ir.M.KIasemaHoofd van de Dienst der Zuiderzeewerken Kunstwerken in betonbij deZuiderzeewerkenU.D.C. 693.5:627.532.3(492.66)50 JAAR ZUIDERZEEWERKENDit nummer van Cement is voor eenbelangrijk gedeelte gewijd aan de Zui-derzeewerken en aan het materiaal betondat bij de ordening van het nieuwe landeen belangrijke rol vervult.Aanleiding tot de artikelen van ir.M.Klasema en ir.J.C.Ie Nobel vormt hetGouden Jubileum van de Dienst der Zui-derzeewerken. Op 1 mei 1919 werd im-mers officieel gestart met het ten uit-voer brengen van het 'Plan Lely'.Het is typerend- voor de Dienst der Zui-derzeewerken dat zij aan haar jubileumpraktisch geen ruchtbaarheid gegevenheeft. Zij heeft in het verleden evenminveel ophef gemaakt over hetgeen totstand werd gebracht.Desondanks zijn de Uselmeerpolders ende afsluitdijk voor elke Nederlander eenbegrip geworden. Wij zijn er zodanigmee vertrouwd geraakt dat het gigan-tische van dit project ons langzamer-hand Is ontgaan.Deze artikelenserie, waarin weliswaarde betontoepassing op de voorgrondstaat, moge ons dit opnieuw doen reali-seren.Red.1Bouwput schut- en uitwateringssluizente Kornwerderzandfoto: KLM Aerocarto/'s-GravenhageZuidelijk Flevoland,gezien vanaf de Knardijkfoto: Cement/B.J. de RuiterVoorgeschiedenisToen de eerste plannen voor de afsluiting en droogmaking van de Zuiderzee werden ge-maakt, kon er nog geen sprake zijn van toepassing van gewapend beton. Toch zijn de eerstegrote kunstwerken, de uitwaterings- en schutsluizen in de afsluitdijk van de Zuiderzee, reedsin gewapend beton uitgevoerd.Dit was te danken aan de Zuiderzeevereniging, die in het begin van deze eeuw een commis-sie instelde om de mogelijkheid en de wenselijkheid te onderzoeken van de toepassingvan het, toen nog nieuwe materiaal, gewapend beton bij de uitvoering van de Zuiderzeewer-ken. De commissie bracht haar rapport uit omstreeks 1914 en gaf de aanbeveling gewapendbeton te gebruiken, niet alleen voor de kunstwerken, maar ook voor het maken van caissons,waarmee de sluitgaten eventueel konden worden afgesloten !Caissons werden bij de afsluitdijk evenwel nog niet toegepast, omdat te,recht werd gemeenddat de sluitgaten ook zonder deze zeer kostbare hulpconstructies gesloten konden worden;de kunstwerken werden w?l in gewapend beton uitgevoerd.Een ander belangrijk advies van deze commissie, dat wel werd gevolgd, behelsde de aanbe-veling om de grote kunstwerken niet op het oude land te bouwen, maar dit in bouwputten inopen zee te doen (foto's 1-2). Weliswaar werd dit all??n aanbevolen voor de uitwaterings-sluizen en niet tegelijkertijd voor de schutsluizen - in de praktijk zijn deze w?l samen in ??nbouwput gebouwd - maar toch was hiermee een nieuwe werkmethode ge?ntroduceerd; eenwerkmethode die nog geen 20 jaar tevoren als nauwelijks uitvoerbaar, zeer beslist was af-gewezen door de Staatscommissie van 1892, die het plan van dr.ir.Lely moest beoordelen.Uit het voorgaande moge blijken dat beton - en dus cement - evenals de mensen die hetgebruik van dit materiaal propageerden, al vroeg invloed heeft uitgeoefend op de mogelijk-heden bij en op de wijze van uitvoering van de Zuiderzeewerken. Het nieuwe materiaal ver-drong het gebruik van metselsteen, ijzer en hout bij de bouw van sluizen, gemalen, bruggenenz. Het schiep bovendien de mogelijkheid tot schaalvergroting van de werken, hetgeen invelerlei opzicht aantrekkelijk en zelfs nodig was.Het navolgende artikel van ir.J.C. Ie Nobel, betreffende een aantal in uitvoering zijnde, ofbinnenkort in uitvoering komende kunstwerken, moge de lezer ervan overtuigen dat ookthans, 50 jaren later, cement nog steeds een onontbeerlijk hulpmiddel