Geprefabriceerdebinnenspouwbl.aden vanbetonA. Ontwikkelingen en achtergrondenOntwikkelingenDe spouwmuur 11 " 5 " 11 was een genialeuitvinding. Het was afgelopen met regen"doorslag, ten opzichte van de steensmuur(22 cm) was de warmte-isolerende werkinggroter, terwijl de draagkracht nagenoeg ge-lijk bleef en er geen grotere belasting op defundering ontstond.Vanwege de explosieve groei van de loon-kosten in de na-oorlogse periode werd ge-zocht naar arbeidsbesparende bouwmetho"den. Vanuit dat streven kwamen ge?ndustria-liseerde bouwmethoden tot ontwikkeling,waarmee in de jaren zestig grote bouwpro-dukties werden gehaald. Seriematige pro-duktie was voorwaarde voor toepassing vanweliswaar effici?nte maar tegelijkertijd ookkapitaalintensieve systemen, onder meersysteembekistingen voor wanden en vloe"ren, zware kranen voorde montage van grotegeprefabriceerde beton" en baksteeneie"menten etc. In die tijd ontstond ook het ge"prefabriceerde binnenspouwblad van gewa"pend beton, 10 tot 12 cm dik, voorzien van alof niet beglaasde kozijnen. Hiermee kon delangsgevel van woningen in ??n handelingworden afgedicht. AI vrij spoedig werd doorenkele fabrikanten detraditionele wapeningvervangen door voorspanning, om hiermeede kans op scheurvorming te miniseren. Tenbehoeve van gewichtsbesparing en ook inverband met de modulaire co?rdinatie wer"den later ook kleinere diktes toegepast, tot9cm.Als reactie op de uniformiteit in de wo"ningbouw en de hoogbouw kwam in de jarenzeventig de terugkeer tot projecten van klei"ne omvang, met veel variatie in woningtypen.In zeker opzicht betekende diteen stap terugin de ge?ndustrialiseerde bouw. Door deschaalverkleining verviel het voor de grotesystemen zo belangrijke serie"effect. Eenverandering ook in de marktvoorgeprefabri"ceerde spouwbladen. Gevolg van de klein"schaligheid en variatie was een groot tekortaan vakbekwame bouwvakarbeiders; in devoorgaande periode van industrialisatie wa-ren die onvoldoende opgeleid. De stijgingvan de bouwkosten voor woningen die on"herroepelijk volgde, werd de afgelopen jarenindirect versterkt door de explosieve stijgingvan de energieprijzen. Het isoleren van wo-ningen is vanwege die energiekosten inmid~deis een aanvaard gegeven, maar het heeftwel de bouwkosten verder opgesch roefd.Cement XXXIV (1982) nr. 3Deze ontwikkelingen hebben geleid tot eenrationalisatie van de woningbouw. Nu dewo-ningen weer uniformer worden (systemati-sche variatie) zijn er meer mogelijkhedenvoor seriematige produktietechnieken, al"thans voor de ruwbouw. Geprefabriceerdeelementen, zoals bijvoorbeeld betonnenbinnenspouwbladen, krijgen daardoor ookmeer marktruimte.Er is daarbij ook een duidelijke relatie met deisolatieproblematiek, zoals hierna zal blij"ken.Isolatie van gevelsDe meest voorde hand liggende oplossingvoor het aanbrengen van isolatiematerialenwas het vullen van de spouw. Constructiefverandert er daardoor niets. Bouwfysischwel. Ventilatie van de spouw speelt een be"langrijke rol bij de verdamping van regenwa"ter in gevelstenen. Door het volledig vullenvan de spouw kan het water alleen verdam-pen aan de buitenzijde. De op verschillendeplaatsen waarneembare 'groene gevels' be"wi jzen dat meer aandacht voor het hygrischegedrag van ge?soleerde gevels nodig is. Detraditionele spouwbreedte van 50 mm is nietvoldoende voor het benodigde isolatiemate-riaal + open spouw.Met de nieuwe norm NEN 1068 (uitgave au"gustus 1981) 'Thermische isolatie van ge"bouwen'is hetbegrip isolatie"index (h) inge-voerd, waarmee het isolatieniveau van ge-bouwen als geheel wordt aangegeven; eendimensieloos getal, waarin wordt uitgedrukthoeveel moeite men zich heeft getroost omeen gebouw te isoleren. Door het hanterenvan deze index worden verschillende gebou"wen vergelijkbaar, omdat in de index dewarmteweerstanden van de verschillendebouwelementen (vloeren, wanden, ramen endaken) worden gerelateerd aan het volumeen de vorm Van het gebouw. Bovendienwordt hiermee de nog immer voortdurendespraakverwarring over k" en R"waarden om-zeild.De h-waarde van woningen die thans wordengebouwd, beweegt zich rondom 8. De plan-nen voor een minimum h-waarde voor wo"ningen van 10 zijn volop in discussie. Bij dehuidige trend in de energiekosten zal echterspoedig een It-waarde van 15 economischgezien wenselijk zijn. In NEN 1068 wordtvoorgerekend dat voor het bereiken van eenIt~waarde groter dan 12 voor een gegeven146'modelwoning' het vergroten van detraditio"nele 5 cm spouw ten behoeve van het isola"tiepakket aantrekkelijk is. Na deze conclusiestaat er vervolgens: '... Hier doen zich in depraktijk echter ook de grootste passingspro"biemen voor. Men denke aan de stan-daardmaatvoeringen bij kozijndetaillerin-gen en bij de spouwankers. Bovendien lig"gen hier consequenties m.b.t. het ruimtege"bruik. We zullen deze problemen hier niettrachten op te lossen, doch de in eerste in"stantie ontworpen buitenwandconstructiehandhaven...'. Na het doorrekenen vanef"fecten van enkele isolatiemaatregelen komtmen vervolgens tot de volgende conclusie:'Zou men bij het desbetreffende woningtypeeen thermische isolatieindex verlangen dieduidelijk hoger ligt dan 12, dan is zulksslechts te verwezenlijken met constructies,die zodanig afwijken van de heersende Ne~derlandse bOuwtraditie dat de daaruit voort"vloeiende kostenconsequenties nog moei-lijk kunnen worden overzien'. Het vergrotenvan de spouw levert inderdaad passingspro~blemen. Door het dunner uitvoeren van hetbinnen- en buitenspouwblad zou de totalemuurdikte echter gelijk kunnen blijven,waarmee de belangrijkste problemen zijnondervangen.Nu is het gemetselde buitenspouwblad inNederland zo traditioneel, dat veranderin-gen daaraan nauwelijks aanvaard zullenworden, zeker niet in de eengezinswo-ningbouw. Wel zijn er mogelijkheden voorhet betonnen binnenspouwblad. Deze wor~den voor een belangrijk deel al geleverd meteen dikte van 90 mm; ten opzichte van detraditionele baksteen spouwmuur dus al eenvergroting van de spouwbreedte. Een voor-gespannen spouwblad blijkt bij de huidigeproduktietechnieken uitgevoerd te kunnenworden in 70 mm dikte. Er zijn zelfs vooruit-zichten dat een dikte van 50 mm technischmogelijkzal worden. De bestaande norm tenaanzien van geluidsisolatie voor woningen(NPR 5070) eist een massa van 200 kg/m2voor buitenwanden, waardoor de 50 mm be-tonwand niet zou voldoen; 70 mm echterwel.Dit betekent een gevelconstructie van 105mm metselwerk, 95 mm isolatiepakketen 70mm voorgespannen beton, waarmee eenwarmteweerstand R = 2,5 m2 K/W mogelijkis. (Ter vergelijking: een traditionele spouw-muur met 50 mm minerale wol of 30 mmPUR-schuim levert bij benadering R = 1,5m2 K/W). Een 70 mm dik binnenspouwbladlevert daarmee een belangrijke bijdrage