Th.J.P.JanssenAdviesbureau voor bouwconstructiesHeijckmann BV, Huissen en AmsterdamVervolg van blz. 605 (Funderen op het dekvan de metro)Cement XXXIV (1982) nr. 10Construeren oprubberblokkenIn de Nieuwmarktbuurt te Amsterdam wordt een bijzondere constructiewijze toegepast voordebouwwerken op het metro-trac?. Dat zal bij het lezen van de voorgaande bijdragen aandeze artikelenserie duidelijk zijn geworden. De constructieve bijzonderheden van de volgen-de projecten zullen in deze bijdrage worden besproken:~ woningen op de zuidoost-toegang van hetmetrostation, aan de Snoekjessteeg;~ woningen op de zuidwest-toegang van het metrostation, aan de Nieuwe Hoogstraat;- woningbouwcomplex 'hetPentagon', hoek St. Antonies BreestraatiModdermolenstraat;- woningen, winkels en bedrijfsruimten aan de St. Antonies Breestraat; .- woningen en winkels aan de Koningsstraat.Dewoningen op dezuidoost?en zuidwest-toegang zijn inmiddelsopgeleverd.De drie overigeprojecten zijn in uitvoering.Akoestische voorzieningenSnoekjessteeg en HoogstraatDe akoestische voorzieningen van de bebouwing op de toegangen van het metrostation zijnopgenomen in de uitgangscaissons. Dit zijn aparte caissons die door een luchtspouw zijngescheiden van de metrobuis. Behoudens een zwevende dekvloer op de eerste verdiepingzijn verder geen bouwkundige voorzieningen getroffen om het metrogeluid te weren. Uitcontrole-metingen is inmiddels gebleken dat de geluidsisolatie voldoet aan de gesteldeeisen.PentagonVoorde bouw van 'het Pentagon' iseen overkluizinggemaaktoverdemetrobuis. Hetontwerpvan deze overkluizing is besproken in Cement 1982 nr. 6, blz. 356?359. Om de metro-trillingente weren staat het gehele gebouw op rubberblokken.St. Anthonies BreestraatHet project aan de Anthonies Breestraat is onder te verdelen in drie delen:- een gedeelte op de metrobuis, waar rubberblokken als trillingsisolatoren zijn toegepast;- een strookvan 10 m breed naastde metrobuis, waareveneens rubberblokken zijn toegepast;~ een gedeelte naast de buis, buiten het 10 m gebied, zonder rubberblokken.KoningsstraatOok in het project aan de Koningsstraat kunnen constructief gezien 3 delen wordenonderscheiden:- een gedeelte opeen metro-uitgangscaisson, zonder rubberblokken (omdat het uitgangs-caisson los staat van de doorgaande buis);- een gedeelte op de buis, met rubber blokken;~ een gedeelte naast de buis, binnen het 10 m gebied, met rubberblokken.10% bedragen. Wel moet de toelaatbare blokbelasting met circa 4% worden verlaagd ombinnen de gestelde +/- 10% te kunnen blijven.Doordatverschillende bloktypen ter beschikking staan met een nominaal toelaatbare belas-ting van respectievelijk 51, 69, 92, 158, 196 en 270 kN, is per bouwmuur door bloktypen tecombineren een optimale oplossing mogelijk. De plaatsvan de rubberblokkenonderdewandis zOdanig gekozen dat deze niet onder een deuropening valt en dat de werklijn van debelasting uit de bovenbouw samenvalt met die van de nominale blokbelastingen te zamen.De horizontale afvering in de twee hoofdrichtingen vindt plaats dooraan beide zijden van eenbalk of een aangestorte console een rubberblokte plaatsen. Het rubberblok rust in een stalenconsole met schoen. Deze console is zo uitgevoerd dat beide blokken doorhet uitdraaien vanbouten tegen de betonbalken worden aangespannen. Door de consoles via draadeindenonderling te koppelen ontstaat een horizontale oplegging die weinig zal vervormen.606rubberblokk1-3Alternatieven voor plaatsing van derubberblokken: in de berging, dekruipruimte of