foto 1. het eerste der drie hooggelegen waterreservoirs van 7 000 m3elk in voorgespannen betonlengte 45 m, breedte 33 m en hoogte 5 mVoorgespannen beton in de utiliteitsbouwOntwerp en uitvoering van een waterreservoir van 7 000 m3in Orl?ansdoor Ir. A. S. 6. BruggelingI. Inleiding:De ontwikkeling van het voorgespannen beton inNederland, en ook in andere landen, speelt zich hedengrotendeels af op het gebied van de utiliteitsbouw.Dit behoeft geenszins te verwonderen, want de voort-schrijdende industrialisatie eist steeds meer grotefabrieken. Hierbij wordt als eerste eis gesteld, datmen ruimten wenst te hebben met zo weinig mogelijktussensteunpunten onder de vloeren:a. men kan bij wijzigingen van het fabricageprocese.d. eenvoudig de indeling van de ruimten ver-anderen;b. het product vraagt dikwijls dat grote ruimten zon-der tussensteunpunten (b.v. vliegtuigfabrieken)worden vervaardigd.Alhoewel het bouwwerk, dat hier wordt besproken,niet direct tot een der genoemde typen behoort, ishet toch een prachtig voorbeeld van datgene, wat metbehulp van voorgespannen beton op het gebied vanutiliteitsbouw is te bereiken, terwijl bovendien veledaarbij besproken constructies ook op andere ge-166bieden haar toepassing vinden. De aard van dit over-zicht sluit in, dat aan de berekening van het reservoirgeen uitvoerige beschouwingen zullen worden gewijd.Dit betekent echter niet, dat de berekening niet in-teressant zou zijn. In het algemeen vereist het dimen-sioneren van constructies in voorgespannen beton eenafzonderlijke behandeling, daar de wijze, waarop ge-wone betonconstructies worden berekend, hier nietmeer op toe te passen is. Het werken met z.g. dimen-sioneringsco?fficienten bij statisch bepaalde construc-ties, het ontwerpen van statisch onbepaalde con-structies, het bepalen van het beloop der kabels enhet bepalen van het spanningsverloop in de kop-platen bij de verankering vormt een studiegebied, datbij een enigszins serieuze behandeling reeds ettelijkebeschouwingen zou eisen.Het hier te behandelen waterreservoir bevat ook vandeze theoretisch-technische problemen, die wij dusslechts kort aan zullen duiden. Later zal echter op diepunten successievelijk worden teruggekomen.De uitvoering van de werkzaamheden in voorgespan-nen beton vereist vele voorzieningen, die ieder opzich zelf de waarde van het werk zullen bepalen. Elkekleinigheid, waaraan men niet genoeg aandacht heeftbesteedj kan veel ongerief met zich mede brengen.Uitvoeringstechnisch Ugt het bouwen in voorgespan-nen beton dus op een hoger niveau dan de orthodoxebetonbouw.De uitvoering van het werk zal aan de hand van eenaantal foto's worden toegelicht. Uiteraard wordt ver-ondersteld, dat de wijze, waarop kabels van hoog-waardig staal worden voorgespannen en verankerd(volgens systeem Freyssinet) bekend is. Op enigedetails daarvan zullen wij echter wat dieper ingaan.II. Keuze van het ontwerpReeds enige jaren werd in Orl?ans behoefte gevoeldde reservoirs ten behoeve van de watervoorzieningder stad uit te breiden. Na de tweede wereldoorlogwerd met de uitvoering der plannen spoed betracht,vooral omdat de bestaande reservoirs door oorlogs-handelingen waren beschadigd. Van de drie reservoirs,die ieder een capaciteit van 7 000 m3hadden en diegedeeltelijk onder de grond lagen, was tijdens eenbombardement in 1941 ??n reservoir totaal vernield;er waren er dus nog slechts twee in ongeschondenstaat. Bovendien werden twee andere reservoirs van1 050 m3, van het type Monnoyer, die de hoger ge-legen wijken van de stad bedienden, ook onherstel-baar vernield.Voor een gemiddeld dagverbruik van 15 000 m3wasniet meer dan een buffer van 3 000 m3aanwezig,daar het maar mogelijk was een diepte van 1 m inde reservoirs te handhaven, en zodoende slechts eenminimum druk op de waterleiding kon worden ge-handhaafd. De droge zomer van 1947 gaf ernstigemoeilijkheden, omdat het maximum dagverbruik degrootte van 35 000 m3bereikte.De plannen voorzagen in de bouw van 3 reservoirsboven de grond gelegen, met een inhoud van 7 000 m3elk (foto 1), welke reservoirs gebouwd werden bovende oude reservoirs, terwijl bovendien werd voorzienin de bouw van 2 kleine reservoirs van 1 500 m3tervervanging van de reeds genoemde twee kleine re-servoirs; deze laatste dienen tevens om. de waterdrukin de leiding constant te houden. Ze komen respec-tievelijk in het bos van Ambert en in dat vanPouponni?re. Hierdoor zal Orl?ans in de loop derjaren weer beschikken over een totale reservoircapa-citeit van 24 000 m3, wat overeenkomt met een water-verbruik van 300 liter per hoofd per dag bij een be-volking van 80 000 zielen. De bouw van een der groteen van de twee kleine reservoirs werd, wegens hetprimaire belang, het eerst aan de orde gesteld.Tot dat doel werd een prijsvraag uitgeschreven.Bij het uitwerken van het ontwerp moest men zichaan de volgende richtlijnen houden:1. de steunpunten van het nieuwe reservoir moetenaangebracht worden boven de niet-beschadigdeputtenfundering van het oude reservoir. De vloer-plaat van dit oude reservoir is uit baksteen opge-trokken en wordt door twee systemen van lood-recht op elkaar staande aan- en afvoerkanalenonderverdeeld;2. het niveau van het overstort moet van 126,45 m+op 141,-- m+ worden gebracht in verband met dehoogte van de in aanbouw zijnde blokken woon-huizen van vier ?tages, opdat te allen