ir.E.J.A.Corsmitraadgevend ingenieur, lid ONRI,'s-GravenhageGroothandelscentrumte Gouda1Plattegrond van het totale projectGround-plan of the trade centre2Standaardverbinding tussen kolom endakspantenStandard connection between column androof-beamsEen argument dat dikwijls naar voren wordt gebracht wanneer het gaat om het bouwen metgeprefabriceerde elementen, is de snelheid waarmee men een project kan realiseren. Ditgeldt in het bijzonder voor gebouwen met een industri?le bestemming, met een minimum aannadere afwerking.Zo'n voorbeeld mag ongetwijfeld het Groothandelscentrum in Gouda genoemd worden, waar-voor begin 1974 de eerste paal werd geslagen. Ongeveer negen maanden later was de groot-ste hal (hal 14), met een oppervlakte van 11 300 m2reeds in ruwbouw gereed, terwijl verschil-lende andere hallen inmiddels voltooid of op dit moment in vergevorderde staat van uitvoe-ring zijn. Het totale project bestaat uit 14 hallen, die elk voorzien zijn van kantoorgedeelten engezamenlijk een bebouwde oppervlakte van bijna 50000 m2beslaan (fig. 1).De uitvoering is in handen van MAB Bouwbedrijf BV, die de onderbouw en de afwerking ineigen beheer uitvoert. Het architectonisch ontwerp is van het architectenbureau De Bruyn teWassenaar. De geprefabriceerde betonconstructie werd geleverd en gemonteerd door Ergon,Utrecht, terwijl voor het constructieve ontwerp het raadgevend ingenieursbureau ir.E.J.A.Corsmit te 's-Gravenhage werd ingeschakeld.De constructieDe constructieve opzet van deze hallen is vrij eenvoudig en bestaat uit een opbouw vankolommen, spanten en dakgordingen. Het dak wordt gevormd door Siporexplaten. De dakenzijn onder een helling gelegd, hetgeen aan de buitenzijde niet te zien is, daar de stalen gevel-beplating tot 1,75 m boven de randbalk is doorgetrokken.De kolommen staan op stramienafstanden van 12 ? 18 m; de spanten hebben een overspan-ning van 18 m, terwijl de gordingen op een hart-op-hart afstand van 3 m zijn geplaatst. Voorde grootste hal is een vloerbelasting van 3,5 tf/m2aangehouden; voor de overige hallen be-draagt deze belasting 1,2 tf/m2. (Bij de kantoorgedeelten bedraagt de vloerbelasting van deverdiepingsvloeren 0,5 tf/m2).Tussen de hallen onderling zijn behalve de oppervlakten en de vorm van de plattegrond nogmeer kleine verschillen, doch deze zijn voor de hoofdzaken van de constructie van weinigbetekenis. Er zijn enkele constructieve oplossingen bij de detaillering ontwikkeld, die eennadere uiteenzetting rechtvaardigen.Cement XXVII (1975) nr. 2 68Montage van dwarsbalkenAssembling the cross-beamsfoto: Ridder van Doorne/Rijswijk (ZH)Montage dakgordingen op de spantenAssembling the purlins on the roof-beamsfoto's: Riddervan Doome/Rijswijk (ZH)StabiliteitDe stabiliteit van de hallen wordt verkregen door de kolommen aan de onderzijde (verend) inte klemmen. De dakconstructie is hierbij als een stijf en sterk geheel beschouwd, waardooralle kolommen eendrachtig samenwerken aan de stabiliteit en het opvangen van de wind-belasting. Om de kolommen zo stijf mogelijk te maken en daarmee de doorbuiging als gevolgvan de windbelasting tot een minimum te beperken, heeft men een betonkwaliteit B 45 geko-zen en is bovendien een voorspanning aangebracht, zodat het volledige traagheidsmomentbenut kan worden.De belasting die door de dakconstructie op de kolommen uitgeoefend wordt, geeft een be-trekkelijk kleine druk, maar de windbelasting daarentegen veroorzaakt in de kolommen eenvrij aanzienlijk moment. Ten opzichte van deze windbelasting kan men de kolommen als verti-caal staande balken beschouwen. De voorspanning is zodanig gekozen dat bij het maximaaloptredende windmoment geen scheuren zullen ontstaan. Bij de berekening is uitgegaan vande belastingfactoren die in de VB 1974, Deel A zijn aangegeven.Bij hal 14, waar de onderkanten van de spanten zich 9,50 m boven halvloer bevinden, in tegen-stelling tot de 6,30 m voor de overige hallen, is de kolomdoorsnede vierkant 59 cm en bij deandere hallen vierkant 49 cm.Wanneer men uitgaat van de windbelasting zoals in de TGB aangegeven is en van een elasti-citeitsmodulus E voor kortdurende belasting, dan bedraagt de uitbuiging van de kolommen inhal 14 ter hoogte van het dak nog altijd 