verhoging van deconsistentie met10% 25% 50% 75% 100%verhoging watergehalte (in %)voor zetmaat............................verhoging watergehalte in %)voor schudmaatverhoging watergehalte (in %)voor getal van Po we r s . .0,8 1,9 3,4 4,8 6,04.4 10,7 20,2 29,0 37,01.53,5 6,4 9,0 11,3tabel 7. vergelijking van drie methoden voor de bepaling van deconsistentie van betonspecieDuidelijk blijkt uit tabel 1 dat van de drie consistentiemetho-dieken de zetproef de gevoeligste proef is, vervolgens deproef van P o w e r s en ten slotte de schudproef. Natuurlijkbleek dit ook reeds uit de gevonden waarden voor uit for-mule (7), die resp. bedroegen 12, 6,5 en 2,2.De beste proef voor het vastleggen van het watergehalte doormiddel van een consistentiebepaling is dus de zetproef. Ditgeldt dan voor zetmaten tussen ca. 2 cm en ca. 16 cm, metandere woorden zowel voor halfplastische betonspecie (zet-maat ca. 2 tot 6 cm, zie N 3051 -art. 1) als voor plastischebetonspecie (zetmaat ca. 6 tot 12 cm, zie N 3051 - art. 1).Dit is dus in tegenspraak met de G.B.V. 1962 die in een noot(blz. 25) vermeldt dat voor halfplastische betonspecie de schud-proef zich beter leent dan de zetproef.Wel is het zo dat de veel minder gevoelige schudproef overeen groter gebied geldigheid heeft voor het vastleggen vanhet watergehalte van betonspecie, dan de zetproef. Dit gebiedis ongeveer evengroot als het gebied dat wordt bereikt metde proef van Powers. De laatste proef is evenwel veel se-lectiever ten aanzien van een wijziging in het watergehalte.fig. 5. betrekking tussen de verandering van het watergehaltevan betonspecie en de verandering van het getal vanPowers (= aantal stoten)ir. H. W. Mooser Op 10 augustus j.l. overleed in zijn geboortelandZwitserland, de heer ir. H. W. M o o s e r, die geduren-de vele ?aren technisch-directeur en later gedelegeerddirecteur was van de N.V. Eerste NederlandscheCement Industrie (E.N.Cl.) te Maastricht.Bij de inbedrijfstelling van de fabriek, in 1928, werdhij benoemd tot bedrijfsingenieur; in 1933 volgde zijnbenoeming tot technisch directeur, welke functie hijvervulde tot zijn terugkeer naar Zwitserland in 1952,waarbij hij een band behield met de N.V. Enci doorzijn benoeming tot gedelegeerd directeur.Velen zullen zich zijner nog herinneren als de eminen-te directeur van een dynamisch bedrijf, die met inzetvan zijn gehele persoon de belangen diende die aanhem waren toevertrouwd en die daarnaast een be-minnelijk mens was, zeer gezien bij zijn ondergeschik-ten, bij zijn talrijke relaties en niet minder bij de vrien-den die hij zich in de Maastrichtse gemeenschap endaarbuiten had gemaakt.De begrafenis vond op 13 dezer plaats in Unterterzen(Zwitserland).Cement XV (1963) Nr. 8 477
Reacties