Internationaal Congresover Licht Beton te LondenU.D.C. 061.3(100):624.012.4:666.973.003Internationaal Congres over constructieve en economische aspecten van licht beton1Het nieuwe Royal Lancaster Hotel, waarhet congres werd qehoudenDe grote belangstelling die er in de geheleinternationale bouwwereld bestaat voor hetmateriaal licht beton en in het bijzonder voorhet zich de laatste jaren snel ontwikkelendelichte constructiebeton, blijkt duidelijk uit dezeer grote toeloop naar het congres te Lon-den, dat werd gehouden van 27 t/m 29 mei j.l.Het aantal van 600 deelnemers uit ongeveer30 landen moet voor dit deelgebied van debetonbouw toch wel als uitzonderlijk hoogworden beschouwd. De verdeling van dedeelnemers over de verschillende landen,zag er, om een gedeelte te noemen, als volgtuit:Engeland 267; Frankrijk 34; Duitsland 57;Nederland 34; Skandinavische landen 37;landen achter het IJzeren Gordijn 32.Hieruit blijkt wel de grote belangstelling vande Oost-Europese landen en het uitstekendefiguur dat Nederland, althans als belangstel-lend land, slaat.Het congres werd georganiseerd door deEngelse 'Concrete Society', in samenwerkingmet het C.E.B. (Comit? Europ?en du B?-ton), C.I.B. (Conseil International du B?ti-ment), F.I.P. (F?d?ration Internationale de laPr?contrainte) en de R.I.L.E.M. (R?union In-ternationale des Laboratoires d'Essais et deRecherches sur les Mat?riaux et les Con-structions).Zoals bekend, wordt al het administratieveen organisatorische werk van de ConcreteSociety gedaan door de 'Cement and Con-crete Association'. Zo was ook de uitsteken-de organisatie van dit congres in deze han-den, onder leiding van de actieve secretarisGerald E. Young. Het congres werd gehou-den in de grote vergaderzaal van het nieuwe,in beton opgetrokken Royal Lancaster Hotel;waarvan de accommodatie voldoende, dochvooral wat de zo belangrijke 'wandelgangen'betreft, niet ideaal genoemd kan worden.De offici?le opening geschiedde door deMinister of Public Building and Works, Mr.Rt. Hon. R. J. Mellish M. P., die er in zijnwelkomstwoord zijn voldoening over uitsprakdat de technische wetenschap niet gehinderdwordt door politieke grenzen en dat het mo-gelijk blijkt over de problemen van de beton-techniek elkaar geheel vrij te informeren. DeMinister wees erop dat in sommige delen vanEngeland binnen niet al te lange tijd een te-kort zal ontstaan aan natuurlijke toeslagma-terialen, zoals die gebruikt worden voor nor-maal beton. De ontwikkeling van materialendie een alternatief bieden, achtte hij daaromvan groot belang, vooral als het gaat omtoeslagmaterialen die vervaardigd wordenvan industri?le afvalproducten.Na een welkomstwoord van de President vande 'Concrete Society', de Director of High-ways and Transportations Greater LondonCouncil, Mr.P.E.Stott, konden de werkzittin-gen een aanvang nemen.Er waren 3 werkzittingen:Session A, gewijd aan 'Lichte toeslagmate-rialen en licht-betonspecie met betrekkingtot de bereiding en verwerking ervan opbouwwerken en in fabrieken';Session, behandelend 'Verhard gasbetonen beton met lichte toeslagmaterialen';Session C, waarin 'Toepassingsmogelijkhe-den, economische aspecten en voorschriften'werden besproken.Voor session A waren 5 bijdragen, voor ses-sion 6 en voor session C 10 bijdragen uit-gebracht, die ter zitting door de samenstel-iers werden toegelicht in speeches van 12minuten. Het was de bedoeling dat aan heteind van deze toelichting een spontane dis-cussie zou ontstaan over de inhoud van debijdragen. De eerste zittingsdag wilde dezediscussie echter niet op gang komen. Moei-lijkheden met de microfoons, de vertalingen wellicht ook een te geringe stimulansvan achter de bestuurstafel, waren de oor-zaken. De tweede dag ging dit iets beter.Na deze dus zeer weinig tijd in beslag ne-mende discussies, was er gelegenheid voor'aangemelde' sprekers om maximaal 7 minu-ten te spreken over het betreffende onder-werp. Daarvoor bleek een zeer grote belang-stelling te bestaan, waaraan zonder enigebeperking werd voldaan. Een lange rij van15 ? 