O n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eVoor schr if tencement 2000 572De integratie van EN 206 in deVBT 2000 is nodig, omdat dezenorm wat betreft de regelgevingonvolledig is. De meningenwaren in Europa zo verdeeld, datovereenstemming niet mogelijkwas. De enige, minder fraaie,oplossing was om voor datonderwerp te verwijzen naarnationale regelgeving: `the requi-rements are given in the provi-sions valid in the place of use'.Wellicht dat in een volgende uit-gave van de EN 206 die wittevlekken zijn ingevuld en er eenconsistenter eisenpakket wordtgeboden. Er zal dan, in de opvat-ting van de betondeskundigen,in de verschillende landen hetnodige moeten veranderen. Ditzal heel wat zendingswerk ver-gen.O n d e r w e r p , s t a t u s e nb e s c h i k b a a r h e i d v a n d en o r mDe norm is van toepassing opbeton voor constructies die in hetwerk worden gestort, ten behoe-ve van voorvervaardigde con-structies en constructieve prefabelementen voor gebouwen encivieltechnische constructies.Het gaat zowel om in situ ver-vaardigd beton, als betonmortelen beton voor prefab elementen.Overigens wordt alleen betonmet een gesloten structuurbehandeld (zowel licht, normaalals zwaar beton).Het is de bedoeling voor specifie-ke toepassingen aparte delen vande norm te ontwikkelen, zoalsvoor wegen en wegconstructies,staalvezelbeton, spuitbeton enmassabeton. Deze uitgave wordtdaarom aangeduid als EN 206,deel 1.EN 206 wordt gepubliceerd alsvrijwillige norm. Dit in tegenstel-ling tot bijvoorbeeld de normenvoor cement, toeslagmaterialen,hulpstoffen en vliegas. Deze`geharmoniseerde normen', zijnaangestuurd door de Europeserichtlijn bouwproducten en zezijn daarmee verplicht. Hierinzijn alle essenti?le eisen opgeno-men zoals deze voorkomen indoor de Europese Commissievastgestelde mandaten, alsmedede bepalingsmethoden.Over beton kon in de EuropeseCommissie geen overeenstem-ming worden bereikt, zodat hier-voor nog geen mandaat is vastge-steld. Het geschilpunt ligt hierbij de vraag of beton, vervaardigdop de bouwplaats door de aanne-mer voor eigen gebruik, ook(officieel) op de markt wordtgebracht en daarmee onder deEuropese richtlijn valt voorbouwproducten.Het resultaat van de stemmingover EN 206 was positief; alleenSpanje heeft tegengestemd. Bijde formele stemming is er altijdnog de mogelijkheid redactio-neel commentaar in te dienen.Hiervan maken nogal wat landengebruik, meestal met de bedoe-ling om alsnog een paar stok-paardjes gehonoreerd te krijgen.De eindtekst zal in juli 2000worden vastgesteld, waarna doorCEN de offici?le publicatie inFrans, Duits en Engels wordtvoorbereid.EN 206 zal naar verwachtingv??r het einde van 2000 beschik-baar zijn. De Nederlandse ver-taling zal wel wat langer op zichlaten wachten.Het is de wens van de Norm-commissie Beton (VC 12) om deEN 206 met de aanvullendeNederlandse bepalingen in ??ndocument samen te brengen,onder de naam VBT 2000. In gro-te lijnen zullen de Nederlandsebepalingen worden ontleend aanNEN 5950. Deze bepalingen zul-len van kracht zijn, omdat voordie onderwerpen de EN 206 nietin regelgeving voorziet. Er wordtnog nagegaan hoe onderwerpendie in het geheel niet in de EN206 worden behandeld en welvan belang worden geacht, kunnenworden opgenomen. Wellichtkan dat niet in de normtekst,maar wel in de toelichting.D e f i n i t i e s e n s y m b o l e nIn de norm staat een opsom-ming van de aangewezen bepa-lingsmethoden; er zijn zevennormen ontwikkeld voor hetbeproeven van betonspecie eneveneens zeven voor het beproe-ven van verhard beton. Daarnavolgen niet minder dan 46definities.Daarin worden maar