tijde overalvoldoende druk op de waterleiding wordt ge-waarborgd;3. de architectonische vormgeving van het geheeldient alle aandacht te hebben, in het bijzonderdie van de Oostelijke gevels, welke op de Placede Cimeti?re uitkomen, waarbij ook rekening moetworden gehouden met de bouw van nog twee soort-gelijke reservoirs;4. de gestorte wanden aan de binnenzijde moetenworden bedekt met een waterdichte bekleding,bestaande uit een laag mortel van hoogwaardigcement met een dikte van 30 mm, waarin eenkrimpnet moet worden aangebracht.De aannemer zal verantwoordelijk zijn voor degoede uitvoering van deze waterdichte bekledingen ook voor de duurzaamheid hiervan gedurendeeen tijdvak van 10 jaar.De ingekomen ontwerpen, negen in getal, werden inJuli 1946 bestudeerd. De keus ging in hoofdzaak tus-sen twee ontwerpen, n.l.:1. een zuiver gewapend-betonconstructie en2. een constructie bestaande uit normaal gewapendbeton en voorgespannen beton.Dit laatste ontwerp zal hier beschreven worden, om-dat dit is uitgevoerd. De bouwkosten van beide ont-werpen bedroegen op het prijspeil van 1946 15 mil-lioen francs.Het ontwerp ,,zuiver gewapend beton" voorzag in debouw van een reservoir-bodem met paddestoelvloeren,en de dakconstructies en wanden van schaalconstruc-ties. Van dit ontwerp was de technische oplossingvan het gestelde probleem zeer fraai, maar architec-tonisch gezien waren er nogal bezwaren aan ver-bonden.Aan het ontwerp in gewapend beton gecombineerdmet voorgespannen beton was bijzondere zorg besteed.Het bleek grote voordelen te hebben, zowel technischals architectonisch, waardoor hierop uiteindelijk dekeus is gevallen. Naast deze voordelen kon ook nogeen belangrijke materiaalbesparing worden ver-kregen.Bij het ontwerp had men berekend voor het projectfig. 2. links: halve langsdoorsnede; rechts: halve aanzicht167fig, 3. details van de langsdoorsnedefig. 4. plattegrondlinks doorsnede op 137,30 m+rechts: bovenaanzichtin normaal gewapend beton 220 ton normaal staalnodig te hebben en voor dat in gewapend beton envoorgespannen beton 120 ton staal, n.l. 70 ton nor-maal staal en 50 ton hoogwaardig staal, terwijl boven-dien in vergelijking met het andere ontwerp ook nog7% van het daarvoor benodigde cement kon wordenuitgespaard. Tijdens het volledig detailleren en bou-wen van het reservoir bleek, dat er zelfs maar 55 tonnormaal staal en 36 ton hoogwaardig staal nodigwaren.De constructeur was reeds direct bij het ontwerpenvan de constructie in voorgespannen beton van me-ning, dat men de waterdichte bekleding aan debinnenzijde van het reservoir wel zou kunnen weg-laten i.v.m. de eigenschappen van het voorgespannenbeton. Inderdaad heeft men bij de bouw de 30 mmdikke, gewapende bekleding vervangen door eennormale afdichtingslaag van 15 mm, die o.a. in debodem van het reservoir is ingestort. Het ontwerp invoorgespannen beton is dus als het meest aanvaard-bare op deze wijze tot uitvoering gekomen. Daarbijzijn echter door de Dienst van de Watervoorzieningnog verschillende veranderingen aangebracht:a. in de zuidelijke muur van het reservoir moest eentoegang worden gemaakt, waardoor het mogelijk zouzijn de ruimten van het oude reservoir als opslag-plaats te gebruiken;b. op het niveau van het dak van het oude reservoirmoest bovendien een tussenverdieping worden aan-gebracht, waarvan de buitenste vloervelden een galerijrondom het gebouw zullen vormen, terwijl de restvan het gebouw op dat niveau zal worden ingerichtals bureau, opslagplaats en werkplaats van de Dienstder Watervoorziening van Orl?ans (zie fig. 2).III. Details van het ontwerpHet reservoir in Orl?ans bestaat uit een rechthoekigedoos met een grondvlak van 45 x 33 m en een hoogtevan 5 m. Deze doos steunt met 108 kolommen (diezowel de bodem als het dak dragen) op de putten-fundering van het verwoeste reservoir.Dit reservoir, dat in metselwerk was uitgevoerd, be-stond uit een grote vloerplaat, die op deze putten-fundering was opgetrokken. De putten bepaalden duseigenlijk de plaats van de kolommen, omdat, in ver-band met het feit dat deze niet waren beschadigd,het aangewezen was, deze oude gave fundatie in hetnieuwe gebouw op te nemen.Behalve door de fundatie was men ook gebondenfig. 6. windverband in de korte zijdefig. 5. details van de voorgespannenwanden van het reservoirdoor de peilen van bovenkant reservoirbodemenhoogte overstort. Dit laatste was eigenlijk een derredenen, waartoe men er toe gekomen is om eenrechthoekig reservoir te maken.Een andere overweging was nog, dat het zonder veelmoeite mogelijk zou moeten zijn, naast dit reservoireen tweede te bouwen, dat gelijk wordt aan het eersteen dat men eenvoudig hieraan aansluit.Bij het ontwerpen is men van twee principen uitge-gaan, n.l.:1. de kolommen van te voren klaar te maken vlakbij de voetplaten en ze vervolgens in het werk testellen. Hierdoor zou men veel steigerwerk en be-kisting kunnen uitsparen;2. de wanden van het eigenlijke reservoir uit te voe-ren in de vorm van door balken verstijfde platenvan veranderlijke dikte. Deze wanden zouden dandoor middel van rechte kabels n? het storten enverharden van het beton worden voorgespannen.De afmetingen van de verschillende onderdelen derconstructie zijn aangegeven in de fig. 2, 3 en 4; fig. 2geeft de langsdoorsnede over de constructie. Daaropzien we de fundatie en de gemetselde wanden vanhet