Ontwerp en uitvoeringbij toepassing vanglijdende bekistingVoordracht op de 'Beiondag 1962'Scheveningen, 20 november 1962doorir. J. C. S ij d e r (Raadg. bureau ir. A. Aronsohn c.i.)INLEIDINGDe toepassing van glijdende bekisting bij de bouw van enigeradiotorens voor de P.T.T. in 19551), heeft de aandacht geves-tigd op de mogelijkheden van deze uitvoeringsmethode voorhet storten van verticale betonconstructies.Voordien was het 'glijden' in ons land voornamelijk beperktgebleven tot bouwwerken die bijzonder geschikt zijn voor hetgebruik van glijdende bekisting, namelijk de silo's.Thans worden behalve silo's ook liftschachten, schoorstenen,watertorens en woningen in Nederland gebouwd met behulpvan deze methode (foto's 1-7)2).Verscheidene bureaus en aannemingsbedrijven beschikken nuover ervaring en benodigd materieel, zodat deze werkwijze intoenemende mate wordt toegepast.Door de verkregen ervaring kan bij het ontwerp en de uit-voering rekening worden gehouden met de specifieke eisendie deze bouwmethode stelt.De toepassing van glijdende bekisting komt tegemoet aan eenaantal wensen die in de bouwwereld leven, onder meer:a. Invoering van materiaal- en arbeidbesparende methoden.(Bij de glijbouwmethode is de hoeveelheid bekisting gering;omvangrijke steigers kunnen veelal achterwege blijven) (foto 5].1) Zie bijv. 'Radiotorens in Noord-Brabant on Zeeland voor hei Staatsbe-drijf der P.T.T.' door Ir. H. J. Engel, Cernen! VII (1955) Nr. 11-12,blz. 261-270.2) Zie bijv. 'Suikersilo te Putlershoek' door ir. M. W i e r d a , Ccmenc XI(1959) Nr. 4, blz. 334-336, 'Betonnen kern van een 65 m hoog kantoor-gebouw' door ir. A. M. de Broekert en ir. N. Bosnia, CementXIII (1961) Nr. 6, blz. 334-337, en 'Uitvoering van een silogebouw aan deVlothaven te Amsterdam' door Ing. B. Weile, Cemeni XIII (1961) Nr. 12,b'z. 699-700.fofo 1. silocomplex C.H.V., Veghe/foto 2. e/evoforgebouw graanoverslagbednif, Amsterdamtoto 3. eerste toepassing van gl??bekist?ng in de Nederlandse woningbouw voor de Woningbouwvereniging 's-Gravenhage8 maart 1961 29 maart 1961 14 april 1961 lolo's: N.V. 096 Cement XV (1963) Nr. 2loto: K.L.M. AerocartoN.V. v. Waning & Co.foto 4. kantorengebouw 'Drakenburgh', Utrecht 'olo:R'ceS"ps fofo 5. houten bekisting radiotoren, Smilde [2 mei 1958)b. Beperking van de invloed van de weersomstandigheden. (Dekortdurende glijperiode betekent in ons klimaat doorgaans:doorwerken bij ongunstige weersomstandigheden. Indien na hetglijden het bouwwerk water- en winddicht wordt gemaakt, kanaan binnenvloeren enz. worden doorgewerkt).c. Verkorting von de bouwtijd (foto's 3, 5 en 6).In dit artikel zullen de eisen worden besproken, die gesteldmoeten worden aan het ontwerp en de uitvoering bi? toepas-sing van glijdende bekisting. Maar eerst zal in het kort de daar-bij gebruikelijke werkwijze uiteengezet worden.Bij de glijbouwmethode wordt betonspecie gestort in een be-kisting van 1,20 m hoogte. Deze specie komt ca. 6 uur na hetstorten als vers beton vrij van de bekisting doordat de laatst-genoemde telkens enkele centimeters langs het beton omhoogwordt geschoven ('gegleden'). Dit omhoogschuiven geschiedtmet korte tussenpozen (ca. 5 min.), waarbij de ontstane ruimteaan de bovenzijde steeds wordt gevuld met betonspecie (fig. 7).Ofschoon het verhardingsproces van het vrijkomende betonnog maar nauwelijks begonnen is, bestaat er toch reeds eenzodanige samenhang tussen de componenten, dat zonder bekis-ting een betonkolom van ca. 1 m hoogte kan worden gedragen.(Een dergelijke betonkolom veroorzaakt een druk van ca.i kg/cm2).Het verse beton moet echter zo min mogelijk worden belast.Daarom wordt het gehele gewicht van de werkvloer, met alleswat zich daarop bevindt, gedragen door stalen staven, de zgn.klimstaven, die rusten op beton dat al eerder is gestort enreeds voldoende sterkte bezit.Deze staven worden geplaatst in de te maken betonconstructie.Om elke klimstaaf wordt een vijzel geschoven, waaraan dezgn. kranshouten door middel van trekstangen worden opge-hangen. Op de kranshouten zijn de bekistingsdelen gespij-kerd. De trekstangen worden niet rechtstreeks aan de vijzelbevestigd, maar aan een houten of stalen bokconstructie, dietevens dient om de binnen- en buitenbekisting op de juisteonderlinge afstand te houden.In ons land worden bijna uitsluitend vijzels met