Cement XXXI (1979) nr. 4De Structuur van de BelgischebetonwereldTijdens de jaarlijkse redactieraadsvergadering van het tijdschrift Cement op 18 januari jl. teBreda, werd door ir.R. d'Hav?, beheerder-raadgever van SECO te Brussel, een voordracht ge-houden over de structuur van de Belgische betonwereld. Met name in wetenschappelijkekringen blijkt in ons land behoefte te bestaan aan meer inzichtomtrent de instellingen en vereni-gingen die zich in Belgi? bezig houden met onderzoek, studie en andere activiteiten.Daarom is besloten van deze voordracht een samenvatting te geven. Voor een duidelijk over-zicht is de structuur schematisch weergegeven in tabel 1. Hierin zijn drie hoofdcategorie?n teonderscheiden:,/\. BeroepsorganisatiesB. Wetenschappelijke instellingenC. Instellingen van algemeen belangBij de genoemde instituten, centra en laboratoria kunnen de volgende kanttekeningen wordengemaakt:A. BeroepsorganisatiesA. 1. Nationale confederatie van het bouwbedrijf (NCB)Deze vereniging telt 18 federaties op landelijk niveau en 24 syndicale kamers verdeeld over deregio's.De voornaamste verenigingen zijn:Vereniging der Belgische Aannemers van Werken van Burgerlijke Bouwkunde,Nationaal Verbond der Wegenbouwers,.Belgische Landsbond der Bouwbedrijven en Openbare Werken.Research dat wordt ge?nitieerd door de NCB, geschiedt bij WTCB en OCW.A. 2. Wetenschappelijk en technisch centrum voor het bouwbedrijf (WTCB)Dit instituut bevordert de economie, de kwaliteit en de esthetica van de produkten binnen debouwnijverheid. Het WTCB werd opgericht door de beroepsorganisatie van de Belgische aan-nemers en het door haar verrichte onderzoek is sterk op de praktijkgericht.Over de activiteiten wordt gepubliceerd in het WTCB-tijdschrift, alsmede in een rubriek in hettijdschrift 'Het Bouwbedrijf'. Verder worden informatiebladen en verslagen uitgegeven.De onderzoekingen geschieden niet alleen in eigen laboratora, maar kunnen ook worden uit-besteed aan de technische universiteiten. Er bestaan nauwe contacten met het BelgischInstituut voor Normalisatie (BIN).Het huidige onderzoekprogramma betreffende beton omvat: met staalvezels versterkt beton (erbestaan contacten met de CUR)/rationalisatie van het vlechtwerk/renovatie bestaandewoningen en utiliteitsgebouwen voor zover het constructieve maatregelen betreft I buiging enwringing van gewapend-betonbalken I gedeeltelijk voorgespannen beton I voorspanningzonder aanhechting Ileefmili?u en bouwbedrijf (hierbij te denken aan slopen van beton, herge-bruik van sloopbeton, demontabel bouwen) I bouwwerken t.b.v. rioolwaterzuiveringsinstallaties(aantasting door afvalwater, zuren en sulfaten).A. 3. Opzoekingscentrum voor de wegenbouw (OCW)Fundamenteel- en praktijk gericht onderzoek van wegenbouwmaterialen, wegopbouw, bodem"onderzoek en uitvoeringsmethodes. Publikatie geschiedt in het tijdschrift De Wegentechniek,een uitgave in samenwerking met de Bestendige Vereniging der Belgische Wegencongressen.De publikaties van het centrum omvatten aanbevelingen voor werkmethodieken, research-verslagen en technische nota's.A. 4. Federatie van de Betonindustrie (F?B?)Dit is de beroepsvereniging van Belgische fabrikanten van betonprodukten, die zich onder meerbezighoudt met het ontwerpen voor normen, standaardisatie, aanbevelingen en technischestudies. De federatie geeft het twee-maandelijkse tijdschrift Beton uit.A. 5. Verbond der CementnijverheidDit verbond co?rdineert de technische en economi?;che activiteiten met betrekking tot cement-gebonden produkten. Het door haar ge?nitieerde onderzoek vindt plaats bij de OCCN.A. 6. Nationaal Centrum voor wetenschappelijk en technisch onderzoek der cementnijverheid(OCCN) .Het hier verrichte onderzoek heeft tot doel de toepassing van cement in de bestaande deel-170Tabel 1Structuur Belgische betonwereldIn de derde kolom worden enkele bijzonderhe-den gegevengebieden te waarborgen en in nieuwe gebieden te ontwikkelen. Naar de aard van hetonderzoekworden vier hoofdgroepen onderscheiden: kennis van cement-en betonsoorten / toepassingvan cement in de wegenbouw / toepassing van cement in gebouwen en kunstwerken /normalisatie.A. 7. Beroepsvereniging voor startklaar beton (BVSB)Deze is de vereniging van betonmortelfabrikanten, die het als een van haar belangrijkste takenbeschouwt de kwaliteit van het geleverde produkt te bevorderen en te waarborgen. Voor het lid-maatschap