ir.H.W.BennenkAdviesbureau D3BN civiel ingenieurs,AmsterdamCement XXXIV (1982) nr. 10Funderen op het dek van demetro, sonderen overbodigAmsterdam is een veel bezongen stad. Onderwerpen van inspiratie hierbij zijn veelal degrachten, depleinen en de beroemde 'Westertoren'. Minder bekend en nauwelijks bezongenis het stadsgebied rond de Zuiderkerktoren, gelegen tussen Waterlooplein en Nieuwmarkt.Dit deel van Amsterdam was eerder een object voor tekenaars en schilders, maar dan welvoordatde aanleg van de metro zijn spoor trok door dit stadsdeel.Amsterdam is nu bezig deze buurt weer te herbouwen en een eigen gezicht te geven. Deaanwezigheid van de metrobuis zal straks in het stadsbeeld slechts door enkele metro-toegangen kunnen worden ervaren. Het herbouwen van dit stadsdeel roept een aantal extraproblemen op, zoals het feit datwoningblokken geheel of gedeeltelijk boven de metrobuis of-stations zijn geprojecteerd. De toekomstige bewoners mogen de gevolgen hiervan nietervaren, zowel niet in wooncomfort als in de huurprijs. Zie hierdeextraopgavediehetbouwenin deze buurt oplegt.Bouwtechnisch en constructief zijn er bijzondere randvoorwaarden aanwezig, zoals in devoorgaande bijdrage van YKWijnia duidelijk isgemaakt. In dezebijdrage zal het constructie-ve concept van ??n van de nieuwbouwprojecten worden beschreven, hetzogenaamde plan'Zuiderkerkhof'. Dit plan voor 31 woningen en 5 winkels is ontworpen door de Co?peratieveArchitecten Vereniging (CAV) op het terrein van het voormalige Zuiderkerkhof, waarondereen metrostation aanwezig is (fig. 1). Adviesbureau D3BN is in 1979 gevraagd voor hetvoornoemde plan advies te geven over de wijze waarop zo'n fundering op de metro zoukunnen worden uitgevoerd. Er is aan de hand van de gegeven randvoorwaarden een projec-tgerichtestudieverricht die zo isopgezet dat ook bij andere projecten van destudieresultatengebruik kon worden gemaakt.Randvoorwaardena. Hetgemeentelijke Bouw- en Woningtoezicht heeft eisen gesteld ten aanzien van geluidsge-voelige objecten binnen 10 meter afstandvan het metro-bouwwerk. Deze eisen betreffen hetmaximale geluidsniveau in dewoningen en hetfunderen op speciale rubberblokken. Omtrentdeze blokken wordt gesteld dat;- een levensduur van minimaal 50 jaar verzekerd moet zijn;- de plaatsing van deze trillingsisolatoren boven de grondwaterniveau moet plaatsvinden;- de rubberblokken bereikbaar moeten zijn, in verband met inspectie;- de rubberblokken in de toekomst moeten kunnen worden vervangen;- een uitgewerktplan, een zogenoemdvijzelplan, moetworden ingediendvoordievervanging.b. Bij hetconstrueren van de metrobuizenen -stations is rekening gehouden meteen gelijkmati-ge bovenbelasting van 60 kN/m2.c. Het bouwwerk is geprojecteerd boven een metrostation, gevormd door twee afzonderlijkecaissons.d. In het metrodekbevindtzich een grotesparingwaarde dooreen metrotrein opgestuwde luchtmoet kunnen ontsnappen. Deze ontspanningsmogelijkheid moet worden gehandhaafd. Ditvereist een 'stuwlucht-koker' die uitmondt boven het dakniveau van de woningen. De plaatsvan deze stuwluchtopening in het metrodek is een vast gegeven (foto 2.).Onderlinge samenwerkingHet gevraagde advies kon alleen tot stand komen door intensief overleg met:?