Aan het begin van de Betondag 1970, gehou-den te Utrecht op 25 november il., hield devoorzitter van de Betonvereniging, irR.C.Ophorst, Z?n iaarrede, waarin h? onder meeruitvoerig stilstond b? de komende voorlich-ting die met het versch?nen van de nieuweVoorschriften Beton 1972 noodzakel?k z?lZ?n.De organisatorische problemen van dezegrootscheepse voorlichting Z?n natuurl?k niette onderschatten. De Betonvereniging ziethier een grote taak, die waarsch?nl?k nietzonder hulp van anderen volbracht kan wor-den.Als een nieuw iaar begint, past het een lichtte werpen op komende grote gebeurtenissen.W? kunnen dit niet beter doen dan de passa-ges uit de iaarrede van ir.Ophorst, die op degenoemde voorlichting betrekking hebben, inextenso te publiceren.RedactieCement XXIII (1971) nr. 1De nieuwe Voorschriften Beton(VB 1972) zunen om uitge-breide voorlichting vragenKijken wij naar de nabije toekomst dan zien wij - behalve de gebruikelijke groei - nog eenimmense taak voor onze vereniging oprijzen met betrekking tot de nieuwe betonvoorschrif-ten.Tot nu toe werden alle zes GBV's sinds de eerste in 1912 samengesteld door de GBV-Com-missie, een commissie, die was ingesteld door het Kon.lnst. van Ingenieurs, afd. Bouw- enWaterbouwkunde. Als bewijs van erkenning voor het grote aandeel, dat de BV. levert - denktU eens aan het speurwerk van de CUR waarop veel regels van de GBV 1962 wetenschappe-lijk zijn gefundeerd - zullen de nieuwe voorschriften zowel onder auspici?n van de BV. alsvan het KIVI verschijnen.Er wordt al enige jaren met man en macht gewerkt aan de nieuwe Voorschriften, die wij voor~zichtigheidshalve maar V.B. 1972 zullen noemen. Geen GBV meer, want in tegenstelling totvroeger zullen de afzonderlijk samengestelde GBV, RVB, BPB en RLB thans geco?rdineerdworden tot een samenhangend geheel. Natuurlijk zou dat onhandelbaar worden door zijnomvang en nodeloos kostbaar voor degene, die alleen maar met enkele onderdelen temaken heeft. Vandaar, dat er een gemeenschappelijk gedeelte komt, dat altijd geldig is, endelen met aanvullende bepalingen voor de diverse toepassingsgebieden. Zo vormen de delenA, B en E het pendant van de huidige GBV.In de nieuwe Nederlandse voorschriften vindt men in vele gevallen de geest en soms zelfs deletter van de CEB-FIP-richtlijnen terug, zoals die in juni 1970 op het congres te Praagzijn aangenomen na meer dan 10 jaren van internationale samenwerking. Hierin is een stukrecente research van bijna de gehele westelijke wereld verwerkt, een research waaraan ookvele CUR-commissies hun bijdrage hebben geleverd. Ten opzichte van vroegere voorschrif-ten vertonen deze V.B. 1972 ingrijpende wijzigingen in het maken, berekenen en beoordelenvan bouwwerken in gewapend, voorgespannen of geprefabriceerd beton met normaal, zwaarof licht toeslagmateriaal.Zowel onder de aan de samenstelling medewerkende technici, alsook in andere kringen dievan de concepten inzage krijgen, zoals hoogleraren beton en hun staf, is verontrusting ont-staan over het wetenschappelijk karakter en de uitgebreidheid van de V.B. 1972.Zij vrezen, dat de nieuwe voorschriften te moeilijk worden omdat de afstand tussen de des-kundige samenstellers en de gebruikers - dus tussen 'weters' en 'doeners' - onoverbrugbaargroot is geworden. Anderen zijn bang, dat de V.B. 1972 inde bouwpraktijk een dode letterzullen worden op het punt van uitvoering en controle, zulks op grond van de luchthartige wijzewaarop de huidige veel eenvoudiger voorschriften soms nu al worden nageleefd.Op initiatief van de Stuvo is dit voorjaar een vergadering bijeengeroepen van verontrusten enbelanghebbenden. Deze kwam tot de conclusie, dat een intensieve en vroegtijdige voorlich-ting op verschillende niveaus nodig is om te voorkomen, dat de invoering van de nieuwevoorschriften gedurende een lange overgangstijd aanleiding zou geven tot onbegrip, onjuisteinterpretatie, vertraging, of nog erger: tot het opzij schuiven.Zoals gezegd voorlichting op verschillende niveaus, zoals:Voor de uitvoerder: de betontechnologische accenten en de statistische kwaliteitscontrole.Voor de constructeur al naar zijn functie: veiligheidsbeschouwingen, verschillende breuk-theorie?n, stabiliteit, belang van M-x-diagrammen, betonklassen, toleranties enz.De wijzigingen in opzet en filosofie zijn zo groot, dat bij wijze van spreken de~ele Neder-landse betonwereld moet worden