rechtstreeks op hetmetrodek4-5Aanzicht en doorsnede van het project aande Nieuwe HoogstraatCement XXXIV (1982) nr. 10De plaatsing van de rubberbloken is niet overal gelijk. Afhankelijk van de aard van deprojecten zijnzegeplaatst in bergingen(fig. 1), in kruiprumtenwaarondereen nietafgeveerdefunderingsplaat of een plaat met balken is aangebracht (fig. 2), of rechtstreeks op demetrobuis (fig. 3).Uit het oogpunt van vervangbaarheid van de rubberblokken is deplaatsing van de blokkenbijalle projecten gecombineerd met een vijzelplan (zie detoelichting daarop in het artikel van ir.Bennenk)Snoekjessteeg en NieuweHoogstraat (architect Theo Bosch; 22 woningen + 1winkel, fig.4-5)Deze projecten zijn vanaf het dak van de metrotoegang traditioneel uitgevoerd in 4 bouwla-gen. De bouwmuren zijn gemetselden de vloeren zijn van in het werk gestort beton. Destabiliteit is vanaf de eerste verdieping gewaarborgd door gemetselde dwarswanden.Een speciaal probleem bij deze twee projecten was het afstemmen van de werkzaamhedentussen de afdeling Bijzondere Projecten van de Dienst Openbare Werken en het bouwteamvoor de woningen, omdat het ontwerp voor de woningen nog niet exact vast lag en deson-danks de definitieve belastingafdracht van de woningen op het dak van de metro-uitgangopgegeven moest worden.Omeen en anderoptijd gereed te hebben, zijn in overleg metdeafdeling BijzondereProjectenen het bouwteam marges afgesproken waarbinnen het definitief ontwerp ontwikkeld zoumoeten worden. Door ons bureau zijn diverse belastingsschema's berekend, waarna eenoverall-belastingsschema aan de afdeling Bijzondere Projecten is verstrekt.Het dak van de toegangen is in verband met de integratie vande erop staandewoningen doorons bureau uitgewerkt en verder uitgevoerd door de afdeling Bijzondere Projecten.Het Pentagon (architect Theo Bosch; 87 woningen, 7 HAT-eenheden en 5 winkels)Dit project heeft een betonskelet van in het werk gestorte wanden en vloeren. Onder eengedeelte van het complex is een souterrain aangebracht. De wanden op de begane"doorsnede A.A6076Bouwput van het project 'het Pentagon'. Indeze fase zijn de betonwanden waarop derubberblokken zullen worden geplaatstgereed. De begane-grondvloer komt op derubberblokken te liggen en krijgtverschillende niveaus vanwege hetverlopende straatniveaufoto: D.JenseDe puntlasten onderde kolommenopde begane-grondvloerzijn gespreid metbehulpvan eenbalk onder deze vloer. Aldus is ruimte gecre?erd voor plaatsing van de rubberblokken envijzels (fig. 8).De horizontale verankering van hetgebouwwordt normaal gesproken verzorgd metverticaalopgestelde rubberblokken (fig. 9). Door de ringvorm van het gebouwen de geringe invloedvan de windbelasting (verhouding eigen gewicht t.o.v. wind = 100 : 1,4) is besloten dehorizontale blokken voor dit project weg te laten.grondvloer zijn plaatselijk met kolommen opengewerkt, om diverse winkelindelingen moge"lijk te maken. De bouwhoogte vari?ert van 4 tot 6 lagen. De aansluitende straten rondom hetvijfzijdige complex vari?ren circa2,00 m in hoogte. De architect wilde zoveel mogelijk met debegane-grondvloer aansluiten op het straatniveau. Dit maakte het noodzakelijk om debegane-grondvloer uit te voeren als een gevouwen plaat. De eerste-verdiepingvloer ligtdaarentegen op ??n niveau. De eerste bouwlaag heeft daardoor een hoog en een laaggedeelte. De winkels zijn in het hoge gedeelte gesitueerd en plaatselijk voorzien vaneentussenvloer (foto 6)..d'"~. ~~9Oplossing voor de horizontale verankeringmet