oude reservoir. In fig. 3 zijn de afmetingen vanvloeren en balken van dit gebouw aangegeven.De kolommen van het gebouw hebben een doorsnedevan 40 x 40 cm en een hoogte van 13,50 m. Door mid-del van in het werk gestorte kolomvoeten dragendeze kolommen op de oude gemetselde vloerplaat.De kolommen, die op de wanden van het oude reser-voir staan, hebben een doorsnede die van 40 x 40 cmnaar 40 x 56 cm verloopt, terwijl ze een lengte hebbenvan 8,50 m.De bodem van het reservoir bestaat uit een samen-stel van balken en vloeren. De balken hebben in hetmidden een doorsnede van 40 x 45 cm, en nabij deopleggingen van 40 x 75 cm, daar zij voorzien zijnvan consoles, die verlopen over een derde gedeeltefig, 7. windverband in de lange zijdevan haar overspanning. Zij liggen h.o.h. om de 4 m,uitgezonderd in de velden nabij de buitenkolommen,waar de kolommen iets verder uit elkaar staan. Deafstand tussen de kolom van de buitengevel en dedaarop aansluitende kolom bedraagt 4,30 m, terwijlin het daarop volgende vloervak de kolommen 4,12 mh.o.h. staan.Ook deze maten vinden weer hun oorzaak in het feit,dat men de kolommen graag boven de oorspronkelijkeputtenfundering wil houden en men de buitenkolom-men op de buitenmuren wil plaatsen.Op de balken rust een plaat, waarbij de normalevakken dus vierkant zijn, maar die in de eindveldenen nabij de hoeken van het gebouw hiervan afwij-kende maten hebben i.v.m. de afstand van de kolom-men. De dikte van de vloerplaat vari?ert ??k en welvan 16 cm tot 25 cm. Immers naar de oplegging toeheeft men niet alleen de balken maar ook de vloerenverzwaard. Hiervoor is een speciale reden, waaroverwe verderop iets zullen mededelen.De wanden bestaan eveneens uit platen met verander-lijke dikte, die aan de buitenzijde met behulp vanbalken zijn verstijfd. Dit betekent dus, dat deze wan-den aan de binnenzijde geheel vlak zijn uitgevoerd.Deze verticale verstijvingsbalken zijn aangebracht inhet verlengde van de kolommen, die langs de omtrekvan het reservoir staan.Twee belangrijke punten moeten wij hier nog be-handelen: de stabiliteit van de constructie, en de wijzewaarop met het optreden van vervormingen van deconstructie rekening is gehouden (dilatatievoegen).Om de doos op hoge kolommen een voldoende stabili-teit te geven, heeft men in het midden van elke wandeen stijf raamwerk aangebracht. In de korte wandenvan het gebouw zijn deze verstijvingen uitgevoerdin de vorm van een Andreaskruis (type A, fig. 6). Ditwordt gevormd door drie randkolommen, die met be-hulp van diagonalen zijn verstijfd. Deze kruisenwerden in het werk gestort. Aan ??n zijde werd dezeverstijving opgenomen in de toren, waarin de toe-en afvoerleidingen van het reservoir zijn opgenomen.In de langswanden van het gebouw hebben de ver-stijvingsramen de vorm, zoals in fig. 7 (type B) isaangegeven. Hier is dus de verstijving verkregen metbehulp van twee randkolommen, die door middel vandiagonalen met elkaar zijn verbonden (zie ookfoto 33).169De kolommen, die op de oude reservoirbodem rusten,zijn -- nadat ze in het werk waren gesteld -- vastmet de voetplaten verbonden.De bodem van het reservoir rust op deze kolom viabetonnen seharnieropleggingen van het type Freys-sinet. Het principe van deze betonscharnieren is:door het toelaten van grote drukspanningen in demeestal sterk gereduceerde doorsnede maakt mena.h.w. plastische vervormingen van het beton moge-lijk. Natuurlijk vereist de uitvoering van dit onder-deel grote zorg. Een goede verbinding tussen reser-voirbodem en kolommen is verzekerd, doordat deopleggingen altijd een druk krijgen over te brengen.Deze drukspanning in de betonscharnieren bedraagtvoor de zwaarst belaste kolommen 320 kg/cm2; eengrootte die men hier voor het eerst heeft durven toe-laten. De oplegging heeft een vierkante doorsnede.170Ze is verkregen door de kolommen (40 x 40 cm) plaat-selijk te reduceren tot 22 x 22 cm.De kolommen in de buitengevel onder het reservoir,die niet behoren tot de verstijfde ramen, hebben zo-wel aan de onder- als aan de bovenzijde een scharnier-oplegging. Aan de onderzijde heeft men deze totstand weten te brengen door onder de kolom, dus inde uitsparing van de voetplaat, een stalen plaatje van200 x 200 x 10 mm aan te brengen (fig. 8 en 9).De scharnieropleggingen tussen de verstijfde ramenen de reservoirbodem hebben een cylindrische vorm.De drukspanning in deze betonscharnieren wordt on-geveer 250 kg/cm2.Door het aanbrengen van al deze scharnieren is eenvrije beweging van het reservoir t.g.v. temperatuurs-wisselingen e.d. zeer goed mogelijk, terwijl de in dezijwanden aangebrachte verstijvingen een voldoendestabiliteit van het geheel verzekeren.Door deze beweging van het reservoir worden op dekolommen horizontale reacties overgebracht, dieechter geen grote rol spelen. Om het verstijvingsraamaan de bovenzijde over 5 mm in een richting lood-recht op zijn vlak te verplaatsen, is een kracht nodigvan slechts 150 kg, terwijl voor de kolommen onderhet reservoir een kracht van 80 kg al voldoende isom de kolomkop in een willekeurige richting over5 mm in horizontale richting te doen verplaatsen.In wezen zullen de vervormingen van het reservoirt.g.v. krimpen van het beton en door de tempe-ratuurswisselingen tezamen de grootte van 5 mm nieteens bereiken, verondersteld daarbij nog dat het re-servoir geheel wrijvingsloos is