ir.A.RipStichting Bouwresearch, Rotterdam Kostenconsequenties vanbesteksbepalingen inzaketoegelaten maatafwijkingen'Veel opdrachtgevers bleken de normen voor maattoleranties niet of nauwelijks te kennen. E?nhaalde zelfs de begrippen maatafwijking en maattolerantie door elkaar. Weer anderen was nietbekend dat de grootte van de toelaatbare afwijking afhangt van de maatafstand.'Bovenstaand citaat uit een recente studie van Drees en Scheidier*, uitgevoerd in opdracht vanhet Gouvernement van de Bondsrepubliek, geeft al enigszins aan dat na bijna 10 jaar DIN-normen op het gebied van maattoleranties het begrip maatkwaliteit ook bij de Duitsers nog geenbekende klank heeft.Genoemde auteurs kregen opdracht om na te gaan welke maatnauwkeurigheid bij ter plaatsegestorte betonskeletten bij de gebruikelijke uitvoering optrad.Vervolgens is een onderzoek ingesteld naar de meerkosten van de ruwbouw als de maatnauw-keurigheid 1 of 2 klassen zou worden opgevoerd. Vervolgens werden deze meerkosten afge-wogen tegen de besparingen die bij de afbouw en de installaties verkregen zouden worden alsgevolg van lagere passchade, mogelijkheden voor verdergaande prefabricage enz. Het mate-riaal hiervoor werd bij een aantal uiteenlopende bedrijven verzameld door middel van enqu?tesen interviews, terwijl verder een uitvoerige literatuurstudie werd verricht.De resultaten van deze afweging waren zeer overtuigend. Om bij voorbeeld bij een meetlengtevan 4 m een maatafwijking in het betonskelet van + of - 20 mm terug te schroeven naar + of- 15 mm, betekende een kostenverhoging van de ruwbouw die drie maal zo hoog was als debesparingen die daarmee in de afbouw bereikt konden worden.De boodschap is duidelijk. Het heeft uit economisch oogpunt geen zin om de algemeen gebruik-te technieken van normaal en vakkundig uitzetten en bekisten van betonskeletten te gaan ver-anderen. Afbouwaannemers zijn, door ervaring wijs geworden, met hun constructies voldoendeingeschoten om het passingsprobleem aan te kunnen.Drees en Scheidier constateren dat de tolerantie-eisen die in de diverse DIN-normen zijn vast-gelegd, zo zwaar zijn dat in de praktijk de laagste klasse met normale middelen al niet eensgehaald kan worden, laat staan de twee daaropvolgende klassen. De inhoud van de norm isderhalve volstrekt onrealistisch en - zoals uit het onderzoekresultaat blijkt - geforceerde toe-passing ervan oneconomisch.Het van toepassing verklaren van de DIN-normen voor maattoleranties komt in de Bonds-republiek desondanks nog veel voor. Gebleken is echter dat nameten in de praktijk slechts bijuitzondering gebeurt en wel in die gevallen, waarbij een afbouwaannemer een meerwerk-rekening indient omdat de maatafwijkingen in het skelet hem te gortig zijn geworden. Als regelzijn de diverse afbouwaannemers op grond van hun ervaring namelijk wel zo wijs om op aan-zienlijk grotere maatafwijkingen te rekenen dan de norm aangeeft.Het bovenstaande betekent allerminst dat Drees en Scheidier het opnemen van een maat-tolerantie-overeenkomst in het ruwbouwbestek nutteloos achten. Hiertoe zullen naar hunmening echter allereerst de DIN-normen aangepast moeten worden.Onderstaand volgt een deel van hun aan de realiteit aangepast voorstel voor ter plaatsegestorte betonskeletten.Tabel 1Aangepast voorstel van Drees en Scheidiervoor toleranties bij ter plaatse gestort beton* Drees,G. en Scheidler.A., 'Wirtschaftlich-keit von Toleranzvereinbarungen'; For-schungsbericht F.1473, IRB-Stuttgart.nauwkeurigheidsklasse maatafwijkingen in mm bij een afstand tussen de meetpuntenvantot 4 m tot 10 m tot 25 m tot 50 m tot 100 mA (normaal) ?20 ?20 ?25 ?30 ?40B (extra) ? 15 ? 15 ?20 ?25 ?30Omdat altijd uitschieters mogelijk zijn, is het volgens de auteurs verstandig te eisen datminstens 95% van de maten aan de toleranties van de ge?iste nauwkeurigheidsgroep voldoet.De resterende 5% van de maten mag ? 