aanverbetering van de isolatieindex. De eerstefabrikant die met?D mm op de markt is geko-men, is Bouwbeton uit Best. Ter introduktievan dit nieuwe produkt, genaamd Bestwand7, werd op8 december 1981 in het Bouwcen-trum te Rotterdam een symposium gehou-den onder het motto 'Gevel: energieversl?n-der of energiebespaarder', waar met namede economische en bouwfysische aspectenvan gevelconstructies en inhetbijzondervanBestwand 7 zijn toegelicht.In deze artikelenserie zal de nadruk wordengelegd op de technische aspecten van ge-prefabriceerde spouwbladen. De construc-tieve aspecten zoals stabiliteit en draag-kracht, worden hierna besproken door ing.W.P. de Vreede. Ir.A.W.de Vries belicht deproduktietechnieken. Tot slot beschrijftK.H.Benschop de bouwtechnische en -economische overwegingen omtrent dekeuze voor en toepassing van geprefabri-ceerde spouwbladen van beton.ing. J.H.K?hneB. Constructieveaspectening.W.P.de VreedeBVBouwtechnisch Adviesbureau ir.W.A.vanBoxsel c.i., OosterhoutBinnenspouwbladen zijn in de eerste plaatsgeveldichtende bouwelementen die als dra-ger fungeren voor de erop gemonteerde ko-zijnen en te zamen met het door spouwan-kers ermee gekoppelde gemetselde buiten-spouwblad een duurzame gevel formeren.In eenvoudigste toepassingzijn de betonnenbinnenspouwbladen te vergelijken met eengemetselde binnenspouwmuur, die te za"men met het gemetselde buitenspouwbladeen traditioneel Nederlandse spouwmuurvormt, waarop NEN 3853 TGB-steen van toe-passing is. Binnen bepaalde voorwaardenmag volgens dit NEN-blad zonder bereke-ning worden aangenomen dat een spouw-mu urzowel zijneigen stabiliteitalsdie van dewoning levert.Het betonnen binnenspouwblad op dezewij-II, Ibo'0bo1Gevelfragment met spouwbladen tussen de vloeren2Bouwkundige details van spouwbladen tussen de vloerenCement XXXIV (1982) nr.3 147ze beschouwd heeft dan alleen wapeningnodig voor produktie en transport. Voortsmoet het op een adequate wijze gekoppeldworden met de hoofdconstructie.Als extra boven de mogelijkheden van eengemetseld binnenblad kan een betonnenblad naast horizontale belastingen ook verti-cale belastingen opnemen, waarbij het tebeschouwen is als een schijf met gaten. Omeen eenvoudig statisch rekensysteem te krij-gen ?n om uitvoeringstechnisch eenvoudigte kunnen werken wordt deze schijf opge-legd op de twee eindpunten van de onder-rand. Dit in tegenstelling tot de gemetseldewand die over zijn volle lengte moet wordenondersteund. De vloerrand wordt dus nietbelast door het binnenspouwblad, zoals bijgemetselde muren het geval is, waardoorkruipvervorming van de vloer geen invloedheeft opde gevelconstructie (fig. 1).Het vlakke element draagt dan zijn eigengewicht en delangsgevelfunderingsbalkdraagt alleen nog het gemetselde buiten-blad. De bouwkundige details van deze op-lossing zijn weergegeven in figuur2.Bij een goede situering van de deur-en raam-sparingen is het echter ook mogelijk, zondertoevoegen van extra wapening, het betone-lement dat gemetselde buitenblad te latendragen, waardoor de gevelfunderingsbalkkan vervallen (fig. 3). Het spouwblad voor debegane grond wordt dan voorzien van eenvorstrand en een neus. Op de neus staat hetgehele gemetselde buitenspouwblad. Debouwkundige details van deze situatie zijnweergegeven in figu'ur 3.KrachtswerkingDe krachtsoverdracht tussen het spouwbladen de hoofdconstructie vind