P.W.BosN.V. W.Bos en Zoon, Betonijzer Buig- enVlechtwerkcentrale, Twisk (N.H.)Het vlechtbedrijf in opmarsU.D.C. 624.012.454:65.011.4Rationalisatie van wapeningTen GeleideDe laatste ?aren hebben op het gebied vande wapening nieuwe ontwikkelingen hun in-trede gedaan. In dit verband wijzen wij op debuig- en vlechtcentrales, normalisatie enstandaardisatie, het maken van buig- en knip-staten met behulp van een computer, auto-matisering van buigprogramma's, mechanisa-tie van het tekenwerk, en het vooraf vervaar-digen van wapeningseenheden.Met het oog op deze ontwikkelingen, organi-seerde de Betonvereniging op 14 oktobervan het vorige ?aar een 'Wapeningsdag', diedoor ca. 450 belangstellenden werd bijge-woond. Tijdens die dag werd onder meer ge-wezen op het aandeel van de constructeurbij het reduceren van de wapeningskosten,die op het ogenblik 35% uitmaken van dekosten van verwerkt gewapend beton. Deconstructeur laat zich dikwijls lelden door hetbesef dat men zuinig dient te zijn in hetstaalverbruik, terwijl aan de factor arbeid on-voldoende betekenis wordt toegekend.In het kader van de kennisverbreiding om deontwikkelingen die zich voordoen in bredekring te verspreiden, werd tot op heden on-voldoende aandacht geschonken aan hetdeelgebied 'wapening'. Uit de grote opkomstvoor de 'Wapeningsdag' blijkt reeds hoegroot de behoefte is om hierover ge?nfor-meerd te zijn.In dit nummer van Cement zijn daarom allevoordrachten bijeengebracht (blz. 53-84), om-dat bundeling van artikelen die op een enhetzelfde onderwerp betrekking hebben, eengrote praktische waarde heeft.Redactie1Interieur van een vlechtcentraleLes Horizons',voon- en kantoorgebouwe Rennes, Frankrijkirch.:G.Maillolso?O:CEMBUREAU'Onder de vele, soms stormachtige ontwikke-lingen die de betonbouw de laatste jarenheeft ondergaan, men denke alleen maar aande toepassing van lichtbeton, mag men ookde praktijk van het vlechten rekenen. Dezeis sterk aan het evolueren. Men constateertin toenemende mate een verschuiving vande activiteiten van bouwplaats naar buig- envlechtcentrale.Natuurlijk zal het ambachtelijke handwerknooit helemaal verdwijnen, maar de arbeiderdie met plooi-ijzer en knipschaar achter opzijn fiets naar het karwei ging, gaat lang-zamerhand wel tot het verleden behoren.Er zijn verschillende omstandigheden dieeraan hebben meegewerkt dat men oversteeds minder vakbekwame 'all-round' vlech-ters kan beschikken. Onder meer moet mende oorzaak hiervan zoeken in het ontbrekenvan op de praktijk gerichte opleidingen en inde veranderende economische en socialeomstandigheden.Weinig vakbekwaam personeelBeziet men de resultaten van de vakoplei-ding voor vlechters, dan is het eigenlijk eenwonder dat er in Nederland nog vakbe-kwame vlechters zijn: in 1970 volgden 3kandidaten de opleiding tot gezel en 9kandidaten de opleiding tot adspirant-gezel.Ofschoon daarnaast ook door betonwaren-fabrieken, grotere aannemingsbedrijven,buig- en vlechtcentrales, enz. met behulpvan bedrijfsopleidingen,eigen mensen wor-den opgeleid, mag men in het algemeenstellen dat de opleiding tot vlechter krach-tiger ter hand genomen moet worden doorsamenwerking van overheid en bedrijfsleven.Niet onvermeld mag blijven dat de StichtingVakopleiding Bouwnijverheid, evenals detechnische ??ndagschool 'Teun Sabel' inZaandam tot dusver alle medewerking heb-ben verleend die in hun vermogen lag omde vakopleiding te stimuleren.Buig- en vlechtcentrales geven een antwoordop vele problemenEr is nog een andere reden waarom het buig-en vlechtwerk steeds meer geconcentreerdwordt in centrales.. Immers de jonge mensenvan