CementXXII(1970) nr.2
Onderwaterbeton Bewerking
door
L.Stavast, ing.,naargege,vens
verstrekt
door
CUR-commissie C
17
'Onderwaterbeton'
UD.C.693.54:666.97.033.3:620.16-434.1
Onderzoek vanpraefcilinders
uit
onderwaterbeton
InCement nr.5
van
mei 1967, werd
een
tijdens de
15e
Researchdag vandeCUR
door
ir.J.H. vanLoenen uitgesproken verslagopgenomen. In
dit
verslag
werd
meldinggemaakt
van de
instelling
van CUR-commissie C
17,
diezich
tot
taak hadgesteld: 'hetuitvoeren
van beton enbetonconstructies onderwater, diepgaandte
onderzoeken enwel speciaal
met
hetoog opdie constructies dieeen integrerend onderdeelvanhettotale
bouwwerk
vormen'. Aan
beton
vandergelijke constructies dienenuiteraard hogeeisen teworden
gesteld.
Het betononderzoek vandebouwwerken waarbijbetonnen,
alof
nietgewapende, construc
tiedelen inreeds verharde toestand
onder
water
wordengebracht, is
voorlopig
buitenbe
schouwing gelaten.
Het eerste envoornaamste deelvan
het
onderzoek heeftbetrekking op
het
inonverharde
toestand onder
water
brengenvanhetbeton
en
alle daarmee samenhangende problemen
en
vragen,zoals:
? de methode vanaanbrengen endewijze vanverwerken;
? de samenstelling vandebetonspecie, daarbijinbegrepen hetal
of
niet toepassen van
bepaalde hulpstoffen;
? de eigenschappen vanhetverharde beton;
? de duurzaamheid van
het
beton.
Dit
onderzoek,datplàats hadvaneind 1966
tot
eind1968, isbegonnen methetdiepgaand
volgen vaneen aantal praktijkgevallen, waartoeinhet hierboven genoemde verslagde
medewerking
werd
gevraagd vandieinstanties, welkeinde daarop volgende
tijd
het
voornemen
ha~den
bepaalde onderwaterconstructies
uit
te
voeren.
Hierbij
werdendewerkzaamheden vanafhetbeginstadium,
het
vaststellen vandewijze
van vervaardigen vanhet
betreffende
constructiedeel, nauwkeurigenop de
voet
gevolgd.
Ditzelfde goldvanzelfsprekend
ook
voor
hetuitvoeringsstadium,
terwijl
tenslotte, nadathet
beton voldoende wasverhard, bijelk
werk
een aantal boorkernen werdgenomen, teneinde
deze, ineen aantál gevallen naasteenserie proefstukken, die zowel
onder
alsboven
water
gemaakt waren,
te
kunnenbeproeven envergelijken. Bovendien
werd
hiermee
een
overzichtverkregen vande
betonkwaliteit
zoals die
wordt
toegepast, terwijl
ook
eeneerste
vergelijking vanderesultaten vandeverschillende uitvoeringsmethoden mogelijkwerd.
Het onderzoek vandeboorkernen bestond
uit
een
visuelebeoordeling
voor
wat
betreftde
mate vanuitspoeling endevorming vanholle ruimten, enhet bepalen vandedruk- en
splijtsterkte vanhieruit genomen proefcilinders. Daarnaastwerdenzoweltijdens deuit
voering genomen monstersvandebetonspecie als
ook
uit
deboorkernen verkregenmon
sters, opsamenstelling onderzocht.
Alle uit
dit
onderzoek verkregengegevenszijnten
slotte
inhet in
oktober
1969 gereed
gekomen
TNO-rapport
nr. BI"69"82/04.3.01.301 verzameldenbeschreven. Deinhet rapport
vermelde resultaten betreffeneenachttal niet
metname
genoemde bouwwerken.
In
dit
artikel zalworden getracht ineen beknopt overzicht demeest kenmerkende pIJnten
vandit
onderzoek
te
vermelden,
terwijl
in
een
volgend artikel
een
overzicht zalworden
gegeven vandebevindingen vanhetbijTNO uitgevoerde laboratoriumonderzoek,
wat
voornamelijk betrekkingheeftopdewijze vanvervaardiging vanonderwaterbeton, met
gebruikmaking vandiverse chemische hulpstoffen.