worden strenge eisen gesteld ten aanzien van: technische installatie van decentrale, scholing van het personeel alsmede interne controle. Verder stelt de vereniging decontrole verplicht door een onafhankelijke instantie (SECO).Sinds 1966 bestaat erin Belgi? een speciale norm NBN Stortklaar Beton. Deze norm werd in1971 herzien.Betoncentrales waarvan de installatie en de kwaliteit van het produkt voldoen aan de kriteria,gesteld in het Bijlonder Reglement voor het merk Benor, hebben het recht dit kwaliteitsmerk ophun afleveringsbonnen te voeren.Samenmet het Verbond der Cementnijverheid heeft de BVSB een vormingscentrum opgerichtwaar cursussen betontechnologie op twee niveaus worden gegeven.A. BeroepsorganisatiesB. Wetenschappelijke instellingenC. Instellingen van algemeen belangCement XXXI (1979) nr. 41. Nationale confederatie van het bouw~bedrijf (NCB)2. Wetenschappelijk en technisch centrumvoor het bouwbedrijf (WTCB)3. Opzoekingscentrum voor de wegenbouw(OCW)4. Federatie van de Betonindustrie (F?B?)5. Verbond der Cementnijver.heid6. Nationaal centrum voor wetenschappelijken technische onderzoek der cementnij-verheid (OCCN)7. Beroepsvereniging voor startklaar beton(BVSB)8. Centrum voor het wetenschappelijk entechnische onderzoek der metaalnijver-heid9. Interindustri?le studiegroep voor de bouw~nijverheid (IC-IB)1. Laboratorium Magnel voor gewapendbeton (Gent)2. Laboratorium voor modelonderzoek (Gent)3. Laboratorium voor burgelijke bouwkunde(Brussel)4. Laboratorium Reyntjens voor proeven opmaterialen (Leuven)5. Laboratorium voor burgeliJKe bouwkunde(Leuven)6. Proeflaboratorium voor burgelijke bouw-kunde (Luik)7. Nationaal opzoekingscentrum der burge-lijke bouwkunde (NOBB)1. Nationaal fonds voorwetenschappelijk on-derzoek (NFWO)2. Instituut tot aanmoediging van het weten-schappelijk onderzoek in nijverheid enlandbouw (IWONL)3. Belgische Instituut voor Normalisatie (BIN)4. Belgische Vereniging tot Studie, Beproe-ving en Gebruik van Materialen (BVSM)5. Controlebureau voor de veiligheid van hetbouwwezen (SECO)171Onderzoek via WTCB en OCWOpgericht doorde beroepsorganisatie van deBelgische aannemers. Publikaties via WTCB-tijdschrift en een kroniek in Het Bouwbedrijf.Officieel orgaan De WegentechniekOfficieel orgaan Beton; samenwerking bij op-stellen van normen, beheer van kwaliteits-certificaat Benor voor bepaalde betonpro-duktenOrganiseert samen met de BVSB cursussenbetontechnologieNormalisatie in samenwerking met BIN enCENKwaliteitscontrole produkt door SECOOnderzoek op voorspanstaal en op construc-ties van beton en staalGeeft de 'Prestatiegids voor de gebouwen' uit:verricht onderzoek op verbindingen betonnenprefab-elementen in samenwerking metWTCBen SECOHet wetenschappelijke en toegepaste onder-zoek heeft hoofdzakelijk plaats aan de univer-siteitenCo?rdineert het wetenschappelijk onderzoeken geeft bekendheid aan de resultatenVerleent toeslagen en subsidies aan onder-zoekersVerleent subsidies voor research (voor indus-tri?le projecten ca. 50% van de kosten)Verleent kwaliteitsmerk Benor aan betonpro-dukten, cement en wapeningsstaalDe Commissie voor Beton onderhoudt deinternationale contactenControle op ontwerp, berekening en uitvoe-ring van bouwwerken, controle op de kwaliteitvan bouwmaterialenCement XXXI (1979)nr. 4A. 8. Centrum voor het wetenschappelijk en technisch onderzoek der metaalnijverheidDit centrum bestudeert constructies samengesteld uit zowel beton als staal (samengesteldeconstructies). Verder bestaat er een uitgebreid onderzoek naar de eigenschappen van voor-spanstaal (speciaal wat betreft de kruip en de relaxatie).A. 9. Interindustri?le studiegroep voor de bouwnijverheid (IC-IB)Deze studiegroep bevordert de industrialisatie in de bouwnijverheid, onder meer door het stimu?leren van onderzoek en ontwikkeling en voorlichting over nieuwe technische proc?d?s. Debelangrijkste activiteit omvat de voorbereiding van de zgn. 