prof.ir.J.H. van den BroekBeton en architectuurU.D.C. 72.1.01:693.54Beton en architectuurImpressie betonskelet Gemeentemuseum,'s-GravenhageArchitectuur - de uiteindelijke vormverschijning van het gebouwde - is het resultaat vaneen creatieve potentie, waarmede doel en betekenis van een bouwopgave met geeigendetechniek en materiaal tot werkelijkheid worden gebracht.Architectuur-beschouwingen zijn in het algemeen gericht op de kwaliteit, waarmede doorcreatieve vormwil zulk een opgave is verwezenlijkt en vooral: in een gegeven maatschappe-lijk-culturele situatie als zodanig kenbaar is gemaakt.Voor de uitvoering daarvan is in de tegenwoordige tijd een veelzijdige technische mogelijk-heid en een uitgebreide sortering aan materialen beschikbaar, die enerzijds vrijwel elke indi-viduele vormgeving mogelijk kunnen maken, anderzijds de architectonische verschijning eeneigen karakteristiek kunnen geven.De grote historische architectuur-perioden zijn wat dat betreft veel directer en nadrukke-lijker bepaald door het van nature beschikbare materiaal: hout, klei, steen, en de werktuigenen de techniek waarmede zij bewerkt konden worden. Daarmede werd in het bouwen aller-eerst in de lijfelijke behoefte aan onderkomen voorzien: de hut of kraal met takken en bla-deren, soms afgesmeerd met leem, de blokhut uit boomstammen, de muren opgebouwd uitkeien, gedroogde of gebakken tichelstenen of zachte mergelsteen, en deze gestapeld of ge-metseld.Dat materiaal krijgt een veel grotere betekenis wanneer de maatschappelijke potentatesvorsten en priesters, de grote complexen voor henzelf en de samenkomsten hunner onder-danen (doen) bouwen: paleizen, kastelen, tempels en kerken.Zij moeten uit eigen intentie de conceptie daarvan bepaald hebben en de hoofdleidinggehad hebben van de construerende handwerkslieden en de versierende kunstenaars.Vanuit het primitieve bouwen voor lijfelijke beschutting ontwikkelt zich het monumentalebouwen in de grote architectuur-tijdperken en de vormen daarvan als natuurlijke consequen-ties van voorhanden zijnd materiaal en beschikbare techniek:? de Perzische en Chinese houtarchitectuur met hun gesneden en gepolychromeerde ver-sieringen, zoals deze zelfs nu nog bij sommige primitieve volkeren voorkomen;? een meer houdbare uitvoering met nog primitief gereedschap in (oorspronkeiijk zachte)natuursteen, in de alleroudste Egyptische en de Mesopotamische architectuur, om met debetere werktuigen voor de bewerking van harde natuursteen en later in grote afmetingente resulteren in de gigantische architraafbouw van Egypte en de verfijnde architectuur vanGriekenland;? de constructies met gedroogde of gebakken stenen blijken niet alleen rechte muren moge-lijk te maken, maar door de kleine afmetingen van de elementen odk de gewelven en koepelsin de Arabische, Byzantijnse, Romeinse en Romaanse architectuur, om in de Gotische rib-gewelven hun grootste triomfen te vieren.Vooral de laatste architectuurvormen laten door hun gewelf- en koepelconstructies ook eenveelzijdigheid in de inwendige ruimtevorm toe, waardoor zowel centraal-ruimten (met ver-ticale as) als gestrekte ruimten (met horizontale as) kunnen ontstaan, wier conceptie zekerniet zonder verband is met een metaphysische idee, resp. een (oosters?) contemplatieve eneen (westers?) actieve gerichtheid.Afgezien daarvan blijft het in verband van deze beschouwing belangrijk op te merken, datde grote architectuur-tijdperken niet alleen door hun architectonische conceptie worden be-paald, maar in belangrijke mate ook door hun constructieve principe worden gekenmerkt.Daarom is in de eeuwenlange ontwikkeling van architectuur en bouwtechniek de bouw-meester niet alleen monumentenbouwer, maar vooral ook de construerende vakman, die tenslotte in de Gotische bouwkunst in hoge mate mede de architectonische conceptie bepaalt.Dit verandert, als in Italie de Renaissance de (lett.) 