is bij de verdererealisering van de Zuiderzeewerken.Cement XXI (1969) nr. 11 4832Gedeeltelijk reeds opgeruimde bouwputschut- en uitwateringssluizente Den Oeverfoto: KLM Aerocarto/'s-Gravenhage4Overstromingsgebieden /SJ6rondom de voormalige ZuiderzeeAllereerst rust echter op mij de taak u min of meer wegwijs te maken in het Zuiderzeegebied.Ik zal u daarbij niet lastig vallen met de voorgeschiedenis; deze is al vele malen beschrevenen degene die daarin ge?nteresseerd is, zal gegevens daarover ongetwijfeld kunnen bemach-tigen. Laat ik dus volstaan met te zeggen dat het plan dat thans in uitvoering-is, in grote lijnenovereenstemt met het plan dat was bijgevoegd aan het wetsontwerp van dr.ir.C.Lely, hetwelkop 17 juni 1918 door de Tweede Kamer werd aanvaard (fig. 3). Slechts op punten van onder-geschikt belang zijn later, aan de hand van nieuwe gegevens, of op grond van veranderdeinzichten, wijzigingen aangebracht in de detail-uitwerking.Het plan bestond uit:het maken van een afsluitdijk tussen Noord-Holland en Friesland, waarin het eiland Wierin-gen was opgenomen;het maken van vier inpolderingen in de afgesloten Zuiderzee, nl. ??n in het noordwesten (deWieringermeer), ??n in het noordoosten (de Noordoostpolder) en twee in het zuiden (Flevo-land en Markerwaard);het scheppen van een zoet-waterreservoir (IJsselmeer), dat tevens als bergboezem dienstkon doen, benevens het bouwen van uitwateringssluizen in de afsluitdijk, om overtollig waterte kunnen afvoeren en op het IJsselmeer een min of meer constant peil te handhaven.Het ZuiderzeeplanDe doelstellingen die hiermee werden nagestreefd waren de volgende:1. het vergroten van de veiligheid van de gebieden rondom de ZuiderzeeIn de open Zuiderzee kon het water tijdens langdurige noordwesterstormen zeer hoog wor-den opgestuwd, waardoor laag gelegen buitendijkse gronden onderliepen; bovendien werdende veelal eeuwenoude dijken langs de Zuiderzee herhaaldelijk blootgesteld aan zware golf-aanval; vele dijkdoorbraken waren daarvan het gevolg, onder meer die van 1916, waarbij dedijken van Waterland doorbraken en grote delen van Noord-Holland werden overstroomd(fig. 4).Door het aanleggen van een 32 km lange afsluitdijk werden de ongeveer 300 km lange dijkenlangs de oude Zuiderzee tot tweede keringen gemaakt, die veel minder zwaar worden aan-gevallen dan voorheen.Door deze afsluitdijk werd echter de vrije afstroming van de IJssel - en van andere rivierenen beken - naar de Noordzee onmogelijk gemaakt. Wanneer deze afstroming nu zou moetenplaatshebben door een verlenging van de rivier met een klein dwarsprofiel tot de afsluitdijk,dan zouden hierdoor bij grote rivierafvoeren de waterstanden op de rivier aanzienlijk hogerworden dan voorheen, waardoor nieuwe overstromingsgevaren zouden ontstaan.Door tussen de mond van de IJssel en de spuisluizen in de afsluitdijk een grote bergboezemte maken, kon dit gevaar echter worden ondervangen. Deze bergboezem wordt gevormd doorhet IJsselmeer, dat zal overblijven nadat alle inpolderingen gereed zijn. Het verkrijgt dan eenoppervlakte van 1200 km2.2. het verbeteren van de afwatering van grote gebieden van ons landBijna de helft van Nederland en nog een deel van Duitsland loosden voorheen hun overtolligwater op de Zuiderzee (fig. 5); wanneer stormvloeden of langdurige stormen het water in deZuiderzee hoog opjoegen, werd deze afwatering ernstig bemoeilijkt en in die gebieden waarnormaal een vrije lozing plaatshad, werd deze zelfs onmogelijk gemaakt. Maar ook degebieden die hun overtollig water via bemaling op de Zuiderzee loosden, kwamen vaak inmoeilijkheden bij hoge waterstanden, doordat bij de ontstane