prof.ir.A.CJ.KootHoogleraar Civiele Gezondheidstechniek,T.H.-Delft*Onder oppervlaktewater, ook ontvangendwater genoemd, wordt verstaan het water vanmeren, rivieren, beken, kanalen, sloten engrachten.1autotrofe organismen (producenten) zijngroene planten, algen en een aantal micro-organismen.2heterotrofe organismen (consumenten) zijnalle andere micro-organismen, niet-groeneplanten, en dieren.Cement XXII (1970) nr. 12Doel en methodiek van debehandeling van afvalwaterU.D.C. 628.3De behandeling van afvalwater1. InleidingDeze bijdrage beoogt ge?nteresseerde lezers van het tijdschrift 'Cement', waaronder zich ver-moedelijk niet veel deskundigen bevinden op het gebied van de behandeling van afvalwater,een inzicht te geven in doel en methodiek daarvan.De levenswijze en welvaart van de bevolking en de omvang en ontwikkeling van de industriekan uit de samenstelling van het afvalwater worden afgeleid. De hoedanigheid van afvalwateris even complex als de afvalwater producerende gemeenschap. Ook de hoeveelheden afval-water die ontstaan, zijn indicaties van het maatschappelijke en sociale gedragspatroon.De inzameling en het transport van afvalwater en de behandeling daarvan in rioolwaterzuive-ringsinrichtingen kost gewoonlijk ruimschoots meer dan de winning, bereiding en distributievan drinkwater, dat door de gemeenschap wordt veranderd in afvalwater. Afhankelijk van hettoegepaste rioolstelsel kost 1 m3afgevoerd en conventioneel behandeld afvalwater voor eengebied waar 50000 mensen wonen f 1,- ? f 1,25 indien men rekening houdt met exploitatie-kosten, rente en afschrijving. Van deze kosten ten laste van de zuivering. Het opper-vlaktewater zal door de lozing van (behandeld) afvalwater, althans plaatselijk, een kwaliteits-verandering ondergaan ", De behandeling van afvalwater moet afgestemd zijn op de normendie men aan de kwaliteit van het oppervlaktewater zal willen stellen en die bepaald wordendoor de functie en daarmee de waarde die aan het oppervlaktewater kan worden toegekend.Het oppervlaktewater moet in algemene zin aan een of meer van de hieronder geformuleerdeeisen voldoen, waarbij het accent sterk kan verschillen.Het oppervlaktewater moet geschikt zijn:? als grondstof voor de bereiding van drinkwater;? voor de land- en tuinbouw en voor de veeteelt;? om een behoorlijke visstand te handhaven;? voor recreatie zowel op als in het water en in de nabijheid daarvan;? voor industri?le doeleinden;? voor de scheepvaart.In niet door afvalwater be?nvloed oppervlaktewater kan een gesloten kringloop bestaan tus-sen vorming en afbraak van organismen, die hoofdzakelijk bestaan uit water, zouten, kool-hydraten, eiwitten en vetten. Deze laatste drie stoffen worden in het algemeen als organischestoffen aangeduid.De energiebron die deze kringloop in stand houdt is het zonnelicht. In water leven organis-men die men in twee groepen kan onderscheiden, nl. autotrofe 1 en heterotrofe 2 organismen.De autotrofe organismen bezitten het vermogen hun organische bestanddelen zelf op te bou-wen uit anorganische stoffen (assimilatie). Zij hebben hiervoor nodig water, koolzuur (C02),zouten (mineralen), zoals fosfaten, nitraten en sulfaten. Het zonlicht levert bij dit proces debenodigde energie, terwijl zuurstof vrijkomt.De heterotrofe organismen bezitten dit vermogen niet en zijn aangewezen op voedsel datorganische stof bevat. Het organische voedsel moet eerst afgebroken worden (dissimilatie)om vervolgens tot lichaamseigen organische stof weer te worden opgebouwd. Zowel ditproces als andere levensprocessen kosten energie en deze energie wordt geleverd door ver-branding (mineralisatie) van organische stof. Daarvoor is zuurstof nodig, terwijl koolzuur enmineralen ontstaan. Als men organisch materiaal aanduidt met (C, H, N, S, P) kan de ge-schetste situatie door de volgende assimilatie-dissimilatievergelijking worden weergegeven:(C, H, N, S, P) + 