AnpfotoDe 'Betondag 1962' op 20 november j.l. te ScheveningenAan de vijfde, door de Betonvereniging georganiseerde Betondag,op 20 november 1962 'traditiegetrouw' in het Kurhaus te Scheveningen,is deelgenomen door ruim 400 Nederlandse en enkele buitenlandsebetontechnici. In de toch niet zo erg kleine zaal was dan ook vrijwelgeen plaats onbezet, ongetwijfeld tot vreugde en tevredenheid van deorganisatoren van deze bijeenkomst. Deze wellicht (nog) niet geheelverwachte -maar toch wel verhoopte- grote belangstelling leverdeimmers het zoveelste bewijs, dat de in 1958 met het organiseren vande eerste Nederlandse 'Betondag' ingeslagen weg goed gekozen is enderhalve voortgezet dient te worden. Maar omdat sinds 1958 het aan-tal belangstellenden ieder jaar weer groter was, zullen de organisa-toren hoogstwaarschijnlijk binnen een of twee jaar moeten uitzien naareen grotere zaal ten einde ook dan alle deelnemers te kunnen ont-vangen. Want steeds meer overheidsdiensten, constructiebureaus, aan-nemingsbedrijven, betonwarenfabrieken, betonmortelbedrijven enz.,komen -gelukkig- tot de overtuiging, dat het nuttig en daardoor nood-zakelijk is om met meerdere personen deel te nemen aan de jaar-lijkse 'Betondag'.AnpfotoBij de opening van de 'Betondag 1962' memoreert de voorzittervan de Betonvereniging, ir. R. C. Ophorst, dat het vandaag devijfde 'Betondag' is, zodat we eigenlijk het eerste lustrum zou-den moeten vieren. De Betonvereniging zelf heeft echter enkeledagen geleden al bewezen, dat niet alle lustra noodzakelijkerwijzeaanleiding behoeven te geven tot feestelijkheden. Op 16 novem-ber j.l. was het immers 35 jaar geleden, dat de in 1925 pgerichte'Betonbond' zijn naam wijzigde in 'Betonvereniging' en daarmeede basis legde van de vereniging die wij nu bezitten.Vanzelfsprekend zijn de activiteiten van de Betonvereniging sinds1927 enorm uitgebreid. De spreker wil gaarne van de gelegenheidgebruik maken om enkele van deze activiteiten te belichten. Daar-bij zal hij nu eens geen aandacht besteden aan de over het algemeenvrij goed bekende werkzaamheden van de C.U.R. (Commissievoor Uitvoering van Research), de STUVO (Studievereniging totontwikkeling van het Voorgespannen beton) en de STUPRE(Studiegroep voor Prefabricage). Het komt hem namelijk gewenstvoor om thans eens de aandacht te vestigen op enkele activiteitendie minder bekendheid genieten, omdat zij nog niet zo lang be-staan of veel minder voor het voetlicht treden.Reeds in 1952 heeft de Betonvereniging een commissie ingesteldter bestudering van de mogelijkheden van een door deze vereni-ging in te stellen en af te nemen examen 'BetonconstructeurB.V.' ten einde op deze wijze tot een alleszins noodzakelijkeselectie van goede betonconstructeurs te kunnen komen. De ad-viezen van deze commissie hebben ertoe geleid, dat in 1957 voorde eerste maal een dergelijk examen werd afgenomen, hetgeensedertdien ieder jaar herhaald is. Aan deze zes examens werddeelgenomen door in totaal 73 candidaten, van wie er 24 het doorhen begeerde diploma hebben behaald. Het percentage geslaagden(circa 30%) is, mede ten gevolge van de vrij zware eisen, aan delage kant; in de genoemde periode van zes jaar is het echter steedsmin of meer constant gebleven. De examinandi hebben zich op hetexamen voorbereid door het volgen van bestaande cursussen, dieals regel op het H.T.S.-onderwijs aansluiten en die voor wat be-treft het vak 'Betonconstructeur' al enkele jaren op het genoemdeexamen afgestemd zijn. Deze co?rdinatie van Opleidingen' en'examen', die sinds vorig jaar ook het afnemen van het examenbetreft, is vooral dank zij ir. H. A. Dicke tot stand gekomen.726 Cement 14 (1962) Nr. 12In het winterseizoen 1959/1960 heeft de Betonvereniging, innauwe samenwerking met de Stichting Cursussen Materialen-kennis, voor de eerste maal een cursus 'Betontechnologie' geor-ganiseerd, die afgesloten werd met een examen. Deze cursus wasin opzet bedoeld voor de opleiding van betontechnologen voorbetonmortelbedrijven, maar al spoedig bleek er ook bij overheids-diensten, aannemingsbedrijven en betonwarenfabrieken een grotebelangstelling voor deze cursus te bestaan. De cursussen 1960/1961en 1961/1962, die gezien het succes van de voorgaande, werdengeorganiseerd, zijn dan ook wat algemener gehouden, waartoetoch niet zo erg veel wijzigingen of uitbreidingen noodzakelijkwaren, omdat de betontechnologie op betonbouwwerken en inbetonwarenfabrieken in principe dezelfde is als die in betonmor-telbedrijven. De genoemde drie cursussen hebben in totaal 246'gediplomeerde betontechnologen' opgeleverd.De