voor de vertica-le belastingen plaats aan de einden van hetelement (i n figuur 1en 3 aangegeven met deletter a). Voor de krachtsoverdracht van dehorizontale belastingen in het vlak van hetelement wordt de voeg tussen de bouwmuuren het spouwblad aan de boven-en onderzij-de (dus bij de vloeren) aangekouwd met eenzand-cementmortel, in figuur 1 en 3 aange-geven met de letter b.In verband met belastingen loodrecht op hetgevelvlak worden in de vloer en de wandenankers ingestort, waarmee het spouwbladtegen de hoofdconstructie wordt gedrukt(zie details in figuur 2 en 4). Voor bepalingvan de ankerkrachten wordt gerekend vol-gens de TGB-algemeen met winddruk +onderdruk en windzuiging + overdruk.De in de berekening van het element te han"teren horizontaalkracht in het vlak van hetelement wordt bepaald volgens VB 1974 art.E-203.1, betreffende eengezinswoningenmet een hoogte tot maximaal 10 mbovenmaaiveld. Omdat sprake is van zowel eenkern (B =0) als een raamwerk (B = 0,6) wordtvoor Been waarde van 0,3 aangehouden. Ditlevert een horizontale kracht op van circa 10kN voor het beganegrond-element, aangrij-pend op verdiepinghoogte.BerekeningswijzeVoor de berekening van de elementen is eenstatisch systeem van toepassing volgens fi-guur 5. Op basis van dit systeem vindt deschematisering van het spouwblad plaatsvolgens figuur 6 voor een berekening met deelementenmethode of volgens figuur 7 vooreen berekening als raamwerk. Om de resul-taten van deze raamwerkmethode (intern) teverifi?ren zijn verschillende elementenbere-kend met de elementenmethode ?n volgensde raamwerkberekening. De verschillen ingevonden resultaten zijn zodanig dat deschematisering volgens figuur 7 (raamwerk)verantwoord blijkt en een goede benaderinggeeft voor een adequate wapening van hetelement.VoorspanningOmdat de optredende druk- en trekspannin-gen ten gevolge van de horizontale en verti-cale belastingen gering zijn en deze in eenwanddeel boven/onder respectievelijkIinks/rechts verschillend van teken zijn,wor-den de doorsneden in het algemeen cen-trisch voorgespannen. De grootte van devoorspanning is zodanig dat de gemiddeldedrukspanning laag is en de toelaatbare trek-spanningen niet worden overschreden.De voorspanning bestaat uit draden 06 - FeP1670 met een aanvangskracht Po = 31,2 kN(op = 0,66 fbk) en een werkkracht Pro = 0,75'Po = 23,1 kN (opro = 0,5 fbk).De aanvangsspanning in het staal is omproduktie-technische overwegingen ruimonder de toelaatbare spanning gehouden,zodat per draad slechts een geringe krachtaanwezig is en zonder splijtwapening in deverankeringszone kan worden gewerkt.3Gevelfragment met spouwbladen v??r de vloeren4Bouwkundige details van spouwbladen v??r de vloerenj-"I1~I__0'n' o''=- ~ , ..,'1\ Ir+l>' I I ""'~I I I.I.JI I I.I I II1I IiII I~' II ....J_,IJ. - - -b - - -.+e - - - - - - - ~ . ~- - - ~ - --;+; ----; b~.- I~ll\' ;/1::--d b ~3 - 8' .. . b -; --11 r'--~-~f------~-------_. -_.~~~~ ~-l1-'0Cement XXXIV (1982) nr. 3 148H--5Statische systemen"" G2GESTAPELDT TUSSEN OE VLOER T-=!52'5I71.l !" I.I IJ) :;I,~."0@3L?I",.t@ ,.I" ~@_ J1 , _ "'l-_~__~_~-J~ ~ ~ ~~:l-II I"I101CDI"0"I "I...? @""9 23'.' ,. 26 27i@I@I?Il,ID- -- - - 30 ~31'" ,33 34II~ ~__ 116Schema voor berekening volgens deelementenmethode7Schema voor berekening volgens deraam werkmethode472'5 ." 