drie, bij hetbouwproces betrokken, partijengenoemd: de voorschrijver (spe-cifier), de producent (producer)en de gebruiker (user: meestal deaannemer).Alle in ons land gangbare begrip-pen komen in de definities voor.Achtergronden en overwegingenIntegratie van EN 206 inde VBT 2000ing. C. Souwerbren, Stichting BMC, Gouda, voorzitter voorschriftencommissie 12 `Beton'De Europese betonnorm EN 206 is na vele jaren voorbereiding door de nor-malisatie-instituten in Europa (leden van CEN) goedgekeurd en daarmeedefinitief vastgesteld. Dit artikel, de eerste uit een serie van drie, geeft achter-gronden voor een beter begrip van de aanpak in de EN 206; tevens wordt deintegratie van EN 206 in de VBT 2000 beschreven.O n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eVoor schr if tencement 2000 5 73Nieuwe begrippen zijn: gestan-daardiseerd beton op samen-stelling en betonfamilies. Beidebegrippen hebben een Engelseoorsprong en zullen naar demening van VC 12 voorlopig inons land geen toepassing vinden,in de vorm zoals de norm debegrippen beschrijft.Voor de symbolen is uitgegaanvan de Eurocodes en van CEB-documenten. Er zijn nogal watkleine verschillen met de symbo-len zoals we die gewend zijn.Bovendien zijn sommige symbo-len afgeleid van Engelse woor-den, zoals D voor density (volu-mieke massa) (zie ook kader).De aanduiding voor een sterkte-klasse verdient extra aandacht,omdat die zowel cilinderdruk-sterkte als kubusdruksterkte kanuitdrukken. In de VBT 2000 zalde druksterkte als kubusdruk-sterkte worden gedefinieerd.C l a s s i f i c a t i e sIndeling in milieuklassenDe Nederlandse bouwpraktijkkent vijf milieuklassen, waarbijMK 5 (agressief) nog is onderver-deeld in vier subklassen (zwak,matig, sterk en zeer sterk agres-sief), zodat we eigenlijk achtklassen hanteren.De EN 206 onderscheidt zesmilieuklassen, met een onder-verdeling per klasse, omdat isgeprobeerd elk in Europa voorko-mend klimaat te defini?ren.Daarmee komt men op zeven-tien klassen.In de VBT 2000 zal een keuze uitde zeventien klassen wordengemaakt, zodat de huidige vijfklassen kunnen worden gehand-haafd, met hier en daar wellichteen beperkte onderverdeling.Indeling in consistentieklassenIn de VBT worden vier consis-tentiegebieden onderscheiden,waarbij per gebied wordt aange-geven welke meetmethoden inieder consistentiegebied de voor-keur verdient. Nergens wordtgesuggereerd dat er een directverband tussen de verschillendemeetmethoden zou zijn.Deze aanpak heeft het in de EN206 niet gehaald, omdat velendachten dat een indeling in con-sistentiegebieden alleen maarmogelijk was als er wel een directverband zou zijn tussen bijvoor-beeld de zetmaat en de verdich-tingsmaat.Het voornemen bestaat de huidi-ge indeling in consistentiegebie-den te handhaven, met behoudvan de indeling in consistentie-gebieden uit de EN 206 per meet-methode.Indeling in sterkteklassenDe indeling in sterkteklassen inde EN 206 is niet erg logisch.Ondanks veel pogingen om eenlogischere indeling te maken isdat niet gelukt. Omdat de cilin-derdruksterkte als uitgangspuntis gekozen, klimt deze reeks met5 N/mm2. Dit uitgangspunt istheoretisch goed te verklaren,alleen werken maar weinig lan-den met cilinders voor de druk-sterktebepaling. De kubusdruk-sterkte is steeds afgeleid van decilinderdruksterkte, maar daar-door ontstaan rare sprongen inde reeks (B 37 en B 67). De reeksloopt van B 10 tot B 115, dus ookhogesterktebeton is inbegrepen.In de VBT 2000 zal de classifica-Belangrijke symbolenin EN 206XO; XC; XD; XS; XF;XA : aanduiding voormilieuklassenC : aanduiding sterkte-klasse normaal enzwaar betonLC : aanduiding