3,5 cm (bij de overige hallen 2,5 cm). Deze vormver-andering in het gebouw heeft natuurlijk consequenties voor de detaillering van de gemetsel-de vulwanden, die gezien deze omstandigheid via een dilatatie op de kolommen zijn aan-gesloten.In hal 14 waarin voor het kantoorgedeelte een vrij fors trappehuis met liftschacht nodig is,alsmede enkele noodtrappehuizen, zijn dientengevolge nog betrekkelijk veel stijve wandenCement XXVII (1975) nr. 2 69Hef gerede skeletThe completed frame-workfoto: Ridder van Doorne/Rijswijk (ZH)3Plattegrond kantoorgedeelte hal 14Ground-plan office part hall 144Normale inklemming binnenkolommen infunderingsputNormal fixing inner column in founda-tion oit5Verbinding buitenkolom met randpoerConnection outer column with edge-beamaanwezig. Bij dit gedeelte van het gebouw wordt de stabiliteit dan ook verzorgd door gemon-teerde stijve wanden die in verticale richting zijn doorgekoppeld. In dit verband zijn de tweeverdiepingsvloeren, opgebouwd uit kanaalplaten, van een druklaag voorzien, ten einde dehorizontale krachten naar de stabiliteitselementen af te voeren. Dit kantoorgedeelte is gedi-lateerd van het overige deel van de hal.KolominklemmingDe inklemming van de binnenkolommen kwam tot stand door deze in een put te plaatsen overeen diepte van 1,5 maal de kolomafmeting (flg. 4). De fabrikant gaf aan deze wijze van mon-teren de voorkeur en liet dat dan ook in de prijs tot uiting komen.Bij de buitenkolommen was het oorspronkelijk ook de bedoeling om deze putfundering toe tepassen. Dit gaf echter problemen voor riolering en andere leidingen die, omdat een belang-rijke grondzetting verwacht wordt, opgehangen worden aan de vorstbalken en die als gevolgvan de dan uitstekende poer verder uit de gevellijn moesten worden gelegd, wat nogal watextra kosten met zich meebracht. Om die reden zijn de kolommen hier ingeklemd door in dekolommen sparingen te houden waarin uit de poer stekende wapeningsstekken passen. Dezeverticale sparingen worden tegelijkertijd met het aangieten van de voeg onder de kolom aan-gegoten. Alle randkolommen, onverschillig voor welke hal, zijn zodoende aan de voet door-verbonden met behulp van 8 stekken 0 26 mm, die 1,05 m uit de fundering steken (fig. 5).Daar men nog geen ervaring had met het aangieten van dergelijke hoge sparingen, zijn er inhet laboratorium van de fabrikant proeven genomen. Daarbij werd als eis gesteld dat de stek-sparingen alle goed gevuld zouden worden, door bovenin ??n der sparingen te gieten. Degietmortel moet dan via de voeg onder de kolom omhoog komen. De zeven overige stek-sparingen hebben bovenin een kanaaltje, dat buiten de kolom uitkomt, zodat gecontroleerdkan worden of ze alle goed volkomen. Is alles correct gebeurd, dan stroomt de gietmortel uitdeze controlekanaaltjes, waarna deze met een kurk worden dichtgezet. Met een gietmortel,bestaande uit een mengsel van portlandcement en Tricosal, dat ontlucht wordt (zie SBR-rapport B7-4), bleek het vullen in de praktijk zeer goed realiseerbaar, mits bij de vulopeningeen overdruk ten opzichte van bovenkant controlekanaaltjes werd aangebracht van 0,50 mgietmortel (dat is ca. 0,90 m waterkolom).Wel bleek in het werk dat de afsluiting van de voeg onder de kolom zeer zorgvuldig moetworden uitgevoerd, daar hier anders lekken zullen ontstaan door de druk van 1,55 m giet-mortel.Aan de binnen- en zijkanten van de kolom wordt de voeg afgesloten door een rij metsel-stenen, waarachter stampbeton wordt aangebracht, terwijl de afdichting aan de buitenzijdewordt bereikt door enkele lagen stenen tegen de kolom te metselen. Zoals uit figuur 6 blijkt,wordt bij het vullen van de sparingen tevens de voeg onder de kolom gevuld. De kolom werd,zoals gebruikelijk, via een stelschroef op hoogte gesteld en uiteraard tijdens de montage-Cement XXVII (1975) nr.2 70Hal 14 met kantoorgedeelteHall 14 with in front the office partoverige foto's: Cement/Bob de Ruiter6Detail aansluiting kolom-poerDetail connection column-ground beamInterieur van een hal met detail vanoplegging dakspantenInterior of a hall with in detail the connec-tion between column and roof-beamwerkzaamheden afgeschoord. Dit afschoren was niet nodig bij de binnenkolommen, die metwiggen