12&0ol. 330 "'" 330 + 1122'51...'530~._-i)'De aanvangsdrukspanning in het beton be-draagt in het algemeen 1,5 tot 5 N/mm2. Hetvoordeel van deze relatief lage aanvangs-drukspanning is dat ook de benodigde be-tondruksterkte voor ontkisten relatief laagis, namelijk rbk '= 13,5 N/mm2 na 16 uur, bijeen eindsterkte van B 37,5. In de fabriek kanop deze basis een 24-uurs cyclus zondermeer worden gehaald. In de bijdrage vanir.A.W. de Vries over de produktietechniekzal op dit punt nog worden teruggekomen.Het 70 mm spouwbladOorspronkelijk werden debinnenspouwbla-den door Bouwbetongemaakt met een diktevan 100 mmo Deze dikte is in de eerste plaatseen directe afleiding van het gemetseldespouwblad. Een kritische beschouwing overdeze dikte heeft geresulteerd in het nuinproduktie genomen 70 mm dikke spouw-blad. Deze wanddikte voldoet aan de mini-male wanddi kte-eis van de VB 1974 ten aan-zien van binnenwanden en geeft voldoenderuimte voor wapening in twee lagen, waarbijwordt uitgegaan van de minimale dek-kingseisen voor droog milieu aan de wo-ningzijde en vochtig milieu aan de spouwzij-Cement XXXIV (1982) nr. 3 149FVfJ''if'#- Iiil'~lI'nel @@~.- a:~'!il,~t~? ?24'0'IQ+ ~t'r 342 ?_- ,050 1-'2450____ Jill-+t"'l'-.StI IIN I;;; I~lr~" ?et~? I~~~~I~==-------=====-1-1?7-_---+--~'6~11---==?~ I~,,+~~_'---"'1";0.'_++------'1""""-'__ ~8Werktekening van een 70mm dikspouwbladde van het element.Het 70 mm dikke spouwblad krijgt nagenoegdezelfde spanning uit het eigen gewicht invergelijking met het 100 mm element. Uit dete dragen belasting van het buitenspouw-blad volgen hogere spanningen. Dit wordtopgevangen door eenzelfde aantal voor-spandraden toe te passen als bij de 100 mmelementen, waarmee een hogere betondruk-spanning wordt verkregen.Figuur 8 toont een werktekening van een 70mm dikspouwblad, dat geschikt is voor allehier besproken functies.c. Produktietechniekenir.A.W.de VriesIBouwbeton BV, BestHet geprefabriceerde binnenspouwblad vanbeton iseen industrieel vervaardigd produkt.Alvorens in te gaan op de wijze van produce-ren is het nuttig nog even stil te staan bij debelangrijkste functies die aan dit produktworden toegekend. Dezezijn:1. het afdichten van de langsgevel in ??nhandeling; de binnenzijde is meteen be-hangklaar;2. het dragen van de gemetselde buitenge-vel door middel van een aangestorte geveI-balk; ter voorkoming van het gevaar van op-vriezen en voor afsluiting van de kruipruimtewordt ook een vorstrand aangestort;3. het dragen van de dakvoet door middelvan een ingestorte muurplaat;4. het gE;lven van stabiliteit aan het casco.9a-cProduktie met stationaire opstellingDe huidige produktietechnieken zijn in tweesystemen te onderscheiden, te weten: decarrousel en de stationaire opstelling.Carrousel is de benaming voor een systeemwaarbij een mobiele malconstructie ver-scheidene stations doorloopt, waarspecifie-ke proceshandelingen worden verricht engrondstoffen worden toegevoegd. De statio-naire opstelling wordt zoals de naam al aan-geeft, gekenmerkt door een stationaire mal-constructie, waar alle proceshandelingenworden verricht en grondstoffen wordentoegevoegd (het zogenaamde fixed pointprincipe).De twee systemen hebben elk hun eigenvoordelen. De carrousel komt met name inaanmerking bij grote produktiecapaciteitenen biedt goede mogelijkheden voor automa-tisering. De stationaire opstelling krijgt devoorkeur bij kleinere produktie-eenheden.Belangrijk is dat