20 sprekers voor elke zitting leidde er-toe, dat het congres de eerste dag waaropde sessions A en B plaats vonden, ruim 40sprekers moest aanhoren, en dit is zelfsvoor een zo interessant onderwerp als lichtbeton te veel.Ondanks deze overstelpende hoeveelheidbijdragen zal de lezer van Cement toch degelegenheid krijgen zich zo goed mogelijkeen beeld te vormen van de behandelde stof,dank zij de medewerking van de grote Ne-Cement XX (1968) nr. 7 2812De Minister of Public Buildings andWorks, Mr.R.J.Mellish MP. werd begroetdoor de President van de 'ConcreteSociety', MrP.F.Stott3Grote vergaderzaal van het Royal Lan-caster Hotel, tijdens de offici?le openingderlandse delegatie. V??r het congres na-melijk, zijn de deelnemers op initiatief vanir.A.J.Chr.Dekker en ir.P.Warmenhoven bij-eengekomen, met het doel een zo effici?ntmogelijke rapportering over dit zo belang-rijke congres te bewerkstelligen. Voor elkcongres-onderwerp zijn teams gevormd dieop een daartoe door de Betonvereniging teorganiseren studiedag over de diverse on-derwerpen zullen rapporteren en daaraan na-beschouwingen zullen wijden. Hierover zul-len te zijner tijd volledige verslagen in Ce-ment worden gepubliceerd. In dit verslag zalvolstaan worden met een korte opsommingvan de belangrijkste thema's die aange-sneden werden, alsmede met enkele opmer-kingen die voor Nederlandse omstandighe-den van belang kunnen zijn.Session ABereiding en verwerking van lichte toeslag-materialen en licht-betonspecie op bouw-4Australia Square Tower te Sydney(183 m), een hoogterecord voor dat landwerken en in fabrieken.Voorzitter: J.C.Weston.P.P.Budnikov, M.P.EIinzon en I.A.Yakub;eerstgenoemde professor en de beide laat-sten assistenten aan de Universiteit vanMoskou, behandelden de voornaamste soor-ten lichte toeslagmaterialen die in Rus-land worden toegepast. Dit zijn Keramzite,een ge?xpandeerde kleisoort, Agloporite, ge-sinterde leisteen, geschuimde slak en ge-schuimde Perlite. Een indruk van de eigen-schappen van deze materialen verkrijgt menuit de gegevens van tabel I.Budnikov besprak verder diverse eigen-schappen van betonsoorten die met boven-genoemde toeslagmaterialen worden ver-vaardigd, zoals de vochtabsorptie van hettoeslagmateriaal, de dichtheid van het er-mee vervaardigde licht beton, de corrosie-beschermende invloeden, vorstbestendigheid,sterkte, enz. Merkwaardig zijn de aanwijzin-gen van de korrelvorm van lichte toeslag-materialen. Onderzoekingen door het Rus-sische Instituut voor research op ge?xpan-deerde klei hebben uitgewezen dat de ver-houding tussen de maximum en minimum af-meting van een korrel, uitgedrukt in de zo-genaamde vormfactor, bij ge?xpandeerdeklei niet groter mag zijn dan 11/2. Bij eengrotere waarde van de vormfactor zou desterkte ongunstig worden be?nvloed.De Australi?r W.P.Brown besprak de doorzijn landgenoot W.G.Ryan ingediende bijdra-ge. Ryan is hoofdingenieur van de ReadyMixed Concrete ltd. in Australi?. Hij gaf eenoverzicht van de ?n de gebieden rond Mel-bourne en Sidney toegepaste toeslagmate-rialen, in beide gevallen ge?xpandeerde lei-steen. Daarbij bracht hij de verschillen in degrondstoffen in verband met hun eigenschap-pen. In tegenstelling tot vele andere landen,waaronder momenteel ook nog Nederland,waar licht beton hoofdzakelijk wordt toege-past voor geprefabriceerde, in een