Het zakenpand 'Zur Palme', waarin zowelkantoren, als winkelruimten, woonflats eneen caf?-restaurant zijn opgenomen, kan be-schouwd worden als het begin van een am-bitieus programma voor de herindeling vanhet stadcentrum van Zurich. Het 13 verdie-pingen hoge blok beslaat een plattegrondvan 3900 m2en is door de aan vier zijdenbestaande begrenzing van stadsstraten eenop zich zelf staand geheel, dat van allekanten goed bereikbaar is.Uit de gedeferentieerde structuur van hetproject blijkt reeds het doel van de verschil-lende onderdelen. De hoogbouw, die in plat-tegrond de vorm heeft van de wieken vaneen windmolen, is geheel bestemd vocr kan-toorruimte en voor woningen op de bovensteverdiepingen. Deze hoogbouw rust op achtmachtige kolommen, waarvan er vier, ge-rangschikt als de hoekpunten van een vier-kant, het centrale gedeelte ondersteunen, envier de vleugels.Als overgang van hoogbouw naar straat-niveau werd een laagbouw van twee ver-diepingen geprojecteerd, waarin verschillen-de winkels, een bankinstelling en een cafe-restaurant zijn ondergebracht. Het plattedakvan de laagbouw fungeert als een deelsoverdekte parkeerruimte die met het straat-niveau verbonden is door twee spiraalsge-wijs verlopende op- en afritten.Het lage winkelcentrum vormt een levendigcontrast met de hoogbouw, waarvan alleende kern vanaf het straatniveau oprijst. Terhoogte van de derde verdieping wordt de-ze kern gesecundeerd door de vier vleugels.De daaronder staande kolommen zijn zeerdominerend in de laagbouw door de vormen afmetingen.Er is bij dit complex bewust gestreefd naar2.een tegelijkertijd verruiming van het stads-centrum. Om die reden is de beganegrond-verdieping 'open' gehouden, hetgeen be-reikt werd door het veelvuldig gebruik vanglazen puien en door het formeren vandiepe nissen, waarvan er een als een vooriedereen toegankelijke binnentuin met fon-tein is ingericht. De open ruimten in het ver-ticale hoogbouwmassief, zowel als de door-breking van het horizontale accent van delaagbouw verleent aan het geheel eensteeds wisselend perspectief.Het bouwwerk is zowel in de verschijning alsin de realisering niet alledaags. De construc-tie werd bijna geheel uitgevoerd in gewa-pend en voorgespannen beton, terwijl de op-pervlakken doorgaans in het zicht blijven.De eigenlijke hoogbouw begint eerst bij dederde verdieping en wordt gedragen dooracht forse kolommen en een stijve kern. Dekolommen doorbreken op verschillende plaat-sen het winkelcentrum op de beganegrond-verdieping. De moeilijkheid was namelijkdat er geen wezenlijke oplossing gevondenwerd voor het probleem een scheiding te be-werkstelligen tussen laag- en hoogbouw. Destijve kern, zowel als meerdere kolommenzijn verbonden met de dakconstructie vanhet winkelproject.Bij de laagbouw zijn geen dilatatievoegentoegepast, ofschoon de vleugels een lengtebezitten van ca. 60 m.Voor die onderdelen van het bouwwerkwaar grote verschillen voorkomen in degrootte van de belasting, moesten zettings-verschillen vermeden worden; alleen kleinezettingen, die op alle plaatsen gelijk zijn,werden toelaatbaar geacht. De laagbouw isgefundeerd op een doorgaande plaat; deHochhaus 'Zur Palme', Z?rich1. gevelaanzicht2. elke vleugel van de hoogbouw ondersteund dooreen kolom3. dsels overdekte parkeerruimte op het dak van delaagbouw4. oprit naar de parkeerruimte5. co.ntrastwerking tussen de verschillende elementenvan het project3.468 Cement XVIII (1966) Nr. 8hoogbouw op 30 m lange Benotopalen, diezeer zorgvuldig werden aangebracht, nadatde projectering ervan op grond van proefbe-lastingen was bepaald. De tot dusver geme-ten zettingen liggen in de orde van groot-te van ca. 1 cm. De dakconstructie van delaagbouw werd in etappes gebetonneerd,daarmee rekening houdend met de optre-dende krimp. De voegenloze uitvoering hadgeen nadelige gevolgen.Uitkragend boven het als parkeerruimte in-gerichte dak van de laagbouw, geeft dedraagconstructie van de hoogbouw het ideevan een zwevend fundament. Deze draag-constructie heeft een totaal gewicht van15 000 ton.Het fundament heeft een