De leerstoel 'Gewapend beton'W. van der Marel, C.SmitskampMedewerkers bij de afdeling'Betonconstructies' TH - DelftWanneer op 30 mei aanstaande de eerste Gewoon Hoogleraar Gewapend Beton, prof.dr.ir.A.M.Haas, aan de Technische Hogeschool te Delft zijn afscheidscollege houdt, zullen veleaanwezigen in hun gedachten ongetwijfeld enkele ogenblikken stilstaan bij de toename inafstudeerrichtingen aan de TH sinds 1953, toen prof. Haas zijn hoogleraarschap aanvaardde.Dezelfde groei kenmerkt de leerstoel 'Gewapend beton' waarvan het aantal keuzevakken zicheveneens sterk heeft uitgebreid.Uiteraard heeft deze grote verscheidenheid van onderwerpen waarop kan worden afgestu-deerd een belangrijke toename van de wetenschappelijke staf tot gevolg gehad. Het woord'Betoncentrum' is in dit verband reeds eerder in dit tijdschrift gevallen. Zoals verwacht magworden, wordt hier veel oorspronkelijk theoretisch- en experimenteel onderzoek verricht.Ter gelegenheid van het afscheidscollege van prof.Haas zal in het julinummer van Cementaan de hand van korte publikaties een indruk worden gegeven van het bovengenoemdestudie- en onderzoekingswerk.RedactieElk jaar verschijnt in Delft aan de Technische Hogeschool een studiegids, waarvan het groot-ste gedeelte de indeling en de beschrijving van de colleges voor alle studierichtingen bevat.In de inleiding tot de studie aan de afdeling der Weg- en Waterbouwkunde komt de volgendemooie volzin voor:'Gedurende de laatste decennia is het ambachtelijke element in de civiele techniek verderteruggedrongen; een aanpak met behulp van exacte wetenschappen komt hiervoor steedsmeer in de plaats.'Voorts wordt dan nog betoogd, dat in het onderwijsprogramma het accent meer zal wordenverschoven naar de fundamentele aspecten, terwijl in vaktechnisch opzicht de differentiatieverder zal worden doorgevoerd.De bedoeling van dit artikel is U te laten zien hoe, In de achter ons liggende jaren, dit strevenbij de afdeling 'Betonconstructies' is gerealiseerd.In 1953 deed prof.Haas als gewoon hoogleraar zijn intrede aan de Technische Hogeschool teDelft. In het studieprogramma van dat jaar waren voor de leerstoel 'Gewapend beton' de doorhem te geven colleges reeds vastgelegd.Eenvoudigheldshalve was hetzelfde schema aangehouden als het jaar daarvoor, het laatstejaar waarin zijn voorganger, prof. Bakker, als buitengewoon hoogleraar, nog doceerde.Het is interessant op te merken, dat de studiegids 1968 ongeveer het dubbele aantal pagina'snodig heeft voor de indeling en de beschrijving van de colleges ten opzichte van de gids1953.Aannemende, dat het studietempo en het absorptievermogen van de student door de genera-ties heen constante grootheden zijn, zou men de onvoorzichtige conclusie kunnen trekken,dat de studieduur van 1953 op 1968 eveneens-met een factor 2 in omvang is toegenomen.Deze snelle groei doet ons denken aan het historische geval van de student, die voor de26ste maal examen de?d en bij de hoogleraar klaagde dat het elk ?aar moeilijker werd. netbemoedigende antwoord luidde: 'mijnheer, U moet sneller studeren dan de wetenschapvooruitgaat'.Aan de hand van een korte omschrijving van de studie van civielingenieur in het algemeen endaarna van het vak 'Betonconstructies' in het bijzonder, zult U zien dat inderdaad het accentvan het onderwijs /'s verschoven, doch de omvang van de studie niet beduidend /s toe-genomen.In 1953 kon de candidaat-civielingenieur een keuze maken uit 6 afstudeerrichtingen:1. algemene waterbouwkunde;2. polders en polderwezen;3. irrigatie en waterkracht;4. bruggen en wegen;5. utiliteitsbouw;6. gezondheidstechniek.Cement XXI (1969) nr. 5 196Brug over de Brielse Maas (afstudeer-ontwerp 1960)Hanggebouw voor een kantoor(afstudeerontwerp 1961)Daarnaast was het mogelijk theoretisch-experimenteel af te studeren op het gebied van detoegepaste mechanica, hydraulica en grondmechanica en van 1954 af ook op beton- en staal-constructies. Bij elk der afstudeerrichtingen bevatte de studie examens in een aantal kern- enkeuzevakken tot een totaal van 6 ? 