fabriekvervaardigde elementen, wordt licht beton inAustrali? reeds veel gebruikt voor ter plaatsegestorte betonconstructies, waarbij de mor-tel wordt geleverd door de betonmortel in-dustrie. Ryan vermeldde dat in het beginmoeilijkheden waren ondervonden bij hetmengen van licht-betonmortel in truckmixers.Door het aanbrengen van bepaalde verbete-ringen schijnen deze problemen inmiddels tezijn overwonnen. Opmerkelijk is ook zijn uit-spraak dat het vervaardigen van licht-beton-mortel een veel intensiever bedrijfscontrolevereist, wat zelfs een prijsverhogende in-vloed op het product zou uitoefenen. De inAustrali? gebruikte kwaliteiten zijn vermeldin tabel II.Verder deelde Ryan nog mee dat bijv. vooreen betonkwaliteit van 210 kgf/cm2de kost-prijs van licht beton ca. 20% hoger ligt danbij het gebruik van conventionele toeslag-materialen.De heer J.Stigter, van origine een Nederlan-der, verbonden aan het aannemersbedrijfdat de bekende 'Australia Square Tower' inSydney heeft gebouwd, vertoonde als toe-lichting op Ryans' bijdrage enkele dia's overCement XX (1968) nr. 7 282Tabel IEigenschappen van fabriekmatig vervaar-digde toeslagmaterialen in de USSREigenschappen Keramzite(ge?xpan-deerde klei)Agloporite(gesinterdeleisteen enz.)geschuimdeslakge?xpandeer-de perliteVolumegewicht (kg/m3) voorde fracties:5-10 mm 330 - 850 540 - 750 560 - 850 360 - 39010-20 mm 225-715 450 - 650 500 - 750 410-47020-40 mm 185-635 370-610 475-610 410-470Volumegewicht van gebrokenfijn materiaal (kg/m3)430-1270 750 - 900 690-1130 340 - 560Volume aan holle ruimtenin gebroken toeslagmateriaalvoor de fracties:5-10 mm 40-49 50-54 52-56 43-4810-20 mm 41 -47 48-56 56-57 48-52Volumegewicht van de afzon-derlijke deeltjes (kg/m3)voor de fracties:5-10 mm 580-1540 1300-1690 1475-1720 490 - 69010-20 mm 400-1240 1040-1330 1360-1510 780 - 97020-40 mm 320-1400 ? 1300-1510 ?Waterabsorptie (%) voor defractie:10-20 mm 8-31 15-34 13-31 23-30Soortelijk gewicht 2,04 - 2,65 2,34 - 2,63 2,75 - 2,96 2,21Sterkte bij samendrukking ineen cilinder (kgf/cm2) voorde fracties:5-10 mm 18-100 7-15 9-27 8-1210-20 mm ? 5-15 6-12 7-12,5Tabel IIEigenschappen van licht beton in Australi?Sydney MelbourneEigenschappen Ontwerpsterkte in kgf/cm2210 245 350 175 210 280SamenstellingCementgehalte (kgf/m3) 300 335 410 285 320 390Licht toeslagmateriaal (m3) 0,65 0,65 0,65 0,51 0,545 0,575Hulpstof ja ja ja neen neen neenVerse betonspecieVolumegewicht (kg/m3) 1840 1840 1860 1710 1720 1750Zetmaat (cm) 8 8 8 9 5 4Verhard betonDroog gewicht (kg/m3) 1840 1840 1860 1710 1720 1750Druksterkten in kgf/cm23 dagen 150 154 259 ? ? ?gemeten op cilinders, 7 dagen 175 230 330 182 238 300diameter 15,2 cm na: 28 dagen 280 308 385 231 294 35090 dagen 294 322 420 ? ? ?Splijtproef (kgf/cm2) 7 dagen 0,018 0,021 0,030 - - -gemeten na: 28 dagen 0,022 0,026 0,033 0,022 0,024 0,02690 dagen 0,027 0,026 0,034 ? ? ?Buigtreksterkte (kgf/cm2)7 dagen (nat) 0,035 0,043 0,045 ? 0,028* ?28 dagen (droog) 0,031 0,034 0,039 0,029 0,038 0,043Droge krimp 7 dagen 0,015 0,017 0,017 0,039* ? ?14 dagen 0,028 0,028 0,025 0,050 ? ?21 dagen 0,035 0,034 0,034 0,055 0,041 ?28 dagen 0,039 0,037 0,038 0,056 ? ?Modulus van Young(elasticiteitsmodulus) X 10-65,85 6,3 6,9 6,6 5,0 7,4* Niet gestandaardiseerd proefstuk 5,1 X 5,1 X 28,6 cm werd gebruiktCement XX (1968) nr. 7 2835Marina City, Chicago (180 m)dit merkwaardige, geheel in licht-constructie-beton uitgevoerde gebouw. Als bijzonderheidvermeldde hij dat de door een betonmortel-bedrijf geleverde licht-betonmortel in som-mige gevallen 11 transportfasen moest door-maken. Dit bleek echter niet te leiden totontmengingsverschijnselen.Mr.Bruce Bennett van de Noord-Amerikaanse'Portland Cement