-het architectenbureau CAV,- hetadviesbureau Van Dorsser, die dezorg had voorhet isoleren van hetgebouw tegen geluid-en trillingsinvloeden van de metro,- de afdeling Bijzondere Projecten van de hoofdafdeling Waterbouw van de Gemeente Amster-dam, die zorg moest dragen dat de draagkracht van hetmetrodek nietzouworden overschre-den,en~ de Dienst Volkshuisvesting die als projectco?rdinator optrad.Op zich iszo'n breed overleg noodzakelijk. Detitel van ditartikel tracht ietsaan te geven van debijzondere situatie. Wat is de feitelijke toestand? Er is een metrobouwwerk aanwezig. Deze iseigendom van de Gemeente Amsterdam en in beheer bij het Gemeentelijk Vervoerbedrijf.6011a-bSituatie en aanzicht van het projectZuiderkerkhofNormaal wordt een bouwwerk gefundeerd op staal of palen aan de hand van een verrichtgrondonderzoek. Bij het bouwen op een metrodek is in verband met trillingsisolatie eenelastische ondersteuning, op rubberblokken, van het bouwwerk noodzakelijk. De mate vaninvering van een rubberblok staat in directe relatie met de daarop uitgeoefende kracht. Dezekracht is als gegeven per rubberblok nietdirectte bepalen, daardeze afhankelijk is van zowelde gebouwbelasting, de eigen stijfheid van het bouwwerk als van de stijfheid van metrodek.Ook de wijze van uitvoering kan van belang zijn. Deze invloeden te bepalen ofteschaUen is detaak van de constructeur, die dan wel over de goede gegevens van het metrobouwwerk moetkunnen beschikken.Door het bouwen van ??n bouwwerk op twee verschillende caissons en dan zo dat diecaissons ongelijkenexcentrisch worden belast, speelt ook defundering van demetro zelfeenrol (foto 3).De rubberblokkenDe rubberblokken, waarin staalplaten zijn opgenomen teneinde randspanningen te beper-ken, zijn geselecteerd op de verlangde responsfrequentie van circa 10 Herz bij de nominalewaarde van de veerconstante. Uit het oogpunt van trillingsisolatie kan de tolerantie van deveerconstante vrij groot zijn. Uit constructief oogpunt is dit echter niet toelaatbaar. Detolerantie van de veerconstante is voor de leverancier gesteld op 10%. De tolerantie in deblokhoogte binnen een levering is +1-0,5 mm en tussen verschillende leveringen +1-3 mmoEen en ander in verband met de verwisselbaarheid. Strengere eisen geven een aanzienlijkekostenverhoging van de rubberblokken te zien.Constructief kon worden gekozen uit zes bloktypen, alle met een nominale hoogte van100 mmo De directe invering bij nominale belasting bedraagt 6 mmo De nominale belastingverschilt per bloktypeen varieert van 51 tot 270 kN.De invering kan na lange tijd doorkruip totcirca 10 mm gaan toenemen.Devariatiein deblokbelasting dientbinnen +1- 10% nominaal te blijven, teneindevoldoende'ZANDvLM TE_____________ ~l~TANTHONIES 8REE5TRAAT2Aanzetvan de stuwluchtkoker, dieconstructief vrij blijft van hetwinkellwoningcomplexfoto: D. JenseCement XXXIV (1982) nr. 10 6023Plaatsin'g van rubberblokken envloerelementen ter plaatse van dedilatatievoeg tussen de tweemetrocaissons;de dilatatie wordtdoorgeetin debovenbouw4Oplossing voor de horizontale verankeringCement XXXIV (1982) nr. 10marge te behouden in de trillingsisolatie. De variatie in de blokbelasting wordt veroorzaaktdoor het al of niet aanwezig zijn van veranderlijke belasting en/of wind.Tot nu toe is gesproken over verticale afvering, maar er zijn ook horizontaal werkendebelastingen die moeten worden overgebracht naar het metrodek. De rubberblokken die tenbehoeve van de verticale belasting zijn aangebracht hebben een lage horizontale veerstijf-heid. De horizontale verplaatsing dient echter te worden beheerst en beperkt ten eindeleidingen die vanuit het gebouw naar buiten toe doorlopen niette beschadigen. De maximaalgeaccepteerde horizontale verplaatsing is O,S mmo Dit kan worden bereikt dooreen horizon-tale afvering aan te brengen welke 10% van de totale verticaal werkende krachten kan. opnemen (foto 4).Het project Zuiderkerkhof, woningen en winkelsDe structuur van dit stadsdeel liet niet toe regelmatige rechthoekigewoningtypen te ontwer-pen. De woningen sluiten aan de zijde van de Hoogstraat aan op een metro-to?gangwaarboven zich woningen bevinden. De woningen en winkels zijn geprojecteerd op tweecaissons, waarbinnen het metrostation Nieuwmarkt zich bevindt, zodat een dilatatie in devorm van een dubbele bouwmuur noodzakelijk was.De plaats van