omgeschoold. En nu kan men nog wel 1500 ge?nteresseer-den bereiken in een aantal vergaderingen met bijv. 15 wisselende sprekersdeskundigen (5 pervergadering), maar zodra men tot bijv. het 10-voudige komt, zijn er eenvoudig te weinig des-kundigen beschikbaar. Er moeten dus andere technieken van voorlichting en kennisoverdrachttoegepast worden.De bovengenoemde vergadering van verontrusten besloot tot de instelling van een werk-groep, die een voorstel moest doen over de organisatie, de wijze van kennisoverdracht en deglobaal geschatte kosten verbonden aan een dergelijke actie. Uitgegaan werd van de ver-onderstelling, dat de uitvoering en financiering van dit grootscheepse programma door deBV. zou worden verzorgd, als zijnde de meest gerede organisatie.3B?na 500 belangstellenden woonden de jaar-I?kse Betondag b?ir.R.C.Ophorst t?dens Z?n jaarredeCement XXIII (1971) nr. 1Nu is voorlichting bij een herziening van de GBV inderdaad niets nieuws voorde B.v.: in1963 hebben vier bijeenkomsten tezamen ruim 1200 sterk ge?nteresseerde bezoekers gehol-pen met de breukmethode en andere vernieuwingen ten opzichte van de vorige GBV. Ookhebben wij onze taak niet licht opgevat om de nieuwe CEB filosofie hier te introduceren:negen vergaderingen met bijna 800 toehoorders (waarvan de eerste in Belgi?).En nog dit jaar zijn in samenwerking met de Verkoopassociatie Nederlands Cement negenstudiedagen georganiseerd waarop de beoordeling van de betonkwaliteit volgens de te ver-wachten Richtlijnen behandeld werd: ruim 600 deelnemers. En wat dunkt U van de veiligheids-dag in Utrecht in dit jaar?Ook de GBV-commissie heeft meegewerkt aan het verspreiden van kennis: telkens als eenonderwerp rijp was, verzocht zij de subcommissie in. ons verenigingsorgaan Cement een uit-eenzetting te geven van de achtergrond. Tot nu toe zijn zeven publikaties in dit kader gedu-rende de jaren 1969-1970 gebracht.De bovengenoemde werkgroep die zichzelf betitelde als Commissie voor de PopulariseringBetonvoorschriften, werd samengesteld uit een viertal jongere ingenieurs en misschien daar-om al spoedig afgekort tot Popcornmissie. Zij diende binnen enkele maanden een even lees-als bruikbaar rapport in.Het probleem werd daarin in drie?n gesplitst:Wie moeten tot elkaar worden gebracht?Wat moet worden overgedragen?Hoe moet dit worden uitgevoerd?Wie?Nodig is, dat van de doeners een kwalitatieve, zowel als een kwantitatieve inventarisatiewordt opgesteld. Met behulp van elders eerder verzamelde gegevens komt de Popcornmissietot een indeling in vijf niveaus van 35000 doeners; ruwweg 10 000 constructeurs en onder"wijskrachten en 25 000 in lagere functies (tekenaars, opzichters, uitvoerders). Voor de verdereuitwerking wordt geschat, dat 15 000 menSen zullen opkomen.Bij de weters speelt behalve de vakdeskundigheid, ook de vaardigheid in het overdragen vande kennis een belangrijke rol. De commissie schat slechts een zeer klein aantal personen inhet bezit van beide bekwaamheden, doch een veel groter aantal betontechnici zal evenwel instaat zijn om na intensieve instructie een begeleidende taak bij de kennisoverdracht op zichte nemen.Wat moet worden overgedragen?In het kort: alles wat principieel nieuw is ten opzichte van GBV 1962. Op grond van de CEB-FIP"richtlijnen kan men vijf onderwerpen onderscheiden namelijk:ontwerp- en berekeningsfilosofieveiligheidaannamen en schematisering van de materiaaleigenschappenmeer gedetailleerde beschouwin? van de rekenmethodiek, ontwerp- en rekenwaarden, grens-en gebruikstoestandde uitvoeringDoor van elk niveau van de doeners aan te kruisen wat voor hen van belang is, krijgt meneen indruk van de totale voorlichtingstijd, nl. totaal 130 dagen. Er zijn afhankelijk van hetniveau cursussen van 1 tlm 5 dagen.Hoe?Dit is het moeilijkste probleem, reden waarom de Popcommissie een aantal deskundigen ophet gebied van informatieoverdracht heeft geraadpleegd. Als resultaat komt een combinatiein aanmerking van lezingen (zonodig ingeblikt, dat wil zeggen een geluidsband gekoppeld aaneen filmstrook), geprogrammeerde instructie met daarop aansluitende discussies, een inlei-dende televisie-cursus van de Teleac, een film, enz.Bij de conclusie komt de commissie tot drie fasen van werkzaamheden, waarvan de eerstetwee voorbereidingen zijn zoals het opstellen van cursusboeken door de weters, geprogram-meerde instructie vervaardigen, het opleiden van de instructeurs, enz.Als allereerste punt staat de vertaling van de CEB-FIP-richtlijnen op het programma: U hebt4ir.MDragosavic en irP.Hooftman (rechts)ir.H. van Uche/enDipl.