cursus 1962/1963, die enkele weken geleden begonnen is,wordt op zeven verschillende plaatsen gegeven aan in totaal 217cursisten. Van dit aantal is circa 33% in het bezit van een diplomaM.T.S. of H.T.S. Voor degenen die een dergelijk diploma niet heb-ben wordt de eigenlijke cursus dit jaar voor het eerst voorafge-gaan door een aantal lessen, waarin de noodzakelijke 'basis-kennis'wordt behandeld.Ir. Ophorst wijst met enige nadruk op het grote belang van dezecursus, in het bijzonder voor betonmortelbedrijven. Voordatimmers een dergelijk bedrijf door de Betonvereniging goed-gekeurd kan worden, moet het in ieder geval een betontechnoloogin dienst hebben die in het bezit is van het genoemde diploma.Het is volgens spreker een verheugend verschijnsel dat ook velen,die werkzaam zijn bij overheidsdiensten, aannemingsbedrijven enbetonwarenfabrieken, het diploma 'Betontechnoloog' wensen tebehalen. Deze animo zal ongetwijfeld nog groter worden indiendoor nog meer werkgevers het diploma vereist en in ieder gevalgehonoreerd wordt.Het bij deze cursus gebruikte boek 'Betontechnologie' was aan-vankelijk een verzameling van losse, gestencilde bladen. Enkeleweken geleden is het boek, na hier en daar gewijzigd en verbeterdte zijn (onder meer in verband met de vaststelling van de G.B.V.1962), in gedrukte vorm verschenen als een 100 blz. tellende uit-gave van de Betonvereniging.Het is bekend -aldus voorzitter Ophorst- dat de keuring encontrole van de Nederlandse betonmortelbedrijven op 1 januari1962 door de Betonvereniging is overgenomen van de StichtingCement-Centrale voor Nederland (C.C.N.). Momenteel staan erongeveer 100 goedgekeurde betonmortelbedrijven onder con-trole van de Betonvereniging. Aanvankelijk bestond er bij dezebedrijven enige weerstand tegen een dergelijke controle, maar inde loop der jaren is hierin een wijziging gekomen, zodat de zin'Goedgekeurd door en onder controle van de Betonvereniging'momenteel als een aanbeveling wordt beschouwd en derhalve ookvoor reclame-doeleinden wordt gebruikt. Op een studiedag vande Vereniging van Betonmortelfabrikanten in Nederland (V.B.N.)op 3 oktober 1962 te Utrecht1) is duidelijk gebleken, dat er bij debetonmortelbedrijven een grote belangstelling bestaat voor hetgezamenlijk bestuderen van betontechnologische onderwerpen.De spreker memoreert de oproep van ir. H. A. Dicke tijdens de1) Zie het verslag van deze studiedag in Cement I4 (I962) Nr. 10, blz.6l8/624,en Nr. 11, blz.660/663.'Betondag 1961' aan de leden van de Betonvereniging om met el-kaar het noodzakelijke meubilair te bekostigen voor het nieuwesecretariaatsgebouw van de Betonvereniging in de Nassau Dillen-burgstraat te 's-Gravenhage. Dit initiatief, dat enthousiaste bijvalvond, heeft een bedrag van bijna f 11 000,-- opgeleverd, hetgeenvoldoende was voor de inrichting van het huis, dat in (nog te)kleine kring al bekend staat als het 'Betoncentrum', waar zoweltelefonisch als schriftelijk allerlei informaties betreffende betonverstrekt worden.In de loop van dit jaar is er een contact tot stand gekomen tussende Betonvereniging en de 'Studiegroep Betonwegen'. Deze samen-werking heeft geleid tot de eerste Nederlandse 'Betonwegendag'op 18 juni j.l. in het Kurhaus te Scheveningen.2) Gezien de belang-stelling voor en het succes van deze dag ligt het in de bedoelingom in het voorjaar van 1963 de tweede 'Betonwegendag' te orga-niseren.Na dit overzicht van enkele minder bekende activiteiten van deBetonvereniging gegeven te hebben, gaat ir. Ophorst over totde uitreiking van de dit jaar behaalde diploma's 'Betonconstruc-teur B.V.'.Van de 28 deelnemers aan het examen 1962 zijn er 9 geslaagd, teweten de heren: V. Bakker (zelfst. constructeur), H. W. Beumer(I.B.I.S.), J. L. Costa (Bakker & Dicke), J. de Jong (bouwbureauHoogovens), W. A. de Koning (Holl. Beton Mij.), J. W. Nieu-wenhuizen (Van der Wilden), K. Posthuma (Ing. BureauBouwnijverh.), A. Tuit (Holl. Beton Mij.) en J. R. Yskes (Openb.Werken Haarlem). Daar de heren Beumer en Yskes momenteelnog niet over het vereiste aantal praktijkjaren beschikken, zullenzij eerst na verloop van enige tijd het diploma kunnen ontvangen.Voordat de overige geslaagden het diploma 'Betonconstructeur'uitgereikt krijgen, wordt het eerst overhandigd aan de heer T.van Duin (Huydts), die reeds in 19S9 het examen met goed ge-volg heeft afgelegd doch toen nog niet het vereiste aantal praktijk-jaren bezat, en aan de heer B. van Pouderoyen (Grabowsky &Poort), die vorig jaar slaagde maar toen nog een jaar praktijk-ervaring moest opdoen.Bij de diploma-uitreiking, die