veel grotere opvoerhoogtede capaciteit van de opvoerwerktuigen belangrijk terugliep.Op het nieuw te vormen IJsselmeer zou de waterstand tijdens perioden van gestremde lozingen grote wateraanvoer ook nog wel tot iets boven normaal kunnen oplopen, maar de schom-melingen in de waterstand zouden van een geheel andere (kleinere) orde van grootte zijn dandie op de open Zuiderzee.Cement XXI (1969) nr. 11 4843. het scheppen van een zoet-waterreservoirDe reeds genoemde bergboezem (het IJsselmeer) doet tegelijkertijd dienst als opslagplaatsvan zoet water. Op het ogenblik dat de Zuiderzee werd afgesloten, bedroeg het gemiddeldezoutgehalte van het water aldaar ? 6000 mg chloor-ionen per liter water, wat ongeveer 7was van het zoutgehalte van zeewater.Doordat er van toen af aan vrijwel geen zout meer werd aangevoerd, maar anderzijds doorde rivieren grote hoeveelheden water met een laag zoutgehalte op het IJsselmeer werdgebracht - en tegelijkertijd het overtollige water afgevoerd werd naar de Noordzee - daaldehet zoutgehalte van het meer in 5 jaar tot minder dan 200 mg chloor-ionen per liter. Dit waterkon vanaf toen als 'zoet' water worden beschouwd en gebruikt voor doeleinden zoals:a. het doorspoelen van met zout bezwangerde boezemwateren, voornamelijk in de aan zeegrenzende provincies Noord-Holland en Friesland;b. het inlaten van water in droge perioden in gebieden waar de bodem bijzonder droogte-gevoelig is;c. de drinkwatervoorziening.Het zal duidelijk zijn dat er voor al deze doeleinden hoge en vaak onderling tegenstrijdigeeisen aan de waterkwaliteit worden gesteld; het zou echter te ver voeren daarop in dit artikelnader in te gaan. Slechts moge worden vermeld dat juist de eis tot het handhaven van eengoede waterkwaliteit aanleiding heeft gegeven tot het ontwerpen en bouwen van een grootaantal kunstwerken, die in dit nummer nader zullen worden beschreven.4. het winnen van nieuw land (fig. 6)In het begin van deze eeuw was er een grote behoefte aan landbouwgrond; ons land was eenagrarisch land en er was een groot overschot aan werkkrachten in do landbouw. Inmiddels iser wel iets veranderd; ook in de landbouw zijn de arbeidskrachten schaars geworden. Erbestaat echter nog steeds een grote behoefte aan land, zij het dan in de eerste plaats ommeer ruimte te scheppen voor de snel toenemende bevolking: ruimte om te leven, te wonen,te werken en er de vrije tijd te kunnen besteden.Om van het westen van Nederland geen tweede Ruhrgebied te maken, zullen we moetentrachten om ?n de bevolking ?n de werkgelegenheid in ons land, over een groter gebied tespreiden. En daarvoor lenen zich de tot in de Randstad reikende polders uitstekend!5. het verbeteren van de verkeersverbindingenOorsrponkelijk heeft men hierbij slechts gedacht aan twee dingen, nl. het maken van eenweg- en spoorwegverbinding tussen Noord-Holland en Friesland via de afsluitdijk, en hetverbeteren van de verbinding te water van Amsterdam naar het noorden en oosten. Dit laat-ste doordat, na het gereedkomen van de polders, grotendeels langs een betrekkelijk smallevaarweg kon worden gevaren, waar belangrijk minder golfslag zou voorkomen dan op deopen Zuiderzee. De geweldige ontwikkeling van het landverkeer heeft men toen nog nietkunnen voorzien.Nu is het echter, naast de oeververbinding over de afsluitdijk, van groot belang gewordendat door de nieuwe polders autowegen kunnen worden aangelegd, die directe verbindingenmogelijk maken van noord met zuidwest, van noordwest met oost_en zuid, enz.Deze wegen, die de randmeren moeten kruisen, vereisen weer een aantal grote kunstwerkenen enkele daarvan zullen door ir.le Nobel besproken worden.5Op het IJsselmeer afwaterende gebiedenCement XXI (1969) nr. 114856Inpolderingen in de voormaligeZuiderzeeWat is er thans gerealiseerd?In de eerste plaats de afsluitdijk, bestaande uit twee delen, nl. een 2,5 km lang gedeelte doorhet Amsteldiep tussen Van Ewijcksluis en de zuidwestpunt van Wieringen en een stuk vanca. 