02.Bij de naar rechts verlopende reactie ontstaat organisch materiaal en zuurstof ten gevolgevan de activiteit van autotrofe organismen (assimilatie) en bij de naar links verlopende reactiewordt door de heterotrofe organismen onder onttrekking van zuurstof, organischafgebroken (dissimilatie). De gezonde kringloop van opbouwen afbraak kan ver-stoord door de lozing van afvalwater. Huishoudelijk afvalwater doch ook vele soorten indu-strieel afvalwater bevatten organische stoffen die evenals de autotrofe organismen, voedings-stoffen vormen voor de heterotrofe organismen. Deze orga sene 'yoedingsstoffen worden505ten dele onder opname van zuurstof dat zich in het oppervlaktewater bevindt, geoxydeerd enten dele tot nieuw levend materiaal geassimileerd. Op dit verschijnsel waarbij zuurstof wordtverbruikt en het gezonde evenwicht kan worden verstoord, zal onder 2 worden ingegaan.Bovendien komen door de afvoer van afvalwater anorganische voedingsstoffen in het opper-vlaktewater waardoor een aanzienlijke ontwikkeling van micro-organismen, en wel speciaalvan algen, ontstaat waardoor eveneens een gezonde evenwichtssituatie aangetast kan wor-den. Hieraan wordt onder 3 aandacht besteed.Een speciaal facet, de besmetting van oppervlaktewater met ziektekiemen, wordt onder 4besproken. Onder 5 worden enige opmerkingen gemaakt over giftige stoffen, niet biologischafbreekbare stoffen en opgeloste anorganische stoffen die in afvalwater kunnen voorkomen,terwijl onder 6 beknopt de conventionele behandeling van afvalwater wordt besproken.2. Zuurstofloosheid van het oppervlaktewaterIn huishoudelijk afvalwater en in industrieel afvalwater, zoals van melkfabrieken, abattoirs,brouwerijen en vis- en vlees-verwerkende industrie?n, bevinden zich organische stoffen.In huishoudelijk afvalwater kunnen o.a, de volgende organische verbindingen voorkomen:koolhydraten, algemeen aan te duiden als Cx(H20)y;vetten (esters van glycerine en vetzuren);eiwitten (verbindingen, die naast C en Hook N en soms P en S bevatten);ureum, dat met de urine wordt uitgescheiden:Het organische materiaal wordt, zoals onder 1 werd aangeduid, omgezet in anorganische be-standdelen door heterotrofe organismen waarbij zuurstof wordt verbruikt. Dit is aangegevenin de dissimilatievergelijking (van rechts naar links verlopend). Het dissimilatieproces, ookwel mineralisatie genoemd, is in wezen oxydatie van organische stoffen door heterotrofeorganismen.De mineralisatie heeft in twee fasen plaats: eerst worden de koolstofverbindingen afgebrokenen vervolgens heeft nitrificatie plaats. Tegelijkertijd treedt synthese van stoffen voor deopbouw van nieuwe celbestanddelen van organismen op. Omdat bij de mineralisatie vanorganische stoffen zuurstof wordt verbruikt, worden deze stoffen ook wel zuurstofonttrekken-de, zuurstofbindende of zuurstofbehoevende stoffen genoemd evenals de veel zuurstofeisende ammonium-stikstof en organisch gebonden stikstof. Als het zuurstofgehalte van hetoppervlaktewater toereikend blijft is het zelfreinigend vermogen van het oppervlaktewatervoldoende. Dit zal het geval zijn als het zuurstof-deficit dat door de mineralisatie ontstaat,wordt aangevuld door oplossing van zuurstof uit de atmosfeer (herbeluchting of rea?ratle),Door overbelasting van het oppervlaktewater met organisch materiaal kan het zuurstofgehal-te tot nul dalen. Ernstige vervuiling die men in ons land herhaaldelijk kan constateren, is danontstaan en het bestaan van heterotrofe organismen, dus ook van vissen, is volkomen onmo-gelijk. Niettemin gaat het zelfreinigingsproces door, doch de oxydatieve vertering heeft plaatsgemaakt voor een langzamer verlopende, stinkende reductieve rotting. Hierbij spelen rottings-bacteri?n een rol; nitraat wordt omgezet in gasvormig stikstof, sulfaat in stinkend zwavel-waterstof en uit een deel van de organische stof ontstaat methaan.De conventionele methoden voor de