'prestatiegids voor de gebouwen'. Insamenwerking met WTCB en SECO wordt een onderzoek uitgevoerd naar de verbindingen vangeprefabriceerde betonelementen.B. Wetenschappelijke instellingenHet wetenschappelijk onderzoek vindt voornamelijk plaats aan de technische universiteiten. Erworden er 6 genoemd,B. 1. Laboratorium Magnel, GentHier heefthet wetenschappelijk onderzoek op zeer brede schaal plaats op het gebied van beton,gewapend- en voorgespannen beton. Het laboratorium voert ook opdrachten uit voor hetbedrijfsleven, zowel onderzoeken van constructieve als van technologische aard.B. 2. Laboratorium voor modelonderzoek, GentHet modelonderzoek betreft in de regel bouwconstructies of onderdelen waarin de optredendespanningen moeilijk te berekenen zijn. Een voorbeeld vormt de belasting van modellen om demate van instabiliteit van bouwwerken vast te stellen, wanneer zoiets langs analytische weg on-mogelijk of onbetrouwbaar is.B. 3. Laboratorium voor burgerlijke bouwkunde, BrusselHet beproeven van constructies of onderdelen ervan, eventueel tot breuk, om het gedrag vanzulke constructies vast te stellen. Er wordt gebruik gemaakt van modellen op ware grootte danwel op kleinere schaal. De laboratoriuminrichting maakt het mogelijk deze modellen te onder-werpen aan gecombineerde krachten uit elke willekeurige richting.B. 4. Laboratorium Reyntjens voor proeven op materialen, LeuvenTheoretisch en experimenteel onderzoek op het gebied van bouwmaterialen en bouwconstruc-ties. Een voorbeeld vormen de langdurige belastingsproeven op voorgespannen betonbalken.B. 5. Laboratorium voor burgerlijke bouwkunde, LeuvenBehalve speurwerk algemeen, worden controle- en routineproeven verricht.B. 6. Proeflaboratorium van burgelijke bouwkunde, LuikDe te verrichten studies betreffen bouwmethodes, materialenkennis en (rivier)hydraulica.Beton en voorgespannen beton krijgen er grote aandacht.B. 7. Nationaal opzoekingscentrum der burgelijke bouwkunde (NOBB)Dit centrum treedt co?rdinerend en stimulerend op bij het speurwerk dat zowel aan de ver-schillende universiteiten als in hetbedrijfsleven wordt verricht. Ook stelt het NOBB zich tot doelaan de resultaten uit proeven en studies een grotere bekendheid te geven.C. Instellingen van algemeen belangC. 1. Nationaal fonds voor wetenschappelijk onderzoek (NFWO)Deze instelling verleent toelagen en subsidies aan wetenschappelijke onderzoekers.C. 2. Instituut tot aanmoediging van het wetenschappelijk onderzoek in nijverheid en landbouw(IWONL)Dit instituut subsidieert het wetenschappelijk en technisch speurwerk. Voor de industri?leonderzoekinstellingen komt dit in het algemeen neer op een bijdrage van 50% in de kosten.C. 3. Belgisch Instituut voor Normalisatie (BIN)Er bestaat een speciale commissie Beton ten behoeve van de normen die beton betreffen. Deverschillende belanghebbenden zijn daarin vertegenwoordigd.De huidige reeks telt 8 normen voor beton en de daarbij gebruiktematerialen en hulpstoffen. Debelangrijkste is de NBN B15-101. 'Beton, gewapend en voorgespannen beton - Algemeen-heden, materialen, berekening'. Verder zijn er normen voor transportbeton, toeslagmateriaal,cement, hulpstoffen, staal, voorspanstaal en voor beproeving op beton.De BIN is gemachtigd een kwaliteitsmerk te verlenen (Benor) voor ondermeer de volgende pro-dukten: transportbeton, betonblokken, straatstenen, cement en wapeningsstaal.C. 4. Belgische Vereniging tot Studie, Beproeving en Gebruik van Materialen (BVSM)Deze vereniging bevordert en geeft bekendheid aan studies en research met het doel een beterinzicht te verkrijgen in bouwmaterialen en andere materialen. De activiteiten zijn zeer breedgeori?nteerd. De BVSM kent vele commissies: speciale vermelding verdient de BelgischeCommissie voor Beton,die namens de Belgische betonwereldde relaties onderhoudt met inter-nationale organisaties zoals CEB en FIP.C. 5. Controlebureau voor de veiligheid van het bouwwezen (SECO)De SEca is gegroeid uit de verenigingen voor architecten, ingenieurs en aannemers. De activi-teiten omvatten: de controle van ontwerp, berekening en uitvoering van bouwwerken, alsmedecontrole op de kwaliteit van bouwmaterialen.SECa heeft gezien haar controlerende functie de ontwikkeling van het kwaliteitsmerk 'Benor' inhoge mate gestimuleerd. Om de onafhankelijkheid van deze instantie te waarborgen en tevensvanwege het wetenschappelijke inzicht wordt de SECO bij hetgeven van richtlijnenen adviezenondersteund door een TechnischeHaad die is samengesteld uit hoogleraren Bouwkunde van deBelgische universiteiten en de Koninklijke Militaire School.Gezien de belangrijke rol van SECa in de bouwnijverheid, heeft zij meer dan andere organisa-ties de mogelijkheid om bij voorkomende problemen mee te werken aan een oplossing daarvan.Zij stimuleert derhalve onderzoekingswerk en heeft in bepaalde gevallen daarbij zelf de leiding.172
Reacties