'barbaarse' Gothiek afwijst, de klassieke(Grieks-) Romeinse architectuur herontdekt en deze imiteert als architectuur-schema. Inhaar adoratie voor wetenschap en beeldende kunst zoekt zij voor het bouwen niet meer naarde construerende bouwmeester, maar naar de beroemde vormkunstenaar, schilder of beeld-Cement XX (1968) nr. 1 3houwer. Het vormgevend ontwerp verliest daarmede de constructieve karakteristiek en dearchitectuur zijn constructieve grondslag; voor de daarop volgende Barok met zijn plastischevormen is het materiaalkarakter onverschillig; zij kunnen zowel in steen gehakt of gemetseldworden, als ook in minderwaardig materiaal gepleisterd en als imitatie geverfd worden.De volgende tijdperken worden 'stijl'-tijdperken, onderiing slechts onderscheiden door hundecoratieve versieringen naar de mode der heersers: de Lodewijkstijlen, het Rococo, deEmpire.De voorgaande, enigszins uitvoerige inleiding leek noodzakelijk om zich te realiseren, hoe deverdere ontwikkeling in. architectuur en bouwtechniek, sedert het zogenaamde industrieletijdperk voor twee eeuwen, begon en vooreerst een moeilijk, zelfs tragisch verloop had. Al-lereerst bracht de technisch-industriele ontwikkeling (met een eerste expositie in 1798 inParijs) eerst langzaam een wijziging van het psychisch-culturele aspect van de samenlevingmede, zodat daaruit (nog) geen impulsen voor een nieuwe eigentijdse architectuur verwachtkqnden worden. De concipierende architecten bleven zich als kunstenaars in een hoge ivorentoren voelen in het gezelschap van kunstenaars en geleerden, en niet als construerendevaklieden. Hun ontwerpen ontleenden zij gaarne aan historische en exotische voorbeelden,door archeologie en reisbeschrijvingen te voorschijn gebracht - enkele goede met een eigenidioom niet teniet gesproken. Klassicisme, eclecticisme en een vaderlands 'gothio revival'waren er het resultaat en karakteristiek van.Sommigen begrepen iets van de industriele ontwikkeling (Ruskin, Morris), beleden die metde mond, doch handhaafden in eigen werk de geest van het handwerk.1Crystal Palace, Lpnden2Bibliotheek St. Genevieve, ParijsDe techniek van het bouwen ging echterzijn eigen weg door de ontdekking en deontwikkeling van de nieuwe materialen:ijzer en beton, in de handen van construe-rende ingenieurs.Het ijzer, tot voordien alleen hulpmateriaal,kreeg als gietijzeren constructie-deel zelf-standige bouwtechnische betekenis (de eer-ste gietijzeren brug over de Severn bijCoalbrook-dale 1777-1779), en het wordtlater ook gebruikt in de utilitaire bouwwer-ken: fabrieken, spoorwegen, stations, endan terwille van de 'architectuur' omkleedmet historische facades of voorzien vannai'eve versieringen met historische orna-menten uit modelboeken.In 1851 grijpt het echter voor de wereld-tentoonstelling een monumentale conceptieaan: een gigantisch gebouw van 1851 ftlang (het jaartal!) en 80 000 m2oppervlak-te, voor de Wereldtentoonstelling in Londen(foto 1) - niet ontworpen door een