vergadering: transportbetonU.D.c. 061.3:666.97.056Enkele meningen over de toepassing'fabrleksbeton'vanDerc:Je sfuc:Jiec:Jag van c:Je Vereniging van Befonmorfelfahrikanfen in Nec:Jerlanc:J (V.B.N.)Op 30 oktober 1963 heeft de Vereniging van Betonmortelfabri-kanten in Nederland (V.B.N.) haar derde studiedag gehouden,die evenals de beide voorgaande tot doel had: 'het in diverseopzichten op hoger peil brengen van de betonmortelindustrie'.De eerste studiedag, op 11 september 1961, was gewijd aan dekwaliteit van de betonrnortel en aan het daarmee in verbandstaande laboratoriumwerk alsmede delaboratoriuminrichting;dit onderwerp is toen ingeleid, waarna er een discussie overvolgde en er vragen beantwoord werden.De tweede studiedag, op 3 oktober 1962,had als hoofdthema deG.B.V. 1962 en de consequenties ervan voor de Nederlandsebetonmortel bedrijven. Dit thema werd behandeld in drie inlei-dingen, waarvan samenvattingen gepubliceerd zijn in CementXIV (1962) Nr. 10, blz. 618/624. De middagbijeenkomst kreeg eenveel algemener karakter omdat toen het woord werd gegevenUit naam van de door ziekte afwezige V.B.N.-voorzitter, ir.N. P. Mee s, verwelkomt de heer M. H. Val e de talrijkeaanwezigen, in het bijzonder de beide inleiders, de heren ir.C. Mol e n a a r en F. J. B. Bar end s, raadgevend ingenieur,olsmede de heer ir, R. C. 0 p hor st, die bij de discussies alsvoorzitter van het forum zal optreden. De bijeenkomst van van-daag vervult naar zijn mening een lang gekoesterde wens,namelijk het houden van een gezamenlijk gesprek van directie,aannemer en b?tonmortelbedrijf, waarvan in de praktijk alsregel nog maar weinig terecht komt. Met de wens dat dezeV.B.N.-studiedag ook om deze reden een geslaagde dag zalworden, opent hij deze bijeenkomst en geeft hij vervolgens hetwoord aan de eerste spreker, ir. C. Mol e n a a r, afdelings-chef H.B.M. Nederland N.V.Ir. ?C. Mol e n a a r: 'De toepassing van fabrieksbeton, be-keken vanuit het standpunt van de aannemer'Sinds de eerste toepassingen van 'fabrieksbeton' in Nederland,kort na de tweede wereldoorlog, is de ontwikkeling daarvanaanvankelijk langzaam, doch in de vijftiger jaren ineen sneltempo voortgegaan. Dit kon uiteraard alleen omdat de afname,die in hoofdzaak door bouwbedrijven geschiedt, gelijke tredhield met de produktie.In feite is de situatie thans zo, dat in de centra waar veel ge-bouwd wordt, overwegend fabrieksbeton wordt toegepast. Erzullen altijd wel bouwwerken blijven, waar uit hoofde van hetgrote verbruik van betonrnortel de aannemer een eigen beton-centrale zal stichten, zoals bijv. bij grote sluis- en dokwerken,wegenprojecten en dergelijke.Daar echter nu reeds meer dan de helft van alle betonspeciein Nederland door betonmortelbedrijven wordt geleverd, kun-nen wij concluderen, dat het percentage fabrieksbeton dat eco-nomisch gezien geleverd zou kunnen worden, nog hoger ligt.Wat zijn de redenen, waarom fabrieksbeton bij het aannemers-bedrijf toepassing vindt?Alhoewel er tal van factoren zijn, die hierbij een rol spelen,willen wij ons hier bepalen tot enkele der voornaamste en weldie van de kwaliteit, de kostprijs en de 'planning'.Niet bij alle bouwwerken is de keuring van de grondstoffenen het toezicht op de bereiding van de specie zodanig, dat dezekerheid van een kwaliteitsprodukt aanwezig is. Indien ech-ter -zoals in een betonmortelbedrijf mogelijk is- de berei-ding plaatsvindt met behulp van modern materieel, vakkundigpersoneel en onder deskundig toezicht, waarbij keuring vangrondstoffen steeds geschiedt en bovendien het geheel ondercontrole staat van een onafhankelijke. instantie, dan is voldaanaan de voorwaarden, die gesteld dienen te worden ter ver-krijging van een goed produkt. Bovendien is controle aan defabriek ten tijde van de bereiding steeds mogelijk, terwijl inonderling overleg de meest gewenste samenstelling voor eenbepaald doel kan worden vastgesteld.40aan een forum, dat tot taak had het beantwoorden van diversevragen. Een verslag van die 'forummiddag' is gepubliceerd inCement XIV (1962) Nr. 11, blz. 660/663 en Cement XV (1963) Nr. 1,blz. 41/45.Terwijl de beide voorgaande studiedagen dus min of meer'onder ons' waren, heeft het bestuur van de V.B.N.aan de derdestudiedag een bredere opzet gegeven door namelijk