zUn eigen aard, die hem van anderen onder-scheidt. Maar veel belangrijker dan het ver-schil tussen u en mij is de enorm snelle ont-wikkeling van de betontechniek, waardoormorgen reeds in belangrijkheid kan afnemenwat gisteren nog van hoogste importantiewas.U zult zelf de laatste zijn om de grote in-vloed daarvan te ontkennen, want u stondjarenlang in de voorste rijen om deze ont-wikkeling te bevorderen. Een ontwikkelingdie binnenkort zal leiden tot de Internatio-nale Beton-Richtlijnen CEB/FIP. De ontwerp-filosofie die daaraan ten grondslag ligt, zaltevens de basis zijn waarop ik het vak'Betonconstructies' zal uitdragen.Dames en heren, lectoren en leden van dewetenschappelijke, technische en administra-tieve staf,Met u alleen hoop ik in voorkomende ge-vallen te kunnen samenwerken, zoals nood-zakelijk is voor de vervulling van onze ge-zamenlijke opdracht. Daarbij denk ik uiter-aard allereerst aan alle medewerkers van deleerstoel 'Betonconstructies'. Ik ben hen zeererkentelijk voor de wijze waarop zij mij inhun midden hebben ontvangen.Wij zullen gezamenlijk voortgaan op dereeds ingeslagen weg en niet moeten aar-zelen om zonodig voor de toekomst nieuwebanen te effenen. De belangrijkste aspectenvan 'onze' leerstoel, te weten onderwijs,research en studie, bestaan niet afzonderlijk.maar zijn in elkaar vervlochten. Hun onder-linge be?nvloeding, aangevuld nog door er-varingen uit de praktijk, is van wezenlijkebetekenis voor een goede ontwikkeling vanons vak.In memoriamDr.-Ing.F. Sch?nenbergerCement XXI (1969) nr. 12Dames en heren studenten,Ik zie het als mijn belangrijkste taak u degrondslagen van het construeren in beton bijte brengen. En dit niet omdat men alleen inbeton goed zou kunnen bouwen, maarallereerst omdat de bijzondere eigenschap-pen van dit constructiemateriaal ons inzichtkunnen verdiepen. Zij maken ons immersvertrouwd met de gedachte, dat de speci-fieke materiaal-eigenschappen altijd in hogemate bepalend zijn voor de wijze waaropwij in het desbetreffende materiaal kunnenconstrueren. Ik ben ervan overtuigd dat zichin de toekomst vele nieuwe ontwikkelingenzullen voordoen. Van de ontwerpers en con-structeurs zal dan een zodanige' soepeleinstelling worden verwacht, dat zij zich meteen zeker gemak kunnen aanpassen, zelfsal zouden die ontwikkelingen revolutionairzijn.Bij de behandeling van het constructie-materiaal beton wil ik derhalve trachten uvertrouwd te doen raken met het construc-tiemateriaal als zodanig.Vooral met degenen die zich reeds tijdenshun studie in dit vak willen specialiseren,hoop ik, in een goed persoonlijk contact, tekomen tot een afgerond geheel, hetzij op depraktijk ingesteld, dan wel meer theoretischof op de research gericht.In onze relaties zal vooral wederzijds begripnoodzakelijk zijn voor de juiste sfeer. Daar-bij denk ik niet alleen aan de technischeproblemen, maar bovenal aan de wijze waar-op wij gezamenlijk die problemen zullenaanpakken. Want meer nog dan voor hetbouwen in beton is voor de mens samen-werking het uitgangspunt.Ik heb gezegd.litteratuur1. '100 jaar gewapend beton', Cement1967, nummer 12.2. L.A.Sanders, 'Het cement-ijzer in theo-rie en praktijk'; uitgave: de Wed.J.Ahrend en Zoon, 1907.3. Ir.J.J.B.J.J.Bouvy, 'Dr.lng.h.c.LASanders- Nederlands pionier van het gewapendbeton 1867-1956'; Cement 1967, no. 8.04. NEN 7000 'Betonstraatstenen'; NNI-KOMO 1966.5. 