O n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eVoor schr if tencement 2000 4 85Om aan de behoefte aan kwali-teitsbeoordeling van niet-traditio-nele bouwproducten te voldoen,werd in 1970 de Belgische Unievoor de technische goedkeuringin de bouw (BUtgb) opgerichtdoor het Nationaal Instituut voorHuisvesting (NIH), het controle-bureau SECO en het Weten-schappelijk en Technisch Cen-trum voor het Bouwbedrijf(WTCB).Inmiddels zijn de taken overge-heveld naar het Ministerie vanVerkeer en Infrastructuur. Detechnische goedkeuring (ATG) iseen gunstige beoordeling van degeschiktheid voor de toepassingin de bouw van niet-traditionelesystemen, materialen, elementenen uitrustingen.Aangezien producten en syste-men voor het herstellen en be-schermen van beton nog niet vol-ledig zijn beschreven in normen,vallen ook deze producten onderhetstelselvandetechnischegoed-keuringen. De beoordeling slaatop de geschiktheid voor toepas-sing in de bouw. Dit betekent datniet alleen de intrinsieke eigen-schappen van het product ofsysteemwordenbestudeerd,maareveneens de verwerkings- en ge-bruiksvoorwaarden en de re?leprestatie-eigenschappen.Een gunstige beoordeling omvateen degelijk technisch advies, datrekening houdt met de stand vande wetenschappelijke kennis. Degeldigheidsduur is beperkt totdrie jaar. De technische goedkeu-ringen voor materialen of syste-men voor het herstellen van betonzijn tevens voorzien van een cer-tificaat. Dit houdt in dat aan dehand van regelmatige controlestoezicht wordt uitgeoefend op deovereenkomstigheid tussen hetgoedgekeurde product en de gele-verde producten.Elke aanvraag voor een techni-sche goedkeuring wordt bestu-deerddooreenuitvoerendbureau.Voor producten en systemen voorhet herstellen van beton zijn vijfuitvoerende bureaus opgerichtdie zich elk met een specifiekdomein bezighouden, namelijkUB 2.1-mortels, UB 2.2-coating,UB 2.3-injecties, UB 2.4-opge-lijmde wapening en UB 2.5- spe-ciale techniekenV o o r g e s c h i e d e n i sBetonreparaties zijn haast zo oudals het beton zelf. Uitvoeringsge-breken werden immers ook bijoude(re) constructies vastgestelden vereisten doorgaans een snelleingreep.Hetisechtervooralsindshet einde van de jaren 70 dat ereen snelle toename van schadewerd vastgesteld. Dit was meestalhet gevolg van duurzaamheids-problemen (corrosie).De eisen waaraan herstelmortelsin 1978 moesten voldoen werdenopgenomen in een ministeri?leomzendbrief. Tevens werdendiverse proefmethoden voor decontrole van de gestelde criteriaopgesteld. Ondanks het gebruikvan deze methoden nam de volle-dige proefprocedure al gauwenkele maanden in beslag. Hetwas dan ook niet langer mogelijkom, na toewijzing van de op-dracht, de proefprocedure nog opte starten zonder de gestelde uit-voeringstermijnen in het gedrangte brengen.Het is duidelijk dat zowel fabri-kant als opdrachtgever er belangbijhebbenomophetmomentvande toewijzing van een betonrepa-ratie zekerheid te hebben over degeschiktheid en aanvaardbaarheidvan de voorgestelde herstelpro-ducten. Door gebruik te makenvan de richtlijnen van de om-zendbrief konden leveranciers opelk ogenblik hun materialen latenbeproeven.Alsaanalleeisenwerdvoldaan, verleende de administra-tie voor dat product een homolo-gatie, waardoor het werd vrijge-steld van de prestatieproeven. Tercontrole van de op de bouwplaatsaangevoerde producten moestener alleen nog identificatieproevenworden uitgevoerd.Met de jaren ondergingen de pro-ducten diverse wijzigingen enmeer en meer werd duidelijk dateen herziening van de omzend-brief nodig was. Begin jaren 90werd besloten de eerste omzend-Belgische goedkeuringen voorbetonherstelproductenen -systemening. J. Jacobs en ir. V. Pollet, Technologische adviseerdienst `Herstellen van beton' gesubsidieerd door de Gewesten;ir. J. Vyncke, WTCBHet aandeel van renovatie en herstelwerkzaamheden in de volledige bouw-markt wordt de laatste tien jaar steeds belangrijker. Zo ook groeit het aantalbetonreparaties.Deuitbreidingvandemarktendecomplexiteitvandezerepa-raties hebben geleid tot een groot aanbod aan herstelproducten en -systemen.Bij gebrek aan normalisatie met betrekking tot het herstellen van beton heeftde Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouw enkele jarengeleden een gespecialiseerde groep opgericht. Zij heeft zich toegelegd op hetvastleggen van de criteria waaraan herstelproducten moeten voldoen om eengoedkeuring te kunnen krijgen.O n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eVoor schr if tencement 2000 486brief aan te passen aan de tech-nologischeevoluties.Hierbijwerdook rekening gehouden met de(tussentijdse) resultaten van dediverse CEN-werkgroepen (Co-mit? Europ?en de Normalisa-tion), die zich inmiddels op hetherstellen van het beton haddentoegelegd.Intussen zijn er reeds acht goed-keuringsleidraden afgewerkt enzijn er nog enkelen in voorberei-ding. De afgewerkte goedkeu-ringsleidraden zijn:G0007: Cementgebonden her-stelmortelsG0008: Bekleding ter bescher-ming van betonoppervlakken,blootgesteld aan weersinvloe-den, maar niet aan verkeerG0010: InjectiespeciesG0011: Bescherming van dewapening in geval van depas-sivatie door carbonatatie bijeen dekking van minder dan10 mmG0012: Cementgebonden egali-seermortelsG0013: Harsgebonden herstel-mortelsG0017: Bekledingen voor hetwaterdicht maken of ter be-scherming van betonnen op-pervlakken die permanent ofsemi-permanent in contactzijn met waterG0018: Herstelmortels voor hetverbeteren van de vlakheid ofde profilering van brugdekkenO p b o u w h e r s t e l s y s t e e mEeninallesituatiesbruikbareher-stelprocedure bestaat niet. Er zijnimmers te veel factoren die dekeuze ervan be?nvloeden. Ener-zijds is deze keuze afhankelijkvan de toestand van de construc-tie (carbonatatiediepte, corrosie,dekking, afbrokkeling), ander-zijds wordt zij bepaald door hetgewenste resultaat (uiterlijk,duurzaamheid). Bovendien moetsinds eind 1998 de keuze van debetonreparatiebeantwoordenaanNBNENV1504-9.DezeBelgischenorm komt volledig overeen metdeEuropesevoornorm.Hetisdanook uitgesloten om een herstel-methode voor beton voor testellen of uit te voeren zonder eenvoorafgaande inspectie van detoestand.Tijdens dit onderzoek wordt deomvang van de schade vastgelegden worden de schadeoorzakenge?dentificeerd. Ook wordt de sta-biliteit van de constructie voor,tijdens en na de werkzaamhedengecontroleerd en de bruikbaar-heid van de herstelmethode ge?-valueerd.Doorgaans bestaat de gekozenbetonreparatie uit een aantallokale reparaties, al dan niet aan-gevuldmeteenherstelmortel,eenegaliseermortel of een bescher-mingsbekleding op het volledigebetonoppervlak.De goedgekeurde beschermings-bekledingen en egaliseermortelskunnen ook preventief wordenaangewend om de verouderingvan het beton (carbonatatie enroestvorming) af te remmen.V o o r b e r e i d e n d ew e r k z a a m h e d e nVoordatdeherstelproductenkun-nen worden aangebracht, moethet betonoppervlak degelijk wor-den voorbereid. Om de werk-zaamheden uit te voeren, over-eenkomstig de richtlijnen van degoedkeuringen, betekent dit dathet te behandelen oppervlak moetworden gesondeerd en alle tebehandelen zones moeten wor-den aangeduid.Na akkoord van de opdrachtgeverworden deze zones met een min-stens 5 mm diepe zaagsnede af-gebakend. Deze zones hebbendan de vorm van een willekeurigeveelhoek. Binnen deze zoneswordt al het niet-hechtende ofminderwaardige beton tot op hetgezonde beton verwijderd. Deminimale diepte bedraagt 5 