de stuwluchtopening ligtzodanig, dat het bouwplan hieromheen moetwordengeprojecteerd. De schacht moet worden opgetrokken tot dakniveau en volledig vrij blijvenvan de woningen. Ook hier was een dubbele wandconstructie vereist.Om het bouwplan financieel haalbaar te maken moester gebouwd worden in 5 respectievelijk6 bouwlagen. Op de begane grond bevinden zich aan de voorzijde winkels, met een ruimeinwendige hoogte. Daarachter bevinden zich in vrijwel de zelfde bouwhoogte op de beganegrond bergingen en daarboven een beletage. Het vloerniveau van winkels en bergingen isongelijk. De woningen zullen in 4 bouwlagen worden gerealiseerd.Bij het bepalen van een extra bovenbelasting op het metrodek is indertijd uitgegaan van eenbebouwing van 4 bouwlagen. Om hetontworpen bouwvolumete kunnen realiseren binnen detoelaatbare belasting op het metrodek moest worden gekozen voor een houten dak, lichtebinnenscheidingswanden en een lichtegevel (Ispo). De gemiddeldegebouwbelasting ligtietsbeneden de 60 kN/m2. Plaatselijk is de belasting echter aanzienlijk hoger. Dit is vooral terplaatse van de stuwluchtopening en bij de dilatatievoeg in de woningen en de caissons; juistde plaatsen waar het metrodek discontinu is. Dankzij de bijzondere inzet van de afdelingBijzondere Projecten van de Gemeente Amsterdam en bekwaam constructeurswerk van diezijde werd dit na veel overleg als aanvaardbaar geaccepteerd.De funderingHet is in principe niet noodzakelijk de rubberblokken regelrecht op het metrodek aan tebrengen. Men zou eerst een balkconstructie op het metrodek kunnen maken en de rubber-blokken daarop zodanig kunnen aanbrengen, datvervanging van de blokken latereenvoudigzou kunnen plaatsvinden. Plaatsing in de bouwmuren is ook een mogelijkheid. Deze moge-lijkheden die bij enkele projecten wel zijn toegepast (zie de hierna opgenomen bijdrage vanTh.J.P.Janssen) zijn wel onderzocht maar niet geschikt bevonden voor dit plan.Doordatdewoningen zijn gelegen boven een rnetrostation, dateen grotere inwendige hoogtevereist dan de normale metrobuis, ligt het metrodek vrij dicht onder het maaiveldniveau. Hetbegane-grondvloerpeil van dewinkels ligt iets boven dit maaiveldniveau.Tussendeonderzij-devan de begane-grondvloeren de bovenzijde van het rnetrodek blijftvoldoendekruipruimteover. Anders is dat in dat deel waar bergingen zijn geprojecteerd. Om onder het 1e verdie-pingniveau zowel een berging als een bel?tage te kunnen realiseren ligt het begane grond-vloerpeil hierslechts 320 mm boven het niveau van het metrodek. In deze320 mm moet zowelde begane-grondvloer worden geconstrueerd (vrij van het metrodek) als de rubberblokkengeplaatst die de bouwmuren en de begane grondvloer moeten ondersteunen. Hierbij dientdan tevens in de mogelijkheden voor inspectie en vervanging te worden voorzien.Uiteindelijk is uit een aantal varianten de navolgende oplossing gekozen ter plaatse van delaaggelegen begane-grondvloer (fig. 5):~ op het metrodek wordt eerst per bouwmuur een nulniveau bepaald, afhankelijk van hetmaatgevende niveau van het metrodek ter plaatse (bij de uitvoering bleek een vrij grotevariatie in niveau aanwezig te zijn). Vervolgens wordt een totaal nulniveaugekozen;- daarna wordt een laag gietmortel van minimaal30 mm dikte aangebracht op het opgeruwdemetrodek, welke laag glad wordt afgewerkt;- hierop worden de rubber blokken geplaatst;- op de rubberblokken worden prefab-vloerelementen gesteld die aan de bovenzijde glad zijnafgewerkt. In deze prefabelernenten zijn sparingen voor luiken aangebracht, zodanig dat deblokken kunnen worden gelnspecteerd, en van waaruit later de vijzeloperatie kan wordenuitgevoerd. Deze prefab-elementen, met een dikte van 160 mm, zijn bij de aansluiting terplaatse van de bouwmuren zo gedetailleerd dat de vloerconstructie