artiest-architect maar door de realistische bouwerPaxton - gebaseerd op de constructies vanenorme kassen voor grote tropische plantenen samengesteld uit geprefabriceerde stan-daard-elementen van gegoten ijzer op degrootste glasmaat in 6 maanden tot standgebracht.De modeme architectuur (en in dit gevalvooral de glasarchitectuur) heeft blijkbaaraan de tuinarchitectuur veel te danken alswe verder bedenken, dat Monier die in 1867het patent aanvroeg op zijn bloembakken vanmortel met een wapening van ijzerdraad,ook al uit dat vak afkomstig was!Overigens heeft hij niet het beton uitge-vonden: dat was al bij de Romeinen bekendals een mengsel van steenbrokken en mor-tel (De koepel van het Pantheon is nieteen gespannen gewelf, maar een dikke koekvan dit beton in een gemetselde 'bekisting',blijkbaar zonder te grote spatkracht rustendop zware muren).En ook in oosterse landen: op meerdereplaatsen wordt asfalt als, of in mortel ge-bruikt (bitumenl beton = lat. betunium).De herontdekking van het beton in de wes-terse techniek dateert van 1774: de funde-ring van de Eddystone vuurtoren door deingenieur Smeaton.Maar de ontwikkelingsmogelijkheid van hetbeton begint in feite met de fabricage in1824 van het hydraulische portlandcementen de vulling van betonvloeren tussen ijze-ren liggers in 1829 door een dr.Fox, gevolgddoor een (Engels) patent in 1844.En, om van een enkele architect vroeg inhet industriele tijdperk wat goeds te zeg-gen: Labrouste ('Grand Prix de Rome', maarcriticus op de Ecole des Beaux Arts!) hadin de bibliotheek St. Genevieve (1843-1850)(foto 2) behalve een eerste vrijdragend ske-let van getrokken ijzer onafhankelijk van degevels, ook reeds in de (zeer dunne, mis-schien gepleisterde?) tongewelven een ijze-ren netwerk toegepast.3Rue Franklin 25, ParijsMaar het duurt tot ca. 1890, voor het 'ech-te' gewapend beton meer algemen toepas-sing vindt, in Amerika en vooral Frankrijkmet constructeurs als onder meer Henne-bique (1842-1921), alsmede de architect-in-genieur Perret in het bekende huis RueFranklin 25 te Parijs (foto 3) met een be-tonskelet en, ook in beton uitgevoerd, eenklassicistisch gevelschema (1903). En hetskelet verschijnt zichtbaar in de architectuurmet de bekende garage in de Ponthieu-CementXX(1968)nr. 1 4straat (1906) (foto 4) - het materiaal be-ton als volwaardig architeotuur-materiaal inde kerk te Le Raincy (1923) (foto 5).De Fransen schijnen voor expressieve mo-gelijkheden van het beton een duidelijk ge-voel te hebben gehad; een vroeg projectvan Tony Gamier voor een 'Cite Industriel-le' te Lyon (1901-1904) (foto 6) toont voorhet centraal station (de luifel!) als in eenapotheose een toekomstbeeld van beton-vormgeving, zoals dat eerst veel later totwerkelijkheid geworden is.Overigens is technisch het beton meerma-len door leken en bouwers voor hele huizengebruikt in plaats van het gangbare met-selmateriaal: Frank Lloyd Wright deed hetal in zijn Unity Temple te Illinois (1906)(foto 7), waar de materiaalstructuur duidelijkzichtbaar in de architectuurvlakken is (of4Garage Ponthieustraat, Parijsliever was, want het is later gepleisterd!).In Holland volgde Van 't Hoff hem in 1914met het bekende woonhuis in Huis ter Hei-de (foto 8) (het eerste in beton gebouwdehuis in Holland). Duiker & Wiebenga con-strueren de Nirwana-flat in Den Haag (foto9) (helaas niet voortgezet in de voorgeno-men stedebouwkundige compositie vanmeerdere eenheden), om principiele rede-nen