rubberblokken8Spreiding van de puntlasten onder eenkolom7Rekenmodel met verticale en horizontaleverenrubberblokDe vaar dit projecttoegepaste rubberblokkenzijn 100 mm dik en vari?ren in draagvermogenvan 51 kN tot 270 kNo De blokken zijn geplaatst onder de begane-grondvloer en veren bijnominale belasting circa 6 mm in. Ten gevolge van kruip komt daar nog eens 5 mm bij.Het betonskelet moet deze vervormingen van de blokken alsmede de vervormingen van deoverkluizing waarover in de inleiding werd gesproken, kunnen weerstaan. Daarnaast moetdebelasting op de rubberblokkenbinnen bepaalde grenzen blijven. Hetzal duidelijkzijn dat eengeringe zetting direct invloed heeft op de belasting en belastingspreiding over de blokken.Uitgaande van een gegeven last-zakkingsdiagram van de rubberblokken en een berekendevoegvariatie, kon worden vastgesteld daMe belasting op deblokken vari?erttussen nominaaiJ..1---. b tQnkQl~-- -400/.0 en nominaal.+lO%' Degemiddeldebelasting bedraagt 85% vandenominalebelasting.. . : De genoemde getallen zijn door de akoestisch adviseur, bureau Van Dorsser, akkoord~ bevonden.?~===:;~~~~ -_-_-_-T~--I "'~ In de voegvariatie zijn de volgende invloeden verwerkt:~ - ~:~~~~:~e~~~~~~en tussen de metrobuis en de paalfundering (waarvan de palen in de 2estoor oten - verdraaiing van de wandschijven ten gevolge van asymmetrische belasting op de wandschij-'------~--.l----+.'P"""?"-!--':'-'-----_j___J ven en/of gedwongen asymmetrische plaatsing van de rubberblokken;- windbelasting op het gebouw;- niet-continu aanwezig zijn van veranderlijke belasting.De berekende gemiddelde belasting op de rubberblokken van 85% nominaal heefttot gevolgdat meer blokken worden verwerkt dan theoretisch noodzakelijk zou zijn. Een en ander isechter noodzakelijk om demaximale belasting van nominaal + 10% niet te overschrijden.Het rekenmodel voor een wand is aangegeven in figuur 7. De daar getekende verticale verenzijn rubberblokken; de horizontale veren zijn de invloeden van de ringvormige vloeren.In het rekenmodel is hetgebouw verdeeld in 8 elementen, waarbij iederelement in evenwichtis gebracht. De invloed van de elementen onderling is iteratief benaderd. De vloeren speleneen belangrijke rol in het vereffeningsproces en zijn van een extra randwapening voorzienaan beide zijden (5012) om buiging en dwarskracht in het vlak van de vloer op te nemen.Tevens zijn alle wanden van kopwapening voorzien om samenwerking tussen de vloerenmogelijk te maken.Cement XXXIV (1982) nr. 10 60810a-eDetails van de rubberblokken en afsluitingenvan de horizontale voeg aan de buitenzijdemet rubberslabbenfoto's: F.Bokma, Amsterdam11Vogelvluehtpespeetiefvan hetproject aande St. Antonies Breestraat, waarvan eenhoek nog net op de metrobuisstaat12Begane-grondvloer van het bouwdeel datmet mortelschroefpalen 9P de metrobuis isgefundeerdCement XXXIV (1982) nr. 10De b rede horizontale voegen die ten gevolge van deplaatsingvan deblokkenindebuitenwan-den ontstaan worden aan de buitenzijde afgedicht met een rubberslabbe (fig. 1Oe). Bijtussen-wanden worden hiervoor multiplex-stroken toegepast.Zoals eerder al is opgemerkt, is een vijzelplan gemaakt voor de eventuele vervanging van derubberblokken. Het betonskelet is dermate flexibel, dat opvijzeling mogelijk is met eenniveauverschil van 5 mm per 5 m.Om calamiteiten bij brand te voorkomen, zijn in alle bergingen op de vijzelplaatsen stalensupportblokken geplaatst. Deze moeten een plotselinge zetting van debovenbouwvan circa100 mm voorkomen, als de rubberblokken