continu wordt en dat debelasting tijdens hetstorten van de bovenliggende wand kan worden gedragen. Stekken voorde wanden kunnen in de inkassing worden opgenomen zodat van een buigvaste knoop bij deaansluiting van de begane-grondvloer en de bouwmuur kan worden gesproken.Doordatdevloerplatengladzijnafgewerkt,ismedeuitbezuinigingsoverwegingengeenextravloerafwerking meer in de bergingen aangebracht, hetgeen 30 mm hoogtewinst opleverde.De totale constructiehoogte werd daardoor 160+100+30 = 290 mm, zodat er 30 mm meerruimte was om variaties in de hoogte van het metrodek op te vangen.603doorsnede 1 /I[rubber oPlegblokfl Iuitvlaklaag Idoorsnede 2 Inl+--~~ I ~~~-t670+860+990+I,,~Ii I 16I '$2,.." 0'"Irubber oplegbl~Iuitvlaklaag~pr?fab vloer!fsparing tb,v. verwisselen rubberblokkenI I"""P''''''.Sa-cPlattegrond van een gedeelte van debegane-grondvloer met aanduiding van deplaatsvan de rubberblokken (de stippellijn isde begrenzing van de caissons)Ter plaatse van de winkels, waar de begane-grondvloer ? 700 mm boven het metrodek isgelegen, is tussen de rubberblokken en de onderzijde van begane-grondvloer een balkaangebracht. De toegang tot de ontstane kruipruimte is in dit geval mogelijk gemaakt doorluiken in de begane grondvloer (foto 7).Het vijzelplanBij het opzetten van het funderingsplan was het later kunnen vervangen van de rubberblok-ken een bindende voorwaarde. In samenwerking met specialisten van firma De Waal zijn demogelijkheden hiervoor nagegaan. Voor hydraulische vijzels - in hun huidige vorm - is devrije hoogte van 160 mm te klein;.ook andere eventueel centraal gestuurde vijzelsystemenhebben meer hoogte nodig. In verband met de vrije hoogte moest worden gekozen voormechanische minivijzels. Wellicht dat over 50 jaar andere vijzels of vijzelsystemen zijnontwikkeld, die dan hier toepasbaar zijn.Zo'n vijzeloperatiezal op zich een heel spektakel zijn. Het gebouw is doorde dilatatie in tweedelen te vijzelen. De operatie zou per bouwdeel als volgt moeten worden uitgevoerd:- de luiken verwijderen;~ mini-vijzels (KS 9060) volgens plan naast de blokken plaatsen en uitvullen;- alle vijzels aandraaien tot 10 kN;- hierna metbehulp van ratelsleutels de vijzels gelijktijdig aandraaien totde rubberblokken vrijzijn. Dit moet een vervormingsgestuurde en geenkrachtgestuurde operatie zijn;- de rubberblokken verwisselen;- gelijktijdig en gelijkmatig alle mini-vijzels losdraaien;Aangezien ??n man niet meer dan 2 (of misschien 4)vijzels tegelijk kan bedienen, zullen voorzo'n operatie zeer veel mensen ingezet moeten worden. Het is te hopen dat in verband met deaan deze operatie verbonden kosten de levensduurvan de rubberblokken veel langer zal zijndan minimaal is vereist.:= =-==~=======;======4==~ ~, ~'1979', 6I8J'IJe\ 900 180De stuwluchtkokerDe stuwluchtkoker is een op zichzelf staande constructie die geen contact mag hebben metde bouwmuren van de woningen, in verband met geluidsisolatie. De plaats van de stuwlucht-opening in het metrodekiseen gegeven. Dezeplaats strookt niet metde bouwmuurindeling.Daarom moet de stuwluchtdoorlaatworden versleepttussen het niveau van het metrodek ende beletage. De koker wordt behalve de schuinverlopende delen opgebouwd uit prefab-elementen. Het bouwen van de stuwluchtkoker wordt voorgetrokken ten opzichte van de restvan het project. Hierdoor kan de koker uitwendig goed van de vereiste isolatie wordenvoorzien.De bouwmuren van de woningen rond de stuwluchtkoker worden in metselwerk uitgevoerdvanwege problemen met betonstorten; de speciedruk zou bij uitvoering in beton de isolatie-platen van minerale wolonaanvaardbaarverdichten. Bovendien is meer zekerheid te verkrij-gen in het voorkomen van bruggen voor contactgeluid.6Dwarsdoorsnede over het gebouw op hetmetrodekJ" "Belasting van de rubberblokkenEerder