opgelegd, d.w.z. dateen vervorming geheel geen horizontale reacties opkolommen, enz. opwekt, hetgeen in werkelijkheid welhet geval is.We kunnen dus wel concluderen, dat de stijfheid vande scharnieroplegging geen invloed van betekenis zalhebben op vrije vervorming van het reservoir; ditbetekent dus ook: dat men, bij het aanspannen vande kabels in de reservoirwanden -- waardoor dezeeveneens verkorten -- geen momenten van betekenisin de kolommen opwekt.IV. Het reservoir als voorgespannenstatisch onbepaalde constructieZoals we reeds opmerkten, heeft men er een specialebedoeling mee, zowel de vloeren als de balken bij deopleggingen van consoles te voorzien. Het systeem vanbalken onder de reservoirbodem en onder het dak iseen statisch onbepaald systeem. Men is geneigd te ver-onderstellen, dat het voorlopig niet wenselijk is omconstructies in voorgespannen beton ook als statischonbepaalde systemen uit te voeren. Het hier bespro-ken reservoir bewijst het tegendeel!Alle balken, vloeren en wanden van het reservoir zijngebouwd in ,,post-tensioned" voorgespannen beton,d.w.z. dat hier n ? het verharden van het beton dewapening onder voorspanning is gebracht1).De voorspanning in balken, wanden en vloeren is aan-gebracht met behulp van in het beton ingestorte ka-bels, geformeerd uit draden van hoogwaardig staal.Deze kabels, die door middel van een omwikkelingvan het beton zijn vrijgehouden, lopen over hun ge-hele lengte (33 en 45 m) r e c h t lij n i g en eindigenin de kop van de constructie in de bekende conussen.Alleen in de kolommen, die in de wanden zijn opge-nomen, hebben de kabels een flauw gebogen verloop(fig. 5).Bij het voorspannen van statisch onbepaalde construc-ties heeft men met het probleem te doen, dat, als mende constructies volgens de normale regels dimensio-neert, de voorspanning invloed heeft op de statischonbepaalde. Zoals men weet, zal men de voorspanningaanbrengen in dat gedeelte van de doorsnede, waar, bijnormale belasting, in de constructie trekspanningenoptreden. Doordat men daar ter plaatse de nodigedrukspanningen laat optreden, verkrijgt men dus eenconstructie, waarin nooit trek voorkomt. Beschouwenwe een balk op twee steunpunten, die op normale1) Deze naam in tegenstelling met ,,pretensioned"voorgespannen beton, waarbij v??r het storten vande beton de wapening al is gespannen.wijze belast wordt, dan betekent het dus, dat we devoorspanning op de onderzijde van de balk aan zullenbrengen. Een excentrisch gedrukte kolom, wat diebalk dan toch in eerste instantie is geworden, zalechter niet alleen axiaal vervormen, maar ook aan deuiteinden een hoekverdraai?ng krijgen. Bij het bereke-nen van statisch onbepaalde constructies (bijvoorbeeldeen balk doorgaande over meer steunpunten) spelendie hoekverdraai?ngen (d.w.z. die vervormingen dieonsymmetrisch t.o.v. de neutrale lijn over de door-snede zijn verdeeld) een grote rol. Wij zien dus hier-uit, dat het niet zo eenvoudig is om statisch onbe-paalde constructies in voorgespannen beton uit tevoeren, omdat de voorspanning, die men juist wil vast-stellen, een rol speelt bij het bepalen van de statischonbepaalde. Hieruit volgt dan ook het feit, dat menin Nederland er nog enigszins huiverig van is, derge-lijke constructies voor te spannen.Er is echter een zeer eenvoudige oplossing van ditvraagstuk, n.L: men moet zorgdragen, dat de voor-spanning geen invloed heeft op de statisch onbe-paalde. Voor een balk op twee steunpunten wil datdus zeggen, dat men er voor moet zorgen, da-t detotale hoekverdraai?ng van de uiteinden der balkt.g.v. de voorspanning nul is.Het zou te ver voeren om dit probleem hier in zijngeheel te behandelen. We kunnen echter wel zeggen,dat men de kabels zodanig in de constructie kanleggen, dat men door de variatie van de plaats, waarde voorspanning in de verschillende doorsneden danaangrijpt, de hoekverdraai?ng der uiteinden t.g.v. devoorspanning nul kan maken. Dit kan men dus be-reiken door de kabels een sterk gebogen vorm tegeven, wat bij een balk over meer steunpunten grotebezwaren geeft in verband met de wrijving op dekabels. Men kan ook de vorm van de balk in dediverse doorsneden wijzigen, waardoor wordt bereikt,dat de kabels recht kunnen blijven. Tot dat doel wor-den consoles aangebracht! Men legt dan dus de kabelin de zgn. ,,hoekverdraai?ngszwaartelijn" van de ge-hele balk tussen de twee steunpunten.Bij een balk zonder consoles valt deze ,,zwaartelijn"samen met de neutrale lijn, want als men een balkop meer steunpunten centrisch voorspant, heeft devoorspanning g??n invloed op de statisch onbepaalde,daar de balk alleen axiaal vervormt, zodat dus in allepunten van de doorsnede een gelijke verkorting op-treedt. Toch zal men om verschillende redenen, waar-op we hier niet ingaan, een balk opmeer steunpuntennooit centrisch voorspannen.Met deze korte beschouwing hopen wij het doel van deconsoles, zij het in het kort, te hebben verklaard.Opgemerkt zij, dat bij het reservoir van Orl?ans voorhet eerst platen, die aan vier zijden zijn opgelegden over meer steunpunten doorgaan, in voorgespannenbeton zijn toegepast.toegelaten spanningenOp het beton, dat 400 kg cement per m3bevat, heeftmen in de zwaarst belaste kolommen een drukspan-ning van 110 kg/cm2toegelaten. De wapening vandie kolommen bestaat dan ook uit staal met een elas-ticiteitsgrens van 40 kg/mm2. De betonspanning infig. 