mmen abrupte dikteverschillenmoeten worden vermeden. Tij-dens deze werkzaamheden mager op geen enkel ogenblik eenrisicoontstaanvoorhetbezwijkenvan het element of van de struc-tuur.Tijdens de planning van dewerken moet met de mogelijkegevolgen van de plaatselijk ver-minderde betondoorsnede reke-ning gehouden worden. Na dezevoorbereiding komt de opper-vlaktehechtsterkte van de onder-grond minstens overeen met devereiste hechtsterkte van de her-stelmortel.Alsditnietmogelijkis,moet de treksterkte van het betonaan het oppervlak minstens gelijkzijn aan de treksterkte van hetbeton in de massa.Nadat het niet-hechtende of aan-getaste beton is verwijderd, kanhet volledige oppervlak doormiddel van bijvoorbeeld gritstra-len worden ontdaan van alle ele-menten die een goede hechtingkunnen verhinderen. De behan-deling moet er tevens voor zorgendathetoppervlakvoldoendewordtopgeruwd om een goede aan-hechting te kunnen realiseren.De vrijgemaakte wapening moetworden ontdaan van alle loszit-tende roestdeeltjes. De gewenstezuiverheidsgraad is vermeld in deATG. Daarna wordt het heleoppervlak grondig van stof ont-daan door middel van olievrijeperslucht. Er kunnen ook anderetechnieken voor het reinigen vanhet oppervlak worden gebruikt(bijvoorbeeld waterstralen onderzeerhogedruk).Dezewerkwijzenmoeten echter technisch gelijk-waardige resultaten opleveren.De herstelmortel of de hechtlaagmag slechts worden aangebrachtop een voldoende vochtige onder-grond, zonder dat er zich hieropeen waterfilm bevindt. Hiervoormoet het voorbereide oppervlakminstens twee uur voor het aan-brengen van de mortel grondigworden bevochtigd.D e p a s s i v a t i e t e n g e v o l g ev a n c a r b o n a t a t i eAls de betonschade te wijten isaan depassivatie van de wapeningten gevolge van carbonatatie,kunnen de specifieke aanbevelin-gen van de goedkeuringsleidraadvoor cementgebonden herstel-O n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eVoor schr if tencement 2000 4 87mortels (G0007) worden gehan-teerd. Indien corrosie een gevolgis van een overmaat aan chloridenvolstaan deze oplossingen niet enstelt de leidraad voor een aange-paste herstelprocedure ter goed-keuring aan de opdrachtgevervoor te leggen.Volgens goedkeuringsleidraadG0007 wordt de hoeveelheid be-ton die rond de roestende wape-ning moet worden weggehakt,bepaald door de dekking, de hoe-veelheid corrosie, de carbonata-tiediepte en de uiteindelijk te ver-wachten dekking. In sommigegevallen moet alleen het loszit-tende beton weggehaald worden,maar als de corrosievlek meer dandehelftvandeomtrekvandestaafbedekt, moet ook het beton achterda wapening worden weggehakt.Samenvattend betekent het datals de uiteindelijke dekking meerdan 20 mm bedraagt, er geen bij-komende beschermende maatre-gelen moeten worden getroffen.Isdedekking,nareparatie,tussen10 mm en 20 mm, dan moet eentegen corrosiebeschermende laagop de blootgelegde wapeningenworden aangebracht. Als de dek-king minder dan 10 mm is, moetnaast de wapeningsbeschermereen beschermbekleding op hethele oppervlak worden aange-bracht. Bovendien moet dit volle-dige systeem ook nog beproefdworden volgens de richtlijnen vaneen andere goedkeuringleidraad(G0011).I n h o u dg o e d k e u r i n g s l e i d r a a dOm het gebruikersgemak van deleidraden voor het herstellen vanbeton te bevorderen, hebben zeallemaal eenzelfde structuur.In het eerste hoofdstuk van elkegoedkeuringsleidraad wordt hettoepassingsgebiedafgebakend.Ditbehelst niet alleen een omschrij-ving van de producten waarvoordeleidraadvantoepassingis,maartevens een overzicht van de uit-voeringsomstandigheden en deidentificatievandedrager,waaropze kunnen worden aangebracht.Om het gevaar voor een verkeerdeinterpretatie van