het laatste systeem geringeinvesteringen vraagt en een grote flexibiliteitheeft. In beide produktietechnieken gaat hetKU6Utijdens statellwordt intensief getrild, de voorspandraden ZJjn afgespannen op de maleen voorgespannen >element tijdens -.erhardingde bovenzijde l~ spouwzijde)'s afgetrildom dezelfde proceshandelingen; de syste-men leveren kwalitatief gelijkwaardige pro-dukten.Bij Bouwbeton is voor de produktie van het70 mm dikke binnenspouwblad gekozenvoor de stationaire opstelling.Produktiecyclu$ (fig. 9 a-clDe produktiecylus van 24 uur begint met het(licht) inoli?n van de stalen mal. Daar waarzich in hetbetonelement spanningsconcen-traties kunnen voordoen, wordt bijlegwape-ning aangebracht. De voorspandraden 06FeP 1670 worden door de kopschotten ge-stoken en op de mal afgespannen. Door decentrische voorspanning is de kans op dek-kingsfouten in feite uitgesloten.Het gebruik van zware mallen met op demalbodem vastgelaste raamsparingen ga-randeert een nauwkeurige maatvoering mettoleranties van maximaal 3 ? 5 mmoTijdens het storten wordt de betonspeciemet behulp van een speciale stortkubel in demal verspreid. Verdichting geschiedt doortijdens cntkis!en wordt de mal SO?gt'kanteldCement XXXIV (1982) nr. 3 15010Ten behoeve van het ontk?sten wordt de mal80 oegekanteld. Op de voorgrond bev?ndtz?ch een malvooreen beganegrond-elementmet vorstrandintensief trillen van de mal, waardoor bij eenlage water-cementfactor een goede ver-dichting wordt bereikt.De nagestreefde betonkwaliteit ligt bovenhet niveau van B 37,5. Toepassing van eenhoge betonkwaliteit heeft een aantalsignifi-cante voordelen.1. Een grote betontreksterkte, in combina-tie met toepassing van voorspanning, resul-teert ineen goede stootvastheid. Dit is bij-zonder belangrijk tijdens de montage. Metname de 70 mm elementen bezitten bij aan-stoten een zekere veerkracht.2. Het verhardingsproces behoeft niet doorversnelde verharding te worden geforceerd.Dit bespaart niet alleen installatie- en brand-stofkosten. Het beperkt houden van de tem-peratuurontwikkeling (tot circa 40?C) houdthet risico van scheurvorming bij latere af-koeling zo klein mogelijk.3. Het vrijwel altijd maatgevende belas-tinggeval is het moment van ontkisten. Bijhoge betonkwaliteitenis de kans op scheur-vorming tijdens het ontkisten klein.Na het storten wordt de mal, bijdestationaireopstelling, afgedekt met een folie, waarmeeuitdroging wordt voorkomen. In het gevalvan produktie volgens het carrousel-princi"pe wordt de mal verplaatst naareen gecondi-tioneerde verhardingscabine.De verharding vindt hoofdzakelijk 's nachtsplaats. De verharde elementen worden ont-kistdoorde mal ineen bijnaverticalestand tekantelen (80?) (foto 10).De halkraan pelt als het ware het element vande mal, met behulp van een evenaar. Het11Montage van de ko?jnen op het tasveldkantelen heeft tot doel te voorkomen datbuigspanningen in het element ontstaan.Deze zijn hoofdzakelijk berekend op krach-ten in het vlak van het element zelf.Na het ontkisten worden de elementen opeen lorry vervoerd naar het tasveld. Hettransport, zowel in de fabriek als naar en opde bouwplaats geschiedt in verticale stand.Montage van de kozijnenDe kozijnen worden gemonteerd op het tas-veld. Met een 'kikkerplaat' worden de kozij-nen op de elementen geklemd. De kozijnenzijn vooraf voorzien van een cellenband,voor een zo