behandeling van afvalwater die in fig. 1 schematisch zijnaangegeven; beogen ter ontlasting van het oppervlaktewater - voornamelijk een reductievan zuurstofonttrekkende biologisch afbreekbare stoffen naast een aanzienlijke verminderingvan bezinkbaar materiaal.L laag belastH hoog belastDROOGVELDEN/ KUNSTMATIGESLIBVERWERKINGVERWERKING VANNAT SLIBSLIBGISTING L-HIoxydatief-biologische zuivering? zuivering in 2 trappen/OXYDATIEBED BEZINKINGSTANKL-Hmechanische zuiveringzuivering in 1 trapIQ I"VOORBEHANDELING" IBEZINKINGS- ,TANK I,I1Schematische voorstelling van de behande-ling van afvalwater volgens conventionelemethodenCement XXII (1970) nr. 12 506Cement XXII (1970) nr. 123. Overvoeding van het biologisch levenNiet of slechts zwak belast oppervlaktewater (oligotroof) bevat als voedingsstof koolstof inovervloed, terwijl stikstof en in het bijzonder fosfor in zulke geringe concentraties aanwezigzijn, dat zij volgens de wet van het minimum van Von Liebig de groei van autotrofe orqanis-men beperken.Vooral door anorganische nutri?nten, als stikstof en fosfor, wordt de activiteit van de auto-trofe organismen bevorderd. Men dient derhalve de belasting van het oppervlaktewater metnutri?nten in hoge mate te beperken en er voor te zorgen dat het gehalte aan een of meer-dere voedingsstoffen lager is dan de toegelaten, groei-beperkende concentratie.Huishoudelijk afvalwater, tal van soorten industrieel afvalwater en ook conventioneel gezui-verd afvalwater bevatten deze voedingszouten in overvloed. Ten gevolge van de bemestingvan het oppervlaktewater door voedingszouten, die men eutrofi?ring noemt, ontstaat doorassimilatie uit anorganische bestanddelen nieuw organisch materiaal. Als de zon schijntwordt, zoals uit de van links naar rechts verlopende assimilatievergelijking blijkt, zuurstof ge-produceerd, doch als dit niet het geval is zal dissimilatie optreden waarbij zuurstof wordtverbruikt.Door toenemende eutrofie wordt de stabiliteit van het zelfreinigend vermogen ernstig in ge-vaar gebracht. Intense algengroei kan, afhankelijk van het feit of de zon schijnt, grote dage-lijkse variaties van het zuurstofgehalte van het oppervlaktewater veroorzaken. De zuurstof-concentraties kunnen vari?ren van zeer hoge (bij dissimilatie) tot uiterst lage waarden (bijassimilatie).Op langere termijn bezien komen door het afsterven van organismen weer organische enbemestende stoffen vrij, die:een aanslag doen op het zelfreinigend vermogen van het oppervlaktewater en voortsopnieuw groei van waterplanten en algen veroorzaken.De zuurstofhuishouding van het oppervlaktewater kan door eutrofi?ring sterker worden be-invloed dan door het oorspronkelijk in het afvalwater aanwezige organische materiaal. Menspreekt dan wel van secundaire waterverontreiniging.Als gevolg van algenbloei wordt het aanzien van het water slecht - de kleur is groen ofblauw-groen - en wanneer de algen afsterven kan een zeer onaangename stank ontstaan.Sommige algen hebben bovendien een toxische invloed. In ons land komt oligotroof opper-vlaktewater nauwelijks meer voor, zodat de geschetste eutrofe omstandigheden vrijweloveral in meer of mindere mate te constateren zijn.Door conventionele zulverlnq van afvalwater wordt het gehalte aan voedingsstoffen dieeutrofi?ring veroorzaken in onvoldoende mate gereduceerd. De eliminatie van stikstof is omeen aantal redenen zelden zinvol en voor fosfor is dit evenmin het geval op plaatsen waar inhoge mate water afkomstig vit de Rijn, dat grote hoeveelheden voedingszouten bevat, aan-wezig is en zoals bij de Rijn snel naar zee wordt afgevoerd.In een andere situatie echter verkeren bijv. de Friese meren, meren in het westen des lands,de randmeren langs de Veluwe en de (toekomstige) Zeeuwse meren, waar nagenoeg geendoorstroming optreedt en fosfaatverwijdering nodig kan zijn. In ons land werd tot nu toenergens overgegaan tot de eliminatie van