met felicitaties van de voorzitteren met hartelijk applaus van alle aanwezigen gepaard gaat, wordtmelding gemaakt van het feit, dat de heer Tu it de beste resultatenvan het examen 1962 heeft behaald, en dat de heer De Jong zichop dit examen heeft voorbereid door het volgen van een schrifte-lijke cursus, hetgeen beslist niet de gemakkelijkste manier is.Voorzitter Ophorst deelt mede, dat het bestuur van de Beton-vereniging grote bewondering heeft voor de geslaagden, die im-mers allen moesten studeren in de uren, die niet door de normalewerkkring of het gezin in beslag genomen werden. De 'Beton-constructeurs B.V.' vormen momenteel een kleine, maar selectegroep van constructeurs, die naar zijn mening reeds door velengewaardeerd en extra gehonoreerd worden.De voorzitter geeft vervolgens het woord aan de eerste spreker vandeze 'Betondag', ir. J. . Snijder, die sinds kort werkzaam is bij hetRaadgevend Bureau ir. A. Aronsohn ci. en voordien bij de Rijksgebou-wendienst een grote ervaring heeft opgedaan met de toepassing vanglijdende bekisting bij de bouw van een aantal radio-, televisie- entelefonietorens voor de P.T.T.2) Zie het verslag van deze 'Betonwegendag' in Cement 14 (1962) Nr. 6,blz. 374/380.gediplomeerde 'Beton-constructeurs B.V.'v.l.n.r. de heren:T. van Duin,J. R. Yskes (noggeen diploma),]. de Jong,A. Tuit,W. A. de Koning,B. van Pouderoyen,j. W. Nieuwenhuizen,J. L. CostaK. Posthuma enV. Bakkerfoto: Rice StipsIr. J. . Snijder, 'Ontwerp en uitvoering bij toepassing vanglijdende bekisting'3)In de laatste zeven jaren zijn, aldus ir. Snijder, in ons land velebetonconstructies met behulp van glijdende bekisting tot standgekomen. Behalve de alom bekende radio- en televisietorens voorde P.T.T. kunnen bij voorbeeld genoemd worden: silo's te Am-sterdam, Veghel, Wanssum en Terneuzen, de Euromast te Rotter-dam, het hoge kantorengebouw 'Drakenburgh' te Utrecht enenkele torenflats te 's-Gravenhage.Deze uitbreiding van het aantal toepassingen van de glijbouw-methode is vooral veroorzaakt door:- de invoering van hydraulische klimapparatuur (vijzels)- de bouw van een aantal radio- en televisietorens voor de P.T.T.(sinds 1955), waarbij de mogelijkheden van de glijbekisting ge-bleken zijn- de noodzaak van snelle bouwmethoden in verband met hettekort aan geschoolde bouwvakarbeiders en tevens ter beper-king van het vorst- en regenverlet- het ook in ons land steeds meer in uitvoering komen van hogebetonconstructies.Momenteel beschikken reeds diverse constructiebureaus en aan-nemingsbedrijven in ons land over praktische ervaring met hetontwerpen en uitvoeren van glijbouwconstructies, terwijl ookhet benodigde materieel in voldoende mate aanwezig is om detoepassing van glijdende bekisting op grote schaal mogelijk temaken.Bij een glijbekisting komt het verse beton ongeveer zes uur na hetstorten vrij van de bekisting. Dit beton kan dan nog maar eengeringe belasting dragen en daarom worden in de te maken beton-constructies zogenaamde klimstaven (hoogwaardig staal ? 25 mm)aangebracht, waaraan de bekisting, de werkvloer en dergelijkeworden opgehangen.Nadat de spreker met behulp van enkele op het filmdoek gepro-jecteerde tekeningen de constructie van een glijdende bekistingen de werking van een vijzel heeft verduidelijkt, gaat hij over totde behandeling van de eisen, die aan het ontwerp van een glij-bouwconstructie gesteld worden. Deze eisen betreffen ondermeer het bij voorkeur identiek zijn van opvolgende horizontaledoorsneden en de zo groot mogelijke regelmaat in plaats en vormvan sparingen, consoles en inkassingen.Bij de bespreking van de uitvoering behandelt ir. Snijder de be-kisting, de werkvloer, het materiaaltransport, het dikwijls toe-gepaste tweede platform en de binnen- en buitenhangsteigers.De samenstelling van de betonspecie is gewoonlijk 1:2:3 (volu-me-delen), terwijl meestal geen hulpstoffen worden toegevoegd.De meeste ervaringen zijn opgedaan met toepassing van portland-cement klasse A. Volgens de spreker dient men extra waakzaamte zijn bij het gebruik van cementen, waarvan de bindtijd gevoeli-ger is voor temperatuurveranderingen en voor wijzigingen in dewaterdosering, omdat men tijdens het continue glijden vooralmet grote temperatuurveranderingen te maken kan krijgen.Voor de levering van betonspecie kan vanzelfsprekend een beton-mortelbedrijf worden ingeschakeld. Men dient dan echter maat-regelen voor te bereiden om de aanvoer van de specie steeds tekunnen afstemmen op de verwerking ervan.Na de onderwerpen 'wapening', 'sparingen en inkassingen', 'be-tondekking' en 