enkelemeningen over de toepassing van 'fabrieksbeton' naar voren telaten brengen, t.w. vanuit het standpunt van de aannemer envanuit dat van de directie. Dit 'open gesprek' tussen de belang-hebbende partijen bij de toepassing van 'fabrieksbeton' werd inde middagbijeenkomst voortgezet, omdat toen de beide inlei-ders, die 's morgens hun inzichten uiteengezet hadden, deeluitmaakten van een forum waaraan enkele vragen werdenvoorgelegd.Kunnen wij dus stellen, dat de kwaliteit van het produkt tenminste gelijk is aan op het werk gemaakte betonspecie, dan iseen der belangrijkste factoren de kostprijs van de specie.In het algemeen zal het duidelijk zijn, dat kleine hoeveelhedenenerzijds en zeer grote hoeveelheden anderzijds niet in de ver-gelijking behoeven te worden betrokken. In het eerste gevalimmers zal reeds een zeer globaal onderzoek uitwijzen, dat hetbetrekken van fabrieksbeton als regel voordeliger is, terwijl inhet laatste geval gewoonlijk een eigen centrale lonend is.Waar de grenzen getrokken dienen te worden, hangt af vanvele omstandigheden, doch in onze vergelijking gaan wij uitvan rond 1000 en 20 000Ten einde de kostprijs van op het werk gemaakte betonspecienader te kunnen analyseren, gaan wij na uit welke componen-teil deze prijs hoofdzakelijk is opgebouwd. De bedoelde com-ponenten zijn in enkele groepen te onderscheiden, te weten:vaste kosten, variabele kosten en bijkomende kosten.Vaste kostenOnder de eerste groep, de vaste kosten, verstaan we hier debenodigde grond- en hulpstoffen, dus zand, grind, cement, wa-ter, en voorts eventuele hulpstoffen zoals plastificeerders, ver-tragers en dergelijke.Voorlopig worden deze kosten gebaseerd op aanvoer perschip en gelost op de wal.Deze materiaalprijzen kunnen in een bepaald geval min ofmeer als onafhankelijk van het kwantum worden beschouwd.Weliswaar zullen bij grotere hoeveelheden in de regel welgunstigere prijzen kunnen worden bedongen, doch deze spe-len in de vergelijking, die wij hier maken, geen grote rol.Tot de vaste kosten kunnen tevens worden gerekend: de af-schrijvingen, het onderhoud, reparatie, bediening en energie-verbruik van het voor de betonbereiding benodigde materieel(zoals betonmolens, silo's, verdeel- en afweegapparatuur endergelijke). Aangenomen dient te worden, dat hiervoor re?lebedragen worden gesteld. Ook deze kosten zullen per betonongeveer een zelfde bedrag belopen, omdat afhankelijk vande hoeveelheid beton een bijpassende installatie gekozen zalworden. Aangenomen wordt, dat geen bijzondere eisen wor-den gesteld voor incidentele storten, zoals een hogeuurpro-duktie (die alleen gebruikt wordt voor bijv. een brugdekdat slechts eenmaal voorkomt). In dat geval zullen namelijk deafschrijving,het transport en de inrichting abnormaal hoge kos-ten veroorzaken wat betreft deHet transporteren, installeren (inclusief aansluiten) en na af-loop van het werk demonteren en afvoeren van de installaties,benodigd voor de betonbereiding, inclusief het maken en laterweer slopen van de hiertoe noodzakelijke voorzieningen, zo-als fundaties, verankeringen, schotten etc., veroorzaken uit-gaven, die altijd voorkomen en derhalve tot de vaste kostengerekend dienen te worden.In tegenstelling tot de in het voorgaande genoemde kostenCemenl XVI (1964) Nr. 1zullen deze wel afnemen naarmate de hoeveelheid betongroter wordt. Wij mogen namelijk als regel wel aannemen, datde zeer eenvoudige installaties, die zeer weinig installatie-kosten vergen, buiten de vergelijking vallen, omdat de 1001'1-kosten voor .bediening dan een voorname rol gaan spelen.De som van alle tot nu toe genoemde vaste kosten kan be-schouwd worden als het minimum-bedrag, waarvoor op hetwerk betonmortel in de silo geleverd kan worden. Als regelkomen hier echter nog kosten bij, die variabele kosten ge-noemd kunnen worden en die toch afhangen van de aard vanhet werk en de ligging ten opzichte van de aanvoerwegen.Variabele kostenMeestal zullen de grondstoffen van de losplocts per autonaar het werk moeten worden getransporteerd. Deze kostenzijn weer onafhankelijk van de hoeveelheid, doch kunnen pergeval weer belangrijk in prijs vari?ren.Afhankelijk van de uitgestrektheid van het werk,zal op debouwplaats in vele gevallen nog horizontaal transport plaatsmoeten vinden, alvorens