30 km van de noordoostpunt van Wieringen naar de Friese kust bij Zurich.De dijk kwam gereed in 1932. Bij de bepaling van de kruinhoogte van de dijk werd uitgegaanvan een stormvloedhoogte van NAP + 3,50 m; rekening houdend met een grote golfoploop,werd de kruin aangebracht op een hoogte van omstreeks NAP + 7,50 m.Volgens de huidige inzichten zal deze dijk nog wel eens met enkele meters moeten wordenverhoogd omdat, na de stormramp in 1953 - waarbij de dijk overigens slechts lichte schadeopliep - veel hogere eisen aan de veiligheid worden gesteld Jan voordien.De dijk had een brede binnenberm, waarop een verkeersweg (enkelbaans) en een spoorlijn(enkel spoor) waren geprojecteerd. De verkeersweg heeft reeds 37 jaar lang goede dienstenbewezen, de spoorlijn is nimmer aangelegd.Momenteel wordt de voor de spoorlijn gereserveerde ruimte gebruikt om een tweede ver-keersbaan aan te leggen (foto 7). Daardoor zal een autosnelweg ontstaan, wat inhoudt dat7Afsluitdijk met wegverdubbelingfoto: G.Timmler/LeidschendamCement XXI (1969) nr. 11 4868Overbrugging Veluwemeer bij Elburgfoto: G.Timmler/Leidschendamgeen kruisingen-?-niveau toegelaten kunnen worden. Dit betekent onder meer dat er bijBreezanddijk een viaduct gemaakt moet worden voor het dwarsverkeer tussen de beidehavens aan weerszijden van de dijk. Deze dwarsverbinding zal ook van groot belang zijnvoor de recreatie. Hetzelfde zal geschieden bij Kornwerderzand.Nog tijdens de aanleg van de afsluitdijk werden de dijk en de gemalen van de Wieringermeervoltooid en werd deze eerste polder door twee gemalen, 'Lely' en 'Leemans', drooggemalen.Met de tweede polder, de Noordoostpolder, werd in 1936 begonnen; de dijk werd in decem-ber 1940 gesloten, het droogmalen en inrichten van de polder werd weliswaar door deoorlogsomstandigheden vertraagd, maar toch viel de polder in 1942 droog en werd nogtijdens de oorlog een gedeelte in cultuur gebracht. Na de bevrijding werden de werk-zaamheden voltooid. De polder heeft drie gemalen: 'Vissering', 'Buma' en 'Smeenge'.In tegenstelling tot de Wieringermeer werd de Noordoostpolder slechts voor een gedeeltedirect tegen het oude land aangesloten. De aan de oost- en zuidkant ontstane randmerenwerden bij Vollenhove, Kadoelen en de Ramspol overbrugd door kunstwerken, waarvan inhet bijzonder de aansluiting bij Kadoelen de aandacht verdient, daar hier een keersluis ge-maakt moest worden, waarvoor een enigszins ongewone oplossing werd toegepast.Als derde werd in 1950 met de noordoostelijke helft van de oostelijke polder begonnen. Dedijken hiervan kwamen in 1956 gereed, in 1957 viel de polder droog. Het water was uitgesla-gen door de gemalen 'Wortman', 'Colijn' en 'Lovink'. Deze polder werd geheel van het oudeland gescheiden door een randmeer van wisselende breedte.De randmeren waren nodig voor:de afvoer van overtollig water van het oude land;het in stand houden van de scheepvaart op de stadjes langs de oude Zuiderzeekust, diegrotendeels waren overgeschakeld van visserij op industrie;het voorkomen van uitdroging van de randgebieden als gevolg van het droogmalen van depolders.Op plaatsen waar de ondergrond sterk waterdoorlatend was zou, indien slechts smallerandkanalen gemaakt waren, het verlagen van de waterstand in een nabijgelegen inpolde-ring ertoe hebben kunnen leiden dat de grondwaterstand