Tabel 6Controle van de voor rekenvoorbeeld 3 (zietabel 5) gevonden optimale uithollingsgraadaan de hand van 3 variantenVoor de bij rekenvoorbeeld 3 gevonden optimale plaatafmetingen is een controle uitgevoerdaan de hand van 3 varianten. De resutaten van deze controle zijn samengevat in tabel 6.holle plaatvolle plaatvariant 1 variant 2 variant 3HQh00,292 m2,13 kN/m2,34 kN/m13,00 kN/m20,80,292 m1,06 kN/m2,34 kN/m13,06 kN/m20,40,292 m1,863 kN/m2,34 kN/m12,46 kN/m20,5850,292 m1,56 kN/m2,34 kN/m12,10 kN/m2') 2) 3) 4)1) De gevonden buigspanning is groter dan 12,10 kN/m2welkeinitieel als voorwaarde werd gesteld. Om beneden de toelaatbarespanningswaarde te blijven, moet de nuttige belasting wordenverminderd met 15%.2) Om beneden de toelaatbare spanningswaarde te blijven, moet ookhier de nuttige belasting worden verminderd, doch met 11,5%.3) Ook voor dit geval zal het niet overschrijden van de toelaatbarespanning een vermindering van q tot gevolg hebben met 6,5%.4) Optimale plaatafmetingen, zie tabel 5.ir.R.A.ThomasKortrijk, Belgi? Commentaarop het artikel Over de controleerbaarheid vancomputerberekeningen' van ing.LBakker, gepubliceerd inCement 1981 nr. 9 blz. 569-570In het artikel van ing.L.Bakker, waarop hiercommentaar wordt gegeven, werd al gemelddat binnen het technisch overlegorgaan vaneen aantal diensten van Bouw- en Wo-ningtoezicht een werkgroep bezig was methet opstellen van richtlijnen voor de presen-tatie van computerberekeningen. Wij kun-nen nu reeds meedelen dat het concept'Regelement Computerberekeningen' vandeze werkgroep in het volgende nummervanCement zal worden gepubliceerdRedactieIn Cement 1981 nr.9 publiceerde ing.LBak-ker zijn gedachten over de controleerbaar-heid van computerberekeningen. Als con-structeur heb ik meermalen tegenover men-sen gestaan zoals de heer Bakker; de oncon-troleerbaarheid van computerberekeningenis ook voor mijn gewetensrust niet altijd be-vorderlijk geweest.Daar de programma's zelf ontoegankelijkzijn, of als ze het wel zijn dikwijls een beroepdoen op functies en algorithmen die onspetje te boven gaan, zie ikals enige oplossingde oude benaderende berekeningen uit tevoeren, zoals we dat deden voordat de com-puter op de markt kwam.Nu kan dat op verschillende manieren ge-beuren:1. De met de controle belaste functionarismaakt zelf enkele eenvoudige berekenin-gen: dat gaat van 1/8g/2tot iets nauwkeuri-ger berekeningen aan de hand van tabellen-boeken, zoals die bestaan voor scheve brug-gen, vierendeelliggers, skeletten voor hoog-bouw enz. Veel van die tabellen zijn trouwensopgesteld met de computer (bijvoorbeelddie van de U.S. Portland Cement Associa-tion). Hierdoor wordt de vraag weer ver-plaatst naar de betrouwbaarheid van dezetabellen; de notoriteit van de uitgever speeltdan zeker een rol.2. De ontwerper voegt zelf bij zijn computer-berekeningen een met de hand opgesteldeberekeningsnota, waarin de meest kritischepunten worden berekend. Een verschil tus-sen deze twee dat groter is dan een bepaaldefractie van de veiligheidsco?ffici?nt, dientofwel te worden gerechtvaardigd, danwei teworden verdisconteerd.Deze methode is bovendien een verplichtecontrole voor de ontwerper zelf. Vooral moetworden gelet op verschil in voorteken ofrichting.3. Een methode die meer is aangepast aande huidige werkwijze is wel de controlebere-keningen te verweven in het juiste(re) groteprogramma en dit toe te voegen aan de in-wendige controle van de computer. Stapvoor stap volgen de twee programma's el-kaar; gaat het versch i I een bepaalde grens teboven, dan volgt er een foutmelding. Het kanzijn dat er een redelijke uitleg bestaat; er kanechter ook een werkelijke fout zijn begaan.Het controleprogramma moet als een rodedraad door heel de bewerking lopen en moetbovendien uitgaan van eigen ingevoerde ge-gevens, zodat ook hierop een controle be-staat ten aanzien van grootte, zin en teken. Ikzie deze methode vooral bruikbaar voor demiddelgrote berekeningen waarvoor bena-deringsmethodes bestaan. Bovendien meenik dat de verhoogde computerkosten ge-compenseerd worden doordegrotere zeker-heid en verminderde controletijd.4. Voor de hele grote programma's lijkt hetmij het beste de zaak langs twee wegen tebenaderen of een beroep te doen op schaal-modellen, fotogrammetrie e.d. Voor groteprojecten kan de toezichthoudende ambte-naar trouwens ook veeleisender zijn.Persoonlijk voel ik veel voor methode 3, diegaat in de zin van het computergebruik. Hetbetekent wel enige complicatie in het werkvan de programmeurs, maar is een argumentin handen van de computerlui om deargwaan van de 'civiele wereld' ten opzichtevan de 'fouten makende' computer uit dewereld te helpen.Cement XXXIII (1981) nr. 11 708
Reacties