cement 2000 44Het woord `stadion' stamt uit het oud-Grieks, waarhet een loop- of renbaan in het oude Athene betekende.In de jongste druk van `Van Dale' (1999) wordt eenstadion omschreven als `een groot terrein mettribunes, bijgebouwen enz. voor de beoefening vansport, met name voor het houden van grotewedstrijden'. In die geest zijn wereldwijd vanafhet eind van de negentiende eeuw tot begin jarentachtig van de twintigste eeuw, talloze stadionsgebouwd.C o n c u r r e n t i eDe enige bouwopgave bestond uit het accom-moderen van grote aantallen toeschouwers. Destadionexploitatie was uitsluitend gebaseerd op deverkoop van kaartjes voor grote sportevenementen.Met de zegetocht van de televisie kreeg `live' sportechter geduchte concurrentie. Opeens kon de sport-liefhebber getuige zijn van al zijn favoriete wed-strijden, gezeten in een luie stoel in zijnverwarmde woonkamer. De gang naar het stadionwerd minder vanzelfsprekend.Met de dalende toeschouwersaantallen daalden ookde directe inkomsten voor de stadions. Daardoorwas er steeds minder geld beschikbaar voor onder-houd en renovatie, terwijl de enige manier om detoeschouwers terug in de stadions te krijgen, wasNederlandse aannemers en ingenieursbureaus zetten met hun projecten opdit ogenblik wereldwijd de trend voor een nieuwe generatie stadions.Kenmerkend is dat niet langer de sportbeoefening centraal staat. Multi-functionaliteit is het toverwoord en de ontwikkeling van het gebied rondomeen stadion is minstens even belangrijk geworden.HOLLANDSSTADIONCONCEPT ALSEXPORTARTIKELDit themanummer is voorbereid in nauwe samenwerking met Arnold Hoevers (Ballast Nedam Engineering), Jeroen van Tets (ArcadisBouw/Infra) en Jan Vollebregt (HBG Engineering).1 | Stadion Nieuw-Galgenwaard kort na deopening in 1982A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i t e i t s b o u wcement 2000 4 5het comfort van de huiskamer minstens te eve-naren en daarmee flink in de sportaccommodatieste investeren.Aanvankelijk konden veel stadions het desondanksnog een tijdlang financieel bolwerken door succes-vol een beroep te doen op de overheid. Maar met detoename van de recreatieve mogelijkheden voor deconsument, nam de noodzaak voor de overheid afom begrotingstekorten van stadions weg te werken. Detijd was rijp voor een andere exploitatievorm.E e n n i e u w c o n c e p tIn 1982 introduceerde Ballast Nedam met hetontwerp voor het Utrechtse Nieuw-Galgenwaard-stadion het Tradium-concept, een combinatie vansport- en handelsfaciliteiten. Dit stadion bestonduit louter tribunes met overdekte (zit)plaatsen, metvoldoende verkooppunten en toiletten voor mannen?n vrouwen en met een maximum aan veiligheidvoor de toeschouwers binnen het stadion.De ruimtes onder en tussen de tribunes werdenverhuurd aan bedrijven en instellingen, waardoorook op een andere wijze dan alleen uit voetbal-wedstrijden inkomsten konden worden gegenereerd.Bijkomend voordeel van deze doordeweeksebenutting was, dat ook buiten het stadion hetgehele jaar door sociale veiligheid kon wordengegarandeerd.Met het `Galgenwaard-concept' werd bewezen datstadions konden worden gebouwd en ge?xploiteerdzonder gebruik te maken van gemeenschapsgelden,terwijl bovendien schaarse bouwgrond dubbel werdgebruikt. Het concept werd succesvol ge?xporteerdnaar landen als Groot-Brittanni?, Duitsland enSaudi-Arabi?.M u l t i f u n c t i o n a l i t e i tNa Nieuw-Galgenwaard volgden de ontwikkelingenelkaar snel op. Stadionbezoekers kregen behoefteaan steeds meer voorzieningen en het comfortmoest verder worden verbeterd. Overdekte tribunesmet uitsluitend zitplaatsen en verwarming, gegaran-deerd vrij zicht vanaf elke tribuneplaats, `business-seats' en `skyboxen' voor de veeleisende klanten:aan al deze wensen moest gehoor worden gegeven.Om de exploitatie verder te verbeteren, moest hetstadion