Association', lichtte de bij-drage van zijn collega J.A.Hanson toe endeelde mee dat in de Verenigde Staten dejaarlijkse productie van licht beton rond de3 miljoen m3bedraagt, wat 30 tot 40% be-tekent van de totale productie van licht be-ton, waar de zeer omvangrijke blokkenfabri-cage is inbegrepen. De meest gebruiktesoorten toeslagmaterialen zijn ge?xpandeer-de klei, leisteen en 'slates' (een zachte lei-steen), vervaardigd in draaiovens; ge?xpan-deerde klei en leisteensoorten vervaardigdop sinterroosters; geschuimde slak, gefabri-ceerd volgens de methode van waterinjectieen gepalletteerde en daarna gesinterde vlieg-asproducten.Hanson wijdde in zijn bijdrage een interes-sante beschouwing aan de absorptie-eigen-schappen van lichte toeslagmaterialen. Uitproeven heeft hij gevonden dat voorbevoch-tigde, lichte toeslagmaterialen, die daarnagedurende 1 uur werden ondergedompeld inwater, in bepaalde gevallen in totaal de dub-bele hoeveelheid water kunnen bevatten dandezelfde toeslagmaterialen die in niet voor-bevochtigde toestand aan deze proef werdenonderworpen. Dit wordt veroorzaakt dooringesloten lucht in de capillairen van de kor-rels, die bij de onderdompelingsproef nietkan ontwijken. Dit verschijnsel heeft onge-twijfeld zijn consequenties voor toeslagma-Cement XX (1968) nr. 7terialen die slechts kort voor het gebruikworden bevochtigd. Hij beschrijft voorts eenaantrekkelijke methodiek om de moeilijkhe-den te ontwijken die bij het berekenen vande mengselsamenstelling ontstaan, in ver-band met het wisselende, onbekende absor-berende vochtgehalte van de lichte toeslag-materialen. Hij voert daarvoor de zogenaam-de specific grafity factor in, die voor diverselichte toeslagmaterialen vooraf in het labora-torium bepaald kan worden. Met behulp vandeze factor kan het door het lichte toeslag-materiaal ingenomen absolute volume bere-kend worden, waarna de mengselberekeningverloopt als bij normale betonmengsels.J.D.LIewellin, lid van een ingenieursbureauin Essex, besprak de diverse eigenschappenvan licht-betonspecie uit het oogpunt vanhet gedrag ervan bij verwerking op de bouw-plaats, zoals de vervaardiging op betonmor-telcentrales, eventuele verpompbaarheid, deverdichting, enz. Hij stelt onder meer dat uitervaring is gebleken dat bij licht beton tengevolge van de hydratatie van het cementhogere temperatuurpieken zouden kunnenontstaan dan bij normale betonmortel. Dit zouenerzijds een gevolg zijn van het hogere ce-mentgehalte dat meestal noodzakelijk is, an-derzijds van de geringere dichtheid van hettoeslagmateriaal met dus een hoger warmte-isolerend vermogen, waardoor een groterehoeveelheid hydratatiewarmte per volume-eenheid tot een hogere temperatuur van deverhardende specie leidt.D.C.Teychenne, hoofd van de Betonafdelingvan het Building Research Station, gaf eenoverzicht van in Engeland gebruikelijke soor-ten lichte toeslagmaterialen. Dit zijn: sintelsvan elektrische centrales, uitsluitend toege-past voor de blokkenfabricage; geschuimdeslak; 2 types ge?xpandeerde klei, namelijkAglite en Leca; gesinterde vliegas merkLytag en ge?xpandeerde 'Slate', merk Sollte.Hij beschrijft verder hoe men uitgaande vande in Engeland meestal toegepaste 'mixeddesign-methode' voor normale betonmeng-sels, welke methode gebaseerd is op de be-kende Road Note nr. 4, op overeenkomstigewijze met behulp van grafieken de samen-stelling van een licht betonmengsel kan ont-werpen. Hij sprak daarbij niet over de moei-lijkheid hoe men de totale water-cement-factor moet vertalen in een toe te voegenhoeveelheid mengwater. De hoeveelheid ge-absorbeerd water is namelijk onbekend.Overigens is een dergelijke methode alleendan bruikbaar, als de eigenschappen