in deze randgebieden toch nogzo ver verlaagd zou worden dat daardoor schade aan de gewassen toegebracht konworden. In dergelijke gebieden zijn de smalle kanalen vervangen door brede randmeren.Aan deze randmeren is een zodanige afmeting gegeven dat deze verlaging van de grond-waterstand binnen aanvaardbare grenzen bleef.De polder werd op drie plaatsen met de vaste wal verbonden, nl. bij het Roggebot ten westenvan Kampen, bij Elburg (foto 8) en ter plaatse van de Knardijk.Bij het Roggebot (een vroegere ondiepte in de Zuiderzee) werd de Roggebotsluis gebouwd,die het randmeer scheidt van het IJsselmeer; bij Harderwijk werd een tijdelijke sluis gebouwd,de Hardersluis, die eenzelfde functie had zolang Zuidelijk Flevoland nog niet gemaakt was,doch die binnen afzienbare tijd waarschijnlijk weer kan worden opgeruimd nu die polderinmiddels is bedijkt.Na het droogvallen van het noordoostelijk deel van Flevoland (tijdelijk Oostelijk Flevolandgeheten) werd een begin gemaakt met de bedijking van Zuidelijk Flevoland, de zuidelijkehelft van deze polder. Ook deze polder mocht nergens direct tegen het oude land aansluiten(fig. 9).Voor de hier gemaakte randmeren geldt hetzelfde als voor die van Oostelijk Flevoland; daar-naast is er voor de meest westelijk gelegen meren - het Gooimeer en het Umeer - rekeninggehouden met de grote behoefte die er, in het bijzonder in de Randstad, bestaat aan op-hoogzand. Daartoe is met name het Gooimeer breder gemaakt dan het op hydrologischegronden minimaal had kunnen zijn.Met deze polder komen we tot vlak bij de Randstad Holland en het zal daarom niemand ver-bazen, dat de opzet van het verkavelingsplan duidelijk verschilt van de plannen van de eerdergemaakte polders.Cement XXI (1969) nr. 11 4879Situatie Zuidelijke IJsselmeerpoldersten opzichte van de Randstad Holland10Schut- en stroomsluizen metoverbrugging bij Nijkerkfoto: B.Hofmeester/RotterdamCement XXI (1969) nr. 11 48811Overbrugging Gooimeer bij Muiderbergfoto: G.Timmler/LeidschendamIn verband hiermee is onder meer het aantal ontworpen aansluitingen met het vaste landsterk vergroot en is ook de schaal van deze aansluitingen groter dan bij vorige polders. Voor-lopig zijn vier primaire en ??n secundaire aansluiting ontworpen, maar het is niet denkbeeldigdat er, afhankelijk van de ontwikkeling, in de toekomst aan de zuidkant nog ??n of meer bijgemaakt moeten worden.Van de ontworpen aansluitingen zijn er twee gerealiseerd, te weten ??n primaire bij Muider-berg en de secundaire bij Nijkerk (foto 10), die gecombineerd is met een complex spuisluizen.Als eerstvolgende overbrugging van het randmeer zal die ten oosten van Huizen aan de ordekomen.De brug in de secundaire weg bij Nijkerk bezit een doorvaarthoogte van NAP + 7,20 m meteen basculebrug. De bruggen in de primaire wegen worden vaste bruggen met een door-vaarthoogte van NAP + 12,70 m.De brug bij Muiderberg (foto 11), die kortgeleden gereedgekomen is, vormt een schakel in deverbinding Lelystad - Amsterdam. In de toekomst zal deze verbinding bestaan uit een auto-snelweg door Zuidelijk en Oostelijk Flevoland; zolang deze weg echter nog niet bestaat,wordt over d? westelijke dijk van Zuidelijk Flevoland gereden. De brug heeft een zodanigebreedte dat op den duur zes verkeersstroken aangebracht kunnen worden. Ook deze brugwordt besproken door ir.le Nobel.Wanneer de verbinding Amsterdam --Lelystad eenmaal tot stand is gekomen, zij het tijdelijknog over een ??nbaans-(tweestrooks-)weg over de dijk, zal de wens om deze verbinding doorte trekken naar de Noordoostpolder en Friesland/Groningen steeds sterker naar vorenkomen. Daarom is ook reeds een begin