de specie verder naar de stortplaatswordt vervoerd. De gunstigste positie neemt hier de hoogbouwin, waar in vele gevallen de specie zo uit de silo in bijv. eenkroon'kubel' kan worden ofgetapt, zonder dot nog horizontaaltransport nodig is. Daorentegen zijn er ook tal von bouwwer-ken, woor de specie per betonauto of over spoor en dergelijkeveryoerd moet worden. Bij fabrieksbeton heeft men dit hori-zontale trensport nauwelijks, omdat de auto daarheen gediri-geerd kan worden, waar hij het best tot zijn recht komt. Ookdit horizontale transport is recht evenredig met de hoeveel-heid beton.Ten slotte zijn er indirecte kosten, die gerangschikt kunnenworden onder de categorie bijkomende kosten en wel het ex-tro toezicht dat vereist wordt, de extra voorzieningen die tochnodig zijn om een uitgebreider materieelperk op het werkgoonde te houden en verschillende andere kosten, die wellichtniet zo eenvoudig in een bedrag per m3beton omgeslagenkunnen worden, doch die niettemin besteen.Wij kunnen de genoemde bedrogen uitzetten in een grafiek(fig. 1) en deer doorheen tekenen de prijs, die de betoncentralevraagt voor de levering van de specie franco werk. AI neergelong de variabele kosten loger liggen, zcl 'zelf draoien'eer-der lonend zijn.In ons voorbeeld (fig. 1) ligt de grens zonder variabele kostenbij ca. 4000 m3, en indien alleen bijv. vervoer van grondstoffennodig is, bij 17000 m3?PlanningNauw verbonden met de kosten is de planning, die bedoeldis 011'1 de kosten te verlagen.Dit geldt in toenemende mote met de stijging ven de lonenen is een algemeen industrieel verschijnsel, dat evenwel ookin de bouwnijverheid snel 001'1 betekenis wint. Zo zag mentot voor enkele decennia nog veelvuldig, dot een aannemerzijn heipolen op het werk maakte, iets wat thans nog moorzelden voorkomt. Doorneest vindt in toenemende mate pre-fabricoge plaats: veelal worden de constructies er speeicelop ontworpen.ohoeveelheid beton in m3voste kostenvar-Icbete kostenfig. 1g = grond- en hulpsloffenm = malerieel (incl. onderhoud,reparatie, bediening)i == inslalIeren (incl. demonlage)vg= vervoer grondslaffen op helwerkvb = vervoer belonmorlel op helwerkf = 'fabrieksbelon'Zo ziet men veelvuldig woningen, bruggen, loodsen en anderewerken uitgevoerd op een wijze en met behulp van constructie-elementen, zoals enkele [oren geleden niet voorkwam. Het isdan ook niet te verwonderen, dat ook de betonmortel als eenkant-en-klaar-produkt op de markt verschenen is. Dot men hier-bij afhankelijk is von toeleveringsbedrijven, die op het juistemoment moeten worden in?eschokeld, stelt hoge eisen 001'1de plonning, zowel van de leverancier als van de aannemer.Wij dienen er van uit te gaan, dat v??r alles het werkschemawordt aangehouden, waarop beiden zich moeten richten. Ditvereist ven de aannemer een zorgvuldige plonning tot in on-derdelen en van de betoncentrale een vroegtijdig rekening hou-den met de stortdcto, vooral indien het grote storten of con-tinue storten zijn. Speciaal de continue storten zullen veel voor-bereiding vragen en dus ook des te moeilijker te wijzigen zijn.Enige reserves bij het voststellen van de data zijn dan ook ophun plaats. Desondanks komt het, vooral tegenwoordig, on-danks een zorgvuldige planning, herhaaldelijk voor, dat een-maal vastgestelde schema's niet kunnen worden conqehouden.De spanningen op de crbaidsmerkt (zowel voelbaar bij 'eigen'werkzoomheden. als bij die van de onderaannemer en toe-leveringsbedrijven), weersomstandigheden, uitblijven van gege-vens, wijzigingen ven het project etc. zijn hier debet 001'1.Het is dan echter onaanvoardbaar, dat een stort zodanig ver-schoven moet worden, dat grote tijdverliezen gaan optreden.Immers dan zou het fobrieksbeton ernstig in het nadeel komenten opzichte van zelfdraaien en dit wordt door een bouwheerniet geoccepteerd. Met andere woorden, bij een centrale dientaltijd een zekere raserve-cop?citeit oanwezig te zijn, zowel watproduktie als wet transport betreft. Dat dit een zware opgavebetekent voor de leverancier is zonder meer duidelijk, daarook hier het probleem der werkkrachten nijpend is.Doch niet alleen de planning op lange termijn, maar ook dieop korte termijn is belangrijk. Met neme de regeling van deaanvoer, verdeeld over de dag ven het stort, kan