anorganische voedingsstoffen, hoewel het spookvan de eutrofi?ring steeds dreigender wordt. De verwijdering van fosfor kan op in wezen een-voudige wijze langs chemische weg geschieden door de vorming van onoplosbare vlokkendoor toevoeging van driewaardige aluminium- of ijzerzouten of met kalk of in combinatie daar-mee. De gevormde vlokken kunnen door bezinking uit het afvalwater worden verwijderd.4. Besmetting van het oppervlaktewater met ziektekiemenHuishoudelijk afvalwater doch ook afvalwater van bijv. slachterijen kan bacteri?n bevattendie besmettelijke darmziekten veroorzaken, zoals tyfus, para-tyfus in verschillende vormenen dysenterie-bacillair alsmede tuberkelbacteri?n en virussen, waaronder de veroorzakersvan kinderverlamming en infectueuze geelzucht, en wormeieren zoals Iint- en spoelwormen,en kleine ingewandswormen. Bovendien kunnen door centact met afvalwater ook huidaan-doeningen optreden.Op rioolwaterzuiveringsinrichtingen wordt door bezinking het slib dat zich in het afvalwaterbevindt afgescheiden. In dit afgescheiden slib bevinden zich nagenoeg alle wormeieren, het-geen eveneens het geval is met een groot percentage van de infectueuze organismen. Heteffluent van een conventionele rioolwaterzuiveringsinrichting is in bacteriologische zin niette-min volstrekt onbetrouwbaar en de afvoer naar of nabij recreatiegebieden moet als onjuistworden beschouwd.Men kan effluent desinfecteren waarbij het gebruik van chloor, als chloorgas en chloorbleek-loog, thans praktisch de enige mogelijkheid is. Desinfectie houdt echter niet in dat het efflu-ent kiemvrij is. Dit kan men bereiken door sterilisatie, hetgeen echter economisch gezien niethaalbaar is.In Nederland zijn desinfectie-installaties in bedrijf op de rioolwaterzuiveringsinrichtingen vanHarderwijk en Elburg, waar chloorbleekloog als desinfectans wordt toegepast.5. Giftige stoffen, niet biologisch afbreekbare stoffen en opgeloste anorganische stoffenNaast de reeds besproken zuurstofbindende stoffen, nutri?nten en ziektekiemen, kan aan hetoppervlaktewater aanzienlijke schade worden toegebracht door tal van andere stoffen. Giftigeanorganische stoffen zijn een groot aantal zware metalen, zoals barium, koper, kwik, lood,ijzer en zink en organische verbindingen zoals aniline, nitroverbindingen en fenolen. Tot de zeer507Tabe/l I Zwevende stoffen c.a.1. roosters en snijroosters: grove stoffen2. flotatie: olie en vet3. bezinking: a. zandvangers, b. bezinkingstankss 4. coagulatie>0Biologisch afbreekbare organische stoffenooxydatief-biologische zuivering: a. oxydatiebedden, b. actief-slibur lIJ Pathogene organismendesinfectie: chloorgas en chloorbleekloogIV Voedingsstoffen1. stikstof: bio-chemische nitrificatie en denitrificatie2. fosfor: chemische behandeling met anorganische zouten, met kalk of incombinatie daarmeeV Vergaande behandeling1. voortgezette verwijdering van biologisch afbreekbare organische stoffen2. eliminatie van niet-biologisch afbreekbare organische stoffen3. verwijdering van opgeloste anorganische stoffenSlibbehandeling1. ana?roob in gistingstanks,gevolgd door drogen op slibvelden of door 32. a?roob in oxydatiesloten c.a.,gevolgd door drogen op slibvelden of door 33. kunstmatige liquidatie (chemisch, fysisch, thermisch)giftige stoffen behoren chemische bestrijdingsmiddelen, waaronder de gechloreerde kool-waterstoffen. Deze stoffen kunnen ook de biologische processen die in rioolwaterzuiverings-installaties plaatshebben, schaden of onmogelijk maken.Niet biologisch afbreekbare organische stoffen en opgeloste anorganische stoffen kunnen uitafvalwater worden verwijderd. De moeilijkheden die zich daarbij voordoen, zijn veelal nietvan theoretische doch van technische en economische aard. De ontwikkelde methodieken inde USA, aangeduid met 'advanced waste treatment', maken het mogelijk (afval)water op-nieuw te gebruiken zonder tussenkomst van de natuur en