De
resultatenvan
dit
onderzoek zijn
eveneens ineen
TNO-rapport
verwerkt
(nr. BI-69-18/04-3.01.301).
De "geïnteresseerde lezerzalvanzelfsprekend inde beide hierboven genoemde rapporten
een uitvoerige bespreking aantreffenvandeuitgevoerde proevenende daaruit verkregen
resultaten enconclusies.
Het
werk
van deCUR-commissie isnog nietbeëindigd, maarzijmeent tochreeds enkele
tendenzente
kunnen signaleren
die
eenmeer algemene bekendheid verdienen.Decommis
siehoopt
binnen enige
tijd
hetonderzoek
af
te
ronden
en
dan een rapport
ter
publikatie
aan deCUR aan
te
bieden. Daarinzullenzijnverwerkt: deaanbevelingen
voor
betonsamen
stelling enuitvoering
van
onderwaterbeton.
60
BouwwerkIBij
heteerste
bouwwerk
bestond deonder
water
te
vervaardigen constructie
uit
een
vloer
meteenvariërende
dikte
van
1,50
tot
2,75
m.
Deze
vloer
diende ineerste instantie als
bodemafsluiting vaneenstalen damwandkuip, terwijl
in
definitievetoestandheteigen ge
wicht vandetotale constructie endeoptredende krachtenalsgevolg vanijsgang, viade
damwand,
door
de
vloer
worden overgebracht naardedraagkrachtige laag.
De
vloer
is
vervaardigd volgensde'prepaktmethode' .
Na
het
aanbrengen van
de
onder-enbovenwapening en
het
onder
water
aanbrengenvan
1 meter langeankers 0
25
mm
aandedamwand,
werd
de bouwkuip
tot
aan debovenzijde
van de
vloer
met
grind
gevuld, waarna
over
detotale vloeroppervlakte
40
stuksinjectie
pijpen 0
32
mm
werden
aangebracht, meteenafstand van
3m
hart
op.
hart.
Geïnjecteerd
werd
met eenspecie bestaande
uit
750
kg
hoogovencement klasse
A,
5kg
'intrusionaid'(hulpstof) en
10:40
kgzand
per
m3
?De
water-cementfactor was
0,51
-0,52.
Dit
isper
m3beton ca.
300
kgcement.
Na een verhardingstijd
van
2tot
21j2
week
werd
debouwkuip leeggepompt ende
vloer
geïnspecteerd. Tevens
werd
eendrietal cilinders
geboord
(fig.
1),
waarbij ondermeeris
gebleken datdeaanhechting tussengrindenspecie slechter isdan bijnormaal gemengd
beton. Plaatselijk kwamenholle,.nietgeïnjecteerde ruimten
voor
onder
degrindkorrels en
de wapeningsstaven, evenals
d1:iar
waar
veelfijngrind aanwezig was.
De
bovenlaag had
ten gevolge vaneen aantal- in
het
rapport metname genoemde oorzaken,
over
eenhoogte
van ca.
40
cm
een
zeerslechfe
kwaliteit
enwas plaatselijk nietgeïnjecteerd. Bovendien
ontbrak
onder
de bovenwapening plaatselijkhetgrind, doordat eenmaaswijdte van
20
cm
was toegepast.
De
hierboven
genoemde gebrekenmanifesteerden zichduidelijk inde verkregen druk
sterktecijfers vandeuitde boorkernen gezaagdecilinders.
Voor
dit
betonwaren deze
cijfers resp.
183,88,160
en
103
kgf/cm
2
?De
holle ruimten ende reeds genoemde slechte
aanhechting tussenmortelengrind, waren verantwoordelijk
voor
delage sterktecijfers die
onderling
sterk
verschilden.
=0
PROEFSTUK
_0
PROEFSTUK
=0
PROEFSTUK
E
2
A
no.I
no.I!
7
no.m
I
?
?
4
1
0
?
, 8 ?