veel narig-heid voorkomen.Helaas lopen hier de belangen van febrikent en aannemermeestal niet parallel; de eerste wil het liefst een gelijkmatigeaanvoer over de gehele dag, zulks in verband met de uurcapa-citeit van de weeginstallatie en met de bezetting van de trans-portmiddelen.De oennemer daorentegen zal in vele gevallen graag vlotstarten, deerne wat minderen en vroeg klaar willen zijn in ver-band met afwerken enz. Toch kon in vele gevallen een voorbeide partijen bevredigende oplossing worden bereikt, bijvoorbeeld door Wat vroeger te beginnen, vooral in die geval-len waar een grote verwerkingscapociteit aanwezig is. Dankan men in de vroege morgenuren gebruik moken van de vollecopaciteit van de centrale en heeft men cl vroeg een grootkwantum verwerkt. Bovendien worden dan de spitsuren vanhet verkeer ook minder belangrijk en verloopt het geheel ingoede harmonie.Van groot belang is ook het tijdig doorgeven van wederzijdsestoringen. Het niet-vermelden hiervan werkt gewoonlijk ave-rechts omdat de centrale haar betonmortel niet kwijt kan, ver-mindert zij automatisch de oanvoer en omgekeerd vermindertde aannemer zijn stortploeg als hij te weinig beton krijgt. Meest-al is het gevolg van dergelijke storingen, dat door beide par-tijen overwerk of dubbele ploegen moeten worden ge?mpro-viseerd, waarvan de nawee?n meestal niet tot ??n dag beperktblijven.Behalve deze oorzaken zijn er nog vele 001'1 te wijzen, die eensuccesvol verloop van de samenwerking in de weg staan.Resumerend kunnen wij stellen, dat transportbeton een wezen-lijke bijdrage kan vormen voor de economie en produktiviteitvan het bouwbedrijf en stellig aan belang zal winnen,indienaan een aantal basisvoorwaarden wordt voldaan. Tot de be-langrijkste hiervan behoort het samenspel tussen de belang-hebbenden, een semenspel waarin de bouwdirectie eveneenseen rol vervult. Willen wij komen tot een werkelijk construc-tieve samenwerking, dan dienen zowel connemer als leveran-cier het spel zo te spelen, dat rekening houdend met elkaarsbelangen,een zo gunstig mogelijk effect wordt verkregen.Hiertoe zal aan de organisatie en planning von beide zijdennog het nodige moeten gebeuren, doch dit geldt eveneensvoor oudere facetten Van de industrialisatie. Met deze weten-schap en kennis en de goede wil tot uitvoering zijn allen ge-baat!De heer M. H. Val e dankt de spreker en wijst erop, dat dekostprlisbepalende factoren ook van belang zijn voor de beton-Cernent XVI (1964) Nr. 1 41fig. 2. de toepassing van 'fabrieksbeton' in de iaren 1958-1962een stakingswet geboren, evenals de veiligheidswet en de on-gevallenwet, doch geen vorstverletregeling enz. en geen Ge-wapend-Beton-Voorschriften.De techniek en de wetenschap schreden echter voort, vooralook in de betontechniek. Betonmolens ontstonden, samenstel-lingen werden nageplozen en wetenschappelijker betonmeng-sels werden gecre?erd. De toelaatbare spanningen in de beton-constructies werden verhoogd, afmetingen werden kleiner,envoorschriften ontstonden en werden weer verbeterd en aan-gepast aan de ontwikkelingen.Een economische vlucht ontstaat als een mengsel Van tech-nische perfectie en kostprijs. Het geheel is een gespecialiseerdewetenschap geworden. Dit dient men vooral ook te zien vanuithet standpunt van de constructeur, die immers bij het ontwer-pen van de betonconstructie uitgaat van een bepaalde kwali-teit Van het gewapend beton en vooral de daarin toelaatbarespanningen baseert op de kwaliteit, daarbij gebruik makendvan de wetenschappelijke ontwikkeling van de toegepastemechanica.In dit complex van ontwikkelingen, laat ik het noemen 'devlucht naar doelmati.ge perfectie', wordt de marge van af-wijkingen (tolerantie) in de uitvoering ten opzichte van de doorde constructeur vooraf gestelde constructieve en toelaatbareeisen steeds kleiner, dus gevoeliger. De bedoeling van voor-schriften, zoals de G.B.V., is dan ook om meteen 'vaderlijkezorg en plicht' normen en veiligheden vast te stellen en opdeze normen tijdig correcties toe te passen.Bij deze, laat ik het noemen 'grenscorrecties', is vooral watbetreft de toeloetbete spanningen in de afgelopen zestig jaarheel wat veranderd. Met de belangrijke stijgingen van toelaat-bare spanningen is ook de kwaliteitssplitsing ontstaan, die inde G.B.V. 