'afwerking en nabehandeling' te hebben belicht,schenkt de spreker aandacht aan de besturing van de glijbekisting.Zowel afwijkingen van de verticale stand als zogenaamde schroef-bewegingen blijken gecorrigeerd te kunnen worden.Door ir. Snijder wordt er ten slotte op gewezen, dat de glij-bouwmethode in geen geval behoeft onder te doen voor de tra-ditionele bouwmethoden, mits tevoren een intensieve voor-bereiding heeft plaatsgevonden en er zowel v??r als tijdens debouw een goede samenwerking bestaat tussen directie, aannemeren eventuele onderaannemers.Nadat voorzitter Ophorst de dank van alle aanwezigen heeftovergebracht aan ir. Snijder voor diens bereidheid om zijn uit-gebreide kennis betreffende het ontwerpen en uitvoeren van glij-bouwconstructies op de 'Betondag 1962' bekend te maken, vraagthij aandacht voor de kleurenfilm 'Gleitbauweise', die in opdrachtvan de Duitse aannemingsmaatschappij Siemens-Bau-Union vervaar-digd is over het glijbekistingssysteem 'Siemcrete I.N.' en die doorgenoemde maatschappij voor deze 'Betondag' ter beschikking isgesteld. Ofschoon deze film niet geheel zonder commerci?leachtergrond is, heeft het bestuur van de Betonvereniging ge-3) De volledige voordracht zal met de betreffende illustratie worden ge-publiceerd in het volgende nummer van Cement (januari I963).meend deze film vandaag te moeten vertonen omdat hij op duide-lijke wijze recente toepassingen van een modern glijbekistings-systeem behandelt.En inderdaad, deze film geeft een zeer instructieve uiteenzettingvan de opbouw van een glijbekisting, de werking van een vijzel enhet verloop van het eigenlijke glijden. Daarbij worden steeds zeeraanschouwelijke, gekleurde tekeningen (trucages) afgewisselddoor desbetreffende filmopnamen. Aan belangrijke fasen, zoalshet storten van betonspecie, het afwerken van het betonopper-vlak, het maken van sparingen, het optrekken van de klimstaven,het controleren van de juiste stand enz., wordt uitvoerig aan-dacht besteed. De film eindigt met een aantal fraaie opnamen vanimposante glijbouwconstructies, onder meer brugpijlers, radio-en watertorens, massieve kopwanden van een betonskelet, silo'svoor de opslag van graan en cement.Na de vertoning van deze film, die wel zeer goed blijkt aan te sluitenop de voordracht van de eerste spreker, verleent de voorzitter hetwoord aan de Franse ingenieur Ren? Sarger, die niet alleen in Parijsmaar ook in zowel West- als Oost-Duitsland een algemeen ingenieurs-bureau bezit. Terwijl deze bureaus behalve bouwkundige ook verwar-mings- en verlichtingstechnische adviezen verstrekken, is de tweedespreker van de 'Betondag 1962' zelf gespecialiseerd in schaalconstruc-ties en hangende daken. Door zijn activiteiten in Duitsland is de heerSarger in staat om zijn voordracht in het Duits te houden, hetgeenongetwijfeld door velen gewaardeerd zal worden.R. Sarger, ing?nieur, 'H?ngende D?cher und vorgespannteSegel'4)Het Franse paviljoen op de in 1958 te Brussel gehouden wereld-tentoonstelling EXPO '58 heeft -zo begint de heer Sarger- deaandacht van vele architecten en constructeurs gevestigd op eennieuwe constructie voor het 'overkoepelen' van grote ruimten.Sommigen beschouwden deze 'tentoonstellingsarchitectuur' ech-ter als een architectonische fantasie zonder enige toekomst,anderen zagen het paviljoen als een bouwtechnische 'gewelddaad',die in zijn details niet tot uitdrukking kon komen. Vooral deFranse pers heeft tijdens de bouw van dit paviljoen in 1957/1958talrijke alarmerende berichten gepubliceerd, waarbij dikwijls opdenigrerende wijze over het 'ding' werd gesproken. Maar naar demening van de spreker hebben toentertijd slechts weinigen in hetFranse paviljoen herkend: de strijd tussen het 'oude' en het'nieuwe' oftewel tussen 'constructieve routine' en 'technischevindingrijkheid.'5)Ingenieur Sarger vestigt er de aandacht op, dat architecten enconstructeurs in diverse landen zich momenteel bezighouden methangdakconstructies, hetgeen bewijst dat de overkapping van hetFranse paviljoen op de EXPO '58 meer was dan een persoonlijkegril van ??n architect.De eerste Amerikaanse toepassing van het hangende dak is de dak-constructie van de in 1953 te Raleigh (Noord-Carolina) gebouwdearena. Volgens Russische gegevens is er al in 1896 te Gorki eententoonstellingspaviljoen (staalconstructie) met hangkabels ge-bouwd. De Oost-Duitser Tetzlaff heeft er echter op gewezen,dat reeds de Romeinen hangende dakconstructies hebben toe-gepast voor hun theaters en arena's, zodat er feitelijk 'nietsnieuws onder de zon is'.6) Meer recente hangdakconstructieskomen