10. doorsnede over een kabel (systeem Freyssinet)het voorgespannen gedeelte overschrijdt nergens degrootte van 80 kg/cm2.De trekspanning, die men heeft toegelaten, bedraagtnooit meer dan 3 kg/cm2. Zoals men weet, ontstaatdeze trekspanning t.g.v. de grote dwarskrachten nabijde opleggingen.De dikte van de vloerplaten is bepaald in verband methet feit dat men voldoende dekking op het staalwenst te hebben.V. Details van specifieke onderdelen bijvoorgespannen betonIn het reservoir van Orl?ans zijn vele kabels vanhoogwaardig staal toegepast. Al deze kabels zijn ver-ankerd met behulp van de gebruikelijke verankerings-conussen met proppen. Daarom komt het ons nuttigvoor, hier enige details te geven van verschillendeonderdelen.1. Een kabel bestaat normaal uit 8, 10 of 12 dradenvan hoogwaardig staal. De draden zijn gelegd rond-om een kern in de vorm van een uitgetrokken spiraal-veer met een spoed van 4 cm. In bochten zal menechter de spoed van deze veer aanmerkelijk ver-kleinen, omdat daar op deze spiraal grote drukkenzullen worden uitgeoefend tijdens en na het spannenvan de kabels.A. Fig. 10 geeft een doorsnede over de kabel. Wezien daaruit, dat de kabel uit de volgende onderdelenbestaat:a. een centrale spiraalveer met een diameter van15 mm en een spoed van ongeveer 4 cm,b. draden van hoogwaardig staal hieromheen. Dedoorsnede van deze draden bedraagt normaal 5 mm.Het toegepaste hoogwaardig staal is meestal St 140tot St 170. Over de eigenschappen van het hoog-waardige staal zal hier niet worden ingegaan. Welechter kan worden opgemerkt, dat deze eigen-schappen sterk afwijken van die van normaal staal;c binddraad, om de draden rond de centrale spiraal-veer vast te zetten;d. een bitumenproduct, waarmede de aldus gevormdekabel aan de buitenzijde wordt volgesmeerd. Dezeaangebrachte laag vormt een eerste beschermingvan de kabel tegen inwerking van het rondom testorten beton;foto 11. ontwikkeling van een kabelfig. 12. details van de verankeringsconuse. een omwikkeling van speciaal papier, dat vervolgensrondom de aldus behandelde kabel wordt aange-bracht; deze omwikkeling wordt ook weer met be-hulp van binddraad vastgezet;f. bitumen, waarmede ten slotte de omwikkelde kabelnogmaals wordt ingesmeerd. Deze bitumenlaagvormt dus met de papieromwikkeling een defini-tieve afsluiting tegen het binnendringen van speciein de kabel.2)We zien dus dat de kabel aan de binnenzijde hol is,want binnen de spiraalveer is geen hoogwaardigstaal of iets anders aangebracht. Door deze door-gaande koker wordt na het aanspannen der draden,via een in de prop aangebracht buisje, cementmortelgeperst. Deze cementmortel dient in eerste instantieom de draden tegen roest te beschermen. Bovendienwordt daardoor nog een extra zekerheid gegeven inverband met het verankeren van de kabel.Foto 11 geeft de verschillende fasen in de omwikke-ling van een kabel weer. Van links naar rechtszien we:1. losse draden en spiraal (de houten mal dient omde Kabel te formeren);2. kabels bestaande uit 12 draden, die met binddraadzijn vastgezet;3. met bitumen ingesmeerde kabel;4. met papier omwikkelde kabel, eveneens met bind-draad vastgezet.5. kabel in voltooide toestand met tweede bitumen-laag.2) Momenteel wordt in Frankrijk een verbeterdekabelomhulling toegepast, bestaande uit een dunnemetalen buis.B. De verankeringsconus is schematisch weergegevenin figuur 12. We zien dat deze bestaat uit beton meteen gewonden staaldraad van 5 mm 0. De binnenzijdevan de conus verloopt kegelvormig. Ze wordt gevormddoor een kegelvormig gewonden doorgaande spiraalvan 2 mm 0. In de conus past de betonnen prop, dieook bekleed is met kegelvormig gewonden staaldraad.Tussen deze twee oppervlakken worden de dradenverankerd.Opgemerkt zij dat in Frankrijk tegenwoordig steedsmeer betonproppen worden toegepast. Deze hebbenaan de buitenzijde groeven, waar de draden juist invallen. Het hart van de prop is doorboord in verbandmet het feit dat men de kabel door dit gat wil injec-teren.C. De pompvijzelinstallatie is afgebeeld in fig. 13. Devijzel bestaat uit twee gedeelten, die ieder afzonder-lijk kunnen worden bediend.Het achterste gedeelte dient om de draden te span-nen. Op deze cylinder bevinden zich de nodige voor-zieningen om de draden van de kabel te kunnen ver-ankeren. In het voorste gedeelte bevindt zich eenkleine vijzel, die apart met de pomp is aangeslotenen waarmede de prop, na het aanspannen der draden,wordt vastgedrukt.Het aanspannen van een kabel geschiedt als volgt:a. vastzetten van de draden aan de ,,grote vijzel" metbehulp van stalen wiggen;b. oppompen van de vijzel op de gewenste spanningdoor de kraan D open te draaien en de kranen enO dicht te zetten;c sluiten van kraan D en openen van kraan P, nadatde gewenste spanning is bereikt, waarna de ,,kleinevijzel" op spanning wordt gepompt. Hierdoor wordtde prop met een grote kracht tussen de dradengeperst en zodoende de kabel vastgewigd;d. ontlasten van beide vijzels en losslaan van de sta-len wiggen op de vijzel. Vervolgens verplaatsenvan het geheel naar de volgende kabel.Fig. 14 geeft een schematische doorsnede over devijzel.De hier besproken wijze van aanspannen der kabelswordt, vooral in Frankrijk, algemeen toegepast. Debenodigde werktuigen zijn van eenvoudige, doelmatigevorm, terwijl de practische uitvoering van het voor-spannen met