1940 wordt genoemd, als werken 'met en zonderbouwcontrole'. No is met de nieuwe G.B.V.1962de splitsing nogverder doorgevoerd en zijn -zoals reeds is opgemerkt- dekwaliteitseisen zodanig gesplitst (K160, K 225 en K300), datdoor opvoering van de kwaliteit betonspanningen tot 100 en110 kgf/cm2(art. 44, lid 2-3} toelaatbaar zijn, of wel ruim twee-maal zo hoog als in het begin van deze eeuw.Nu weet iedereen, die wel eens het maken van betonspecieop het werk heeft meegemaakt, dat de door de constructeurgevraagde en bedoelde betonkwaliteit op de eerste plaats devraag naar zorgvuldigheid en vakbekwaamheid van het be-dienend personeel van de betonmolen is. Bij grotere werkenwordt een gevraagde betonkwaliteit niet alleen beter voor-bereid, doch ook beter bewaakt. Dit dan in tegenstelling methet merendeel van de kleinere betonwerken, waarbij ondermeer door de kleinere betonmolens voor relatief minder beton-hoeveelheden niet of nauwelijks aan de eisen kan worden vol-daan.Belangrijk is dan ook vast te stellen, dat een verplaatsing vandeze betonbereidingen naar ??n centrale menginstallatie metgespecialiseerd personeel, een vooruitgang betekent. Dit geeftrationalisatie, maar vooral specialisatie en dus kwaliteitsver-hoging. Immers, hier worden de verschillende samenstellingenmet verschillende zetmaten achter elkaar bereid en is mecha-nisatie en automatisering nodig, waarbij het maken van fouten(menselijke fouten) tot een minimum beperkt kan worden, mitsde voorbereidende werkzaamheden goed plaatsvinden.Dat 'transportbeton' (van betonmortelbedrijven) steeds meer1962196119601959195840000003500 000300000025000002000 000E 15000001000000500 0000et.cjaren*) Dil boekje is In 1902 ul1gegeven door de Leidse boekhandel en drukkerijv/hE. J. Brill. Hel is min of meer een vrije bewerking van het in 1899 ver-schenen Franse boekje 'Le b?ton arm?etsesapplications' van p.e hris-to p h e. De Inleiding is geschreven door J. A. van der KI 0 es en de in hetboekje voorkomende formules zijn geredigeerd door Ir.J. KlOp per.mortelbedriiven, niet zo zeer om zich hierop te richten, maarmeer als een soort 'klantenbinding'. De door ir. M 0 Jen a a ruitgesproken wens ten aanzien van de samenwerking en voor-al het vooroverleg is ook uit ziin hart gegrepen. Uit ervaringweet elk bedriif immers veel over aanvoermogeliikheden, toe-passing van voorraadsilo's, enz., zodat samenwerking en voor-overleg beslist in het belang van alJebetrokken pattiien is.Dan verleent hii het woord aan de heer F. J. B. Bar end s,directeur Adviesbureau Oosterhoff, Tiebbes en Barends.F. J. B.B arend s: 'Het toepassen van betonmortel, be-keken vanuit het standpunt van de direc:tie van het bouw-werk'In de eerste Nederlandse over gewapend beton handelendepublikatie uit 1902, geschreven door de heer Van Ros s u m,die in het buitenland als directie met beton te maken hadgehad, en die tijdens zijn verlof in Nederland naar aanleidingvan een vraag in het toenmalige weekblad Ambachtsman-Architedura het boek 'Gewapend beton' *} schreef, is ook eenhoofdstuk gewijd aan 'Materialen en Uitvoering'. De beton-technoloog in die tijd zou snel zijn brevet van bekwaamheidverwerven, want de kennis is slechts op een enkele paginaweergegeven, namelijk:- portlandcement;- grind, grindkorrels, doch beter afval van goed basalt (Linzam Rhein), vergruisd in steenbrekers, materiaal gevend totzandkorrelgrootte;- zand (wordt niet besproken);- samenstelling: 300 kg cement, 0,4 m3 zand en 0,85 m3 grindwordt aanbevolen (l : 1,7 : 3,7). Hierbij de notitie dat dezehoeveelheid in het laboratorium juist 1 m3 was, doch in hetwerk gestampt 1,1 m", met andere woorden iedere m3 betonbevatte in werkelijkheid 273 kg cement;~ de hoeveelheid water wordt bij de vervaardiging even aan-gestipt als volgt: 'Machinale bereiding gaat boven hand-bereiding. Het zand en het grind worden eerst droog ge-mengd, dcarover wordt het cement gestort en alles wordtmet de kalkhouw weder gemengd. Wanneer het handbewer-king is, telkens onder toevoeging van kleine hoeveelhedenwater tot een zo gering mogelijk bedrag, maar voldoendeom alles vochtig te maken.'En deze zin eindigt met: 'W'Ot wij in Rotterdam zagen wastamelijk slappe brij' (Gebouw Amerikaanse Stoomvaartmaat-schappij 1901).Dit was dus de eerste reactie 