7 college-uren per week.Als we met het voorgaande het programma 1968 vergelijken, zien we dat de mogelijkhedenvan afstuderen aanzienlijk zijn verruimd.De student kan nu kiezen uit drie studierichtingen, te weten:a. een studierichting die een brede opleiding geeft, waarbij aandacht wordt besteed aan defunctionele, de planologische en de constructieve aspecten van een project op het gebiedvan de civiele techniek;b. een studierichting met een iets minder brede opleiding, waarbij het accent ligt op construc-tieve problemen;een studierichting evenals b, doch waarbij het accent ligt op theoretisch-constructieve entheoretisch-experimentele problemen.Is de richting a gekozen, dan kan verder een keus worden gedaan uit 9 afstudeerrichtingen.Dit zijn de 6 richtingen uit 1953 (de benamingen zijn wat gewijzigd) en voorts:7. planologie;8. verkeerskunde;9. bedrijfsorganisatie van het bouwvak.De richting b, die in 1962 werd toegevoegd, maakt het mogelijk op constructief gebied af testuderen, onder meer op betonconstructies.Voor de richting worden slechts studenten toegelaten, die een meer dan normale aanlegbezitten voor de theoretische vakken.Cement XXI (1969) nr. 5 197Hengdak over een ijsstadion(afstudeerontwerp 1964)Afhankelijk van de afstudeerrichting moet nog steeds examen worden afgelegd in een aantalkern- en keuzevakken, die niet meer zoals in 1953 met 6 a 7, doch met 9 ? 10 college-urenper week overeenkomen. Voorts moeten bij alle afstudeerrichtingen deelontwerpen wordenuitgewerkt. In vele gevallen kiest de student een betonconstructie.Wanneer wij ons nu bepalen tot het vak 'Betonconstructies' zien wij, dat de 3? uur collegeover de basisstof constant ?s gebleven. Verder heeft echter in de loop der jaren een geleide-lijke uitbreiding plaats gehad tot 12 kern- en keuzevakken, die in totaal 7? uur collegebeslaan.Deze kern- en keuzevakken zijn bijzondere onderwerpen op het gebied van:1. betontechnologie;2. paddestoelvloerconstructies;3. schaalconstructies;4. betonnen bruggen, ontwerp;5. betonnen bruggen, uitvoeringsmethoden;6. voorgespannen beton en prefabricage;7. relatie tussen uitvoering en berekening van betonconstructies;8. meewerkende breedte van 1-balken;9. doorbuiging van gewapend betonconstructies;10. scheurvorming van het gewapend beton;11. voorgespannen beton, prefabricage en paddestoelvloeren (voor bouwkundigen);12. beginselen van het ontwerpen van schaalconstructies (voor bouwkundigen).Wat bovengenoemde colleges voor het vak 'Betonconstructies' betreft, omvatten deze na-genoeg alle facetten van de ontwikkeling op het gebied van het beton.Van de basisstof wordt in het derde jaar schriftelijk examen afgenomen over de betontechno-logie en in het vierde ?aar over het gewapend en voorgespannen beton, alsmede over padde-stoelvloeren en prefabconstructies. De totale duur van deze examens bedraagt 11 ? uur, waar-bij van tevoren een gedeelte van een constructie van een betonskelet moet zijn berekend engetekend. Voordat de examens plaatshebben worden nog enkele instructiecolleges gegeven.Tot 1950 was in het vierde ?aar slechts het maken van een berekening met tekening verplicht,waarvoor een portefeuille-cijfer werd gegeven. En aan het einde van het vijfde ?aar werd vol-staan met een i uur mondeling examen. Bij dit mondeling examen werd doorgaans een keuzegemaakt uit een 37-tal vragen dat algemene bekendheid genoot. De oudere generatie vanciviel-ingenieurs in Nederland zal zich deze toestand nog wel herinneren.Na het invoeren van de afstudeerrichting betonconstructies, zowel constructief als theore-tisch, laten vele studenten hun keuze hierop vallen. Op het ogenblik zijn ca. 50 studenten in-geschreven, van wie ongeveer 90% de constructieve en de rest de theoretische kant namen.Er is ook een grote verscheidenheid van onderwerpen, waarop kan worden afgestudeerd,zoals onder meer bruggen, viaducten, tunnels, dokken, schaalconstructies, prefab-construc-ties voor de utiliteits- en woningbouw, enz.Degenen, die theoretisch-experimenteel, op het gebied van de betonresearch afstuderen,vinden in het Stevin-laboratorium, gesticht ca. 12 ?aar geleden, de modernste apparatuur,waarbij een groep medewerkers van prof. Haas de nodige leiding en voorlichting geeft.Onder prof.Bakker was het nog gebruikelijk dat de student die afstudeerde bij ??n en dezelf-de man terecht kwam voor silo's, bruggen, paddestoelvloeren, enz. Geleidelijk aan zijn onderde leiding van prof.Haas echter specialisten op al deze gebieden ontstaan. Hierdoor is dewaarde van het onderwijs aanzienlijk gestegen. Die verscheidenheid vereiste zoals overal,een drastische uitbreiding van de wetenschappelijke en technische staf. Waren er in 1953slechts 'anderhalve man en een paardekop' (de schrijvers van dit artikel), thans zijn er bij debetongroep voor het onderwijs en research totaal 40 personen werkzaam.Resumerende kan worden gezegd dat het groeiende aantal pagina's in de studiegids geenjuiste maatstaf is voor de omvang en de duur van de studie, ongetwijfeld w?l voor de diffe-rentiatie.Professor Haas als promotorCement XXI (1969) nr. 5 198
Reacties