de diverse ge-hanteerde begrippen tot eenminimum te beperken, wordt inelke leidraad een soms lange lijstdefinities opgenomen. Tijdensvergaderingen werd geregeldvastgesteld dat de meest eenvou-dige begrippen op verschillendemanieren kunnen worden ge?n-terpreteerd.G o e d k e u r i n g s v e r e i s t e nVoordat kan worden besloten ofeen product of systeem goedgeschikt is voor een bepaalde toe-passing, wordt nagegaan of hetbeantwoordt aan een aantal ver-eisten. Elke leidraad bevat eenaantal algemene vereisten, waar-aan elk product dient te voldoen.Hierbij worden bijvoorbeeld deeisen ingedeeld met betrekkingtot verwerkbaarheid, hechting endergelijke. Daarnaast zijn eenaantal specifieke vereisten opge-nomen, waaraan het productslechts moet voldoen als er sprakeis van bijzondere toepassingen ofeigenschappen.In sommige leidraden wordenook bijkomende specifieke ver-eisten vermeld (bijvoorbeeld dif-fusie-eigenschappen). Hiermeeworden vooral die eigenschappenbedoeld die niet direct van belangzijn voor de reparatie of bescher-ming van het beton, maar die bijde keuze van het product toch eendoorslaggevende factor kunnenzijn (kleurvastheid, anti-graffiti,slijtvastheid).V e r w e r k i n gDe producten die bij het herstel-len van beton worden gebruikt,vergen een juiste verwerking,anders kan het resultaat zeerteleurstellend zijn. De goedkeu-ringsleidraden geven daarom eenalgemeen overzicht van de facto-ren die optreden tijdens de uit-voering en die een (negatieve)invloed kunnen hebben op heteindresultaat. Vooral de toestandvan het te herstellen beton en deklimatologischeomstandighedenworden hierbij in ogenschouwgenomen. Het is echter duidelijkdat het belang van deze factorenvolledig afhankelijk is van degevoeligheid van het herstelpro-duct.B e p r o e v i n g s m e t h o d e nBij het vastleggen van criteriamoetstelselmatigwordenvermeldop welke manier de betrokkenparameter kan worden gemeten.Voor de meeste eigenschappenzijn door verschillende laborato-ria immers verschillende proef-methoden uitgewerkt. Veelalleiden de verschillen in beproe-vingsmethode ook tot verschil-lende resultaten, zodat het verge-lijken ervan zeer moeilijk is. Deselectievandevoorgesteldeproef-methoden is in een niet geringemate be?nvloed door de vooruit-gang van de werkzaamheden inde Europese normencommissie.Aanbieding van de productenDe diverse producten mogen opde bouwplaats worden aangebo-den op een zodanige manier dathet zo goed als uitgesloten is zeverkeerd te verwerken. Het volle-dige systeem moet uitgebreid engedetailleerd worden beschrevenoptechnischefiches.Hieropstaande verschillende producten ver-meld, hun functie en hun ver-werkingsvoorschriften.Op de etiketten van de verpakkingmoet bovendien alle informatievermeld worden, die nodig is omde kwaliteit ervan te beoordelen.Hieronder wordt verstaan onderandere het aantal componentenen mengverhouding, productie-nummer, datum, bewaartijd,bewaarvoorschriften en het ATG-merk en nummer van goedkeu-ring.K w a l i t e i t s c o n t r o l eOm een goedkeuring met certifi-caat af te kunnen leveren, moet deproductie gedurende de geldig-heidsperiodevandegoedkeuring,onderworpen zijn aan een zelf-controle en een externe controle.Doorgaans zijn er vier bedrijfsbe-O n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eVoor schr if tencement 2000 488zoeken per jaar gepland. Tijdenseen dergelijk bezoek wordt dezelfcontrole gecontroleerd enkunnen stalen genomen wordenvoor een controle in een externlaboratorium. Als de productievan het goedgekeurde productreeds onderworpen is aan eenexterne kwaliteitscontrole, kanhet uitvoerend bureau beslissende controles tot de helft te redu-ceren.Het zou te ver leiden om alle criteria van al de