gemaakt met de brugverbinding over het Ketelmeertussen Oostelijk Flevoland en de Noordoostpolder bij Kamperhoek-Zwolse Hoek. De daar tebouwen brug wordt uitgevoerd onder leiding van de directie Bruggen van de Rijkswaterstaat.Deze brug verkrijgt dezelfde hoogte als die bij Muiderberg, maar heeft tevens een beweeg-baar gedeelte, met een doorvaartbreedte van 18 m, zodat hier geen hoogtebeperking geldt.De brug zal waarschijnlijk eind 1970 voor het verkeer kunnen worden opengesteld. Tegen die-tijd zullen in Oostelijk Flevoland diverse kunstwerken gereed moeten zijn. Ook deze kunst-werken worden besproken.Wanneer eenmaal volop kan worden begonnen met het aanleggen van de primaire weg doorZuidelijk Flevoland, zullen ook daarin weer de nodige kunstwerken moeten worden gebouwden hetzelfde geldt voor de Noordoostpolder waar de primaire weg (RW 6) voorlopig bijEmmeloord zal aansluiten op de nieuw aan te leggen RW 50, die uit de richting Apeldoornlangs Zwolle-Kampen door de Noordoostpolder loopt om nabij Lemmer weer aan te sluitenop de reeds in aanleg zijnde weg door het Tjeukemeer.De van zuidoost naar noordwest door Zuidelijk Flevoland aangegeven wegen zullen pas vanbelang worden wanneer ook de Markerwaard is drooggevallen, of wanneer zich langs hetOostvaardersdiep (de scheepvaartweg die Flevoland scheidt van de Markerwaard) industriegaat ontwikkelen die veel verkeer trekt.Zuidelijk Flevoland is drooggemalen door ??n gemaal, het gemaal 'De Blocq van Kuffeler'(foto 12) met een totale capaciteit van 3000 m3/min, verdeeld over 4 pompen. Deze capaciteitis niet geheel voldoende voor het drooghouden van de polder, maar er is een extra pompaangebracht in het gemaal 'Wortman' te Lelystad-haven.Daar de polders Oostelijk en Zuidelijk Flevoland ??n waterstaatkundig geheel zullen vormen,waartoe de poldervaarten van de beide polders door de delingsdijk (de Knardijk) heen metelkaar zijn verbonden, zijn er nu in feite 4 gemalen voor de gehele polder Flevoland: 'Wort-man', 'Colijn', 'Lovink' en 'De Blocq van Kuffeler'.Met het oog op eventuele calamiteiten is het gewenst de delingsdijk toch in stand te houdenals tweede waterkering. Daarom zijn er in de hoofdvaarten, ter plaatse waar deze de Knardijksnijden, keersluizen gebouwd (foto 13 a-bj,die in geval van nood kunnen worden gesloten.Ook van deze sluizen volgt een beschrijving door ir.le Nobel.Cement XXI (1969) nr. 11 48912Dieselgemaal 'De Blocq van Kuffeler' enpoldervaarten in Zuidelijk FlevolandFoto: B.Hofmeester/Rotterdam13aKeersluis in de Knardijk, ter plaatse vanLage Vaartfoto: Cement/B.J. de Ruiter13bKeersluis in aanbouw in de Hoge Vaartmet de reeds doorgegraven Knardijk;links Oostelijk Flevoland,rechts Zuidelijk Flevolandfoto: Rijksdienst voor deUssel meerpolders/Zwol IeDe pas drooggevallen polder zal, evenals Oostelijk Flevoland, twee afdelingen krijgen metieder een eigen polderpeil. Ten einde scheepvaartverkeer tussen de beide afdelingen moge-lijk te maken, wordt er tussen de beide afdelingen een schutsluis gebouwd, waarmee nog in1969 een begin gemaakt zal worden.Met het oog op de kwaliteitsbeheersing van het IJsselmeerwater is er in Oostelijk Flevolandeen aflaatwerk gemaakt, waardoor het mogelijk is water van de hoge afdeling van de polderaf te laten op de lage afdeling. In Zuidelijk Flevoland zal mogelijk te zijner tijd een soortgelijkkunstwerk nodig zijn.De bedoeling van deze kunstwerken is, dat de gelegenheid wordt geschapen om in periodenvan gering waterbezwaar al het overtollige water te laten uitslaan door de aan het Oostvaar-dersdiep gelegen gemalen. In zulke perioden bestaat het uitslagwater nl. vrijwel uitsluitenduit kwelwater