zonder tijdsverschil van betekenistussen verbruik en hergebruik.In Windhoek (Zuid-Afrika) wordt sinds het voorjaar van 1969 afvalwater in een gesloten sys-teem in drinkwater veranderd.2Rioolwaterzuiveringsinrichting metoxydatiebedA GEMAALB ZANDVANGERC BEZINKINGSTANKD OXYDATIEBEDE BEZINKINGSTANKF MEETINRtCHTINGH VERWARMDEGISTINGSTANKIONVERWARMDEGISTINGSTANKJOROOGVELOENIn bezinkingsinstallaties (blz. 522 e.v.) stroomt het afvalwater zeer langzaam, zodat devloeistof en de daarin aanwezige bezinkbare stoffen van elkaar gescheiden kunnen worden,als het verschil in soortelijk gewicht voldoende groot is en de af te scheiden deeltjes envlokken een geschikte grootte, vorm en oppervlak hebben.De verblijftijd in een bezinkingstank kan vari?ren van 1 tot 2 uur. Stoffen waarvan het soorte-lijk gewicht kleiner is dan dat van de vloeistof, vormen aan de oppervlakte een drijflaag, diein bezinkingsreservoirs met drljflaaqafstnjkers kan worden weggestreken. Men onderscheidtwel voorzuiveringsinstallaties, waarin de bezinkbare stoffen uit het afvalwater worden afge-scheiden en nazuiveringsinstallaties, waarin de bezinkbare stoffen, die zich bij de oxydatief-biologische zuivering door celaangroei gevormd hebben, uit het gezuiverde afvalwater wor-den verwijderd.6. Behandeling van afvalwaterIn tabel 1 is een beknopte samenvatting gegeven van een aantal mogelijke behandelings-methoden van afvalwater. De conventionele zuivering van afvalwater die in de tabel onder Ien II terug te vinden is, is schematisch in fig. 1 afgebeeld.Het afgescheiden slib, tezamen met het bij oxydatief-biologische processen gevormde over-tollige spuislib, ondergaat een afzonderlijke behandeling. De conventionele zuivering vanafvalwater geschiedt veelal in twee trappen. Tot de eerste trap of de mechanische zuiverings-methoden behoren:1. roosters en snijroosters, waarmee de grovere onopgeloste stoffen worden verwijderd;2. olie- en vetvangers ten behoeve van de afscheiding van drijvende stoffen, zoals olie en vet;3. zandvangers, waarin zand uit het afvalwater wordt verwijderd;4. bezinkingsinstallaties, waarin de lichtere bezinkbare of zwevende stoffen tot bezinking wor-den gebracht.Tot de kunstmatige oxydatief-biologische zuiveringsmethoden of tweedetrapszuivering, dietot doel hebben een vergaande verwijdering van niet-bezinkbare en zuurstofbindende biolo-gisch afbreekbare stoffen, behoren:1. zuivering met behulp van oxydatiebedden of continu-filters;2. zuivering met behulp van actief- of levend slib.- - - . WATERJ-1II HIIIIIIIeffluentCement XXII (1970) nr. 12 5083Rioolwaterzuiverjngsinrichting met aerlef-s!ibinsfalla tie..,Ir - " e,c.',,-BC c;ARIOOUst:LoFGH_..._ _ ...T??----..s .__C ? ?_ _ ._DEGH ...,-----Bij de oxydatief-bi olog ische zuivering worden e?rcbe processen, die zich bij het zelfremt-gingsprocBs in oppe rvlakt ewater afspelen, geintensiveerd, dit houdt in dat de gewe nstemicro-organismen overvloed ig aanwezig zijn en voor een adequate luchtlzuurstcfj-vocrztenlnqwordt zorgge dragen.In oxydatiebedden bevinden bacteri?n en protozo?n zich in slijmlaagjes. bestaand e uil humus-echttqe sl offen, die zich op tillermateriaal (gewoonlijk lavaelekken] vormen (bl z. 535 ?.v.].Oxydati ebedden hebben gewoonlijk een cirkelvormige plattegrond en de gelijkmatige ver-spreiding van het bezonken afval water geschiedt dan door middel van draaisproeiers. Doorde gevonn de zgn. biologische huid worden de verontreinigingen die zich in het afvalwaterbevinden geadsorbeerd waarop in meer of mindere mate mineralisatie volg t. Natuurlijke trekdoor het oxydatiebed garandeert een toereikende zuurstofvoorziening.Actief-slibinstallaties bestaan uit beluchtings- ol ??ranetanke. waarin zich actief- of levend-slibvlokken bevinden die in contact worden gebracht met het bezonken rioolwater en waarbijhet mengsel van actief-slib en wate r op kunstmatige wijze intensief belucht en