onderhavige geval het goedkopere langsventilatiesysteem toe tepassen, zoals dat reeds met succes bij de L?mmerbuckeltunnelin de autosnelweg Ulm-Stuttgart is geschied.Omdat bij dit systeem van ventileren de verse lucht in langsrich-ting door de tunnelkokers wordt geblazen, zijn er hierbij geenspeciale ventilatiekanalen nodig, terwijl het aantal zuiginstallatlesbeperkt kan worden.Bovendien kan de constructie van de ventilatiegebouwen belang-rijk vereenvoudigd worden, omdat de ventilatietorens niet zohoog behoeven te zijn, op voorwaarde dat de ventilatiegebouwenzo ver van de tunnelmond verwijderd zijn, dat de daardoor afge-voerde lucht niet weer door de ventilatietorens aangezogen kanworden.Bij een toelaatbaar CO-gehalte van 0,02% en een verkeersdicht-heid van maximaal 2 000 voertuigen per uur, zal de benodigdehoeveelheid verse lucht ongeveer 800 000 m3per uur bedragen.Aan beide einden van het gesloten tunnelgedeelte, op ca. 50 m vande tunnelmond, zijn op het gewelfde tunneldek ventilatiegebou-wen geplaatst (fig. 9, blz. 207). Daarin worden voor elke tunnel-koker drie schroefventilatoren aangebracht, die elk een capaciteitvan ca. 47 m3per seconde bezitten. De verse lucht, die via ventila-tietorens wordt aangezogen, wordt door ringvormig geplaatstemondstukken, waarvan de doorvoeropeningen verstelbaar zijn,onder een kleine hoek in de tunnelkokers geblazen, waarbij desnelheid van de luchtstroom tot 25 m/sec opgevoerd kan worden.Als gevolg van de ejectie-werking van deze luchtstroom wordtbovendien ca. 80 m3verse lucht per seconde via de tunnelmondaangezogen. Daar de tussenwand ter plaatse van de rooster-werken verlengd is, en bovendien hoger gemaakt, wordt het aan-zuigen van verontreinigde lucht uit de andere tunnel voorkomen.Uit ervaringen bij andere tunnels en uit metingen bij de Velser-Kantoorgebouw voor 'BP Belgium S.A.'te AntwerpenAan dejan van Rijswijklaan te Antwerpen is men enige maandengeleden begonnen met de bouw van een ruim 50 m hoog kantoor-gebouw, dat bestemd is voor 'BP Belgium S.A.' (Britisch Petro-leum Cy Ltd.).Dit gebouw, dat ontworpen is door de architecten Stynen, DeMeyer en Reusens, krijgt boven een doosvormige onderbouw,twaalf verdiepingen, waarvan de vloeren door middel van stalenkabels worden opgehangen aan een centraal geplaatste, dubbelekern van gewapend beton, waarin onder meer de liftkokerstunnel is gebleken, dat bij normaal verkeer de lucht voldoendeververst wordt door de 'zuigende' werking van de passerendevoertuigen, zodat kunstmatige ventilatie waarschijnlijk alleennodig zal zijn tijdens spitsuren of in het uitzonderingsgeval, dat ineen tunnelkoker tweerichtingsverkeer wordt toegelaten, of ingevallen van ongunstige windinvloeden.In de genoemde ventilatiegebouwen worden niet alleen de elek-trische installaties ondergebracht, maar ook de bedienings-, con-trole- en verkeerssignaalapparatuur, die volgens de nieuwste in-zichten worden ingericht, zodat het met zeer weinig personeelmogelijk zal zijn om het verkeer in de gehele tunnel veilig teregelen.Riolering en bemalingIn de open afritten wordt het regenwater via afwateringsgoten,die langs ??n kant van elke, enigszins onder verkanting liggenderijbaan zijn gelegd, afgevoerd naar een bassin, dat zich nabij detunnelmond bevindt. Bij de tunnelmond is voorts over de gehelerijbaanbreedte een afwateringsrooster aangebracht, waarmeegrote hoeveelheden neerslag kunnen worden opgevangen ?n viaeen zandbezinkbassin (50 m3) naar een waterbassin met een inhoudvan ca. 200 m3gevoerd.Door de aanwezigheid van drie pompinstallaties, die gelijkmatigen automatisch ingeschakeld worden en die elk een capaciteit van3 m3per minuut bezitten, kan dit bassin een hoeveelheid neerslag,overeenkomende met 40 mm regen in 15 minuten, verwerken.In het gesloten tunnelgedeelte komt het schoonmaak- en lek-water via draineertegels in een onder de tussenwand gelegenkanaal, dat het water naar een in het midden van de tunnel gelegenbassin (9 m3) voert, van waaruit drie pompen, die elk een capaci-teit van 0,66 m3/min bezitten, het water naar het nabij de tunnel-mond gelegen grote bassin terugpompen.worden ondergebracht.De centrale kern, die de 'ruggegraat' van het gebouw zal vormen,wordt geplaatst op een ca. 1 m dikke funderingsplaat, die ca.6 m onder het maaiveld komt te liggen.Voor het bevestigen van de hangkabels wordt de centrale kernaan de bovenzijde voorzien van een aantal uitkragende liggers.De figuur (links) toont het schema van de constructie, terwijl defoto (rechts) van de maquette een indruk van het in 1962 te vol-tooien gebouw geeft.De afmetingen van dit bouwwerk, waarin 500 mensen werkzaamzullen zijn, werden gebaseerd op het door Le Corbusier ont-wikkelde 'modulor' systeem.208 Cement 13 (1961) Nr. 4
Reacties