ook aan de buitenzijde in naakt beton,al heeft men dat thans ook noodzakelijkmoeten verven.7Unity Temple, Oak Park (III./USA)5Notre-Dame, Le RaincyEen praohtig voorbeeld van totale beton-architectuur gaf Luthmann reeds in het radio-gebouw Kootwijk (1922) (foto 10), waar demonoliet structuur een vanzelfsprekende uit-drukking lijkt van een vrijwel academischecompositie in kubistische vormen.Ook in Holland is de geleidelijke aanvaar-ding der nieuwe bouwmaterialen: ijzer enbeton in hun karakteristieke betekenis vrijduidelijk na te gaan. In de 19e eeuw had-den ook hier de architecten zich niet zodruk gemaakt over de filosofie van het nieu-we industriele tijdperk; hadden ze wel detendens tot historische reminiscenties ver-8Woonhuis, Huis ter Heide6Station Cite Industrielle, Lyon (ontwerp)Cement XX (1968) nr. 1 59Nirwana-flat, 's-Gravenhagetoond (Neo-Hollandse Renaissance), maarevenmin geschroomd het nieuwe materiaalin nun interieurs van traditionele baksteenop te nemen: Dr.Cuypers met de toepas-sing van ijzeren hoofdliggers, bijv. in destations van Nijmegen en Amsterdam en inhet Rijksmuseum, door hun kleurbehande-ling als constructief architectuur-elementduidelijk aanvaard. Hetzelfde deed Krom-hout in het American Hotel te Amsterdam.En voor Berlage was de aanvaarding vande ijzeren kapspanten in het interieur vande Beurs in Amsterdam vanzelfsprekendvoor zijn gewetensvolle bezinning op eigen-tijdse architectuur. Dat wilde hij ook voorhet beton en hij trachtte het zelfs als archi-tectuurstramien, in 4925 voor de gevels van'De Nederlanden van 1845' (foto 11) te ver-werken, wat ons nu enigszins naief lijkt,maar toentertijd een moedige daad was.Maar als hij in 1926 het skelet van het inaanbouw zijnde Haags Museum in een krijt-tekening vastlegt, dan moet hij begrepenhebben, dat vormverschijning van het skeleteen eigen betekenis voor het bouwen inbeton is (voorplaat, blz. 2).En nog altijd is het doorzicht van het be-tonskelet dikwijls meer imponerend dan wan-neer het met een net pakje tot een gebouwis aangekleed!Want voor een belangrijk deel wordt nogaltijd het betonskelet (evenals trouwens hetstaalskelet) als een verborgen hulpconstruc-tie gebruikt als vervanging van een con-structie in hout.11'De Nederlanden van 1845', 's-Gravenhage12Woonhuizen Vroezelaan, RotterdamVoor een zichtbare verwerking van een be-tonconstructie heb ik mijzelf indertijd moei-te geven in het bouwblok Vroezelaan teRotterdam (1934) (foto 12), waar met namein de hoeken de betonconstructie met eigenaard in de baksteengevel aan de dag treedt.Zij, die het beton als volwaardig architec-tuur-element in totale zichtbaarheid wildenverwerken, hebben als uiterste consequentiedaarvan een glaswand als doorzichtige filmrondom het skelet gezien, zoals Mies vander Rohe zijn visioen van een kantoorge-bouw (1920/21) (foto 13), opgebouwd uitzichtbare 'werklagen'. Dit visioen houdt ze-ker verband met de architectuur-filosofie diezich van ca. 1910 tot ca. 1925 tot het13Model Wolkenkrabber/Mies van der Rohe14Woonflat, Belo Horizonte (Braz.)Cement XX (1968) nr. 1 610Radio Kootwijk'Nieuwe Bouwen' ontwikkeld heeft en diede technisch/functionele conoeptie als ba-sis voor architectuur verkoos boven eenrepresentatieve allure. Het is interessant,hoe de visie van Mies van der Rohe zich la-ter in realiteit manifesteert (Oscar Niemeyer;woongebouw in' Belo Horizonte - Brazilie(1961) (foto 14).Om misverstand te vermijden: het