volledig mogelijke afdichtingvan de naad tussen kozijn en binnenspouw"blad. De beglazing kan vooraf worden aan-gebracht of er kan worden gekozen voortoepassing van een plastic folie, zodat naplaatsing van het spouwblad de gevel in ie-der geval wind-en waterdicht is(foto 11-12).Voor een waterdichte aansluiting van de fo-lieslabbe boven het kozijn is een specialeoplossing ontwikkeld. Een pvc-klemprofielwordt boven de kozijnsparing ingestort. Indeze klemstrip kan met pvc-wiggen de folie-slabbe worden vastgezet. Het aanbranden,dichtkitten of vastspijkeren van folie tegenbetonnen binnenspouwbladen behoort daar-mee tothet verleden (foto 13 a-dj.Montage op debouwplaatsDe detaillering van de aansluitingen met hetwoningcasco is eenvoudig. De montagebe"staat uit het aanbrengen van ankerboutenmet klemstrippen, waardoor de elemententegen het casco worden gedrukt. De detaile-ring is in de bijdrage van ing. De Vrede weer-gegeven. Bij woningscheidende wandenworden ter beperking van de geluidsover-12Een element gereed voor transport naar debouwplaatsCement XXXIV (1982) nr. 3 15113a-dVoor een waterdichte aansluiting van defolieslabbe boven het kozijn wordt eenklemstrip ingestort, waarin met wiggen deslabbe kan worden vastgeklemddracht de twee aansluitende elementen af-zonderlijk verankerd. Hijsvoorzieningenkunnen zich zowel in de bovenzijde als devoorzijde van de elementen bevinden, waar-door montage v??r respectievelijk tussen devloeren mogelijk is. De naden tussen hetspouwblad en de wanden en vloeren van hetcasco worden met een elastische vu I1ing vanPUR-schuim afgewerkt. Zoals in de voor-gaande bijdrage werd toegelicht, wordt indie gevallen waarin de spouwbladen stabili-teit verlenen aan het casco de naden plaat-selijk aangekouwd met een zand-cementspecie.De ervaringen met geprefabriceerde spouw-bladen in de woningbouw zullen in de vol-gende bijdrage worden besproken doorK.H.Benschop.K.H.Benschop D. Bouweconomische overwegingenVan Wijnen Bouwmaatschappij BV, ArnhemPrefabKwalitatief hoogwaardig bouwen voor eenconcurrerende prijs is zeker in deze kritieketijd in de bouwvoorwaardevooreengezondebedrijfsvoering. In onze visie betekent datook toepassing van geprefabriceerde ele-menten om daarmee te bereiken dathet bou-werk in zo kort mogelijke tijd wind- en water-dicht is. Hierdoorwordt het mogelijk omkor-te bouwtijden te realiseren. Het bouwprocesis daarmee belangrijk minder afhankelijkvanonder meer de weersomstandigheden danvroeger het geval was, wat de kwaliteit tengoede komt.De opvatti ng van Van Wijnen omtrent syste-matische won ingbouw is gestaltegegeven inde zogenaamde facetmethode. Deze wordtgekenmerkt door de volgende bouwmetho-diek.1. Een gietbouwskelet.De keuze.tussen gietbouw met toepassingvan tunnel bekisting, danwel afzonderlijkewand- en vloerbekistingen is onder andereafhankelijk van de seriegrootte.2. Geprefabriceerde gevelsluitende ele-menten.14Systematische woningbouw:gietbouwskelet, geprefabriceerdegevelsluitende elementen engeprefabriceerde dakelementenCement XXXIV (1982) nr. 3Hiervoor worden door ons al geruime tijdbetonnen binnenspouwbladen gebruikt.3. Geprefabriceerde dakelementen.Op dit gebied is een ontwikkeling gaande,die duidelijk wijst in de richting van doosda-ken , waar alles op en aan zit en waarop alleennog de pannen gelegd moeten worden.Het werken met geprefabriceerde