en dit water heeft in het algemeen een hoog zoutgehalte en een laag zuurstof-gehalte. In natte perioden is het zodanig verdund door regenwater dat dit water zonderbezwaar op het IJsselmeer kan worden geloosd; in droge tijden is het onverdund en moet hetbij voorkeur naar elders worden afgevoerd.Cement XXI (1969) nr. 11 49014Bouwputten voor de Houtribsluizen aanhet noordelijke eind van hetOostvaardersdiep,op de achtergrond Lelystadfoto: B.Hofmeester/Rotterdam15Bouwput voor het sluizencomplexnabij Enkhuizen (achtergrond)en een gedeelte van de meerdijk van deMarkerwaardfoto: KLM Aerocarto/'s-GravenhageCement XXI (1969) nr. 1149116Droogvallende gronden in ZuidelijkFlevolandfoto: G.Timmler/LeidschendamDoor nu het water af te laten op de lage afdelingen in de westelijke gedeelten van de poldersen het daar uit te malen met de gemalen 'Wormian' en 'De Blocq van Kuffeler' op het Oost-vaardersdiep, kan het via het Umeer en het Noordzeekanaal naar de Noordzee worden afge-voerd. Daartoe is het uiteraard nodig dat het Oostvaardersdiep van het IJsselmeer wordtafgesloten.Om dit te kunnen bereiken wordt aan het noordelijke eind van het Oostvaardersdiep eensluizencomplex gebouwd (foto 14), bestaande uit schut- en spuisluizen, met een overbrug-ging voor een secundaire weg. Met de bouw van dit complex wordt in 1969 begonnen. Eenuitgebreide beschrijving hiervan wordt gegeven door ir.le Nobel.Om soortgelijke redenen moet ook het randmeer tussen de toekomstige Markerwaard en dekust van Noord-Holland van het IJsselmeer worden gescheiden. Daartoe wordt ook bijEnkhuizen een complex schut- en spuisluizen gebouwd {foto ?5); ook deze sluizen worden inhet artikel van ir.le Nobel beschreven.In de verdere toekomst zal er in en rondom de Markerwaard nog een groot aantal kunst-werken gerealiseerd moeten worden, zoals twee gemalen en toegangssluizen tot de polder,ten minste vijf overbruggingen van het westelijk randmeer, drie of vier kruisingen van het425 m brede Oostvaardersdiep, waarbij voorlopig wordt gedacht aan tunnels voorzover hetprimaire wegen betreft en beweegbare bruggen in verbindingen van lagere orde. Aan dezekruisingen behoeft uiteraard niet te worden gedacht v??r de Markerwaard is drooggemalen,ontwaterd en ontsloten en dat zal nog ten minste 10 jaar duren.Eveneens in de vrij verre toekomst liggen de kunstwerken die aan de afsluitdijk gemaaktmoeten worden, wanneer de reeds vermelde verhoging van deze dijk met enkele meters zalworden uitgevoerd. De bestaande weg, die thans wordt verdubbeld, zal dan komen te ver-vallen en een nieuwe weg zal ongeveer 40 m binnenwaarts aangelegd worden.Bij de spuisluizen zal een geheel nieuw trac? moeten worden gekozen dat met hogebruggen over de voorhavens van de schutsluizen geleid wordt.Uit een en ander moge blijken dat, ook na het in eerste instantie voltooien van de Zuiderzee-werken volgens het huidige plan, er nog zeker jarenlang grote werken in gewapend betonuitgevoerd zullen worden om de reeds gemaakte werken steeds beter aan te passen aan dete verwachten ontwikkelingen.Ik ben hiermee dan nog voorbijgegaan aan allerlei maatregelen ten behoeve van de water-voorziening, die mogelijkerwijs in de toekomst getroffen moeten worden en waarvoor grotekunstwerken nodig zullen zijn, alsook aan het aanleggen van een spoorbaan door de poldersmet alle daarbij behorende kunstwerken.Resumerend kan worden gezegd dat de toepassing van gewapend beton van het begin af aaneen belangrijk hulpmiddel /s geweest bij de uitvoering van de Zuiderzeewerken en dat het ernaar uitziet dat dit nog tot in lengte van ?aren het geval zal zijn.Cement XXI (1969) nr. 11 492
Reacties