behulp daarvan weinig moeilijkhedenoplevert, vooropgesteld dat men met ervaren per-soneel werkt.VI. Uitvoering der werkzaamhedenIn het algemeen kunnen wij zeggen, dat het principe,,voorspannen" in feite eenvoudig is, zij het ook dathet dimensioneren van constructies in voorgespannenbeton bijzondere problemen met zich medebrengt.De practische verwezenlijking van het principe ,,voor-spannen" vereist echter bijzondere voorzorgen doorhet feit, dat aan de uitvoering veel hogere eisen wor-den gesteld dan aan de uitvoering van normale beton-werken. Wij kunnen dan ook gerust opmerken, dathet succes van het bouwen in voorgespannen betongelegen is in de manier, waarop de werkzaamhedenworden uitgevoerd en in de zorg, die aan de vele,schijnbaar onbelangrijke, details wordt besteed.Daarom is het nuttig, de bouw van het reservoir thansnader toe te lichten aan de hand van:foto 15a) De kolomvoeten. Zoals we duidelijk zien, zijn inde kolomvoeten gaten gespaard, waar de kolommenlater zullen worden ingezet-Op de scheidingswanden zijn de kolomvoeten zodaniggemaakt, dat bij de uitbreiding van het complex hier-in ook de kolommen onder de te bouwen naastliggen-de reservoirs kunnen worden geplaatst. Deze kolom-voeten zijn in de buitenmuren te zien.b) De kolommen werden gestort op de bodem vanhet oude reservoir. Daarom waren er slechts 9 mallennodig.c) Op de achtergrond aan de linkerzijde zien we reedsvier opgestelde en afgeschoorde kolommen. Doormiddel van schroefbouten zijn de houten schoren metde kolommen verbonden.d) Aan de rechterzijde is reeds een onderdeel (type B)van het wind ver band gestort, terwijl op de achter-grond een windkruis (type A) staat. Deze wind-kruisen worden in het werk gestort.foto 16Hierop zien we het stellen van een kolom van deonderbouw. De montage geschiedt met behulp vaneen eenvoudige stalen montagemast. De kolommenwegen ongeveer 5,5 ton. Door middel van twee tuienworden zij verticaal gesteld. De plaatsen, waar dezetuien aan de kolommen zijn bevestigd, liggen respec-tievelijk op 0,38 1 van de voet en op 0,16 1 van dekop der kolom; 1 = de lengte van de kolom. Hier-door wordt het buigend moment in de kolom tijdensde montage nooit grote dan het gewichetvan de kolom in kg/m1.Door op deze wijze te werken kan worden bereikt,dat de langswapening, die in de definitieve stand enbij de maximum belasting nodig is, niet vergroot be-hoeft te worden met het oog op deze montage. Aan-vankelijk had men stalen haken in de kolommen in-gebetonneerd om het bevestigen van de tuien te ver-eenvoudigen. Daar het echter niet nodig bleek, dezefoto 15. werkzaamheden op de oude reservoirbodemaan te brengen, zijn ze bij de verder nog te stortenkolommen weggelaten.Later stortte men hijsogen in het beton, die na hetstorten werden losgeschroefd en alleen bij het plaatsenvan de kolommen weer werden aangebracht. Hier-door heeft men het grote voordeel, dat men, als dekolommen geplaatst zijn, de hijsogen eenvoudig kanverwijderen. Zou men echter ingestorte haken toe-passen, dan moeten deze afgebrand en de nog uit hetbeton stekende gedeelten tegen roesten beschermdworden.Op foto 15 en 16 ziet men, dat aan de kolommenconsoles zijn gestort, waarop de hoofdbalkjes komente rusten, die de vloer van de tussenverdiepingdragen. De eerste vier kolommen worden met be-hulp van tuien en schoren in de juiste stand gesteld.Ze vormen dan als het ware een toren, waarmedede overige kolommen worden gesteld.foto 17Hierop ziet men alle kolommen gesteld en afge-schoord. De van te voren gereed gemaakte houtenschoren konden op eenvoudige wijze door middelvan schroefbouten met de kolommen worden ver-bonden. Op de voorgrond ziet men weer duidelijkde dubbele kolomvoeten, waarin dus ook de ko-lommen van het naastliggende nog te bouwen re-servoir kunnen worden geplaatst. Deze kolommenzijn natuurlijk, in verband met de hoogte van debuitenmuren, korter dan de kolommen onder hetreservoir. In de kop van de kolommen ziet men dedaar gevormde scharnieropleggingen. Zoals reedswerd medegedeeld, worden deze scharnieren ge-vormd door de doorsnede van de kolommen van40 x 40 cm te verminderen tot 22 x 22 cm. Dit heeftmen gedaan door plaatjes in te storten met afme-tingen van 40 x 40 cm, waarin gaten van 22 x 22 cm(fig. 8). Aanvankelijk gebruikte men hiervoor plaat-jes van gips. Deze scheurden echter bij het trillenfoto 16. het stellen van een middenkolom foto 17. afgeschoorde kolommenfoto 18. De tussenverdieping wordt aangebracht.van het beton. Daarom heeft men later plaatjesIsorel, dik 1 cm, toegepast. Men liet ze in het werkzitten, omdat ze een kleine elasticiteitsmodulus heb-ben, waardoor ze het functionneren van de schar-nieren niet hinderen.Deze wijze van werken heeft zeer goed voldaan.Hierdoor was het mogelijk de wapening aan beidezijden van de vernauwing in de kolommen (die descharnieropleggingen vormen) op eenvoudige wijzein het werk te stellen, daar de kolommen op degrond werden gestort. Ook het storten van dit onder-deel werd daardoor zeer vereenvoudigd! Alleen voorde tien kolommen van de windkruisen, die in hetwerk werden gestort, moest dus ook de wapeningter plaatse worden aangebracht.De staven, die men uit de kolommen ziet steken, zijnde einden van de staven die door het betonscharnierheenlopen. Ze worden in de vloer van het reservoiringestort. Deze is onder afschot gelegd om