voor bij de overdekte kunstijsbaan van de Yale Universi-teit te New Haven / U.S.A., het 'open' theater te Melbourne/Au-stralie en een herstelwerkplaats voor autobussen te Berlijn-Weissensee.Deze en dergelijke dakconstructies, zoals die van het overdektezwembad te Wuppertal/Duitsland, zijn echter alle niet voorge-spannen; dit in tegenstelling tot bij voorbeeld het hangende dakvan het Franse paviljoen op de EXPO '58 (architect: G. Gillet;constructeur: R. Sarger), dat wel was voorgespannen, zij het openigszins andere manier dan bij voorgespannen beton gebruike-lijk is.Ingenieur Sarger is van mening, dat er een principieel verschilbestaat tussen voorgespannen en niet-voorgespannen hangdaken4) De volledige voordracht zal met de betreffende illustraties worden ge-publiceerd in een volgend nummer van Cement.5) Tijdens de voordracht 'Het werk en de organisatie van SECO' doorprof. ir. D. Va nd ep it t e op de 'Betondag I959' zijn de moeilijkheden bijde uitvoering van het Franse paviijoen op de EXPO '58 (architect: G.Gillet; constructeur: R. Sarger) terloops ter sprake gekomen; zieBeton, 25 maart I960, blz. Bt. 34 en Bt. 37.6) In het boek 'Das hangende Dach' van Dr.-lng. F. Otto (Bauweltverlag,Berlijn 1954) wordt de tentenbouw van de nomaden als de oudste toe-passing van het hangende dak beschouwd.728 Cement 14 (1962) Nr. 12en bovendien dat er aan de eerstgenoemde de voorkeur ge-geven dient te worden. De noodzaak van het voorspannen is naarde mening van de spreker al gebleken bij de reeds genoemdearena te Raleigh: het zonder meer aan kabels opgehangen dakbegon onder invloed van de wind te 'schommelen', hetgeen doorhet aanbrengen van extra kabels voorkomen is (niet ter wille vande veiligheid, maar in eerste instantie ten gerieve van het angstiggeworden publiek!). Bij het reeds genoemde overdekte zwembadvan Wuppertal is de beweging van de hangkabels bij voorbaattegengegaan door deze te belasten.Met behulp van enkele schetsen en berekeningen verduidelijkt despreker de door hem in 1958 voor het Franse paviljoen voorge-stelde oplossing om de hangkabels door middel van andere kabelsvoor te spannen, zodat het effect van wind- en sneeuwbelastingverhoudingsgewijs zeer klein wordt. De hieruit ontwikkelde dak-huid met dubbele kromming, die door Sarger 'voorgespannenzeil' wordt genoemd, biedt de moderne architect ongetwijfeldtalrijke nieuwe mogelijkheden.Tussen schaalconstructies en 'voorgespannen zeilen' bestaat eenvrij grote overeenkomst: beide zijn verhoudingsgewijs dun enlicht en beide (kunnen) zijn dubbel-gekromd. Maar desondankszijn zij ook eikaars tegengestelde: een schaal is star en oefent drukuit op zijn opleggingen, het 'voorgespannen zeil' daarentegen iselastisch en belast de dragende constructie op trek. Vooral gezienhet geringere materiaalverbruik dient volgens de spreker aan het'voorgespannen zeil' de voorkeur gegeven te worden boven deschaal.De heer Sarger besluit zijn voordracht met het projecteren vaneen aantal lantaarnplaatjes van onder meer: de reeds voltooideoverdekte markt van Royan / Frankrijk en de nog in het ontwerp-stadium verkerende overdekte markt van Nanterre / Frankrijk,7)het Maria Thumas-paviljoen op ce EXPO '58 te Brussel en deeveneens voltooide 'Eglise de Notre Dame' te Royan/Frankrijk,een maquette van het in aanbouw zijnde sportcentrum te Saint-Ouen/Frankrijk en voorts maquettes van nog in het ontwerp-stadium verkerende projecten, zoals het parlementsgebouw teTeheran/Iran, een zonwerende overkapping ten behoeve van demosselcultuur te Sete/Frankrijk en een overdekt zwembad teMonaco. Deze al dan niet reeds uitgevoerde constructies zijn vanverschillende architecten, die echter allen dezelfde adviseur enconstructeur hebben, namelijk Ren? Sarger.Ir. Ophorst, die de tweede spreker van deze 'Betondag' hartelijkdankt voor diens interessante voordracht, vraagt zich af, waarom dehangdakconstructie en het 'voorgespannen zeil' in ons land nog geentoepassing hebben gevonden. Naar zijn mening is uit deze voordrachttoch wel voldoende gebleken, dat er in het buitenland verscheidenetoepassingen zijn, die de Nederlandse architecten en constructeursvoldoende vertrouwen moeten kunnen geven.Aan het einde van deze 'Betondag' wordt een (vrij onduidelijke)kleurenfilm vertoond over een aantal bouwwerken, waarvan ingenieurSarger de constructeur is en die dan ook door hem van korte toe-lichtingen worden voorzien o.m. de overdekte markt en de 'Eglise de7) Zie 'Les march?s-couverts de Royan et de Nanterre' door R. Sarger.Bulletin of the International Association for Shell Structures, Nr. 5, 8 blz., 13 fig.foto: Rice StipsNotre Dame' te Royan/Frankrijk, het Franse paviljoen op de EXPO '58te Brussel en de combinatie van overdekte markt en watertoren teCaen/Frankrijk.Na een door alle aanwezigen zeer gewaardeerde lunch vraagt voor-zitter Ophorst aandacht voor de derde spreker van de 'Betondag1962', ir. . Kreijger, die als ingenieur van het Instituut T.N.O.voor Bouwmaterialen en Bouwconstructies bij vele betontechnicigoed bekend is, ook al omdat hij secretaris is van C.U.R.