goed-keuringleidraden hier samen te vatten. Bij wijze vanvoorbeeld wordt de goedkeuringsleidraad G0007 voorcementgebonden herstelmortels nader toegelicht. Zoalseerder reeds vermeld, zijn de andere op eenzelfde ma-nier samengesteld.G0007: Cementgebondenher stelmor telsDeze goedkeuringsleidraad bepaalt :? de technische eisen waaraan de cementgebondenherstelmortels moeten voldoen;? de voorbereidingswijze van de drager voor het aan-brengen van de mortel;? de technische eisen waaraan de bekledingen voor debescherming van de wapeningen moeten voldoen.Het herstelsysteem, dat onderdeel uitmaakt van dezegoedkeuring, wordt gevormd door de herstelmortel, deeventuele aanhechtingslaag en de eventuele bekledingvoor de bescherming van de wapening.TerminologieDrie types herstelmortel worden gedefinieerd :? herstelmortel: deze mortel is aan te brengen inlaagdiktes van minstens 5 mm ter reparatie vangebreken en beschadigingen van het beton;? egaliseermortel: deze mortel kan aangebracht wor-den op beton of op een herstelmortel. De laagdiktevarieert van 2 tot 8 mm. De criteria zijn terug tevinden in goedkeuringsleidraad G0012;? beschermingsplamuur: deze mortel vormt een dunnebeschermende laag met een dikte van ongeveer 2 mm.Zij behoren tot de groep minerale bekledingen diein goedkeuringsleidraad G0008 aan bod komen.Ook andere begrippen zoals gemodificeerde cementge-bonden mortel, aanhechtingslaag, beschermingsbekle-ding voor het beton of ter bescherming van de wape-ning, curing-compound en dergelijke komen in dithoofdstuk aan bod.ToepassingsgebiedDe nominale laagdikte van de herstelmortel is 10 mm,met een minimum van 5 mm. In ??n laag is de laag-dikte beperkt tot 15 mm, behalve in zeer locale zones.Als grotere diktes kunnen worden aangebracht, moetde aanvrager dit bij zijn aanvraag melden en moet eenbijkomende verwerkbaarheidsproef worden uitgevoerd.De goedkeuring heeft betrekking op alle mogelijke hel-lingen van de drager (horizontaal, verticaal en tegenhet plafond). Als een beperkter toepassingsdomein isgewenst, worden de proeven hieraan aangepast.In functie van de mechanische eigenschappen wordenvier categorie?n gedefinieerd:Categorie 1 : Herstellen van oppervlakkige schade enesthetische gebreken.Categorie 2 : Categorie 1, maar bovendien ook voorstructurele herstellingen.Categorie 3 : Categorie 2, maar met bijkomende eisenmet betrekking tot mechanische sterkte en duur-zaamheid, met uitsluiting van mechanische afslij-ting.Categorie 4 : Categorie 2 of 3, maar onderhevig aanmechanische afslijting.GoedkeuringsvereistenDe mortel moet goed verwerkbaarheid zijn. Dit wilzeggen dat een plaat van 50 cm bij 100 cm boven hethoofd moet kunnen worden bekleed met de herstel-mortel bij verschillende temperaturen. Na zevendagen mogen er onder een lat van 50 cm geenoneffenheden groter dan 2 mm worden vastgesteld.Bovendien mag de mortellaag na 28 dagen geenscheuren vertonen.Na 28 dagen worden tevens de mechanische eigen-schappen van de mortel beoordeeld. In onderstaandetabel zijn de vereisten voor categorie?n 1 en 2 opgeno-men. Voor categorie?n 3 en 4 moeten deze waardenworden aangepast aan de specifieke omstandigheden.De waarden tussen haakjes betreffen de minimaleindividuele waarden.Categorie 1 Categorie 2Hechting (N/mm2) 1,8 (1,4) 2,4 (1,9)Buigtreksterkte (N/mm2) 7 8Druksterkte (N/mm2) 30 40Het chloridegehalte bedraagt maximaal 0,04 % vande massa droge verharde mortel.Op een aantal kernen, die uit de bovenvermelde pla-ten worden genomen, worden duurzaamheidsproevenuitgevoerd. Na een reeks vorst-dooi cycli moet de over-blijvende hechtsterkte groter zijn dan 85 % van deiniti?le waarde. Na 1 jaar natuurlijke verouderingmoeten de resultaten minstens 80 % bedragen.Aan deze