'Praktische Richtlijnen CEB'; uitgave Be-tonvereniging 1966.6. Ir.A.J.Chr.Dekker, 'De toelaatbare aan-vangsdrukspanningen in voorgespannenbeton', Cement 1969, nummers 2 en 4.7. Ir.A.H.Sweys, '40 jaar Betonvereniging';Cement 1967, nummer 12.8. Th.J.W. van Rossum, 'Gewapend beton';vrij gevolgd naar P.Christophe; uitgaveE.J.Brill, Leiden, 1902.9. NEN 6008 'Staal voor g~wapend beton';NNI 1968.10. IrAS.G.Bruggeling, 'Wapenen of voor-spannen'; Cement 1968, nummer 3.11. Prof.ir.JABakker, 'Gewapend beton', 1oktober 1918; uitgave J.Waltman Jr.,Delft, 1918.12. Ir.N.J.Rengers, 'Proefnemingen op ko-lommen van beton en gewapend beton';De Ingenieur 1933, nummers 27, 31, 40,48, resp. Beton-nummers 1, 2, 4, 6; DeIngenieur 1934, nummers 1,9, 27, resp.Beton-nummers 1, 3, 7.13. Prof.dr.ir.A.M.Haas, 'Beton - complex enveelzijdig', 30 mei 1969; Uitgave Walt-man, Delft, 1969.14. Ir.J.G.Hageman, 'De stabiliteit van eengebouw'; Cement 1967, nummer 1.15. Ir.W. van derSchrier, 'Bouwen in ge-wapend beton'; Argus-Agon-Elsevier,13e druk, 1968.Op 20 november 1969 overleed te Z?rich na een kortstondige ziekte op 69-jarige leeftijdDr.-lng.F.Sch?nenberger, oud-bedrijfsleider van de Cementfabriek IJmuiden (CEMIJ) NV.Met hem is een man van grote betekenis voor de Nederlandse cement- en betonwereldheengegaan.Na voltooiing van zijn studie voor scheikundig ingenieur aan de ETH te Z?rich kwam deheer Sch?nenberger in 1927 naar ons land om zijn verdere werkzame leven te wijden aande ontwikkeling van de Nederlandse cementindustrie. Na een kort verblijf bij resp. deVNPC en ENCI kwam de heer Sch?nenberger in 1931 naar CEMIJ, toen juist opgericht, enbleef daar tot aan zijn pensionering in 1965. Onder zijn leiding groeide dit bedrijf uit totde grootste hoogovencementfabriek ter wereld, met een produktie van ruim 1 miljoen tonper jaar. Zijn naam blijft onverbrekelijk verbonden aan het Nederlandse hoogovencement enhet is voor een belangrijk deel aan hem te danken dat Nederland, wat de toepassing vanhoogovencement betreft, zo'n unieke plaats in de wereld inneemt.Zijn veelomvattende belangstelling richtte zich niet alleen op de fabricage en toepassingvan hoogovencement, maar ook op de research en ontwikkelingen op betongebied.Hij beijverde zich in de Stichting Cement Centrale voor Nederland (CCN), o.a. voor deontplooiing van het CUR-onderzoek en de controle van de betonmortelbedrijven.Zijn gedegen kennis en weloverwogen oordeel gaven hem een belangrijke plaats in decement- en betonwereld, zijn eenvoud, vriendelijkheid en rechtschapenheid bezorgden hemlouter vrienden.Na zijn pensionering in 1965 vertrok hij weer naar Zwitserland, zijn vaderland, dat hem tochaltijd was blijven trekken. Helaas heeft hij maar kort van zijn welverdiende rust mogengenieten.Ons medeleven gaat uit naar mevrouw Sch?nenberger. Het moge haar tot troost strekkendat hij zovelen in Nederland en daarbuiten een dankbare herinnering nalaat.ir.W. van Klaveren545
Reacties