o\\I \I \~, '-,I "-~~................o 1000 2000 3000 4000______ totaal moment ---+ tonm___ momentenlijn 'I0OI" sen'ljfCement XXI (1969) nr. 91 1b = {5 X 1 = {5 X 18 X h = 3 X 3,63 = 10,89 mDe breedte b van het schot wordt: 10,89 + 0,40 = 11,29 m en afgerond op 11,30 m.De kolomafstand voor dit gebouw wordt nu 3 X h = 3 X 3,63 = 10,89 mdaar in dit geval nu L = 3 h wordt de verplaatsing7 Hh3f = .24 . Eh (zie afleiding in fig. 2)en daar er per windschUf vijf portalen aanwezig zijn wordt:7 h2c = 24' 5. EhIk = '112.4.83 = 170 dm4Is = '112.2.1133 = 240000 dm4a2 = _1_ = 24 . ~ . Eh 24. 25 . 170 = 9,25 X 10-' dm-2 = 9,25 X 10-8 cm-2cEIs 7. h . Els . -7.36,3 .240000q = 100 X .B = 100 X 20 = 2000 kgf/m' = 20 kgf/cm'cos al = cos 3,04 . 10-4? 6540 = cos 1,98 = -0,398M = -; (I-cos al) = - 20.-108X 1,398 = 3020 .10Skgfcm = 3020 tma 9,25Indien de wind alleen door de schijven wordt opgenomen, dan is het momenti . 2 . 65,402= 4200 tmOndanks het grote verschil in stijfheid tussen de schijven en de portalen, wordt toch nog eenaanzienlijk deel van de horizontale belasting door de portalen opgenomen, zoals duidelijk uithet grafiekj? (fig. 6) blijkt.In memoriam ir. A. EgginkOp 28 juli jl. is na een korte ziekte op 64-jarige leeftijd overleden ir.A.Eggink, hoofd-ingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat in de directie 'Sluizen en Stuwen'.Nadat hij reeds op 22-jarige leeftijd was afgestudeerd, was hij gedurende enkele jarenverbonden aan het Waterloopkundig Laboratorium te Delft, met een kort intermezzo opCura?ao.In 1930 werd hij ingenieur bij de Rijkswaterstaat, de dienst waarbij hij gedurende 39 jarenmet zoveel verve is werkzaam geweest.Na aanvankelijk de bouw van de sluizen in de Twenthekanalen te hebben geleid, werd hijin 1936 belast met de voorbereiding van de beide tunnels te Velsen. Uit het districtsbureauvoor deze tunnels ontstond na de 2e wereldoorlog, op zijn initiatief, de directie 'Sluizenen Stuwen'. Dit ingenieursbureau van de Rijkswaterstaat heeft hij opgebouwd en ten slottegedurende 15 jaren als hoofdingenieur-directeur geleid.Zijn bijzondere wijze van werken had tot gevolg, dat hij met een betrekkelijk kleine groepmedewerkers belangrijk en dikwijls baanbrekend werk heeft kunnen verrichten. Hij liethen een grote vrijheid om eigen idee?n te volgen, doch was bij elk ontwerp ten vollebetrokken.Hij inspireerde en stimuleerde en drukte, dank zij zijn grote visie, een eigen stempel opalle werken die tot stand kwamen. Zonder volledig te willen zijn moge ik memoreren: detunnels te Velsen, de Marinehaven in Den Helder, vele schutsluizen, o.a. die in hetlulianakanaal en de Maas, bij Terneuzen en in het Volkerak, sluizen en stuwen in Nederrijnen Lek (Hagestein, Amerongen, Driei), de Coentunnel, de Schiphol-, de Benelux- en deHeinenoordtunnel, de Stormstuw te Krimpen, de Uitwateringssluis in het Haringvliet en denieuwe havenmond in IJmuiden.Ook buiten de Rijkswaterstaat riepen vele personen en instanties in binnen- en buitenlandzijn hulp in. Hij adviseerde bij de bouw van droogdokken (o.a. in Amsterdam en Rotterdam)en van tunnels in Belgi? (Zelzate en Antwerpen) en in Denemarken (Aalborg). Hij had zittingin verschillende internationale werkgroepen en commissies en trad op als adviseur voorde landsregering van de Nederlandse Antillen.Toch zullen velen van hen, die bij zijn crematie aanwezig waren, hem niet in de eersteplaats als technicus doch als wijs en medelevend mens in warme herinnering houden.Zijn grote belangstelling voor en humoristische kijk op hetgeen zijn medemensen beroerde,maakte, dat velen die hem om raad kwamen vragen, zijn vrienden en bewonderaars werden,die hunnerzijds gaarne bereid waren om hem, zo nodig, van dienst te zijn.Zijn overlijden zal voor ons allen gedurende lange tijd een schrijnend verlies betekenen.ir_H.C.Wentink396
Reacties