hydraulischepompinstallatie gebruikt. De vijzels worden daarbij vanuit eencentraal punt bediend, terwijl de pompinstallatie op de werk-vloer staat. De vijzels bewegen zich langs de klimstaven om-hoog, waardoor de bekisting met alles wat zich daaraan be-vindt (dus ook de werkvloer met pompinstallatie) naar bovengaat.De klimbeweging van de vijzel is als volgt (fig. 8, biz. 98).Een vijzel bezit twee klauwen, die elk gevormd worden doortwee V-vormig ingesneden rollen met groeven. Deze rollenbezitten een excentrische as. Tussen de beide stellen klauwenbevindt zich een zuiger. Wanneer naar deze zuiger olie onderdruk wordt toegevoerd, dan beweegt de zuiger zich ten op-zichte van het huis van de vijzel naar beneden; vervolgensklemt de o n d e r s t e klauw zich om de klimstaaf, waardoorde neerwaartse beweging van de zuiger wordt verhinderd enhet huis van de vijzel met de daaraan bevestigde bekisting enwerkvloer dus omhooggaat.toto 6. de top is bereikt, radiotoren, Smilde (12 /uni ?958)fig. 7. glijbekisting, systeem 'Interconsult'Cement XV (1963) Nr. 297Als de oliedruk no een stijging van ca. 2,5 cm wordt weg-genomen, wil het huis van de vijzel zakken, maar door dezeneerwaartse beweging klemt de b o v e n s t e klauw zich vastom de klimstaaf. De zuiger wordt door de terugslagverenweer geheven, waardoor de onderklauw loslaat en de olieterugvloeit naar de tank. De vijzel is dan weer in de oorspron-kelijke toestand teruggebracht, alleen ca. 2,5 cm hoger.De normaal gebruikte vijzels heffen ongeveer 2,5 ton. De klim-staaf, waaraan de vijzelklauwen zich vastklemmen, zijn vanhoogwaardig staal 25 mm.Onder de vijzel is de klimstaaf omhuld door een pijp van ca.1,50 m lengte, die tijdens het glijden wordt meegetrokken, zo-dat een kanaal gevormd wordt waarin de klimstaaf staat.Hierdoor is het mogelijk om de klimstaven na het glijden teverwijderen en opnieuw te gebruiken.Rekening moet worden gehouden met de knik van de klim-staven, die daarom steeds voldoende door beton moeten wor-den gesteund.EISEN VOOR HET ONTWERPDe toepassing van glijdende bekisting kan worden overwogen,indien voldaan wordt aan een aantal eisen, onder meer:a. De kosten voor de glijdende bekisting zijn geringer danvoor een bekisting volgens andere uitvoeringsmethoden {ten-zij andere overwegingen van invloed zijn). De volgende puntenspelen hierbij een rol:foto 9. silocomplex 'Landbouwbelang', Wanssum1. de hoogte van het bouwwerk. Na het vervaardigen van eenglijdende bekisting kan binnen bepaalde grenzen iederegewenste hoogte gemaakt worden met slechts kosten voorde klimapparatuur en de bediening daarvan, echter zonderbijkomende bekistingskosten.2. de vorm van de doorsnede. De bekisting voor een inge-wikkelde doorsnede behoeft met een glijdende bekistingslechts eenmaal te worden vervaardigd.3. de omvang van het werk. Evenals bij montagebouw zal re-petitie kostenverlagend kunnen zijn (foto 9).b. De opvolgende horizontale doorsneden moeten volkomenidentiek zijn. Het is mogelijk om voorzieningen te treffen teneinde plaatselijke afwijkingen van deze eis later, dus n? hetglijden, te realiseren. Een voorbeeld hiervan is een console,waarvan de wapening tijdens het passeren van de glijdendebekisting binnen de wand wordt Opgeborgen' en daarna weeruitgebogen (fig. 10). Ook kan een wand op een bepaalde hoogteworden be?indigd, terwijl de overige wanden verder wordenopgebouwd.Zijn de opvolgende doorsneden niet aan elkaar gelijk, donkunnen veranderingen in de vorm normaal worden bekist, zo-als is gebeurd bij de telefonietoren te Maastricht. De door-snede van deze toren op maaiveld was een vierkant, op 50 mhoogte echter een onregelmatige achthoek (verkregen door dehoeken af te schuinen). Deze hoeken zijn tijdens het glijdengemaakt met een niet-meeglijdende bekisting.Ook het aanbrengen van in te betonneren artikelen over eengroot deel van de hoogte, vereist een niet-meeglijdende be-kisting, zoals bij voorbeeld bij het opnemen van conussenvoor horizontale voorspanning (foto 11).Profilering van de horizontale doorsnede van het bouwwerkis goed mogelijk, maar van de verticale doorsnede echtermoeilijk uitvoerbaar (foto 12).Bij voorkeur worden eventuele sparingen tussen de bokkenaangebracht (foto 13); de werkruimte onder deze bokken islig. 10. naar binnen gebogen staven98 Cement XV (1963) Nr, 2oto:
Reacties