-commissieB1 'Mechanisch verdichten van beton', van C.U.R.-commissie B7Onderzoek van technologische invloeden op scheurvorming in beton',van C.U.R.-commissie B9 'Onderzoek toevoegingen aan betonmortel',en van C.U-R.-commissie B10 Onderzoek naar de invloed van de krimpvan cement op beton'.Ir. . Kreijger, 'Theorie en praktijk bij het trillen vanbetonspecie'8)Ir. Kreijger begint zijn voordracht met het doel van het trillenvan betonspecie als volgt te omschrijven: 'Betonspecie met eenrelatief lage water-cementfactor in een zo kort mogelijke tijd zovolledig mogelijk te verdichten'. Bij de bestudering van dezewijze van mechanisch verdichten van betonspecie, zo vervolgt hij,krijgt men allereerst te maken met de overbrenging van detrillingen van de trilbron naar de specie en met de daarbij op-tredende verliezen. Afhankelijk van het te trillen object kangebruik worden gemaakt van een triltafel, een bekistingstriller,een trilnaald of een oppervlaktriller.Nadat ir. K reijger het principe van de triltafel uiteengezet heeft,bespreekt hij de eisen die daarbij gesteld worden aan de dichtheid,de stijfheid en de bevestiging van de mal. Bij toepassing van eenstalen mal blijkt het niet-vastklemmen daarvan aan de tafel debeste resultaten op te leveren; een houten mal daarentegen schijntbij voorkeur aan de tafel vastgeklemd te moeten worden. Despreker laat enkele klem-inrichtingen op het filmdoek projec-teren, die door hem van een toelichting worden voorzien (be-vestiging door middel van klemmen, kettingen, heugelstangen,vijzels, e.d.).Bij toepassing van bekistingstrillers, waarvan het principe door despreker verduidelijkt wordt, dient de mal bij voorkeur elastischondersteund te worden (bijv. met rubber opleggingen). Detriller daarentegen moet stijf aan de mal bevestigd worden.Verticaal trillen blijkt bij toepassing van bekistingstrillers debeste wijze van verdichten te zijn; de trilbron dient dan ook bijvoorkeur tegen de onderzijde van de mal geplaatst te worden.Van trilnaalden is de diameter van belang, zowel met betrekkingtot de amplitude als ook in verband met de afstand tussen dewapening en voorts met het oog op het gat, dat bij het uittrekkenvan de naald ontstaat en met specie dicht moet vloeien. Gezienhet grote effect van verticale trillingen zou men een trilnaaldbij voorkeur in horizontale stand moeten toepassen, hetgeen inde praktijk bezwaren oplevert; desondanks dient de hellendestand van de trilnaald te worden nagestreefd.Ook bij het gebruik van oppervlaktrillers, zoals trilplaten entrilbalken, dient men bepaalde regels in acht te nemen. Het ge-wicht en de doorsnede van de trilplaat of trilbalk blijken eenvrij belangrijke invloed uit te oefenen.Behalve aan de overbrenging van de trillingen dient men ookaandacht te besteden aan de voortplanting van de trillingen in debetonspecie. De hierbij een rol spelende inwendige dempingwordt bepaald door de viscositeit van de specie tijdens hettrillen, waarmee men dus op het terrein van rheologie komt.Cementpasta is bij benadering te beschouwen als een zgn.Bingham'se vloeistof, d.w.z. dat de door een kracht veroorzaaktebeweging pas begint nadat een bepaalde waarde van de schuif-spanning, de zgn. initiaalweerstand e, is overschreden. Cement-mortel en betonspecie kunnen bij benadering worden beschouwdals Bingham'se vloeistoffen, waarin door de aanwezigheid vankorrels toeslagmateriaal echter ook sprake is van een zgn.Coulomb'se wrijving. Het rheologisch gedrag van betonspecieen cementmortel kan derhalve gekarakteriseerd worden door:e = initiaalweerstand, = hoek van inwendige wrijving en )' =schijnbare viscositeit. Tijdens het trillen kunnen de eerstgenoem-de twee factoren praktisch gelijk aan nul gesteld worden, m.a.w.men heeft dan te maken met een visceuze vloeistof, waarvande viscositeit uitsluitend afhankelijk blijkt te zijn van de water-cementfactor. Tijdens het trillen verandert de viscositeit, daarhet luchtgehalte van de mortel of de specie vermindert.8) De volledige voordracht zal met de betreffende illustraties wordengepubliceerd in de volgende twee nummers van Cement (januari en fe-bruari I963).Cement 14 (1962) Nr. 12 729De enige jaren geleden door de Fransman L'Hermite opgesteldetheorie, dat elke korrel toeslagmateriaal met zijn eigen frequentiein de betonspecie trilt, bleek in de praktijk onhoudbaar te zijn.De Engelsman Green heeft zelfs aangetoond, dat de optimalefrequentie voor toenemende korrelgrootten hoger wordt. Ook uitproeven van C.U.R.