-/ng.H.Bomhardir.H.C.WentinkCement XXIII (1971) nr. 1intussen kunnen bemerken, dat wij dit hebben volbracht voor de vier belangrijkste hoofdstuk-ken, dank zij de medewerking van ir.C.Hartsuijker.Ook is Teleac verzocht om in samenwerking metde B.V. een inleidende cursus op te zetten,die in het najaar 1971 uitgezonden moet worden. Deze vroege activiteiten waren mogelijkdoordat de CUR een bedrag beschikbaar stelde.KostenUitgaande van de veronderstelde opkomst, begroot de Popcommissie de kosten op ruimf 1 miljoen, uiteraard zeer globaal. In de eerste twee voorbereidende fasen moet hiervan ca.f 300000,- ge?nvesteerd, dus voorgeschoten worden. .Het is wel de bedoeling, dat te zijner tijd de kosten worden gedekt door de cursusgelden,maar behalve bovengenoemd voorschot moeten wij bij e~m eventuele strop toch gedektworden door de financiers.Ziedaar de enorme taak waarvoor de S.v. zich gesteld ziet. Uw bestuur heeft al onderlingoverlegd in hoeverre op de uitdaging kan worden ingegaan en wie in aanmerking komt om dituit te werken.ir.R.C.OphorstLezingen tijdens de Betondag 1970Het programma was dit jaar rijk gevarieerd. Als eerste een voordracht door ir.H. van Uchelenover 'de levende natuur in strijd tegen zwaartekracht en wind'. Ondanks de titel had dezevoordracht wel degelijk met betonbouw te maken, want vanuit het gekozen standpunt wordtop het gewapend beton een wonderlijk perspectief verkregen. Beton is nog een jong mate-riaal en een sterke evolutie ligt nog in het verschiet. Daarom is een vergelijking met de biolo-gische evolutie interessant, waar het gewapende materiaal steeds meer naar voren komt doorzijn enorme mogelijkheden. Verwacht mag worden dat de toekomst van het bouwen bepaaldwordt door de gewapende materialen, waar het beton er een van is.Beton is een jong materiaal, maar staat toch ook niet meer in de kinderschoenen, wanneer erprojecten gerealiseerd worden zoals de nieuwe hangar op de luchthaven van Frankfurt. Dezebezit een vrij vloeroppervlak van bijna 30000 m' en biedt plaats aan zes Jumbo-Jets. Metbehulp van voorgespannen beton werd hier een hangdakconstructiegebouwd met twee over-spanningen van 135 m. Dat is tot dusver de grootste gebouwoverspanning ter wereld. Hetontwerp en de uitvoering werd toegelicht door Dipl.-lng.H.Bomhard uit M?nchen.Uit de spectaculaire gas-explosie van Ronan Point is reeds duidelijk geworden hoe fataal degevolgen zijn wanneer er een kettingreactie wordt ontwikkeld. Een vloer verliest zijnsteun~punt, die vloer valt naar beneden en sleept andere onderdelen mee, enz. Daarom dient meneen antwoord te geven op de vraag 'welke maatregelen moeten wij nemen om zo'n ketting-reactie te voorkomen'. Daarnaast zal men ook moeten weten op welke explosie-drukken eenconstructie berekend moet worden, zodat bij eventuele explosie slechts plaatselijk schadeoptreedt. Ir.P.Hooftman hield zich met de eerste vraag bezig en wees onder meer op hetdoorkoppelen van geprefabriceerde- en gietbouwconstructies. lr.M.Dragosavi? beschreef deproeven gedaan bij TNO-lBBC om informaties te verkrijgen omtrent de drukken die zich bijgas-explosies voordoen. Ondanks de vele onzekerheden wat betreft het gedrag van construc-ties onder dynamische belastingen, ko'n hij zijn gehoor geruststellen omdat de proeven ondermeer hadden aangetoond dat een 20 cm dikke gemetselde muur vier explosies had doorstaanzonder te scheuren.De laatste spreker, ir.H.C.Wentink, gaf een overzicht van de 'ontwikkeling vaii~tunnelbouwin Nederland in constructief en verkeerstechnisch opzicht'. Ofschoon in de bouwwijze vanonderwatertunnels in de loop van de 30 jaar een soort traditie is ontstaan, zijn er ook interes-sante ontwikkelingen te melden, nl. het door middel van lijm en voorspanning aaneenrijgenvan geprefabriceerde tunnelmoten. Hiermee zou de huidige kostbare waterdichte bekledingachterwege kunnen blijven. Op dit moment wordt een proeftunnel gebouwd, een waterlei-dingsbuis van 130 m lang onder het Amsterdam-Hijnkanaal. Als hiermede gunstige ervaringenworden opgedaan, zal straks op dezelfde wijze de Hem-tunnel gerealiseerd worden.In de komende nummers van Cement zuilen de hier opgesomde voordrachten in extenso ver-schijnen.Redactie5
Reacties