5 mm meer afwijken.Cement XXX (1978) nr. 11 533Het is van groot belang dat bij het ontwerpen van verbindingen en ontmoetingen tussen afbouwen bestek re?el met de te verwachten maatafwijkingen rekening wordt gehouden. De onder-zoekers bepleiten dan ook dat voorafgaand aan de werktekeningen een technische toelichtingaan alle participanten wordt verstrekt. Zij zien als ideaal dat tevoren ook duidelijk vastgelegd is(met name zal dit voor de nauwkeurigheidsklasse gelden) welke uitzet- en controlemethodentoegepast zullen worden. Met name de controlemethode zou, strikt genomen, aan de norm ge-koppeld moeten zijn.Tot slot iets over de situatie in Nederland.In deel van de VB 1974 zijn bij wijze van richtlijn maattoleranties voor ter plaatse gestort betonopgenomen.Tabel 2Maattoleranties voor ter plaatse gestortbeton volgens de VB 1974, deelvoorgeschreven afstand van het betonoppervlak tot deuitgezette stramien- c.q. hulplijn in mm? 2in mm200 6400 7600 8800 91000 111500 132000 153000 185000 22Daarnaast zijn de afgelopen jaren reeksen nametingen aan de meest uiteenlopende soortenbetonwerken uitgevoerd. Een neerslag daarvan is te vinden in het SBR-rappport B9-3 'Maat-afwijkingen bij gebruik van geprefabriceerde onderdelen'.Tabel 3In de praktijk vastgestelde onnauwkeurig-heden bij ter plaatse gestort betonprodukt eigenschap di-men-siegebiedI 25%gebiedII 75%max. ge-consta-teerde syste- herkomstmatische metingenafwij- ---------------------king buitenl. ned.dikte mm ?3 ?8 ? 12 *onloodheid mm/m 1.6 3.5 4.2 *kromming mm/m 0.6 2 3.2 *kolomafstand mm ? 10 ? 14 ?24 *wanden dikte mm ? 5 ? 11 ? 12onloodheid mm/m 2.2 3.7 9.8 *kromming mm/m 0.7 0.8 1.0 *scheluwte mm/m20.4 0.8 1.0 *wandafstand mm ?8 ? 16 ? 18 *vloeren dikte1) mm ? 10 ? 17 ?32 *vloerafstandhelling dwars-mm ? 11 ? 19.5 ?22.3 + 3.5richtinghelling inmm/m 0.9 1.7 3.6langsrichting mm/m 1.4 2.5 3.71) De gemeten dikte heeft betrekking op de vloer + de dekvloer.Het valt vaak niet mee om aan de eisen tevoldoen. . .Cement XXX (1978) nr. 11 534Voor een horizontale meetlengte in de orde van grootte van 4 m is er tussen het aanpassings-voorstel Drees & Scheidier, tabel 3 van de VB 74, deel en Tabel III SBR-rapport B9-3 eenredelijke overeenkomst te constateren. Bij DIN 18202 is de laagste klasse met extra moeitehaalbaar, de klassen a en c zijn een volstrekte utopie.horizontale meetlengte 4.- m tolerantie in mmuit: DIN 18202 blatt 4 tabel 1 klasse Aklasse Bklasse C? 10? 5? 3uit: Aanpassingsvoorstel Drees enScheidier voor DIN 18202klasse Dklasse E95% ? 2095% ? 155% ? 255% ? 20uit: tabel 3 VB -74 deel (richtlijn) ? 20Tabel 4uit: tabel III SBR B9-3kolomafstand (niet nader aangegeven)Gebied I 25%? 10Gebied II Max. geconst 75% ?14 ?24Een belangrijk punt is verder dat het aanpassingsvoorstel van Drees en Scheidier begint eenbasis-maattolerantie te eisen bij horizontale meetafstanden vanaf 4 m. Dit moet inhouden datdeze auteurs de veel nauwere toleranties bij meetafstanden zoals de VB-74 dat adviseert, nietre?el achten, althans niet met de gangbare technieken.Aangehaald wordt een praktijkvoorbeeld van ter plaatse gestorte kolommen h.o.h. 2 m, waarbijde afwijkingen van de hartlijnafstanden van -36 mm tot +32 mm varieerden en een onloodheidvan maximaal 21 mm optrad. Aangezien de eis ? 10 mm was, ging de aannemer over op prefab,waarbij deze tolerantie wel te halen was maar aanzienlijk duurder was.De strekking van het hier besproken rapport zal voor de opstellers van de richtlijnen voor toe-laatbare maatafwijkingen uit de VB-74 opnieuw een aansporing moeten zijn om zich te beradenover de gewenste vorm van een toekomstig voorschrift. Parallel hierin zullen regels opgesteldmoeten worden voor een standaardtoetsingsprocedure. Zonder dat heeft een tolerantie-eiseigenlijk geen zin.Literatuur1. DIN 18201,(Juni 1974), 'Masstoleranzen im Bauwesen'; Begriffe, Grundz?tze, Anwendung, Pr?fung2. DIN 18202,'Masstoleranzen im Hochbau';Blatt 1 (M?rz 1969), Zul?ssige Abmasse f?r die Bauausf?hrung, Wand- und Decken?ff-nungen, Nischen, Geschoss- und Podesth?henBlatt2 (Vornorm Juni 1974), Ebenheitstoleranzen f?r die Oberfl?chen von W?nden, Decken-unterseiten und BauteilenBlatt 3 (Vornorm Sept. 1970), Toleranzen f?r die Ebenheit der Oberfl?chen von Rohdecken,Estrichen und Bodenbel?genBlatt 4 (Juni 1974), Abmasse f?r BauwerksabmessungenTeil 5 (Entwurf Aug. 1977), Ebenheitstoleranzen f?r Fl?chen von Decken und W?nden3. DIN 18203'Masstoleranzen im Hochbau';Blatt 1 (Juni 1974), Vorgefertigte Teile aus Beton und StahlbetonTeil 2 (Entwurf Juni 1977), Vorgefertigte Teile aus StahlCement XXX (1978) nr. 11 535
Reacties