-Commissie B1 'Mechanisch verdichten vanbeton' is gebleken, dat betonspecie als een continu?m werkt enals geheel in een eigen frequentie trilt. Het wordt door dezecommissie zeer waarschijnlijk geacht, dat de zgn. wisseldruk debelangrijkste verdichtende werking heeft en dus verantwoordelijkis voor de eigenschappen van getrild en verhard beton.Door ir. Kreijger wordt vervolgens nagegaan, op welke wijzeen in hoeverre de benodigde verdichtingsenergie het beste kanworden bereikt met betrekking tot frequentie, amplitude encentrifugaalkracht bij toepassing van: a. een triltafel en een tegende onderzijde van de mal geplaatste bekistingstriller; b. eentegen de zijwand van de mal geplaatste bekistingstriller; . eentrilnaald; d. een oppervlaktriller. Daarbij maakt hij gebruikvan hetgeen hij in het voorgaande vermeld heeft, terwijl hij ookde desbetreffende litteratuur aanhaalt. Dit overzicht resulteertin een groot aantal praktische richtlijnen, waarmee het goed moge-lijk is om voor elk voorkomend geval een redelijk trilschema opte stellen.Nadat met behulp van een op het filmdoek geprojecteerde tabeleen vergelijking is gemaakt tussen de eigenschappen van getrildbeton en die van ongetrild beton, besluit ir. Kreijger zijn voor-dracht met de bespreking van een door het Instituut T.N.O.voor Bouwmaterialen en Bouwconstructies verricht onderzoeknaar het effect van fouten bij het verdichten van betonspecie.Bij dit onderzoek werden als variabelen ingevoerd: de water-cementfactor, de zetmaat, het materiaal van de mal en de vochtig-heid ervan, de dichtheid van de mal. Het effect van deze variabelenkomt tot uitdrukking in de gefotografeerde betonoppervlakken,die door de spreker worden getoond en van commentaar voorzien.Ir. Kreijger ontvangt van voorzitter Ophorst namens alle aan-wezigen zeer veel dank voor zijn boeiende en veelomvattende voor-dracht over de theorie en de praktijk bij het trillen van betonspecieen bovendien voor de daarbij door hem geleverde prestatie 'om ietsmoeilijks toch duidelijk te maken'.Na een korte theepauze vraagt ir. Ophorst aandacht voor ir. M.Gout, lector aan de afdeling Bouwkunde van de Technische Hoge-school te Delft, die als architect heeft deelgenomen aan het enigemaanden geleden te Moskou gehouden congres van de internationalearchitecten-vereniging en toen in de gelegenheid was om enkeleaspecten van het bouwen in de Sovjet-Unie waar te nemen, waaroverhij ons thans het een en ander wil mededelen.Ir. M. Gout, 'Enkele aspecten van het bouwen in de Sowjet-Unie, in het bijzonder van de woningbouw' 9)Ir. Gout is van mening, dat hij thans na de drie voorgaande voor-drachten over resp. 'glijden', 'hangen' en 'trillen', voor een niette zwaar 'dessert' moet zorgen. Zijn inleiding zal ook daaromhoofdzakelijk zijn 'een praatje bij een plaatje'.Wanneer men als West-Europeaan, zo vervolgt hij, in Ruslandkomt en de bouwnijverheid daar gaat bekijken, is men -zoalsaltijd- geneigd om een vergelijking te maken tussen het bouwendaar en het bouwen hier. Een dergelijke beschouwing met'westerse ogen' is echter niet juist, omdat men toch in iedergeval rekening moet houden met de verschillen in maatschappe-lijke structuur. Het bouwen in de Sowjet-Unie, en vooral dewoningbouw, wordt bovendien in belangrijke mate beheerstdoor enkele essenti?le factoren.In de eerste plaats het klimaat, dat in vele gebieden ongunstigeris dan bij ons. In de vrij lange winterperiode kunnen de normalebouwactiviteiten op de bouwplaats geen doorgang vinden. Ver-volgens dient men te beseffen, dat in het v??r 1917 hoofdzakelijkagrarische Rusland het belangrijkste bouwmateriaal voor wonin-gen eeuwenlang hout is geweest, waarmee zowel woningbouwersals bewoners vertrouwd zijn geraakt. De 'traditie' van hetbouwen in steen en steenachtige materialen is daar dus veelgeringer dan in West-Europa.Evenals in andere Europese landen, maar wellicht in nog groteremate, zijn tijdens de twee wereldoorlogen in Rusland enormeverwoestingen aangericht, waardoor op bouwgebied een groteachterstand is ontstaan.9) De volledige voordracht zal met de betreffende illustraties wordengepubliceerd in een volgend nummer van