'vanuit het standpunt van dedirectie'. Bovendien ziet men hier de betontechnologie vanzestig jaar geleden.Hier staat tegenover, dat bij het ontwerpen van de betoncon-structie de kwaliteitsverwachtingen equivalent waren. Gesteldwordt een verwachte druksterkte van 150 kgf/cm2, een toelaat-bare buigdrukspanning voor het beton van maximaal 50kgf/cm2, een toelaatbare trekspanning voor het staal van 1000kgf/cm2 en een toelaatbare drukspanning voor het beton van25 kgf/cm2?Opgemerkt wordt dat volgens art. 44 van de G.B.V. 1962 voorde betonkwaliteiten K 160, K 225 en K 300 (met een druksterktevan ten minste 160 kgf/cm2, 225 kgf/cm2 en 300 kgf/cm2) een toe-laatbare buigdrukspanning wordt genoemd van 55 kgf/cm2, 75kgf/cm2 en 100 kgf/cm2, een toelaatbare drukspanning (cen-trische druk) van 40 kgf/cm2, 55 kgf/cm2 en 75 kgf/cm2 en eentoelaatbare trekspanning voor het staal (QR 24) van 1200kgf/cm2, 1400kgf/cm2 en 1400 kgf/cm2?Men kan wel begrijpen, dat de afmetingen van de betoncon-structies in die tijd, ondanks de kleinere overspanningen, grootwaren. Doch geen bezwaar. De heren architecten hielden indie tijd van robuustere vormen.De kostprijs? Zegge en schrijve f 30,- per m3gewapendbeton in het werk, inclusief ijzer, bekisting en verwerken. Zon-der bekisting (f 5,- per m3) en ijzer (bij 0,5% f 10,- per m3)dan f 14,- per m3(voor de materialen en de verwerking daar-van).Weliswaar zal de betonbereiding, vooral met de hand, veeltijd gevraagd hebben, doch de arbeidskrachten waren goed-koop en in een groot aantal aanwezig, de werkdag duurdebeduidend langer dan nu en over activiteit wil ik niet praten.Sociale wetten Waren er omstreeks 1900 amper. Wel was er42 Cement XVI (1964) Nr. 1toepassing vindt, blijkt wel uit de toeno-ne van de jaarlijksehoeveelheid trensportbeton (fig. 2) en de groei van het aantolbetonmortelbedrijven.Deze ontwikkeling is ook elders waar te nemen. (In Amerikawordt ca. 85% van de totale hoeveelheid op de bouwplaatsgestorte betonspecie geleverd door betonmortelbedrijven; inDuitsland is dit percentage ca. 25%, bij een totole hoeveelheidvan ca. 24miljoen m3) .Weliswaor dient duidelijk gesteld te worden, zoals feitelijkook in de G.B.V.staat, dat transportbeton geen bijzonder betonis,immers dezelfde voorschriften en bepalingen zijn geldig(G.B.V.) als voor op het bouwwerk vervaardigd beton. Tochis er op directie-niveau een zeer verdeelde stemming over detoepassing van trensportbeten. die varieert van 'het in het be-stek bindend voorschrijven' via 'het in het geheel niet noemen'tot 'het verbieden van tronsportbeton'. Wat zijn hiervan de oor-zaken?Op de eerste plaats kan het een ondervinding van moeilijk-heden zijn geweest, met ??n of meerdere betonmortelbedrijvendie door de bestekschrijvendeinstantie over alle fabrieken ge-generaliseerd wordt. Het is niet mijn bedoeling om hier eenopsomming te geven van deze -ook zelf ondervonden-moeilijkheden, zoals kluitvorming, vergissingen bij het mengen,zoals vergeten van grind tot het vergeten van cement aan toe,of verkeerde hulpstoffen, enz. Over het in het werk bijmengenvan zand tot zelfs van eerde (!) zou ik kunnen praten, evenalsover het in een onbewaakt ogenblik bijplensen van een hoe-veelheid water. Deze laatste dingen zijn onduldbare praktijken,die echter geen aanleiding moeten geven tot generaliserenldus tot verbieden.Voorop wil ik stellen, 'dat men als directie all??n te makenmoet willen hebben met bon a fide betonmortelbedrijven, dieonder de dagelijkse leiding van een betontechnoloog steen enwaarbij van het personeel vakbekwaamheid wordt vereist. In-dien in een bepaald gebied meerdere betoncentrales oanwezigzijn, die elkaar beconcurreren, dan mag deze concurrentieniet ten koste van de kwaliteit plaatsvinden.Dit betekent, dat bij elk morteltransport de bijbehorende bonvolledig dient te zijn ingevuld en de betonsamenstelling ookequivalent aan de bon dient te zijn, zoals soort en hoeveelheidcement, zetmaat, desgewenst de te verwachten druksterkte, als-ook de samenstelling en de eventuele hulpstoffen. Populair ge-zegd, dient de betonmortel in de voor het betreffende werkjuiste consistentie en samenstelling tot v??r het werk geleverdte worden.En hier hebben wij te maken met probleem no. 1. Wat is dejuiste consistentie of :zetmaat? Hier is een oude strijd, die eerstall??n op het werk zelf,namelijk tussen opzichter (construc-teur) en uitvoerder (aannemer), gestreden werd, doch thansmin of meer verplaatst is naar het toeleveringsbedrijf, waar-door de strijd dikwijls wel of niet gemotiveerd over het hoofdvan het betonmortelbedrijf uitgevochten wordt. Telefoontjes,achtereenvolgens van opzichter en uitvoerder, met elkaar integenspraak bevattende berichten, en dergelijke, komen bij hettransportbedrijf binnen. Ruzies entsteen. mengsels worden of-gekeurd en soms worden falsificaties met de bonnen in de handgewerkt.Wat is het probleem? De opzichter (constructeur) heeft zijneigen idee, zo iets van 'niets is goed genoeg'. Hier staat tegen-over, dat de man die de specie verwerken moet, een zo grootmogelijke bewegelijkheid, plasticiteit, zetmoet. wil hebben omde betonspecie in een zo kort mogelijke tijd te verwerken. Bijafwezigheid van een direct aanwezige bemiddelende oplossingontstaan spanningen. Om dit te voorkomen is voo ra fo v e r-leg tussen aannemer, transportbetonleverancier en opzichter(constructeur) noodzakelijk.Bij dit overleg dient het gehele aspect vanaf samenstelling, zet-maat, transport op het bouwwerk tot en met de wijze van ver-werken, besproken te worden. Hier is gezamenlijk overlegnodig!In zijn voordracht bepleitte ir, C. Mol e n a a r reeds een der-gelijke samenwerking. Hij deed dit met het oog op de kost-prijs, ik doe het in het belong van de kwaliteit.Doch er is nog een onder probleem, loot ik het noemen pro-bleem no. 2. Vrijwel iedereen heeft gelezen over of gewerktmet ??n of meerdere methoden of inzichten, die er bestoonover het semenstellen van betonmengsels: discontinue meng-sels, methoden van Zwolsmon, Lem-Theissing, Boelhouwer,enz.tot con eigen methoden die geboseerd zijn op ervaringen bijde fabriek zelf. Specialisten, loborotoric, of dergelijke kunnenhierop studieslosloten. Variotieco?ffici?nten kunnen wordenCement XVI (1964) Nr. 1berekend, doch een algemeen aanvaarde, gestandoordiseerdemethode is er niet.Dit kan een complex von bijzondere omstandigheden geven,die min of meer van invloed zijn bij het gezomenlijk overlegen ook op het uiteindelijke resultoot, namelijk om een beton-constructie te krijgen die con de door de constructeur (directie)gestelde eisen wat betreft veiligheid en duurzoamheid kan vol-doen. De kwaliteitsgarantie en -verantwoordelijkheid ligt, of-gezien von het constructie-ontwerp, vanaf de menging van dejuiste samenstelling tot en met het in het werk gebrochte,verdichte en verharde beton met de wijze ven nabehondelingweliswaar bij deoannemer, doch is bij toepossing van trans-portbeton in feite verdeeld.Ik kan mij voorstellen dat er oennemers zijn die w?l de verant-woordelijkheid voor het beton willen dragen, en anderen diedit niet willen doen. Dit kan dan resulteren in een levering vanbeton op druksterkte, waarbij uitgegaan kan worden van decontroleproeven. Ogenschijnlijk zou dit ook ottractief kunnenzijn voor zakelijk ingestelde constructeurs en directies, omdathierbij de controle- en toezichtkosten zouden kunnen vermin-deren, doch twee foetoren maken dit onmogelijk, nomelijk hetstorten en verwerken ven de betonspecie en de verlangdedichtheid von het beton. Immers, de sterkte is niet all??n debepolende factor.In het Inetste gedeelte van mijn betoog heb ik een aantol pro-blemen gesteld en besproken. Problemen die opgelost moe-ten worden.Naost een tijdig vooroverleg tussen enerzijds de directie enanderzijds de oennemer m?t de technoloog van hetbetonmor-telbedrijf,is een groeiende kennis van de betontechnologienodig.Ik ben van mening, dat in vergelijking met de omstondig-heden bij het vervoardigen van beton op het werk met alleswot er bij hoort, U door Uw dagelijks continu betonberei-dende fobrieken met olie controle en verdere onderzoekingenen ondervindinqen, zowel als individuele fobrikant, doch nogmeer door Uw onderlinge vereniging en samenwerking, in staatbent in sterke mate mee te werken aan de ontwikkeling vande beton technologie. U kunt nog verder denken door te komentot een soort classificotie,die verder gaat don nu het gevol is,en zich onderwerpt con regelmatig gecontroleerde en sterkbindende eisen. Mag ik het noemen, zowel orgonisatorisch alskwalitotief