in de juiste stand werden gefixeerd voordat de gietmortel onder de kolom werd aan-gebracht en het stampbeton tussen de kolom en de putwanden.De vloerconstructieDe palen onder de vloerconstructie zijn geplaatst in een stramien dat is afgestemd op dekolomafstanden van 12 en 18 m. Bovendien bevindt zich onder elke kolomput een poer enonder de gevelkolommen nog een paal.De kolomputten, resp. de gevelpoeren, zijn in de vloeren ingeklemd, zodat de momenten terplaatse van de kolom in oplegreacties op de palen worden omgezet.De vloer op palen kan dus als een paddestoelvloer worden beschouwd. In feite is voor dekolommen slechts een verende inklemming bereikt, waarmee rekening gehouden is bij debepaling van de tweede-orde effecten.Het heiwerk zelf heeft nogal wat zorgen met zich meegebracht, daar over het terrein eengroot verschil in basisniveau bestaat. De paallengte varieert van 11 tot 19 m, waarbij zelfs opkorte onderlinge afstanden al grote verschillen voorkomen. Het is duidelijk dat met behulp vanslagdiagrammen over de laatste meters gecontroleerd moest worden of de juiste diepte wasbereikt. Het totaal aantal palen voor dit werk bedraagt 3213 stuks. Er werd geheid met tweestellingen, voor een korte periode zelfs met drie. Van tevoren werd een lijst aangelegd vande toelaatbare plaatsafwijkingen, die elke paal mocht hebben, waarbij een onderscheid ge-maakt werd voor de diverse soorten palen. Bij de normale palen onder de vloer zijn afwijkin-gen niet interessant, in tegenstelling tot die onder de kolommen. De bedoeling was dat aande palen, waaraan hogere eisen worden gesteld inzake de juiste plaats, grotere aandacht enCement XXVII (1975) nr. 2 71Grote vloeroppervlaktenLarge floor areaszorg werd besteed. Ondanks de voorzorgen zijn nogal wat paalafwijkingen geconstateerd, dieextra maatregelen noodzakelijk maakten. Deze bestonden uit het plaatselijk verdikken van devloer, onder handhaving van dezelfde wapening.Voor de wapening van de balkloze vloeren zijn op grote schaal gepuntlaste netten uit FeB50HK toegepast, waarvoor het plan door bureau Duyndam is uitgewerkt.PrefabricageZoals gesteld, is de prefab-constructie zelf fors, maar constructief eenvoudig; zij bestaatvolledig uit genormaliseerde onderdelen. Deze onderdelen zijn echter bestemd voor loodsenen hoewel er geen formeel verschil bestaat tussen loodsen en hallen zijn hier toch bepaaldeconsequenties aan verbonden.In de hallen is namelijk een vrij ingewikkelde afwerking en installatie nodig, zodat diverseextra voorzieningen in de kolommen en spanten aangebracht moesten worden. Deze zijnevenwel zoveel mogelijk genormaliseerd om de afwijkingen te beperken. De verbindingen zijnalle betrekkelijk simpel; er zijn enkele extra eisen gesteld aan de doorkoppeling van de ver-schillende onderdelen in verband met de totale samenwerking van het dak.Men kan een en ander ook uit de illustraties constateren.De gevels bestaan uit gevouwen Robertsonplaten. Deze zijn geplaatst op zgn. horizontaledozen die telkens een lengte hebben van 2 ? 6 m. Op elke 6 m is namelijk een stalen kolomgeplaatst, als verticale windligger, die onder steunt op de begane-grondvloer en boven tegende dakconstructie. Het gevolg hiervan was dat speciale voorgespannen randgordingen moes-ten worden gemaakt, die overigens wel in een normale produktie gefabriceerd konden wor-den. De horizontale dozen van Robertson moesten in verband met de doorbuiging telkens opdrie plaatsen ondersteund worden; daar waar een gevel niet een even aantal malen 6 m langis, wordt een extra stalen tussenkolom aangebracht.Terwijl de daken zelf volgens Belgisch systeem van een helling voorzien zijn, is de bovenkantvan de gevels recht, zodat er dalen voor het regenwater ontstaan.Oorspronkelijk heeft men erover gedacht de verticale hemelwaterafvoeren in de kolommenonder te brengen. Dit zou echter wel grotere moeilijkheden gegeven hebben bij de poercon-structies, die immers de inklemming moeten verzorgen. De afwatering van het dak geschiedtnu via iets onder verhang liggende leidingen die vlak onder de spanten zijn gelegd, en bij degevels omlaag worden gevoerd.Ingang kantoorgedeelte hal 14Entrance office part hall 14Cement XXVII (1975) nr. 2 72
Reacties