Cement.Ten slotte moet gewezen worden op de in de loop van enkeledecennia sterk verbeterde sociale omstandigheden, waardoorde gemiddelde leeftijd verhoudingsgewijs veel sterker is toe-genomen dan bij ons. De hierdoor veroorzaakte snelle bevolkings-aanwas heeft het tekort aan woningen nog groter gemaakt.Ten einde deze achterstand zo spoedig mogelijk in te halen,worden allerlei snelle bouwmethoden toegepast. Voor de woning-bouw heeft men de oplossing hoofdzakelijk gezocht in de pre-fabricage, omdat men daarmee niet alleen een hoog tempo kanbehalen, maar ook in belangrijke mate onafhankelijk is van deweersomstandigheden, terwijl bovendien een betrekkelijk grootpercentage ongeschoolde werkkrachten kan worden ingeschakeld.Ter wille van de produktiviteit wordt openlijk aan kwantiteitde voorkeur gegeven boven kwaliteit, vooral wat de afwerkingbetreft.Ter illustratie laat ir. Gout een aantal lantaarnplaatjes op hetfilmdoek projecteren, o.m. van de door hem genoemde, boerderij-achtige houten woningen in Moskou en, in scherp contrastdaarmee, van nieuwe grote woonblokken, die aan weerszijdenvan een brede Moscovische allee staan. Opgemerkt wordt, dat degetoonde gevels esthetisch niet fraai zijn; toch is er van eenverbetering sprake, zoals men kan vaststellen wanneer men denieuwste woningen vergelijkt met die van een aantal jarengeleden.Het ligt voor de hand, dat men bij de prefabricage bijna uitsluitendvan het materiaal beton gebruik maakt. In Moskou (6500000inwoners) staan momenteel acht enorme fabrieken, die tezameneen jaarproduktie van 120000 woningen moeten bereiken, d.i.100% van alle nieuwbouwwoningen. De serie lantaarnplaatjesvan dergelijke staatsfabrieken doet duidelijk zien, dat alles veelgrover, groter en ook grootser is dan bij ons.Tijdens het dit jaar gehouden C.I.B.-Congres (Cambridge/Engeland, 5-11 september 1962) toonde de Russische delegatieverschillende constructies van geprefabriceerde wand- en vloer-elementen. De vloerplaten worden zowel vier- als tweezijdigopgelegd. In de loop der jaren zijn de overspanningen grotergeworden, zodat ook de kamerafmetingen zijn toegenomen. Insommige gevallen is men ertoe overgegaan om de ruimte-beperkende, dragende binnenmuren geheel of gedeeltelijk tevervangen door kolommen.Niet alleen bij de geprefabriceerde elementen maar ook in hetgeheel van de gevels kan men constateren, dat er weinig aandachtbesteed wordt aan het 'detail'. Bij de beoordeling daarvan mogenwij, volgens de spreker, niet vergeten, dat in ieder geval de uit-gestrektheid van het Russische land de betekenis van het detailsterk vermindert.Het stedebouwkundige plan van nieuwe woonwijken blijktgericht te zijn op de toepassing van geprefabriceerde elementen;de woonblokken (gewoonlijk met vijf verdiepingen), zijn zodaniggeprojecteerd, dat de montage overal met behulp van grotebouwkranen kan geschieden.De vrij gesloten gevels met betrekkelijk kleine raamopeningenbezitten het voordeel van een goede warmte-isolatie (de beton-wanden bevatten als regel een isolerende laag), hetgeen in hetRussische klimaat wel gewenst is. Op sommige plaatsen wordt,vooral de laatste jaren, ook aandacht besteed aan de uiterlijkeverzorging en verfraaiing van de woonwijken, bij voorbeeld doorde aanleg van een parkje en door het plaatsen van bloembakken.De jongste ontwikkeling leidt via de vervaardiging van completewanden (met kanalen voor stadsverwarming) en complete vloeren(met betegeling), naar de toepassing van geprefabriceerde ruimte-lijke eenheden ('doosvormige elementen'). Met dit, reeds eerderaangekondigde systeem, dat binnenkort in een definitief stadiumschijnt te komen, verwacht men in tien dagen een flatgebouwmet zeven verdiepingen te kunnen opbouwen.Na de aandacht gevestigd te hebben op deze imponerende bouw-wijze van de (naaste) toekomst, be?indigt ir. Goutzijn voordrachtmet de vermelding van nog twee nieuwe ontwikkelingen in deSowjet-Unie: a. in verband met het tekort aan cement wordtgezocht naar een soort beton op basis van kunststoffen, b. voorhet voorspannen van beton wordt al zo nu en dan het voorspan-staal door middel van elektriciteit verwarmd en derhalve voor-gerekt.Voorzitter Ophorst bedankt ir. Gout voor diens voordracht over hetbouwen in een land, dat voor de meesten van ons onbekend is, ook alomdat de technische contacten met de Sovjet-Unie zeer beperkt zijn.Daarna sluit hij de 'Betondag 1962' met een bijzonder woord van dankaan de vier sprekers, die deze dag zulk een geschakeerde en daarominteressante inhoud hebben gegeven. Ne./v.d.V.730 Cement H (1962) Nr. 12
Reacties