17
??C~I.E
2
1~
?
25
5 ?
I
4
9 ?
3
35
?
I~
cyl.S
,.YI.D'
6
F
49
?
.=ch(m.
analys(
53
.=
C:h(m.analysè
.LLhomogeen d5 113-128 B 202 605 - d2 56- 71 B 37 448 - s1 17- 32 B 202 - 38 s1 2- 13 B 37 - 40 s2 73~ 86 B 202 - 43 s2 35~ 50 B 37 - 40 s3101-113 B 202 - 46 s3 71~ 88 B 37 - 46
73
87
161 78
13
34
34
40
35
379
35 460
35 396
35 -32
35 -32
35 -35
35 372
35 369
35 420
35 -39
35 -40
35 -33
35 442
35 413
35 402
35 464
35 -39
35 -36
35 - 41 35372
35 462
35 189
35 -34
35 -40
35 -
12
374
zeer homogeen
homogeen, dochmetgrindlaag
zonder mortelop
40 cm diepte
homogeen, dochmettwee
losse grindlaagjes
hoofdzakelijk
mengselvan
cement
en slib
\I
lhomogeen, dochmet
\ cement-slib lagen
(
~
~
34
38
32
380
427
410
VIII I dl 25- 55 B sl 25- 55 B s2 60- 85 B s3 60- 85 B 1I dl 25 M d2 50 M d3 75 M sl 15 M s2 35 M s3 60 M 111 dl 15 B d255 B sl 30 B s2 65 B IV dl 40 B sl 15 B
VII 1~I dl 2- 17 B d2 26- 41 B d3 60- 75 B sl 17- 26 B s2 45- 60 B s3 75- 90 B 1~II dl 4~ 19 B d2 31~ 46 B d3 65~ 80 B sl 19- 31 B s2 50- 65 B s3 80- 95 B 2-1 dl 2- 17 B d2 27~ 42 B d3 56- 71 B d484- 99 B sl 17- 27 B s2 42- 52 B s3 71- 84 B 2-11 dl 3- 18 B d2 33- 48 B d3 64~ 79 M sl 18- 28 B s2 48- 60 B s3 81~ 91 M
gaaf en homogeen
homogeen
en vrij dicht
186 502
186 522
186 528
186 618
186 -
41 186- 41 186 -45
186 -40
169 535
169 484
169 513
169 515
169 -42
169 -
41 169-47
127 504
127 543
127
.- 36
127 -46
127 -
41 127469
127 573
127 525
127 -45
127 -47
127 -45
107 398
107 494
107 -26
107 -34
107 439
107 462
107 433
107 320
107 -38
107 -35
107 -39
dl 1- 16B
d2 28- 43 B d3 61- 76 B d4 98-113· B sl 16- 28 B s2 46- 61 B s3 76- 92 B s4 113-127 B
dl 3- 18 B d2 51~ 66 B sl· 30~ 45 B s2 66- 79 B s3 83- 91 B dl 4- 19 B d2 30- 45 B d3 60- 75 B sl 19~ 30 B s2 47- 60 B s3 75- 88 B
dl 13- 29 B d2 38- 53 B sl 4- 13 B s2 53- 61 B dl 1- 16 B d2 25- 40 B d3 54- 69 B d4 80- 95 B sl 16- 25 B s2 42- 54 B s3 69- 80 B
dl 2- 17 B d2 36- 51 B d3 66- 81 B d4 99~114 B sl 17~ 32 B s2 51- 66 B s3 87- 99 B
11
11
VC
VB
VE
VD
x~
~
()CD3CD;:;
.....-
co
".s::J.....
o-;l\o-s:o 0 (l) (l) cg"O(l)~~dq~ _. cP (l) (l)co < en .., < 5" s.. @gcoor
::::lo.~Cii'N'(l)::::l::::l_. Cl < (l) () 0- (l) 0-;:;0..,- ...... 0;l\ N ..,.., " 0- () (l) cr> (l) =co Oen 5" (l) I() o.::::l ~~(l)o..'-'(1)"'0 < !.n ° (l) Cl .., ::::l -nI
Reacties