onderde-len stelt aan hetuitvoerend bouwbedrijf bij-152zondere eisen. De werkvoorbereiding gaatnamelijk veel verder dan bij het traditionelebouwen. Het nauwkeurig afstemmen van deverschillende activiteiten vereist het makenvan bijvoorbeeld een 'tunneldraaiboek'. Detechnische installaties van de woningenmoeten volledig zijn uitgewerkt v??r aan-vang van het werk. Inschakeling van compu-tergestuurde tekenapparatuur is in dezebouwmethodiek een belangrijk hulpmiddel.15-18Montage van de binnenspouwbladen wordtgerealiseerd door een stelploeg van 2 man,met behulp van een mobiele kraanMaattolerantieNaast een degelijke werkvoorbereiding ishet van groot belang dat het uitvoeringsteamde specifieke eisen die voortvloeien uit hetgebruik van prefab-elementen goed onder-kent; hierbij moet gedacht worden aan zakenzoals maattolerantie en ook expediting.Maattolerantie mag in de prefab-bouw geenloze kreet zijn. Heeft deaannemerde maatto-lerantie niet in de hand, dan verliest het be-grip kwal iteit z'n inhoud geheel. Beheerst desysteembouwer z'n maatvoering w?l, dankan hij een produkt leveren dat met kop enschouders boven het traditioneel gebouwdeuitsteekt. De standaarddetaillering in de fa-cetbouwmethode is afgestemd op een toe-laatbare maatafwijking van ? 5 mmo Eennorm die in de praktijk ruimschoots kan wor-den gehaald.ExpeditingHet logistieke gedeelte van de prefab-betontoepassing impliceert een nauwe sa-menwerking met de producent. In het gevalvan de binnenspouwbladen betekent dit datwij zicht moeten hebben op het produktierit"me en de kwaliteit. Dit is noodzakelijk om tevoorkomen datwij op de bouwplaats wordengeconfronteerd met onplezierige verrassin-gen. Expediting geschiedt uiteraard in goedoverleg met de bouwdirectie.Cement XXXIV (1982) nr. 3Bestwand7Het fabriceren van spouwbladen betekentmeer dan alleen het halen van een bepaaldesterktewaarde voor een gunstige prijs. Deaannemer is met name ge?nteresseerd ingoede aansluitdetails, waardoor een effi-ci?nte steltechniek mogelijk wordt gemaakt.In dat opzicht zijn de ervaringen met Bouw-beton als toeleverancier goed.In het kader van optimalisering van hetisola-tiepakket, hebben we al in een vroeg stadiumoverleg gepleegd met BOIJwbeton over detoepassing van dunnere spouwbladen. Ditom het mogelijk te maken met behoud vanonze principedetails te komen tot een ver-zwaarde isolatie. Het resultaat, het 70 mmdikkespouwblad, voldoetaandenagestreef"de doeleinden. Ook voor onze opdrachtge-vers in de woningbouw is deze ontwikkelingeen goede zaak, vanwege de gunstige in-vloed op de exploitatierekening, met een na-153venante uitwerking op de huurprijzen enenergierekeningen.De dunnere plaat geeft naast het voordeelvan het toepassen van een zwaarderespouwisolatie ook het voordeel van een ge-ringer gewicht. Dit kan, afhankelijk van debouwplaatsinrichting, invloed hebben op dekraan keuze. Voor de montage passen wemeestal de Munster A306 ruwe-terreinkraantoe. Maatgevend is het beganegrond~element, vanwege de aangestorte vorstrand.Het gewicht daarvan bedraagt circa2150kg,bij afmetingen van ? 5300 x 3200 mmoDe nacalculatie wijst uitdatbij eenploeg van2 man 2,5 mu per element nodig zijn voor detotale montage.De in deze artikelenserie besproken ontwik-keling in de geprefabriceerde spouwbladenis een stap voorwaarts op de weg naar effi-ci?nte produktontwikkeling.
Reacties