqe-putten12Opslag van de blokken13Een gondel pikt de blokken op van eenvrachtwagenCement XXII (1970) nr. 4ontgraven neergelaten. Bij dit zakken deden zich vooral bij de laatste meters enkele moei-lijkheden voor doordat het eigen gewicht van de put te gering was om de juiste richtingte volgen terwijl het bijsturen ook moeilijk ging. Bij de laatste put heeft men echter dubbelelagen plastic folie langs de gehele omtrek gewonden waartussen een laag vet gesmeerdwerd. De ene laag plastic steunde tegen de grond, de andere tegen de wand. De wrijvingwerd hierdoor zodanig verminderd dat de put gelijkmatig en snel op de vereiste diepteterecht kwam.Hierna volgde het aanbrengen van de lagen onderwaterbeton. Ter wille van een onderzoeknaar het storten van onderwaterbeton. is voor elke put een andere werkwijze toegepast.Dit waren achtereenvolgens: de contractormethode, de prepaktmethode en de bakken-methode (zie 'Cement' 1970 nr. 2, blz. 63 en 64).Aanbrengen van de kabelDe 1600 m lange draagkabels bezitten een doorsnede van 93 mm en zijn opgebouwd uiteen kern van ronde draden, omgeven met geprofileerd in elkaar grijpende draden. Demeest ideale wijze om de kabels aan te brengen bleek het toepassen van een achttal hulp-jukken tussen de pylonen. Deze jukken bestonden uit een stalen driepoot met een dwars-balk aan de bovenzijde. De verankering geschiedde met stalen netten aan de voetpuntendie met grof grind waren gevuld. De plaatsing van de hulpstukken geschiedde met een drij-vende bok die de jukken op de drempel neerzette. Een hulpkabel van 40 mm dikte werdhier eerst overheengetrokken door een sleepboot. Dit gebeurde van noord naar zuid; aande zuidzijde werd deze hulpkabel met een kabel kous aan de draagkabel bevestigd, zodatdeze door een op de noordelijke oever staande lier kon worden overgetrokken. Vervolgenswerd de kabel aan beide zijden ingeklemd, waarna het inhangen :in de glijboten van depylonen begon. Hierna werd de kabel aan het zuidelijke vaste verankeringspunt bevestigd,en het contragewicht aan de noordzijde kon met stalen broodjes tot de vereiste 300 tonworden belast.Werkwijze van sluitenIn vergelijking tot de Grevelingen-afsluiting, gaf de huidige een aantal waterloopkundigeproblemen die om een oplossing vroegen. Hier heeft men te maken met een getijgebieddat niet alleen om zwaardere eenheden stortmateriaal vraagt, maar waar bovendien desluitingstijd zo kort mogelijk dient te zijn; dit in verband met het feit dat de gesloten blok-kendam niet de definitieve afsluiting betekent. Daarna moet allereerst deze darn waterdichtworden gemaakt. Deze afdichting zal aan de rivierzijde geschieden met behulp van fijngrinden zandasfalt. Is de dam op deze wijze waterdicht, dan wordt met pijpleidingen eenzandlichaam opgespoten dat de uiteindelijke dijk gaat vormen.De voorbereidingen aan het sluitgat omvatten een verkleining van het stroomgat, waarbijde bodemuitschuring is tegengegaan door het afzinken van zinkstukken en het met zand'opklappen'. Voor de vereiste snelle sluiting zijn aan beide zijden opslagplaatsen voor deblokken gemaakt; aan de noordzijde .voor 60000 stuks en aan de zuidzijde voor 70000(foto 12). De vervaardiging van de blokken geschiedde op de werkterreinen te Stellendamen Hellevoetsluis, waar tijdelijke betoncentrales zijn gebouwd. Na verharding werden deblokken vanaf de werkterreinen naar de opslag bij de kabelbaan gereden. Met vrachtwagensworden de blokken vanuit de opslag naar de laadplaatsen gebracht. Elke vrachtwagen ver-voert een eenheid van vier stuks, vanaf de wagen wordt