thans wensen niet meer te sjouwen ente werken onder omstandigheden die somsop bouwplaatsen heersen. Men geeft devoorkeur aan werkzaamheden op een vasteplaats in een gesloten gebouw, waar ver-warming aanwezig is en goede sanitaireCement XXIII (1971) nr. 2 532-5Enkele minder praktische toepassingen vanhaken voor balkwapeningvoorzieningen. Een antwoord op deze men-selijke factoren is in feite eenzelfde als opverschillende technische economische pro-blemen.Fabriekmatig vervaardigen van vlechtcon-structies geeft een zekere regelmaat aan dete verrichten arbeid. De overzichtelijkheidervan maakt het mogelijk om met veel min-der vakbekwame mensen tot eenzelfde pro-duktiecapaciteit te komen. Een vakman diede tekeningen kan vertalen in dikwijls ge-compliceerde vlechtconstructies is zeldzaam.Binnen de vlechtcentrale kan zo'n vakmaneen ploeg van minder bekwaam personeelleiden.Er is nog een aantal technische en technisch-economische factoren aan te wijzen die deconcentratie van vlecht- en buigwerkzaam-heden binnen een centrale motiveren. Enkeledaarvan zijn:? Door het vervaardigen van geprefabriceer-de vlechtconstructies behoeft de vlechterniet meer op de bekistingmaker te wachtenof omgekeerd.? Op de bouwplaats heerst dikwijls plaats-gebrek, hetgeen een ongunstige invloedheeft op een goede organisatie van het werk.Het vervaardigen ven het vlechtwerk op eenandere plaats, binnen vastgestelde termijnen,komt de organisatie van het bouwwerk tengoede.? Vooral voor kleinere werken is het goed-koper om het staal te vervoeren naar eencentrale, dan de benodigde apparatuur voorhet vlechten naar het werk te transporteren;dikwijls zal men vooral in de beginfase vaneen bouwwerk nog niet over stroom kunnenbeschikken.? Een van de belangrijkste aspecten is deverantwoordelijkheid, waaraan een degelijkvlechtbedrijf zich niet zal onttrekken.StandaardisatieBij het ontwerpen van betonconstructieswordt dikwijls nog te individueel gedacht ente weinig overleg gepleegd met praktijk-mensen. Dit is zonder meer een rem op deontwikkeling naar rationeler en gestandaardi-seerd bouwen. Heel wat constructie-onder-delen kunnen gemakkelijker en goedkopergemaakt worden, indien men meer in dezerichting bewust wordt. Een voorbeeld is detoepassing van hoogwaardig- en zachtstaal,en wel consequent de eerstgenoemde soortvoor de hoofdwapening en het zachtstaalvoor de verdeelwapening en de beugels.Verder dient men zich uit te spreken overhet al of niet toepassen van haken aanbetonstaal FeB 40HW of FeB40-48HK. (In depraktijk worden deze nog steeds resp.QR40-QRn40-48 of natuurhard staal of tor-staal genoemd).De figuren 2 t/m 5 tonen enkele minder prak-tische toepassingen. Dat zoiets in de praktijkwerkelijk voorkomt blijkt uit foto 6.Goede toepassingen worden getoond in defiguren 7 t/m 10.6Onpraktische balkwapeningCement XXIII (1971) nr. 2547-10Juiste toepassing van haken voor balk-wapening11-12Een vlechtcentrale ?s ook wat betreft dewerkomstandigheden idealerSpecifieke eigenschappen van het staalBij de toepassing van de hoogwaardigestaalsoorten FeB40HW of HK wordt dikwijlsnog te weinig rekening gehouden met despecifieke eigenschappen van deze staal-soorten. Het zou gewenst zijn om bij eenbepaalde arbeidsmethode de hiervoor meestgeschikte staalsoort te kiezen, of uitgaandevan een bepaalde staalsoort de hiervoormeest geschikte arbeidsmethode te kiezen.Gemis aan materialenkennis en inzicht in dewarmtebehandeling van staal spelen hierineen belangrijke rol. In de betonbouw zijn teweinig echte staalmensen werkzaam, vooralgezien de steeds veelvuldiger toepassingvan de