zelf op meer manieren kunnen wordengebruikt. Het was in deze tijd dat het concept voorde Amsterdam ArenA tot stand kwam. Belangrijkemeerwaarde van de ArenA was het verplaatsbaredak boven het stadion. Dit dak maakte het mogelijkgrootschalige evenementen van uiteenlopende aardte organiseren, onafhankelijk van het seizoen en degrillen van het weer. Het stadion kreeg een multi-functioneel karakter en de exploitatie was mede opdergelijke evenementen gebaseerd. Grote pop-concerten leverden evenveel inkomsten op alsbelangrijke voetbalwedstrijden.2 | Eerste voorbeelden vanNederlandse betrokken-heid bij stadionbouw inhet buitenlanda. Al-Ittihad Sportsclub,Jeddah (SA): completeveld- en indoorsport-accommodatie, inclusiefzwembad, hotel enmoskee (1984)b. St. James' Park, Newcastle(UK): nieuwe tribunes aannoord- en zuidzijde (resp.11100 en 8000 zitplaat-sen), inclusief ruimtenvoor handelsdoeleinden(1993/1994)c. Westfalenstadion,Dortmund (D): uitbrei-ding met 13000 zitplaat-sen + bouw van ruimtenvoor handelsdoeleindenonder de tribunes (1998)E x p o r tDe realisatie van de Amsterdam ArenA betekendede grote internationale doorbraak voor hetNederlandse concept. Vanuit de gehele wereldmaakten en maken potenti?le opdrachtgeverskennis met die nieuwe stadionfilosofie. Ook de ont-wikkeling van het kleinere Gelredome in Arnhem,waar mogelijke toekomstige problemen met degrasmat werden ge?limineerd door de aanleg vaneen horizontaal verplaatsbaar veld, speelt hierineen belangrijke rol. Vooral de financi?le onder-bouwing spreekt tot de verbeelding, evenals het feitdat Nederlandse bedrijven als Arcadis, Ballast Nedamen HBG verantwoordelijkheid willen nemen vooralle onderdelen in het bouwproces, van hetuitvoeren van een haalbaarheidsstudie tot en metde daadwerkelijke realisatie.T h e m aNatuurlijk heeft de actualiteit meegespeeld bij hetbepalen van dit thema. Nederland en Belgi?organiseren van 10 juni tot en met 2 juli a.s. deEuropese Voetbalkampioenschappen en weten eenmaand lang de ogen van de gehele wereld op zichgericht. Maar het zijn niet zozeer de stadions waardit grootste sportevenement van Europa zichafspeelt, die nu in Cement zullen worden behandeld;veeleer is er aandacht voor de projecten die eenspin-off vormen van de reeds behaalde successen inde stadionbouw. sHenk WapperomA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i t e i t s b o u wcement 2000 46Sta d i o n t y p enHet Engels model is een duidelijk voorbeeld vangefaseerde stadionbouw, waarbij het (voetbal-)veldcentraal staat in de ontwikkeling. Naar behoefteworden rondom het veld tribunes (`grandstands') alslosse gebouwen neergezet; allereerst aan de langezijden van het veld, later ook aan de kopzijden.Soms worden de hoeken ingevuld. Kenmerkend voordeze tribunegebouwen is de korte afstand tot hetveld.Olympische stadions worden meestal gebouwd vooreen groot multisportief evenement, zoals OlympischeSpelen. Deze stadions zijn doorgaans ovaal of cirkel-vormig, waarbij ook de hoeken van het veld in eenvloeiende vorm in de plattegrond zijn meegenomen.Bepalend voor de afmetingen van het stadion ismeestal de atletiekbaan; daarbinnen kunnen weerallerlei andere sporten worden beoefend.Het `Ullevi'-model wordt gekenmerkt door een lang-gerekte vorm, waarbij zich doorgaans alleen aan debeide lange zijden van het sportveld tribunesbevinden. Vooral voor sporten met een overheersendelangsas, zoals atletiek en schaatsen (bijv. het `Ullevi'-schaatsstadion in het Zweedse G?teborg), wordendergelijke stadions gebouwd.Stadions kennen ondanks hun grote diversiteit in verschijningsvorm, enkele kenmerkende overeenkomsten.Die overeenkomsten zijn in de meeste gevallen terug te voeren tot hun oorspronkelijke functie. In het algemeenonderscheiden we drie typen: het Engels model, het Olympisch model en het `Ullevi'-model.
Reacties