zondermeer opvullen van een betonskelet met glasvoert niet altijd tot echte architectuur, somswel (Duiker's 'Openluchtschool' - 1930)(foto 15). Daar is ook een architectonischebeheersing van compositie en structuurvoor nodig, zoals bij Duiker's 'Zonnestraal'(1925-1928) (foto 16) of de fabriek van VanNelle (1926-1930) (foto 17), het klassiekevoorbeeld van het 'Nieuwe Bouwen' in Ne-derland.16Sanatorium 'Zonnestraal' 15Openluchtschool,AmsterdamHet.is deze capaciteit, die de architectuur-filosoof Giedion deed spreken van 'a NewMonumentality', naar aanleiding van het be-kende project van Le Corbusier voor hetVolkenbonds-paleis in Geneve (1927) (foto18).Doorgaande ruimtelijkheid en doorzichtig-heid ('binnen gaat door naar buiten') heeftook met een metafysisch begrip te maken enhet speelt een rol in de vrije en plastischecompositie van open en gesloten construc-ties en massa's, die de samenhang van bin-nen en buiten interpreteren met de natuur als17Fabriek van Van Nelle, Rotterdameen aspect van de totaliteit van het bestaan.Le Corbusier is de grote apostel van dezeideeen geweest, waardoor de moderne ar-chitectuur-ontwikkeling tot de oorlog (en infeite ook daarna) in belangrijke mate be-heerst is gewordenDe architectonische totaliteit van dezestructuren is praktisch alleen door middelvan een betonconstructie te verwezenlijken,maar kan dan ook het prachtige voorbeeldvan de 'organische architectuur' van F. L.Wright in het huis 'Falling Water' (1936)(foto 19) - als in ruimte gebonden eenheidmet de natuur - opleveren.Het is- merkwaardig, dat c|e filosofie van devroege 'stijl'-groep (Van Doesburg - Oud- Van Eesteren - Rietveld) (1917-1931) overeen architectuur van ruimtelijke coordinatie-vlakken, niet in gegoten betonvlakken werdgerealiseerd - zelfs niet in het bekendeSchroder-huis in Utrecht van Rietveld (1924)(foto 20) - ofschoon dat misschien weldenkbaar zou zijn geweest.Al leverde zij geen directe bijdrage tot deesthetiek van de betonarchitectuur, haar be-lang ligt voornamelijk in haar filosofie vaneen totale (abstracte) ruimte, die zij doormiddel van gekleurde vlakken - en dezedan liefst variabel - tot inwendige flexibeleruimten individualiseert.Daartegenover heeft een romantische ar-18Volkenbonds-paleis, Geneve (ontwerp)Cement XX (1968) nr. 1 7chitectuur (vooral in Holland en Duitsland,ongeveer tussen 1915 en 1930) die in plaatsvan academische structuren meer uit is oppersoonlijke - en sterk plastische - vormen,meer directe affiniteit tot de betonbouw, dieimmers in prinoipe in elke vorm kan wordengegoten. Het is echter merkwaardig, dat debewogen vorm van de bekende ,,Einstein'-toren van Mendelsohn (1920) (foto 21) niet inbeton, maar in de plastische onderdelen metbehulp van gepleisterde baksteen is gereali-seerd. Alleen de met dit expressionisme ge-lieerde 'anthroposofische' architectuur heeftzijn vormen later in het Goetheanum teDornach (1923) (foto 22) trouwhartig in be-ton uitgevoerd.Na deze beschouwingen over de verwezen-19Kaufmann-huis,Bear Run (Penns./USA)20Schroder-huis, Utrecht21Einstein Observatorium, Potsdam22Goetheanum, Dornachlijking van beton in de architectuur, is hetbelangrijk ook aandacht te wijden aan hetvormresultaat van de constructieve inge-nieurstechniek, waarvan hiervoor al is ge-zegd, dat deze in de 19e eeuw naast deklassicistische en eclecticistische achitec-tuur zijn eigen weg was gegaan. Deze wegleidde tot een belangrijke ontwikkeling, be-heersing