gemengdwordt (blz. 529 e.v.].De orga nismen in de actief-s!ibvlokken komen in hoofdzaak overeen met die welke zich in debiologische huid van een oxydatiebed bevinden.In (na)be zinkingstanks heeft scheiding van gezuiverd afvalwater en humus-sub (bij oxydatie-bedd en) of actief-s lib (bij hel actiel-slibproces) plaats. Het tweedetraps proces kan afhanke-lijk van method e en gestelde kwaliteitseisen veneren van een of enke le uren of zoals bijoxyd atiesloten of carrousels het geval is tot 3 dagen.In oxyd atiesloten en dergelijke wordt het afvalwater oxydatief?biologisch behandeld zondereen voorafgaand bezinkingsproces.De zusvertnqsresultaten zIJn bij hoogbelaste installaties minder dan bij laagbelaste. In actief-shbmstellanes, waarvan de exploitatie gecompliceerder Is dan die van oxydatiebedden. kanzowel 'e zomers als 's win ters het afvalwater tot een hogere graad worden gezuiverd.Meestal wordt in afzonderlij ke gesloten gistingstanks het afgescheiden slib met het overtolli-ge biologi sche slib ana ?roob, dus onder uitsluiting van zuurstof, vergist voordat het op dedroogvelden wordt geloosd. Dit re noodzakelijk omdat vers slib zeer infectueus is. moeil ijk opnatuurlijke wijze wordt omgezet en ontwaterd en veel stank verspreidt. Het gi sting sproceskan in een of meerdere trappen gesch ieden (blz. 546 e.v.. zie ook blz. 563 e.v.].Bij de alka lische gisting of methaangisting waarbij organische stof wordt afgebroken onderan a ?rob e omstandigheden (zonde r aanwezigheid van zuurstof) ontstaat rioolgas, bestaand euit 60 tot 80% methaan en voor de rest hoofdzakelijk uit koolzuur, alsmede slib met een lagergeha lte aan organisch materiaal.De gistingstijd re gewoonlijk 15 tot 20 dagen bij een tem peratuur van 28 tot 33 Het riool-gas dat ontstaat kan onder meer worden gebruikt voor het handhaven van de gewe nste tem-peratuur in de gistingsruimten. In het algemeen Is de belangstelling voor het gebruik van uit-geg ist slib in de land- en tuinbouw ger ing. Bovendlen zijn voor het drogen van slib . dat nietaltijd voorspoedig verloopt, grote oppervlakken noodzakelijk. De mechanische ellbbehenoe-llnq komt mede daardoo r meer en meer op de voorgrond. Na indikking van het slib wordtdoor toepa ssing van chemica li?n of as of door een hittebehandeling de ftltreerbaarheld vanhet slib verbeterd. Met vacu?rnftlter s. persfilters, perszeven en centrifuges kan het water-gehalte verder wo rden verlaagd waarn a drogen In trommelovens en droogtorens en verbran-ding in ver brandingsinst allaties kan volg en (blz. 554 e.v.).Voor deze process en is een voorafgaande ana?robe stibb ehandeling niet noodzakelij k. Op-vallend Is het sterk fabriekmatige karakter van de kunstmatige slibbehandeling waarvoor aan-zien lijke werktuigbouwkundige cons tructree zijn.In de figuren 2 en 3 zijn schema's aangegeven van rioolwaterzuiveringsinrichtingen met resp.oxydatiebed en ecuet-enbmstauene. fig. 4 geeft een toepassing van een carrousel.Uit het voorgaande blijkt dat bij conventionele zuiveringsprocessen de het oppervlaktewaterschadende stoffen ten dele of in onvoldoende mate worden verwijderd. Wanneer men zichdit niet reali seert, kunnen grote misverstanden optreden.Werken op het gebied van de behandeling van afvalwater. zoals rioolstelsels. gemalen, pers-en transportleidingen en rioolwatenuiveringsinrichtingen dienen lot stand te komen doormultidisciplinaire samenwerking van velerlei specialisten.De voornaamste zijn, in wi llekeurige volgorde opgesomd: de gezondheidstechnische in-genieur. de technoloog, de blolooq-bectertclcog. de hydro-bioloog, de werktuigbouwkundige-en elektrotechnische- ingenieur, de stedebouwkundige , de architect en de betcnccnetructeur.Een goede samenwerking lussen 'vogels van zo verschillende pluimage' te verkrijgen, is eennoodzakelijke en boeiende taak.4Rioolwaterzuiveringsinrichting met carrouselCement XXII (1970) nr. 12 509
Reacties