in ditartikel is aangegeven dat de belasting van de rubberblokken afhankelijk is van debelasting van het ondersteunde bouwdeel, de stijfheid van de bovenbouw, de wijze vanuitvoeren van de bovenbouw en de stijfheid van het metrodek.De invloed van de parameters is op een iets ge?dealiseerde constructiedoorsnede bezien. DeCement XXXIV (1982) nr. 10 6047Sparing in de breedplaatvloer vor insoectieen vervanging van de rubberblokkenhieruit getrokken conclusies zijn verder als uitgangspunt gebruikt. De beschouwing isuitgevoerd voor een bouwmuur, zonder openingen, die centrisch boven de kolom in hetmetrocaisson is geplaatst. De geactiveerde breedte van het metrodek is op 5 m gesteld(-0,9 x h.o.h.-afstand kolommen)(fig. 8).Om de invloed van deveerstijfheden op de krachtsverdeling te leren kennen is de constructietweemaal doorgerekend. In het ene geval is de veerstijfheid bepaald naar de lange-duurvervorming van een rubberblok.ln het andere geval is de veerstijfheid tienmaal zo grootgenomen, of zoals dit ook kan worden vertaald, de stijfheid van de betonconstructie tenopzichte van de rubberblokken verlaagd. Deze aannameis extreem.De ingevoerde traagheidsmomentenzijn bepaald voor ongescheurde doorsneden. De elasti-citeitsmodulus voor het caisson is hoger aangenomen dan die voor de bouwmuren. Deberekening is uitgevoerd voor een bouwfase (geval A) en de eindsituatie (geval B).Geval ABegane grondvloer aanwezig; de wand in bouwlaag 1 is gestort. De wand is nu een elastischondersteunde schijf.GevalBDe bouwmuur is geheel aanwezig. De stijfheid isten opzichtevan deoverige staven zeergrooten wordt tot aan de grenzen die het computerprogramma stelt ten aanzien van onderlingestijfheid~verschillen,gereduceerd.De belasting in de bouwfase is op 50 kN/mgesteld. Tot de eindfase toegevoegde belasting is200 kN/m; totaal dus250 kN/m.lngeval Bwordtseparaat horizontale belasting ingevoerd. Deresultaten van de berekening zijn wegens symmetrie gegeven voor blok 1 t/m 6.1. normale veerstijfheid voor de rubberblokkenblok 2 3 4 5 6geval A 35 52 60 62 62 62 kN/blokgevalB 233 219 211 211 216 220 kN/bloktotaal 268 272 271 273 278 282 kNlblokOpgebracht belasting 12 x (50 + 200) = 3000 kNoDe som van de reacties is2 x (R1tlm R5) +R6 =3006kN. Gemiddelde reactie3000: 11 =273kN.De afwijking ten opzichte van de gemiddeldewaarde is kleiner dan 3,5%.2. 10 maal zo grote veerstijfheidvan de rubber blokkenblok 2 3 4 5 6geval A 29 60 61 60 60 62 kN/blokgevalB 310 202 156 172 226 263 kNlblok0~totaal 339 262 217 232 286 325 kNlblok0273kN251 kN290 kN maximaal256 kN minimaal268 kN maximaal234 kN minimaalRRRRRRbij permanente belasting met windbij volle belasting zonder windbij permanente belasting zonder windbij volle belasting met windDe afwijking ten opzichte van de gemiddelde belasting van 273 kN is maximaal + 66 kN en-55 kN, oftewel circa 25%.De windbelasting geeft een reactie van +I ~ 17 kN in de uiterste blokken.Bij dit plan bedraagt de permanente belasting 92% van de totale belasting. Uitgaandevan eenwandbelasting van 3000 kN en 11 rubberblokken geldt:De conclusie uit deze resultaten is, dat naar mate de veerstijfheid van de rubberblokkentoeneemt, de reacties groterworden in punt 1,6en 1'; de uiteinden van de wand en ter plaatsevan de kolom. De kolom in het metrostation ondergaat ten opzichte van de wanden dan eenverplaatsing van circa 4 mm, hetgeen mede het mornentenverloop in het metrodek nogalbe?nvloedt.Voor de beschouwde constructie zal gelden dat de onderlinge verschillen in blokbelastingten gevolge van een gelijkmatige belasting zo'n 4 ? 5% zullen bedragen, hoofdzakelijk alsgevolg van de vervormingen van het metrodek.oo~1'01I800141 6187563101 ~~ ~ ~ ~ co .~ ;:: ~ ~ ".11 >=60gJ!600 'too 6QQ..,f-600 600-+ 11'-0O 60~i.