sterkte-klasse lichtbetonfc.cyl: cilinderdruksterktebetonfck.cyl: karakteristiekecilinderdruksterktefc.cube: kubusdruksterktebetonfck.cube: karakteristiekekubusdruksterktefcm: gemiddeldedruksterkte betonfci: individueel beproe-vingsresultaat van eendruksterktebepalingft: treksterkte betonMilieu klasse-indeling uit EN 2061. XO : geen risico voor corrosie of aantasting(binnen, lage vochtigheid)2. XC : kans op corrosie mede door carbonatatieXC1 : droog of permanent natXC2 : nat, zelden droogXC3 : beperkte vochtigheidXC4 : afwisselend nat en droog3. XD : corrosie mede door chloriden (geen zeewater)XD1 : beperkte vochtigheidXD2 : nat, zelden droogXD3 : afwisselend nat en droog4. XS : corrosie mede door chloriden uit zeewaterXS1 : aan zee, geen direct contact met zeewaterXS2 : blijvend onder waterXS3 : getijdezone, spatzone5. XF : vries-dooiaantastingXF1 : beperkt verzadigd met water, geen dooizoutenXF2 : beperkt verzadigd met water, dooizoutenXF3 : verzadigd, geen dooizoutenXF4 : verzadigd, dooizouten of zeewater6. XA : chemische aantastingXA1 : zwak agressiefXA2 : matig agressiefXA3 : sterk agressiefO n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eVoor schr if tencement 2000 574tie uit de EN 206 uiteraard wor-den overgenomen. Afwijken magniet volgens CEN-regels, maarwel zal een voorkeurreeks wor-den aanbevolen. Ook voor licht-beton wordt een classificatie indruksterkte gegeven, ook weermet weinig courante getallen.Indeling in volumiekemassaklassenDe laatste classificatie die in EN206 wordt gegeven, is de klasse-indeling van lichtbeton in volu-mieke massaklassen. Die reeksloopt van 800 tot 2000 kg/m3. Devolumieke massaklassen wordenaangeduid met D 1,0; D 1,2;D 1,4; D 1,6 D 1,8 en D 2,0.De waarde van D geeft steeds dehoogste waarde in de klasse aan(D 1,0: 800 - 1000 kg/m3).G r o n d s t o f f e n v o o r b e t o nIn de EN 206 wordt voor iederegrondstof verwezen naar deeisen in de desbetreffendeEuropese norm. Indien die ont-breekt wordt verwezen naarEuropese, technische goedkeu-ringen of naar relevante nationa-le normen. In het geval van bij-voorbeeld beton- en menggranu-laat ontbreken zowel Europesenormen als technische goedkeu-ringen. De nationale regelgevingis hiervoor dus van toepassing.Een gedeeltelijke vervangingvan grof toeslagmateriaal doorgranulaten wordt evenmin be-handeld in EN 206. Ook daarvoorzal de huidige VBT-tekst wordenopgenomen. sD r i e a r t i k e l e nIn de komende uitgaven vanCement verschijnen de delen 2 en3.Deel 2 bevat een beschouwingover te stellen eisen aan samen-stelling en verhard beton.Deel 3 behandelt productiecon-trole en de beoordeling vanconformiteit.Tabel 1 | Sterkteklasse voor normaal beton uit EN 206druksterkte karakteristieke karakteristiekeklasse cilinderdruksterkte kubusdruksterktef'cil f'ckN/mm2N/mm2C8/10 8 10C12/15 12 15C16/20 16 20C20/25 20 25C25/30 25 30C30/37 30 37C35/45 35 45C40/50 40 50C45/55 45 55C50/60 50 60C55/67 55 67C60/75 60 75C70/85 70 85C80/95 80 95C90/105 90 105C100/115 100 115De volledige titel van deEuropese betonnorm EN 206 is:`Concrete -Part 1: Specification,performance, production andconformity'De norm is opgesteld door CENTC 104, subcommissie 1, de be-geleiding vanuit Nederland vondplaats door Voorschriftencom-missie 12 `Beton' (NNI commis-sie 353039).Voorlopig zal de norm alleenin de drie CEN-talen: Engels,Frans en Duits beschikbaarkomen, maar er zal uiteraardzo snel mogelijk een Nederlandsevertaling worden gepubliceerd.Voor de letterlijke inhoud wordtverwezen naar de norm zelf, diekan worden aangeschaft, zodradie door het NNI wordt gepubli-ceerd.
Reacties