van detoegepaste toeslagmaterialen en de daarvante vervaardigen betonsoorten vooraf uitge-breid in het laboratorium zijn onderzocht ende resultaten zijn verwerkt in grafieken. Eendergelijke receptuur is daardoor moeilijk ver-taalbaar voor Nederlandse omstandigheden.De Tsjechische professor Ivanov nam eenduidelijk standpunt in wat betreft de contro-verse tussen vele sprekers over de vraag oflichte toeslagmaterialen wel of niet een in-tensieve voorbevochtiging nodig hebben.Voorbevochtigen leidt tot een belangrijk ho-ger watergehalte en dit is volgens hem na-delig voor de sterkte-eigenschappen van be-284ton, omdat er tijdens de verharding vocht-transport plaats vindt uit de korrel in de ce-mentpasta, die de aanhechting benadeelt.Vele sprekers bleken goede ervaringen tehebben met de toepassing van luchtbelvor-mers in licht-betonspecie, hoewel men nietinging op de wijze waarop men het lucht-gehalte moet bepalen bij poreuze toeslag-materialen.SessionVerhard gasbeton en beton met lichte toe-slagmaterialenVoorzitter: A.R.CollinsDeze zitting, waarin het verharde materiaalwerd behandeld, gaf de gelegenheid aanmeerdere sprekers om de toepassingsmoge-lijkheden van diverse, al bijna traditioneelgeworden gasbetonsoorten, zoals Siporex,Ytong e.d., in het daglicht te stellen.De Zweedse architect I. Wennstr?m besprakde toepassing van dergelijke materialen inde elementen-woningbouw, waarbij voor- ennadelen van verschillende constructiedetailsaan de orde kwamen.O. Edlind, eveneens een Zweed, gaf cijfersbetreffende diverse eigenschappen zoalsthermische isolatie, geluidsisolatie, krimp enuitzetting ten gevolge van wisselend vocht-gehalte, van Siporexsoorten met een volu-megewicht van 400 tot 650 kg/m3en een ma-teriaalsterkte van 15 tot 65 kgf/cm2. In zijnschriftelijke bijdrage had hij een nogal pes-simistische beschouwing gewijd aan hetscheurenprobleem. Het is te begrijpen datverschillende Skandinavische collega's daar-6Maquette Lake Point Tower, Chicago,thans praktisch voltooid (196 m)7Eerste brug in voorgespannen licht betonin Duitsland, een voetbrug over dehaveningang te Wiesbaden-Schiersteintegen in het geweer kwamen met medede-lingen die er op neer kwamen dat momen-teel op voorwaarde van een juiste detaille-ring, op dit gebied geen moeilijkheden meerte vrezen zijn. In Zweden heeft men langza-merhand nu 30 jaar ervaring met dit mate-riaal en het toepassingsgebied heeft zich ge-leidelijk met succes over de gehele werelduitgebreid.De Zweed Svanholm gaf overeenkomstigebijzonderheden over het materiaal Ytong.De Zweedse fabrieken zijn in hoge mate in-gesteld op massaproduktie van grote zowelals kleine elementen. Het blijkt dat 50% vande Zweedse produktie van gasbeton bestaatuit gewapende elementen. Merkwaardig isook de toepassing van Ytong lock-units, datzijn blokken die zonder metselmortel kunnenworden samengevoegd met behulp van plas-tic schijfjes die in uitgespaarde gleufjes pas-sen.Prof. W. Schulze van de te Leipzig le-verde een zeer interessante bijdrage over dediverse invloeden die van belang zijn voor decorrosiebescherming van de wapening inlicht beton. Naar aanleiding van proeven,waarbij van diverse licht-betonsoorten dediepte van de carbonatiezone werd gemeten,beveelt Schulze aan om bij het gebruik vanlichte toeslagmaterialen een betondekkingtoe te passen die ten minste gelijk is aan degrootte van de maximaal toegepaste korrel-afmeting + 5 mm. Als dit tot oneconomischebetondekkingen zou leiden, raadt hij aan demaximum korrelafmeting te beperken, hoe-wel dit weer tot een groter cementgebruikaanleiding zal geven.Schulze gaf verder waardevolle aanwijzingenvoor de diverse 'coatings" die toegepastkunnen worden bij