- -.3e-I I I8a-bDoorsnede over de metrotunnel en hetconstructieschema voor decomputerberekeningenHet gemiddeldevan de uiterste waarden is (290 + 234):2 = 262 kNo Hetverschilvan 290-262 =28 kN en komt daarmee op ongeveer 10%. Hoewel de uiterste blokken onder de wand ietsmeer belasting naar zich toe trekken zal de variatie van de krachten in de rubberblokken rondCement XXXIV (1982) nr. 10 605Th.J.P.JanssenAdviesbureau voor bouwconstructiesHeijckmann BV, Huissen en AmsterdamVervolg van blz. 605 (Funderen op het dekvan de metro)Cement XXXIV (1982) nr. 10Construeren oprubberblokkenIn de Nieuwmarktbuurt te Amsterdam wordt een bijzondere constructiewijze toegepast voordebouwwerken op het metro-trac?. Dat zal bij het lezen van de voorgaande bijdragen aandeze artikelenserie duidelijk zijn geworden. De constructieve bijzonderheden van de volgen-de projecten zullen in deze bijdrage worden besproken:~ woningen op de zuidoost-toegang van hetmetrostation, aan de Snoekjessteeg;~ woningen op de zuidwest-toegang van het metrostation, aan de Nieuwe Hoogstraat;- woningbouwcomplex 'hetPentagon', hoek St. Antonies BreestraatiModdermolenstraat;- woningen, winkels en bedrijfsruimten aan de St. Antonies Breestraat; .- woningen en winkels aan de Koningsstraat.Dewoningen op dezuidoost?en zuidwest-toegang zijn inmiddelsopgeleverd.De drie overigeprojecten zijn in uitvoering.Akoestische voorzieningenSnoekjessteeg en HoogstraatDe akoestische voorzieningen van de bebouwing op de toegangen van het metrostation zijnopgenomen in de uitgangscaissons. Dit zijn aparte caissons die door een luchtspouw zijngescheiden van de metrobuis. Behoudens een zwevende dekvloer op de eerste verdiepingzijn verder geen bouwkundige voorzieningen getroffen om het metrogeluid te weren. Uitcontrole-metingen is inmiddels gebleken dat de geluidsisolatie voldoet aan de gesteldeeisen.PentagonVoorde bouw van 'het Pentagon' iseen overkluizinggemaaktoverdemetrobuis. Hetontwerpvan deze overkluizing is besproken in Cement 1982 nr. 6, blz. 356?359. Om de metro-trillingente weren staat het gehele gebouw op rubberblokken.St. Anthonies BreestraatHet project aan de Anthonies Breestraat is onder te verdelen in drie delen:- een gedeelte op de metrobuis, waar rubberblokken als trillingsisolatoren zijn toegepast;- een strookvan 10 m breed naastde metrobuis, waareveneens rubberblokken zijn toegepast;~ een gedeelte naast de buis, buiten het 10 m gebied, zonder rubberblokken.KoningsstraatOok in het project aan de Koningsstraat kunnen constructief gezien 3 delen wordenonderscheiden:- een gedeelte opeen metro-uitgangscaisson, zonder rubberblokken (omdat het uitgangs-caisson los staat van de doorgaande buis);- een gedeelte op de buis, met rubber blokken;~ een gedeelte naast de buis, binnen het 10 m gebied, met rubberblokken.10% bedragen. Wel moet de toelaatbare blokbelasting met circa 4% worden verlaagd ombinnen de gestelde +/- 10% te kunnen blijven.Doordatverschillende bloktypen ter beschikking staan met een nominaal toelaatbare belas-ting van respectievelijk 51, 69, 92, 158, 196 en 270 kN, is per bouwmuur door bloktypen tecombineren een optimale oplossing mogelijk. De plaatsvan de rubberblokkenonderdewandis zOdanig gekozen dat deze niet onder een deuropening valt en dat de werklijn van debelasting uit de bovenbouw samenvalt met die van de nominale blokbelastingen te zamen.De horizontale afvering in de twee hoofdrichtingen vindt plaats dooraan beide zijden van eenbalk of een aangestorte console een rubberblokte plaatsen. Het rubberblok rust in een stalenconsole met schoen. Deze console is zo uitgevoerd dat beide blokken doorhet uitdraaien vanbouten tegen de betonbalken worden aangespannen. Door de consoles via draadeindenonderling te koppelen ontstaat een horizontale oplegging die weinig zal vervormen.606
Reacties