lastechniek. Een aantal lesmethodenwordt nog niet of nog onvoldoende door demeestal gehanteerde betonvoorschriften ge-dekt, waardoor veel misverstand en verwar-ring ontstaat. Daarom is hier een dringendverzoek aan de Gewapend-Betoncommissieop zijn plaats, om te komen tot duidelijke enhanteerbare voorschriften op ieders gebied.In dit tijdschrift zijn de laatste jaren verschil-lende publikaties verschenen die betrekkinghebben op het vlechten en lassen van wape-ningsstaal zoals:? Warmte-invloed bij het lassen van beton-staal, door H.A.K?lIer? Puntlassen en hechtlassen van hoogwaar-dig betonstaal, door ir.E.J. van Koot? Rationalisatie van het vlechtwerk, door ir.D. de Rover? Wapening en kwaliteit van betonconstruc-ties, door ir.J.Zwart.Men gunt zich dikwijls onvoldoende tijd ombestaande litteratuur op de verschillendevakgebieden na te slaan. Wellicht zou het inhet onderhavige geval aan te bevelen zijnom de genoemde publikaties gebundeld uitte geven. Het lezen en bestuderen van deinhoud wordt daarmee gestimuleerd en werktbevorderend op het inzicht in verschillendestaalproblemen.Dit laatste is geen luxe indien men bedenktdat het in Nederland is voorgekomen dateen juiste lasmethode, door gebrek aan ken-nis over de warmtebehandeling van staal,door een opdrachtgever of door een contro-lerende instantie werd afgekeurd, terwijlenkele kilometers verderop een onjuiste las-methode werd goedgekeurd als gevolg vanhetzelfde gebrek aan kennis.Een aantal vlechtbedrijven heeft begrependat op het gebied van de verbetering vanprodukt- en werkmethode nog het een enander te verbeteren valt en heeft beslotendit gezamenlijk te doen. Dit heeft medio 1969geleid tot de oprichting van de VerenigingResearchgroep Betonwapening (RBW), eenvereniging die de belangen van de aange-sloten buig- en vlechtcentrales in de ruimstezin van het woord behartigt, en onder meerde verschillende lesmethoden onderzoekt endoor het aantrekken van een expert op ditgebied de verschillende lasmethoden in debedrijven laat controleren.Men baseert zich hierbij op het volgendereglement:1. Het laswerk dient te allen tijde zodanigte worden uitgevoerd dat het moedermate-riaal door het lassen niet of niet noemens-waardig wordt be?nvloed.2. Ten einde het onder ' genoemde te kun-nen vaststellen, zullen door de RBW-keuringsdienst op regelmatige tijden con-troles op de kwaliteit van het laswerk wor-den verricht, waarna aan de betreffendeondernemer en aan de RBW zal worden ge-rapporteerd over:a. de hoedanigheid van het laswerk;b. de resultaten van de genomen buig- entrekp roeven;c. de eventuele invloed van de laswarmte inde door de laswarmte be?nvloede zone, tenaanzien van de mechanische eigenschappenen de eventuele structuurveranderingen vanhet staal;d. welke verbeteringen in de lasmethodevolgens de RBW-keuringsdienst dienen teworden aangebracht.3. Bij de trekproef zullen worden opge-nomen:de treksterkte;de vloeigrens, respectievelijk de 0,2% rek-grens;de breukrek op adp. 5;de rek over de las in die gevallen waar debreuk buiten het lasgebied plaatsheeft.4. De buigproef zal worden genomen doorde proefstaaf 180? te buigen om een doornvan 5 maal de proefstaafdikte voor beton-staal Feb40HW en Feb40HK en om eendoorn van 3? maal de proefstaafdikte voorbetonstaal Feb24.Bij de controle op het hechtlassen van krui-sende staven zal de buigproef zodanig wor-Cement XXIII (1971) nr. 2 55den uitgevoerd dat gebogen wordt met deaangehechte staaf in het midden van debocht in de trekzone van de buigproefstaaf.5. De proefstaven zullen door de keurings-gemachtigde en naar zijn inzicht