en vormconceptie van civiel-tech-nische objecten: bruggen en utilitaire ge-bouwen. Ongewild blijken zij echter achter-af ook tot de architectuur te behoren, alswij deze naar ons huidige begrip interpre-teren als de vormverschijning van het ge-bouwde, en niet alleen maar de gebouwen.In de civiele techniek imponeren ons in deeerste plaats de bruggen: de enorme hang-brug-combinaties van gespannen staalkabelIn Nederland zijn boogbruggen met een ruit-vormig windverband (bijv. die over hetTwente-Rijnkanaal) (foto 24) als een soortlouvre, prijzenswaardige voorbeelden vanvormverschijning en ook te apprecieren alstrouwhartige samenwerking van construe-rend ingenieur en vormadviserend architect.In het algemeen zijn balkbruggen (en via-ducten) nog gewoonlijk van wat men eenprimitieve vorm zou kunnen noemen, in her-innering aan de op ervaring gebaseerde'zeeg', al wordt het verloop daarvan thansdoor berekening van de spanningstoestandbepaald.Het schijnt een mode, om de vormgevingvan tussensteunpunten (vooral bij viaduc-ten) dikwijls te zoeken in een meer 'dra-matische' (overdreven feitelijk-actieve) vorm. van zgn. 'drie- en vierpoten'.23Salginatobel-brug, Schriers (Zwits.)24Brug over het Twente-Rijnkanaalen stijve rijvloer met hun grote spanwijdte,daarnaast de boogbruggen als typische be-tonconstructies met karakteristieke eigenvormen, die weliswaar op een vrijwel iden-tiek constructie-principe zijn gebaseerd,maar in de vormbeheersing, ondanks schijn-baar kleine verschillen, toch een verschil invorm-kwaliteit vertonen, die wij in de Salgi-natobel-brug van Maillart (foto 23) hoog aan-slaan op grond van de functionele expressievan zijn drie-scharnierboog en de fijnzinnigeverhouding tussen afstand en hoogte(n) inde rijvloer-ondersteuning.25Viaduct over Rijksweg nr. 75, MeerssenEnige recente voorbeelden, bijv. het viaductbij Meerssen over Rijksweg Nr. 75 (foto 25)worden onzerzijds van hoge functioneel-architectonische waarde geacht, wegens nunmonoliete eenheid van rijvlak en steunpun-ten.Een vroeg en belangrijk specimen van in-genieursbouw met creatieve kwaiiteit was deluchtschip-hangar van Freyssinet op Orly(1916) (foto 26): een constructie-vorm voorde doorsnede, gebaseerd op de ruimtelijkenoodzakelijkheid (het luchtschip), maar tech-nisch-economisch bepaald door de parabool-vorm, uitgevoerd in gevouwen liggers metdaartussen de lichtstroken: ook in ideele zineen 'lichtgevend' voorbeeld, nl. voor de ar-chitectuur-theorie van het zich baanbrekende'Nieuwe Bouwen', met als principe de tech-nisch-functionele economie in plaats vanrepresentatieve allure. En wat de construc-tieve toepassing van gevouwen vlakkenbetreft, deze heeft voor de overdekking vangrote ruimten niet alleen technische, maarook architectonische betekenis gekregen(grote zaal Unesco-gebouw, Parijs (arch.:Breuer, Nervi en Zehrfuss) (1952/58) (foto27) en maximale ruimtelijke betekenis in hetraadhuis te Marl, West-Duitsland (1965) (foto28).Overigens mag men de utiliteitsbouw (fa-brieken, magazijnen e.d.) zowel een tussen-gebied noemen tussen de bouwende civiel-ingenieur en de architect, alsook een domeinvoor onderlinge persoonlijke samenwerking.Zij heeft bovendien nlet alleen technische,maar ook sociale en representatieve beteke-nis, mag dus ook daarom tot het architec-tuurdomein worden gerekend. Anderzijdsdienen uitgesproken technische objecten,bijv. watertorens en communicatie-zendto-rens e.d., allereerst