het moge-lijk te maken, dat het reservoir geheel kan wordengeledigd. Dit afschot is verkregen door de kolommendirect al van verschillende lengte te maken. Hierdoorbereikt men, dat het stelwerk na het plaatsen derkolommen voor een groot gedeelte achterwege kanblijven, omdat alle kolomkoppen boven de scharnier-opleggingen over een zelfde lengte in de vloer vanhet reservoir verdwijnen.foto 18Deze foto toont de vloer van de tussenverdieping inaanbouw. De vloer bestaat uit vooraf gereedgemaaktekleine balken van voorgespannen beton, waarbij deverankering der draden is verkregen door aanhech-ting aan het beton. Voor het storten hiervan zijn dedraden op de bekisting afgespannen en na het ver-harden, welk proces hier door het brengen in eenoven met een temperatuur van ca 80? wordt versneld,kan de voorspanning direct via de aanhechting vande draden aan het beton op de balken worden over-gedragen. Deze zijn van het type M 25 (fig. 18 a) vande fabriek van Orl?ans. Hier worden deze balken inserie vervaardigd ten behoeve van de wederopbouwder in de oorlog vernielde woningen.De vloer is berekend op een bovenbelasting van400 kg/m2, terwijl sommige gedeelten berekend zijnop een bovenbelasting van 1000 kg/m2. De moer-binten bestaan uit drie balken, die naast elkaar ge-legd en met bouten aan elkaar verbonden zijn. Deruimte ertussen is gevuld met op het werk gestortbeton, waarin bovendien beugels zijn ingestort. Dezebalken werden ?p de consoles geplaatst, die reeds aande kolommen waren gestort (foto 17). Vervolgensplaatst men tussen deze moerbinten in de vloerbalkenen de holle betonblokken. Ook deze betonelementenworden bij de woningbouw veel toegepast. Het geheeldient gelijk als onderbekisting van de tussenvloer, dienu in het werk werd gestort na aanbrengen van kruis-wapening. De betonplaat heeft een dikte van 3 cmboven de holle betonblokken. Op deze wijze is duseen vloer verkregen, die als het ware gewapend ismet voorgespannen betonbalkjes en waarbij, door hetaanbrengen van de betondekvloer, een monoliet isverkregen. Bovendien kan op deze wijze worden be-reikt, dat de tussenvloer zonder gebruik van onder-bekisting kan worden gemaakt. De voorgespannenbetonelementen dienen dus niet alleen als wapening,maar daarnaast met de holle betonblokken ook alsvloerbekisting.foto 19. De balken en holle betonblokken der tussenvloerenzijn geplaatst.foto 20. het stellen van een wandkolom174foto 19Hierop ziet men nogmaals de vloer van de tussen-verdieping met balken, holle betonblokken en kruis-wapening. De verticale groeven in de kolommendienen om hierin de gewapend-betonplaten te plaat-sen, die de buitenmuren vormen.foto 20Deze geeft het stellen van een kolom, welke in debuitenmuren wordt opgenomen. De hoogte van dezekolom is 8,50 m, zodat men ze bij het stellenslechts op ??n punt behoeft op te pakken zonder datde buigende momenten tijdens het monteren eenextra wapening nodig maken.De oplegging aan de voet van deze kolommen be-staat uit stalen platen van 200 x 200 x 10 mm, die inde voetplaat zijn ingestort. Zoals reeds werd opge-merkt, is er bij de vormgeving van deze voetplatenop de (oude) buitenwanden op gerekend, dat eenkolom van het aansluitende reservoir erin geplaatstkan worden (zie op de voorgrond van foto 17).foto 21Het in aanbouw zijnde waterreservoir tijdens hetplaatsen van de bekisting der koppelbalken, die onderhet waterreservoir komen.foto 22De bekistingen van de hiervoor genoemde balkenrusten op houten formelen, die met behulp van stalenbeugels aan de kolommen zijn verbonden. Elke beugelbestaat uit 2 U-profielen gevuld met specie. Doormiddel van l"-bouten worden ze tegen de kolommenaangeklemd. Het vullen der profielen met specie heeftten doel de wrijvingsco?fficient bij de aansluiting vanbeugels van kolommen te vergroten, zodanig dat, zoalsuit de proeven bleek, elke verbinding een belastingvan 5 ton kan overbrengen.De formelen vormen de balkbodems van de koppel-balken, terwijl de zijbekisting bestaat uit houtenschotten.De afstandhouders bestaan uit kleine cylindrischebetonelementen, waar een bout doorheen is gestoken.Bovendien dienen deze cylinders om de kabels vanhoogwaardig staal op de juiste hoogte te houden. Elkecylinder is voldoende sterk om, voorzien van spiraal-wapening, de belasting door de kabels op de bekistingover te brengen.De bekisting van de koppelbalken wordt op de grondin elkaar gezet en met behulp van een montagekraanin het werk gesteld. Om het stellen der beugels, waar-mede de bekisting van de koppelbalken aan de ko-lommen is bevestigd, te vergemakkelijken, heeft mengebruik gemaakt van een eenvoudige rijdende stalensteiger.Na het ontkisten van de koppelbalken en het gedeel-telijk onder voorspanning brengen ervan, wordt debekisting van de betonvloeren, tussen deze koppel-balken in, aangebracht. Deze bekisting rust op de be-kisting van de koppelbalken. Bovendien wordt ze opde juiste hoogte gebracht door middel van de reedsbesproken betpnnen afstandhouders. Om van eengoede overdracht van de belasting op de koppelbalkentijdens het storten der betonvloeren verzekerd te zijn,heeft men ter hoogte van de betoncylinders beugelsaangebracht.foto 23De bekisting der koppelbalkjes, waarin de kabels,beugels en afstandhouders goed zijn te zien.foto 24De achterzijde van de koppelbalken wordt gevormddoor kopplaten, die van te voren