holle doorsnede,welke ruimte dienstbaar is gemaakt voor deberging van diverse installaties. Men hadeerst het idee deze constructie uit te voerenals een roostervloer, afgedekt door een on-der- en bovenplaat. Tussen beide platen ont-stond daarmee een ruimte voor leidingen endergelijke. Bij het opmaken van de installa-tietekeningen, bleken in de dwarsschottenzoveel sparingen te moeten worden aange-bracht, dat deze constructie niet te realise-ren was. De conclusie was dat de draag-constructie zonder verstijvingsschotten moestworden uitgevoerd. Het thans uitgevoerdeontwerp bestaat uit een bak die is afgedektmet een aan de onderzijde gewelfvormigeplaat. Ten einde de werking van deze con-structie (doorbuigingen en vervormingen), dierekenkundig moeilijk viel vast te stellen,niettemin te achterhalen, werd een modelvervaardigd van plexiglas, schaal 1 :40.Met dit onderzoek kwam vast te staan datter plaatse van de vier vleugels de benodig-de wapening voor de bovenplaat te omvang-rijk was om te kunnen onderbrengen. Doormiddel van een voorspanning van 2700 tfper vleugel werd de verhouding van staalten opzichte van beton aanzienlijk beter.Door de voorspanning werden echter niet al-le trekspanningen opgenomen; om die redenheeft men de draagconstructie berekend alseen gewapend-betonconstructie, waaraande voorspanning als een extra, gunstig wer-kende kracht werd toegevoegd.Doordat bij alle vier vleugels aan een zijdeeen ventilatiekoker geprojecteerd was, diedoorloopt vanaf de ondersteuning tot aande bovenste verdieping, werden de voor-spankabels in een scheve positie gelegd,aangezien ter plaatse van de kokers al vol-doende verstijving aanwezig was. De voor-spanning werd in drie etappes, gedurendede voortgang van de werkzaamheden aande hoogbouw, aangebracht. Ten aanzien vande betonkwaliteit was de eis gesteld van450 kgf/cm2na 28 dagen.Men heeft getracht de hoogbouw te realise-ren met een zo licht mogelijk constructie-materiaal. Daarom is voor de 12 verdiepin-gen een systeem van ter plaatse gestorte lichtbetonvloeren toegepast, ondersteund doorvloerliggers en geprefabriceerde gevelkolom-men, welke laatste een last overbrengen vanmaximaal 85 tf. Niettemin is het gewicht vanhet skelet dat op de draagconstructie rustaanzienlijk, maar in verhouding tot het totalegewicht van de hoogbouw, slechts 30%.De verbinding tussen vloerbalken en gevel-kolommen kwam tot stand door middel vaneen in het einde van de liggers ingebeton-neerd stolen profiel (NP22). De borstwerin-gen die niet met de kolommen verbondenzijn, werden aan de verdiepingsvloeren ge-stort.De gevelkolommen van de zes bovenste ver-diepingen zijn voorgespannen, ten einde on-toelaatbare trekspanningen te vermijden dieten gevolge van momenten zouden ontstaanin de met mortel gevulde voegen tussen dekolomdelen onderling. Op deze wijze wer-den de verbindings-elementen, die in staalzijn uitgevoerd, beschermd tegen roestge-vaar en vorstinvloeden.De lengteveranderingen door temperatuur-invloeden kunnen bij de bovenste verdiepin-gen verschillen tussen binnen- en gevelkolom-men teweegbrengen van ca. 12 mm. Metdeze verschillen is rekening gehouden, doorde niet dragende tussenwanden door middel5.van elastisch voegenmateriaal te verbindenmet de vloeren en balken.Aan de zuidzijde zijn de twee spiraalvormi-ge op- en afritten een in het oog vallend con-structie-onderdeel. Beide verlopen in eenboog van ca. 360 ? over een lengte van 50m, zonder dat er tussensteunpunten zijn aan-gebracht. De vrije uitkraging bedraagt 21 m,de gemiddelde stijging 15%. De borstwerin-gen hebben een constructieve functie. Doormodelonderzoek werd vastgesteld dat deplaat zonder borstweringen te weinig stijf-heid bezat. Door middel van radiaalsgewijsaangebrachte voorspanning heeft men deanders ontstane doorbuiging tot de helftweten terug te brengen.Alle voorspanning werd aangebracht vol-gens het systeem B.B.R.V. De metingen tijdensde modelonderzoeken werden uitgevoerddoor EMPA.Ontleend aan Schweizerische Bauzeitung, nr. 50, 16dec. '65.Cement XVIII (1966) Nr. 8 469
Reacties