het gebruik van gasbetonof zogenaamd korrelbeton (bulk-porosity).Niettegenstaande zijn gegevens helaas voor-namelijk ontleend werden aan proeven opOosteuropese toeslagmaterialen, moet dezebijdrage over dit voor licht-constructiebetonzo actuele onderwerp, als een der belang-rijkste van deze zitting beschouwd worden.Ook de bijdrage van F. Kruml, researchin-genieur van de Slowaakse Universiteit teBratislawa mag niet onvermeld blijven. Hijvergeleek de door verschillende internatio-nale auteurs voorgestelde formules voor deCement XX (1968) nr. 7elasticiteitsmodulus met de uitkomsten vangemeten waarden. Een dergelijke beschou-wing wijdde hij eveneens aan de in de bere-kening in te voeren krimp- en kruipfactoren.De eerder genoemde Australische Nederlan-der Stigter besprak de bijdrage van Blakey,van het Australische Building Research Insti-tute en ging na welke verschillen er bestaanin de ontwerp-berekening van een vlakkeplaatconstructie tussen normaal beton enlicht beton. Hij kon daarbij gebruik makenvan gegevens, verkregen uit proeven, diedoor dit instituut werden uitgevoerd op mo-dellen van ware grootte. Daarbij vond hijweinig markante verschillen.De overige bijdragen van session B, als-mede de vele (17 stuks) 7-minuten sprekers,brachten weinig nieuws ter tafel.Over vries- en dooiproeven op licht-beton-soorten werd gerapporteerd door Von Weig-ler van de T.H. te Darmstadt en Purins vande T.H. te G?teborg. (De mededelingen vanVon Weigler zijn inmiddels in een uitgebreidartikel gepubliceerd in Betonzeitung van mei1968).Verder zal het zaak zijn om in de 'Procee-dings' van dit congres onder meer van demededelingen van de Japanse prof. Kanohkennis te nemen. Zijn moeilijk te volgen ver-haal handelde over proeven, uitgevoerd opbetonbalken van voorgespannen licht betonop ware grootte. Deze proeven werden uit-gevoerd ten behoeve van de toepassing vanlichte toeslagmaterialen voor brugbalken vande Japanse spoorwegen.J.M.L.Trouw,ing.Session CEconomische aspecten, toepassingsmogelijk-heden en voorschriftenVoorzitter van de ochtendzitting:l.A.DerrlngtonDe eerste rapporteur W. P. Brown wiensrapport luidde: 'Het gebruik van licht betonin' Melbourne, speciaal in hoge geprefabri-ceerde woongebouwen', is in Australi? eenvooraanstaand specialist zowel in voorge-spannen als licht beton. Hij is de Australischevertegenwoordiger in de F.I.P.-commissievoor voorgespannen licht beton.In Melbourne wordt ter plaatse een licht toe-slagmateriaal, 'expended shale', geprodu-ceerd. Alhoewel dit materiaal verkrijgbaar isin 3 fracties, worden gewoonlijk alleen degrovere fracties toegepast in combinatie met285zand. Het volumegewicht van het beton va-rieert dan tussen 1600 en 1840 kg/m3.De voornaamste redenen die hebben geleidtot de toepassing van licht beton voor spe-ciaal hoge gespecialiseerde woongebouwenzijn:De lagere transport- en montagekosten vande elementen, de mogelijkheid om met dekraan grotere eenheden te verplaatsen, degrotere warmte-isolatie, de vergrote moge-lijkheden voor architectonische voorzienin-gen, dankzij het spijkerbaar zijn van lichtbeton. Van al deze redenen is de besparingop transportkosten de belangrijkste.Nadat verschillende gebouwen van 20 ver-diepingen zijn gebouwd, is thans een ge-bouw met 30 verdiepingen in uitvoering. Devereiste druksterkte van het beton is ge-woonlijk 280 kgf/cm2. De voegen tussen dedragende wandelementen worden voorzienvan een zand-cementmortelvulling, die alu-miniumpoeder bevat. Door een besparing inhet eigen gewicht van ca. 25% ten opzichtevan grindbeton, kon aanzienlijk worden be-spaard op de kosten van de fundering. Baasboven baas bleken twee gebouwen van 50verdiepingen te zijn, eveneens