deze eenheid door de gondelsopgepikt (foto 13) met behulp van een speciaal aanhakingsmechaniek. Uit de betonblokkensteken nl. beugels van betenstaal. de gondelier laat een raamwerk met daaraan vier sluit-haken met voetplaat zakken tot boven de blokken. De voetplaat stoot bij het raken van debovenkant van het blok een pal los die in het oog valt. Na ophijsen volgt het transport(foto 14) tot op de plaats van bestemming. Door een hydraulische ontsluiter schiet de paluit het oog en valt het blok in het water.De gondels worden als afzonderlijke eenheden beschouwd. Een centrale bedieningspostbepaalt dan ook de omlooptijd, evenals de aanvoer en belading.Zowel gondels als vrachtwagens doorlopen een circuit, ten einde een voortdurende door-gang te garanderen (zie fig. 15). De belading geschiedt in het noorden onder de oostkabelen in het zuiden onder de westkabel. Vanaf elk der kabels wordt ongeveer de helft van desluitingsdam gestort; in de noordelijke overspanning wordt alleen vanaf de oostkabel ge?stort, in de zuidelijke vanaf de andere kabel. De verspringing in de kruin die daardoor ont-staat zal ongeveer 60 m ten noorden van de middenpijler liggen. Bij een continu in bedrijfzijn, zal een stortcapaciteit gehaald worden van 300 ton per uur, ofwel 120 blokken, watuitgedrukt in geld een bedrag van f 7200,- betekent (de prijs van een blok is ca. f 60,-).Van beide laadstations zal elke vier minuten een gondel vertrekken. Tijdens deze operatiezal gewerkt worden met 2 ploegen; van maandagmorgen tot vrijdagavond continu.Om de blokken op de juiste plaats te krijgen, er wordt vanaf de oevers naar het middengestort in lagen (fig. 16), is aan de Voornse oever, ongeveer 1 km landwaarts aan het strandeen bedienbaar licht opgesteld met een rood en wit kwadrant. Het gehele baanvak is in-gedeeld in vakken van lOm; door nu :het licht op een bepaalde hoek in te stellen kan degondelier zijn gondel op de vereiste plaats brengen. Komt hij in de rode lichtbundel (d.w.z.40 m voor de stortplaats) dan gaat hij vaart minderen. Op de grens van de beide licht-bundels heeft hij de juiste plaats bereikt, stopt en laat met tussenpozen van drie secondende vier blokken vallen.14614Beladen gondel onderweg naar de stortplaats15Beladingsplaats met routelijnen op noordelijklandhoofd van het sluizencomplex16Wijze van sluiting; achtereenvolgens wordende blokken neergelaten in de vakken 1 tot 11slecht zicht en mist heeft hij de rnoqelljkheld om de juiste plaats te bereiken doordateen meterteller in de gond?ls aanwezig is en er via mobilofoon contact met de grond be-staat. De bedrljfszekerhe?d van deze wijze van sluiten is zeer groot. Bij windkrachten hogerdan 9 moet het werk worden g'estopt; meer conventionele sluitingsmethoden zijn bij eenveel lagere windkracht reeds onmogelijk.Voor de totale sluiting zijn ongeveer 110000 blokken nodig; aan beide zijden bestaat eenreserve voor eventuele noodgevallen wanneer er onverhoopt meer nodig mochten zijn.Wanneer deze niet worden gebruikt, zullen de overgebleven blokken worden afgevoerd naarde sluiting van het Brouwershavense Gat.Verwacht wordt dat de sluiting met blokken zal duren tot half mei. Tot eind juni zal men danbezig zijn met het dichtmaken van de dam waarna met het opspuiten van het zandlichaamwordt begonnen dat tot ongeveer oktober duren zal. Pas dan zullen de grote schuiven inde spulslulzen gesloten worden en zal het Haringvliet definitief van de Noordzee zijn af-gesloten.'P.l.Spitse NOORDELUK LANDHOOFDMIDDEN PUlERPLATE?UVOORNENOORDCement XXII (1970) nr. 4 147
Reacties