verbranden. De stalen supporten blijven naelastische en plastische vervorming van de rubberblokken nog 5 mm vrij van de afgeveerdeconstructie. Bij vervanging van de rubberblokken moeten de stalen supporten wordenverwijderd, alvorens de vijzels kunnen worden geplaatst.St. Anthonies Breestraat (architect Hans Borkent; 38woningen, 14HAT-eenheden, 2winkelsen 8 bedrijfsruimten, fig. 11)Gedeelte op de metrobuisHet bouwdeel op de metrobuis is gedilateerd van het ernaast gelegen deel. Door de scherpehoek die de rooilijn met de metrobuis maakt, is een driehoekig bouwdeel ontstaan (tig 12).Dit bouwdeel is gefundeerd op mortelschroefpalen met een lengte van circa 4 meter, die ophet dak van het metrocaisson staan. Voor deze mortelschroefpalen is gebruik gemaakt vaneenboormetvlakke onderkant. De uitvoering ervan isgoed verlopen. Bij controle isgeblekendatde palen goed contact maken methet metrodek. Geziendegeringetotaalbelasting van hetbouwdeel ten opzichte van het gewicht van de metrocaissons is meteen verdraaiing van debuis (ten gevolge van de asymmetrische bovenbelasting) geen rekening gehouden.De constructievan het bouwdeel op de buis is weergegeven in figuur 13. Op de begane grondis een winkelruimte gesitueerd. Op de winkel Worden 4 woonlagen gebouwd. Gezien hetkleine oppervlak zijn de trappehuiswanden niet doorgehaald naarde begane-grondvloer.Voor demping van de metrotrillingen zijn rubberblokken aangebracht tussen de betonwan-den op de begane grond en de eerste-verdiepingvloer, zowel voor horizontale als verticalekrachten. De betonwanden zijn ingeklemd in de funderingsplaat (foto 14). De bijzondere609// v~//," aemetselde traDkern/9770+,,//#stalen kolommen6970+ '"/dilatatie4170+11/1'/'"zie fig. 13~rubberblokhelonwanden100?~~vs?hroefboorpalenmetro buisi11doorsnede A-A13a-bConstructie van het bouwdeel datop demetrobuis is gefundeerd, met detail van degevelaansluiting14Op deze betonwanden zullenderubberblokken woden geplaatstfoto: Cement/Bob de Ruiter15Isometrie van het project aan deKoningsstraat (met gest?ppeld hetmetrotrac?)Cement XXXIV (1982) nr. 10constructievorm is doorde architect vertaald in een massieveonderbouwen een Iichtestalenbovenbouw. De berekening van de bovenbouw is geschematiseerd als een verend onder"steunde kern met pendelkolommen in de gevel.In tegensteIl ing'met'het Pentagon' is de invloed van de wind hieraanzienIijk. De belasting opde rubberblokken vari?ert hier ten gevolge van wind van nominaal-25% tot nominaal- 5%.De wringende momenten in de eerste-verdiepingvloer geven eveneens een herverdeling vande blokbelasting. De gemiddelde blokbelasting komt hierdoor op 85% van de nominalebelasting.De horizontale stijfheid moetcirca 10% van deverticalestijfheid bedragen. Om dittebereikenzijn speciale stalen schoenen ontwikkeld, waarmee de horizontale blokken voorgespannenkunnen worden tegen de constructie (fig. 9). Evenals bij het Pentagon zijn hier stalensupporten toegepast als veiligheid bij brand.Het gedeelte naast de metrobuisHet gedeelte naast de metrobuis is gefundeerd op de tweede zandlaag. De 10 m strookonmiddellijk naast de buis is ten opzichte van het totale gebouw betrekkelijk gering. Dit wasaanleiding om een gedeeltelijk afgeveerd ontwerp te maken. Dit wil zeggen dat over een610+VijzelPlaatsingbloktype Icode afmeting Idikte I Inominale,in mm ~ in mm beL inkN5B5/18/L4 ,+ 203 x 229 : 100 ! 