op hun technisch-con-structieve economie te worden beoordeeld,waarvoor goede voorbeelden van beton-'architectuur' (in de zin van beheersing dervormgeving) zijn te vinden, maar daamaastnog te veel mode-verschijnselen en formalis-tische architectuurvormen.Als actueel voorbeeld moge gewezen wor-den op de grote vormvrijheid, die de ont-werper van een enthousiaste opdrachtgeverheeft gehad bij de constructie van het filter-gebouw (foto 29) voor de RotterdamseDrinkwaterleiding op de Berenplaat (1961/66)(arch. W.G.Quist van Gemeentewerken Rot-terdam). Zonder te twisten over de kolom-afstanden moge geconstateerd worden, datde toegepaste optimale vierkante hyppar-schalen met tussengelegen glasstroken eenbelangrijke bijdrage hebben geleverd vooreen goed vormbegrip van constructieve be-tonarchitectuur.De beheersing van de betonconstructie opgrond van de berekening van belastings-en spanningstoestand heeft de betrouwbaar-heid van steeds grotere overspanningenkunnen waarborgen. Dit geldt vooral voorcentrale (koepel-)vormen, oorspronkelijk noggebaseerd op bekende boogconstructies, uit-gevoerd in gewapend beton in plaats vangemetseld: de vroege Jahrhunderthalle vanBerg in Breslau (1911/21) (foto 30), over-spanning 65 m, hoogte 42 m, is eigenlijkgeen beton-architectuur, wel de Sporthal vanNervi in Rome (foto 31) (overspanning 96 m,26Luchtschip-hangar, Orly28Raadhuis,Marl (Westduitsland)27 30Unesco-gebouw, Parijs Jahrhunderthalle, BreslauCement XX (1968) nr. 1 929Filtergebouw Berenplaat, Rotterdam31Palazzo dello Sport,Romehoogte ca. 40 m) (1959) in feite een koepel-vlak, dat als typische betonconstructie eengrotere kromtestraal toelaat dan de hal inBreslau.Gewichtsbesparing op grand van civiel-technische constructieberekeningen leverdenieuwe mogelijkheden voor zeer grate over-spanningen, nl. door middel van hangdakentussen hellende bogen. Zij zijn oorspronke-lijk ontwikkeld voor stadions, maar de ade-quate verwerking in de arohitectuur (zowelbinnen als buiten) is niet gemakkelijk (Con-greshal, Berlijn van Stubbins, 1957) (foto 32).Naast de reeds genoemde platte, gevouwenplaten als draagvlak met grote overspanning, 32Congreshal, Berlijnontstaan uit de studies der spanningstoe-standen nieuwe constructievormen: enkel endubbel gekromde (hypparschaal) vlakken, diede architecten tot dan toe in de arohitectuuronbekende ruimtevormen doen ontdekken,welke thans veelvuldig worden gebruikt ensoms met een nadrukkelijk nagestreefd ar-chitectuur-dramatisch effect (het thans inuitvoering zijnde Operagebouw te Sidneyvan Jorn Utzon) (foto 33).Als 'initiatiefnemers' voor de gekromde vlak-ken moeten genoemd worden: Torroja, Can-dela (foto 34) en Nervi, alle drie van oor-sprong constructeurs en eerst later mede alsvormgevende architecten gewaardeerd.Vooral de laatste heeft met zijn 'generfde'betonvlakken (hij heet dan ook Nervi I) inde Italiaanse bouwpraktijk gewoonlijk eenconcurrentie-succes op gangbare architec-ten-projecten behaald!Cement XX (1968) nr. 1 10De primair-mathematische vorm van het ge-kromde vlak kan op zichzelf zo krachtlg vanexpressie zijn (foto 35), dat zij zelfs als eenvolwaardig element een vorm-compositie kanbeheersen. Toch dienen architecten zich tehoeden voor toepassingen, hoofdzakelijk ge-richt op het effect hunner vormverschijning,om 'epater les bourgeois'.Wij moeten verwachten, dat beton en archi-tectuur nog niet aan het einde hunner co-existentie-in-totaliteit zijn. Vanouds