in Australi?gebouwd, maar nu in Sydney.Over deze projecten rapporteerde J. Stigter,een raadgevend ingenieur van Nederlandseafkomst. Omdat de heer Stigter op uitnodi-ging van de Betonvereniging in ons land eenlezing heeft gehouden over zijn ervaring metlicht beton in Australi?, zal hier niet verderover genoemd rapport worden uitgewijd. Eenuitzondering moet echter worden gemaaktvoor een der conclusies van het rapport, na-melijk dat de besparing op de bouwkostenbij dergelijke hoge gebouwen van licht betonaanzienlijk en zelfs groter wordt indien dedraagkracht van de ondergrond minder wordt.E. Vernon Konkel uit de Verenigde Statenrapporteerde over een economische analysedie werd uitgevoerd in opdracht van een pro-ducent van een licht toeslagmateriaal. In de-ze analyse werden woongebouwen, kantoren,scholen, dunne schaalconstructies en indus-triegebouwen beschouwd. Vergeleken wer-den constructies van schalen van normaalbeton en van licht beton. Ook V.Kronkel gingin op het feit dat de kruipvervormingen bijlicht-betonconstructies aanzienlijk kleiner zijndan bij grind-betonconstructies het geval is,vooral bij grote overspanningen. In de ana-8De in aanbouw zijnde Pimlico Schooltijdens een excursie van de congres-leden9Eerste brug in voorgespannen licht betonin Nederland, in de zuidelijke parallelwegaan de rijksweg Amsterdam-Haarlemlyse waren een aantal onderwerpen in deverschillende constructiematerialen gecalcu-leerd..N.A.Kornev uit de U.S.S.R. presenteerde eenrapport, door hemzelf en G.A.Buzhevioh op-gesteld. Beide heren zijn verbonden aan hetResearch Instituut voor Gewapend Beton,het 'Gosstroii', afdeling licht beton.Gewezen werd op de goede thermische iso-latie van licht beton, wat vooral in grote de-len van Rusland een zeer belangrijk voordeelbetekent. De toepassing van licht b?ton is inRusland reeds jarenlang een normale zaak,zowel voor gewapende als voor voorgespan-nen constructies. Zo is reeds meer dan 10%van alle geprefabriceerd beton vervaardigdmet behulp van licht beton. In Rusland zijnreeds meer dan 25 bruggen gebouwd uit ge-wapend en voorgespannen licht beton, waar-bij gewoonlijk het toeslagmateriaal Keram-zite is toegepast. De normaal toegepaste be-tonkwaliteiten varieerden in druksterkte van200 tot 450 kgf/cm2. Het gemiddelde volume-gewicht varieerde van 1700 tot 1900 kg/m3.Uit het aandeel van de Russische deelne-mers aan dit congres bleek, dat Rusland be-schikt over een enorme 'know how' op ditgebied. Het is jammer dat de enorme docu-mentatie die er in Rusland beschikbaar is opbetontechnologisch gebied, zo weinig toe-gankelijk is omdat er maar incidenteel verta-lingen beschikbaar zijn.Een van de partners van het bureau 'OveArup and Partners' is de Zuid AfrikaanG.J.Zunz, die onder meer was belast met debouw van het Sydney Opera House.In het rapport: 'Enige voorbeelden van wan-neer en hoe licht beton toegepast moet wor-den' ging de rapporteur in op economischeaspecten van de toepassing van licht betonen onder meer op de grotere vuurbestendig-Cement XX (1968) nr. 7heid van licht beton. Diverse projecten doorhet bureau over de gehele wereld uitgevoerd,werden beschreven.In de 7 minuten bijdragen waarvoor zich ve-le sprekers hadden aangemeld, doch waar-van slechts van enkele sprekers een tekstbeschikbaar was, gaf H.L.Malhotra van hetFire Research Station een expos? over hetonderwerp vuurbestendigheid. Hij vroeg zichaf waarom de grotere vuurbestendigheid vanlicht beton niet meer als promotie-argumentvoor het materiaal wordt gebruikt.J.F.A.Broeckhoven gaf er een korte beschrij-ving van de eerste Nederlandse brug in voor-gespannen licht beton (zie hiervoor het aprilnummer van Cement). Er bleek veel