92S85126/L4 1. :1-229 x719 I 100 i 1965B5/30/L4 I.165 x 432 1100 : 1585B5/34/l4J-$- 203 x 432 i100 I 27016Plan voorplaatsingvan de rubberblokken envijzels onder het bouwdeel dat op demetrobuis staat17Horizontale verankering van het afgeveerdebouwdeel met rubberblokkenfoto: D.JenseCement XXXIV (1982) nr. 10afstand van 10 m de invering van de blokken vari?ert van 6 mm naar 0 mmo In het overgangs-gebied naar het niet-afgeveerde bouwdeel zijn speciale blokken toegepast meteen nominaleinvering die correspondeert met de op die plaats benodigde invering.Ter plaatse van hetafgeveerde gedeelte iseen betonplaat overde paalkoppen gestort. Hieropkomen rubberblokken, waarover balken worden gestort. Op deze balken komt de begane-grondvloer. Alle rubberblokken blijven bereikbaar via kruipluiken in de begane-grondvloer.Voor eventuele vervanging van de blokken is ook hier een (hydraulisch) vijzelplan gemaakt.Vanwege de situering van de blokken in de kruipruimte zijn geen voorzieningen getroffentegen calamiteiten bij brand. Vanaf de begane-grondvloer wordt het gebouw verder opge-trokken uit gemetselde bouwmuren en ter plaatse gestorte vloeren. Ter plaatse van winkelsworden betonkolommen toegepast in plaats van gemetselde bouwmuren. Om vervormingenvan het casco bij vijzelwerkzaamheden mogelijk te maken, is de onderwapening ter plaatsevan de steunpunten doorgezet.De gemiddelde ~elasting op de rubberblokken is hier eveneens 85% van de nominalebelasting. De belastingspreiding is aanzienlijk minderdan bij 'het Pentagon'. Hetgemiddeldeis hier echter gedrukt omdat de blokken symmetrisch ten opzichte van de vijzelplaatsen,onder de wanden en kOlommen zijn geplaatst, wat extra blokken vereist.Koningsstraat (architect Theo Bosch; 22 woningen en 4 winkels, fig. 15).In het project Koningsstraat moeten 3 delen worden onderscheiden. Een deel op eenmetro-toegang, een deel op de buis en een deel in de 10 m strook naast de buis.Het gedeelte op de metro-toegang is op gelijke wijze behandeld als de eerder beschrevenprojecten Snoekjessteeg en Hoogstraat. Op de uitgang worden 4 woonlagen gebouwd.Het bouwdeel op de buis met een hoogte van 5bouwlagen isge?ntegreerd meteen stuwlucht-opening. Dit is een verticale kokerop het metrodek, waardoor de lucht die doordemetrotreinwordtvoortgestuwd kan ontsnappen. Destuwluchtkokerisvastverbonden metde metrobuis.De afgeveerde woningen zijn om de koker gebouwd. De rubberblokken liggen rechtstreeksop het metrodek. Daarover iseen balkrooster gestort, waarop verder een traditioneel gebouwmet gemetselde bouwmuren en in 't werk gestorte bouwmuren wordt gebouwd. Rondom destuwluchtkoker is in de eerste-verdiepingsvloer een kleine overkluizing ontworpen, Om tehoge randlasten te funderen op geschikte steunpunten in de metrobuis (fig. 16).Bij het berekenen van de belastingen in dit bouwdeel op de rubberblokken is rekeninggehouden met doorbuiging van het metrodek. Tevenszijn extra rubberblokken toegepast omaan de symmetrie-voorwaarden te voldoen. Na controle is gebleken dat wordtvoldaan aan degrenzen van nominaal-40% totnominaal + 10%, bij een gemiddelde belasting van 85%.De windbelasting wordt afgedragen via horizontale rubberblokken (foto 17). Aangezien alleblokken in de kruipruimte zijn geplaatst, zijn geen voorzieningen getroffen tegen calamitei-ten bijbrand. Ookvoorditproject iseen (hydraulisch)vijzelplangemaakt. Devoorzieningen inde vloeren, ten behoeve van de benodigde flexibiliteit in het skelet, bestaan eveneens uitdoorgetrokken onderwapening bij de steunpunten.Hetgedeelte naastde metrobuis isop gelijkewijze behandeld als omschreven voor hetprojectSt. Anthonies Breestraat.611
Reacties