wordengenomen.6. Indien de beproevingsuitslag niet voldoetaan de door de RBW gestelde eisen (zieonder 1) kan zonodig een aanvullend onder-zoek worden gedaan.7. De aan de beproeving verbonden kostenzijn voor rekening van de ondernemer wienswerk wordt gecontroleerd.8. Bij goedkeuring wordt een certificaat af-gegeven van het laboratorium waar de be-proeving werd verricht.9. Voor 1971 bedragen de ??nmalige vastekosten 1.000,-- alsmede ongeveer f 200,--per keuring.Door de RBW werd bij het opstellen van ditreglement een dankbaar gebruik gemaaktvan de beproevingsresultaten die door ver-schillende instanties en bedrijven zijn ge-daan. Met name mag hier het pionierswerkgenoemd worden dat in dit opzicht door deRijkswaterstaat werd verricht.Op verzoek van de RBW werd als eersteproject een onderzoek ingesteld naar hetCO2 hechtlassen van kruisende staven vannatuurhard staal. Dit onderzoek werd ver-richt door de Rijksnijverheidsdienst in sa-menwerking met de Rijkswaterstaat en hetlaboratorium van Wilton Feyenoord te Schie-dam, waarbij een zevental leveranciers vanC02-lasmachines belangeloos hun medewer-king verleenden.Enkele suggestiesAan het eind van dit inleidende artikel is nogeen aantal suggesties gedaan die bedoeldzijn om meer begrip te wekken voor degenenaan wie het vlechtwerk is opgedragen:1. De codering van het betonstaal op deconstructie-tekeningen is niet uniform, het-geen gemakkelijk tot vergissingen aanleidingkan geven, dit temeer, daar soms met eenvergrootglas naar de aanduiding van destaalkwaliteit moet worden gezocht.Een in de Gewapend-Betonvoorschriftenvastgelegde uniforme aanduiding, zou aandit probleem een eind kunnen maken.2. Het komt nog wel eens voor dat in deconstructie-tekeningen geen totaalmaten zijnvermeld. Hierdoor moeten soms 10 of meermaten worden opgeteld om de juiste afme-ting te weten te komen. Dat ook hierdoorvergissingen kunnen ontstaan, vooral als detekening in het werk vuil is geworden, zaliedereen duidelijk zijn.3. Voor de kleinere bouwwerken wordt debetonspecie vaak betrokken van een beton-centrale. Het tijdstip waarop men de beton-specie kan verwerken wordt als regel be-paald door de leveringstijd van het vlecht-werk. Het komt herhaaldelijk voor dat devlechter zich in allerlei bochten moet wrin-gen om aan het tijdschema te voldoen. Heelvaak krijgt de vlechter het tijdstip van leve-ring enkele dagen van tevoren op. Dat ookde vlechter een bepaalde planning probeertaan te houden, wordt wel eens vergeten.Daar komt nog bij, dat wijzigingen in hetvlechtwerk worden aangebracht tot op dedag van het betonneren. Het hierdoor ont-stane extra werk .wordt als regel niet ver-goed.4. In Nederland wordt, volgens de voor-schriften, met minder dekking gewerkt danin de ons omringende landen. Het gevolghiervan is dat in Nederland een grotereprecisie van het vlechtwerk noodzakelijk is.Het zou wenselijk zijn als met deze grotereprecisie bij het construeren rekening werdgehouden. Als voorbeeld moge dienen, datbij het vervaardigen van beugels, maatvasterkan worden gewerkt met gladstaai dan metgeribd staal.5. Nog veel te vaak wordt in de bouw hetverwerken van Supporten voorgeschreven,bijv. 5 stuks per m2. Het verwerken vansupport-liggers daarentegen is niet alleengemakkelijker en arbeidsbesparender, hetgeeft tevens aan het bovennet de mogelijk-heid om een onafhankelijke functie te ver-vullen ten opzichte van het ondernet.Met dit inleidende artikel tot een serie overhet verwerken van wapeningsstaal, mogeenig inzicht gegeven zijn in de problematiekvan het vlechtbedrijf.13CO2-hechtlassenCement XXIII (1971) nr.256
Reacties