lijst algemene vereisten kunnen ook specifie-ke vereisten, zoals bestandheid tegen dooizouten entegen carbonatatie, worden toegevoegd. Daarnaastzijn er enkele proeven voorzien om de geschiktheidvan de wapeningsbeschermer te beoordelen.Om de constante samenstelling van de diverse compo-nenten te kunnen controleren wordt aan dit proeven-programma een reeks identificatieproeven toegevoegd.O n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eVoor schr if tencement 2000 4 89I n h o u d g o e d k e u r i n gDe technische goedkeuringenmoeten het vergelijken van dediverse aangeboden productenvergemakkelijken. Het is dan ookbelangrijk dat de afgeleverdedocumenten op dezelfde manierworden samengesteld. De inhoudbetreft achtereenvolgens onder-werp, materialen, inlichtingenover productie en commercialisa-tie, verwerkingsvoorschriften, re-sultaten van de proeven en infor-matie over verpakking.B e s l u i tVoor een groot gedeelte van deproducten die kunnen wordengebruikt bij reparatie of onder-houd van beton zijn inmiddelscriteria en keuringsmethodenvastgelegd. Het blijft evenwelonomstotelijk dat deze eigen-schappen slechts kunnen wordengerealiseerd, als de verwerkingervan niet oordeelkundig ennauwgezet gebeurt. Het is danook de bedoeling om in de toe-komst niet enkel de producten,maar ook de verwerkers ervan ineen kwaliteitsbeoordelingssys-teem op te nemen. De eerstegesprekken voor een `goedkeu-ringsleidraad' voor betonherstel-lers zijn intussen gestart. sB r o n n e n1. Belgisch Instituut voor Nor-malisatie, NBN ENV 1504-9,Producten en systemen voorde bescherming en herstellingvan betonconstructies. Defini-ties, eisen, kwaliteitsborging,conformiteitsbeoordeling.Deel 9: Algemene principesvoor het gebruik van productenen systemen, Brussel, BIN1997.2. Belgische Unie voor de techni-sche goedkeuring in de bouw:Cementgebonden herstelmor-tels, GoedkeuringsleidraadG0007, Brussel.3. Henderieckx, F., De BelgischeUnie voor de technische goed-keuring in de bouw. Oorsprongen huidige situatie. Brussel,WTCB-tijdschrift nr. 2, 1993.ENCI-Studiefonds ??n jaaractief!Doel van het ENCI-Studiefonds,begin 1999 opgericht op initia-tief van cementfabrikant ENCI,is het stimuleren van het beton-onderwijs in Nederland, overde gehele breedte van VMBOtot Universiteit. Daartoe geefthet fonds financi?le ondersteu-ning aan instellingen, personenof organisaties die zich op ditterrein verdienstelijk maken. Hetbestuur van het ENCI-Studie-fonds, dat wordt gevormd doorENCI en Betonvereniging, laatzich adviseren door vertegen-woordigers van de relevanteonderwijsniveaus.In haar eerste jaar heeft het ENCIStudiefonds aanvragen ontvan-gen van uiteenlopende aard. Eendeel van die aanvragen betrofprojecten ter ondersteuning vanop de betonpraktijk gerichtelessen in het VMBO en MBO.Daarnaast zijn vanuit het MBO,HBO en WO verschillende ver-zoeken ontvangen voor financi?lebijdragen in studiereizen. Ver-der is onderwijsondersteunendesoftware aangeschaft voor eenaantal hogescholen en universi-teiten.Naast deze eenmalige subsidiesis het ENCI-Studiefonds ookenkele langer lopende verplich-tingen aangegaan. Zo sponsorthet fonds voortaan de jaarlijkseENCI-Studieprijs en de docen-tendagen voor het MBO en HBO,alsmede een leerstoel aan de TUEindhoven.Meer informatie:Betonvereniging, Fred van Geesttel. (0182) 53 92 33Een systeembekisting voor het ROC-Utrecht, een triltafel voor het AlmendeCollege uit Ulft, de betonnen kano van de Eindhovense studentenverenigingKoers, een studiereis van het Nova-college uit Beverwijk naar het Expo2000-terrein in Hannover, het zijn enkele voorbeelden van projecten waaraan hetENCI-Studiefonds in het eerste jaar van haar bestaan financieel heeft bijge-dragen.
Reacties