te komen tot 'superbeton'-Ieveranciers?Denk bij voorbeeld aon de mogelijkheid van een onderzee-kingsprogramma, omdat U na verloop van tijd toch beschiktover door regelmatig uitzeven verkregen, in korrelgrootte ver-deeld zand en grind (mits U het gescheiden beweert), Daor-mee kunt U dan komen tot vergelijkingsproeven bij voorbeeldmet speciale hulpstoffen, omdat U don overoiover dezelfdekorrelverdeling kunt beschikken.Door Uw vereniging, in onderlinge somenwerking, bent Uinstaat om niet alleen eenbelangrijkebiidrage te leveren aande ontwikkeling van de betontechnologie, doch ook om oonhet toepassen ven transportbeton een bijzondere garantie tegeven. Omdat ik stel en weet, dot Uw vereniging niet all??n eencommerci?le vokvereniging is en moet zijn, doch meer is enmoet worden, kan ik het toepassen van transportbeton, be-keken vanuit voornoemd standpunt van de directie, toejuichenen wens ik Uw vereniging in haar streven naar kwaliteitsver-betering en bevordering van de betontechnologische weten-schap veel succes toe.De waarnemend voorzitter, de heer M. H. Val e, dankt despreker voor zijn enthousioste uiteenzetting en voor het feit,dat hij de betonmortelbedrijven op meer dan een wijze eenhart onder de riem gestoken heeft, in het bijzonder wat betreftde opvoering van de kwaliteit. Het is beslist niet toevol/ig datook de heer Bar end s gewezen heeft op het grote belangvan vooroverleg en samenwerking tussen de directie, de con-nemer en het betonmortelbedrijf.Na de lunch is het woord aan een forum, dal onder voorzitter-schap van ir. R. C. 0 p hor st gevormd wordt door de beideinleiders, de heren ir. C. Mol e n a a r en F. J. B. Bar end s,alsmede de beide fabrieksbeton-specialisten, de heren D. W.E.S m i t en M. H. Val e. Alvorens over te gaan tot de beant-woording van de gestelde vragen, wijst forum-voorzitterOp hor st erop, dat men het forum niet moet zien als eengroep van 'alwetenden'. De forumleden kunnen niet meer doendan hun eigen mening en inzicht kenbaar maken, maar metmedewerking van de 'zaal', waarin toch de verschillende par-tijen aanwezig zijn, kunnen vruchtbare discussies ontstaan enzul/en wij de alleszins gewenste samenspraak kvnnen krijgen.43Verslag van de 'forummiddag'Vraag 1. Veel betonmortelbedrijven worden van tijd tot tijdgeconfronteerd met een 'brandend crobieem', namelijk wan-neer de aannemer van mening is dat hij de bestelde hoeveel-heid mortel niet heeft ontvangen. Deze mening ontstaat als ermeer mortel nodig blijkt te zijn dan er op grond van de teke-ningen en dergelijke berekend en besteld is. Op welke wijzekan men dergelijke verschillen verklaren? Wordt het veroor-zaakt door de manier waarop het betonmortelbedrijf een hoe-veelheid mortel berekent, of ligt de oorzaak in ofwijkingen inde bekistingen en dergelijke?De heer D. W. E. S m i t, die het eerste gedeelte van dezevraag zal beantwoorden, verkloart hoe een hoeveelheid beton-mortel als regel wordt berekend, namelijk op de wijze die inde cursus 'Betontechnologie' gedoceerd wordt en derhalve ookin het betreffende cursusboek is beschreven (blz. 55/56 vande gedrukte uitgave, 1962). Bij deze berekening wordt gebruik-gemaakt van de soortelijke gewichten van de samenstellendematerialen.De in kilogrammen' opgegeven hoeveelheid cement, die voor1 m3 verdichtebetonspecie is voorgeschreven, kan in litersworden uitgedrukt door dit gewicht te delen door het soorte-lijk gewicht van het cement. Hierbij moet men er rekening meehouden, dat het soortelijk gewicht voor portlandcement, hoog-ovencement enz. niet hetzelfde is. (Voor portlandcement klasseA bij voorbeeld co. 3,15 en voor hoogovencement klasse Aca. 2,95).Wanneer de voor een gegeven korrelverdeling, verwerkbaar-heid en dergelijke vereiste water-cementfactor bekend is, kande voor 1 m3 verdichte betonspecie benodigde hoeveelheidwater worden berekend, namelijk door' de gewichtshoeveel-heid cement te vermenigvuldigen met de water-cementfactor.Het absolute volume toeslagmateriaal per m3verdichte beton-specieis dan bekend, namelijk 1000 liter minus de som vanhet volume cement en het volume water.Wanneer men het volume toeslagmateriaal vermenigvuldigtmet het soortelijk gewicht van dit materiaal (dat gewoonlijkop 2,64 gesteld wordt), verkrijgt men het gewi
Reacties