bekendetechnieken blijken nog altijd architectuur-mo-gelijkheden te hebben; zelfs de figuraal ge-decoreerde 'normaal'-betonblokken (foto 36)als stapelmateriaal van F.L.Wright (1922/23)zijn nog gangbaar.Operagebouw,Sydney34Los Manantialos - restaurant, Xochimilco (Mex.)Het betonskelet blijft nieuwe betekenis krij-gen door de begane grbnd grotendeels opente laten en aldus open ruimtelijkheid in hetstedelijk beeld te behouden (foto 37).Belangrijk is de intentie, om het beton alsvolwaardig architectuurmateriaal te beschou-wen en het als zodanig te doen (her)kennen,door het ook in zijn eigen stoffelijkheid in35Cementhal Landesausstellung 1939, Zuricharch.: Maillardhet gezicht te brengen. Daarbij brengt de on-vermijdelijke onvolkomenheid van de giet-techniek en de blijvende afdruk van de be-kistingswijze een onzekerheid in het visueleresultaat met zich mee. Men kan trachtendeze op te heffen door zo glad en grootmogelijke bekisting te gebruiken (triplex,plaatstaal) en aldus zo glad mogelijk beton -te verkrijgen.36Millard-huis, Pasadena (Cal./USA)Anderzijds kan men 'van de nood een deugd'maken:? door een ongelijkmatig gietmengsel alseen karakteristieke verschijning te aanvaar-den (als atmosferische bezwaren dat nietonmogelijk maken), zoals Le Corbusier datsoms heeft gedaan en de architect Zavaroniin een kerk te Foucarmont met kennelijk op-zettelijk geforceerde grindnesten een gefigu-reerd-ruig oppervlak heeft gezocht.? door met de bekistings-elementen eenfiguraal 'spel' te spelen: accentuering dernaden door fijne ribjes of sponninkjes (waar-bij dikwijls onvolkomenheden optreden), ofjuist door zeer grove sponningen;? door in de vlakken de naden in ver-schillende richtingen als een dambord-pa-troon aan te brengen;? door opzettelijk slordige bekisting (on-gelijke dikte en breedte) te gebruiken, alsuitdrukking van het ruige betonkarakter (foto38).Zelfs kan zulk een opzettelijke ruigheid eenrol spelen in een kunstzinnige compositie(foto 39). En ook zonder kunstgrepen kanhet betonvlak door zijn eigen afmetingen vangrote majestueuze werking zijn (foto 40).37Zwitsers tehuis/Cite Universitaire, Parijsarch.: Le CorbusierCement XX (1968) nr. 1 1138Lehmbruck-museum,Duisburgarch.: LehmbruckTen slotte kon het zelfs als architectuur-materiaal worden geaccepteerd in het inte-rieur van zo iets deftigs als een concert-zaal: de Festival Hall in Tokio (1966) (foto41) heeft binnenwanden van ruig beton en 'betonplastieken in vrije vormen, die zowelakoestische als decoratieve betekenis heb-ben.Tegenover deze intentie tot ruige verschij-ning staat het afwijkend inzicht, dat betonmoet worden afgewerkt met afzonderlijkebeton-elementen, die, zorgvuldig geprefa-ceerd, beter tegen atmosferische invloedenbestand zijn. Om deze praktische redenmoet deze constructie in ons slechte Hol-landse klimaat toch wel mime toepassingvinden (foto 42). Zij kan daarbij zowel deconstructieve betekenis van het beton in defunctioned karakteristiek als zijn architec-tuur-aspeot kenbaar maken.In de T.H.-Aula te Delft (foto 43) kon degiettechniek als zodanig mede tot versohij-ning worden gebracht in die bouwdelen,welke niet aan regenslag blootstaan.Op de ontwikkeling van geprefabriceerdebetonelementen als economische produktie-vorm voor de samenstelling van woon- enbouwvormen wordt hier wegens het grote39Unite d'Habitation,Nantes-Rezearch.: Le Corbusier40Shinseisaku theater en41 cultureel centrum, Toky
Reacties