belang-stelling voor dit project te bestaan, geziende reacties tijdens het congres.AJ.Chr.Dekker presenteerde een bijdragegenaamd: 'Verleden, heden en toekomst vanhet licht beton in Nederland'. Spreker memo-reerde dat de Nederlandse bouwwereld klaarstaat voor het toepassen van licht beton,doch dat het wachten is op het voldoendebeschikbaar zijn van een licht toeslagmate-riaal. Hij sprak de hoop uit dat er spoedigeen goed toeslagmateriaal van Nederlandsfabrikaat op de markt zal komen.De derde Nederlandse spreker J.Bakel, gingin zijn bijdrage in op het verschil in stijfheidvan een doorsnede bij normaal beton en lichtbeton, indien beide in gelijke mate zijn ge-scheurd. Hij toonde daarbij aan dat in dedoorbuigingsberekening de vermindering vande E (t.o.v. normaal grindbeton) voor eengroot gedeelte wordt gecompenseerd dooreen toename van de / (traagheidsmoment),zodat de doorbuiging die een functie is vanEl, veel minder toeneemt dan op grond vande lagere elasticiteitsmodulussen zou wor-den verwacht (zie ook Cement XX (1968)nr. 5).De middagzitting, die deels gewijd was aangasbeton, stond onder voorzitterschap vanR.Hermon. De twee rapporten die voor ditgedeelte waren ingediend kwamen van dehand van G.E.Bessey van het Verenigd Ko-ninkrijk en van de 3 Russen V.V.Makarichev,N.I.Levin en AT.Baranov.Bessey rapporteerde over de economischebetekenis van de gasbetonindustrie en deontwikkeling van deze industrie in de ver-schillende landen. Nederland bleek met eenproductie van 0,2 miljoen m3gasbeton in2861967 een bescheiden plaats in te nemennaast landen als Rusland met een produktievan 2,8 miljoen m3en Zweden met 1,5 mil-joen m3. Door de Rus werd gerapporteerdover ontwerpmethoden die in de U.S.S.R.worden gebruikt bij toepassing van gasbeton.De rest van de middag werd onder voorzit-terschap van R.E.Rowe besteed aan een drie-tal rapporten van K.Wesche uit Duitsland,A. Perotti uit Oostenrijk en Ben C.Gerwickuit de Verenigde Staten.Wesche geeft in zijn rapport een overzichtvan de voorschriften voor gewapend- envoorgespannen licht beton die in verschil-lende landen bestaan.Het rapport van Perotti genaamd: 'Architec-tonische en economische overwegingen, bijhet gebruik van beton vervaardigd met glas-achtige fijne toeslagmaterialen' werd gepre-senteerd door Ott, die er op wees dat hetbouwen in licht beton alijd goedkoper is danin grindbeton, indien men zou streven naareen gelijkwaardige warmte-isolatie.Het laatste rapport van Gerwick was ge-naamd: 'De effectieve toepassing van voor-gespannen licht beton'. Zoals bekend is Ger-wick de voorzitter van de F.I.P.-commissievan voorgespannen licht beton. In het rap-port gaf hij aan dat er een aantal nieuwe ge-bieden zijn voor de toepassing van voorge-spannen licht beton. De technische eigen-schappen van licht beton, zoals een laag vo-lumegewicht, lage thermische uitzettingsco-effici?nt, goede warmtebestendigheid enz.geven nieuwe materialen een nieuwe horizonen een goede concurrentiepositie ten opzich-te van andere bouwmaterialen. In de discus-sie noemde Gerwick nog een ervaring in deVerenigde Staten bij de toepassing van dooi-zouten. Brugdekken van licht beton blekenbeter bestand te zijn tegen de inwerking vandooizouten dan brugdekken van grindbeton.De Engelsman Morgan brak een lans vooreen hernieuwde toepassing van beton voorde scheepsbouw, doch nu uiteraard van lichtbeton, bij voorkeur voorgespannen beton.Het congres werd besloten met technischebezoeken waarbij gekozen kon worden uiteen achttal programma's. Naast bezoekenaan fabrieken van lichte toeslagmaterialen,stonden op het programma bezoeken aanenige bouwwerken waar gewapend licht be-ton werd toegepast.C.Souwerbren
Reacties