gereed zijn gemaakt.Deze platen bevatten de ankerconussen en de wape-ning om de overdracht van de op deze ankerconussenaangebrachte voorspanning op de koppelbalken tever wezenlij ken.Bovendien is hieraan bevestigd de wapening van hetbovenste gedeelte der scharnieropleggingen, die in dekolom van de gevels zijn aangebracht. De wapening175foto 21. plaatsing van de bekisting der koppelbalkenfoto 22. aanzicht tegen de bekisting van de koppelbalkenfoto 23. gezicht in de bekisting van de koppelbalkenfoto 24kopplaat voor de montagefoto 27. de kabels in de randbak van de reservoirbodemvan het onderste deel van deze oplegging is op degrond in de mal van de kolommen ingestort.Nadat deze kolommen geplaatst zijn, wordt op de bo-venzijde een plaatje Isorel aangebracht, waardoorweer, op dezelfde wijze als hiervoor beschreven, descharnieren worden gevormd. Het storten der kolom-men geschiedt gelijk met het storten van de koppel-balken.foto 25Zoals reeds werd vermeld, worden de koppelbalkenontkist, nadat ze gedeeltelijk zijn voorgespannen. Ver-volgens wordt van een volgend stel koppelbalken debekisting gesteld, bestaande uit de vrijgekomen zij-schotten.Om het aantal benodigde bekistingen van koppelbal-ken te beperken, worden alleen de koppelbalken, dieevenwijdig lopen aan de korte zijde van het reservoir,voorgespannen. De balken evenwijdig aan de langezijde van het reservoir zijn licht gewapend, waardoorhet mogelijk is te ontkisten zonder ze gedeeltelijkvoor te spannen.Op de foto ziet men de steigers ter hoogte van de bo-dem van het reservoir gedeeltelijk aangebracht. Ookdie worden op de grond in elkaar gezet en met behulpvan de montagekraan op haar plaats gesteld.De consoles van deze steigers worden met behulp vanbeugels en bouten aan de kolommen vastgezet.foto 26Hierop ziet men de-bekisting en de kabels van de vloe-ren onder het waterreservoir in het werk gesteld.Deze bekisting draagt op de formelen waarop de kop-pelbalken rusten. In de vloervelden langs de randenmoeten extra kabels worden aangebracht in verbandmet het feit dat de momenten in deze randvelden gro-ter zijn dan in de middenvelden. Deze kabels wordendaarom in de naastliggende velden verankerd, door zein een grote bocht te leggen. De draden van de kabelsworden in deze bocht uit elkaar gehaald.foto 27Deze foto toont de wapening langs de randen van devloer van het reservoir. Men ziet de verankerings-conussen van de kabels van deze betonplaat aange-bracht. De verticale buizen dienen om de kabels, diein de wanden van het reservoir komen, te kunnenplaatsen na het storten van de vloer. Als men diebuizen niet had toegepast, zou men deze verticalekabels moeten stellen v??r het storten van de vloer,waardoor men dus genoodzaakt zou zijn een omvang-rijk steigerwerk aan te brengen. Dit zou tot groterekosten en veel ongerief hebben, geleid.foto 28Hierop ziet men de ligging van de kabels in een hoekvan het reservoir. Men is genoodzaakt hier de ka-bels van de wanden wel te plaatsen v??r het beton-neren van de vloer, omdat door de kolommen onderfoto 25. gedeeltelijk voorgespannen en ontkiste koppelbalken foto 26. De bekisting van de reservoirbodem is gesteld.foto 29. de bekisting der wanden foto 32. De wanden zijn ontkist.deze vloer het onmogelijk is deze kabels n a het stor-ten van de vloer aan te brengen.De draden van de kabel worden ??n voor ??n ver-ankerd, door ze af te buigen en in te storten.foto 29Het stellen van een gedeelte der bekisting der bui-tenwanden.foto 30Deze foto toont de plaatsing van de kabels in de wan-den en kolommen van het reservoir. Men ziet eropdat de kabels in de kolommen parabolisch gebogenzijn om de momenten, die in deze kolommen werken,op te kunnen nemen.foto 31De wanden nabij de hoeken hebben ook meer kabelsdan in de normale velden om de grotere momenten indeze wanden te kunnen opnemen. Deze kabels wordenweer verankerd door de draden ??n voor ??n af tebuigen en om te zetten.foto 32De wanden van het reservoir zijn geheel ontkist, ter-wijl ook de gevelplaten in de buitenwanden onder hetreservoir zijn geplaatst.foto 30. de kabels in de wanden(Let op het pyramidale verloop van bekisting en wapening!) foto 28. de kabels in een hoek van het reservoirfoto 31de kabels nabij een wandhoek177foto 33. gezicht in het reservoirfoto 33Deze foto is genomen in het reservoir. De kolommen,die de dakvloer dragen, hebben een doorsnede van20 x 20 cm. Ze zijn op de vloer van het reservoir ge-stort, vervolgens in het werk gesteld en in kleine voet-platen geplaatst, die men op de voetplaat boven dekolommen onder het reservoir heeft gestort.foto 34Het reservoir is voltooid!!!Tijdens het storten van de vloerplaat heeft men eenafdichtingslaag ingestort. Deze afdichtingslaag is inde reservoirbodem ononderbroken, zodat daar door-heen dus ook g??n wapening steekt. Op deze laag zijnde voetplaten gestort, waarin de kolommen, die onderde dakplaat komen, worden geplaatst.De dakplaat is op dezelfde wijze als de reservoirbodemgemaakt. Eerst werden dus de balken gestort en ge-deeltelijk voorgespannen, waarna de vloerbekistingweer aan deze balken werd opgehangen. Om dezeplaten voor te spannen, heeft men naast de kabels,bestaande uit 12 draden, ook kabels toegepast, die be-staan uit 2 draden van hoogwaardig staal. Deze laat-ste kabeltjes werden met behulp van stalen veranke-ringen in de uiteinden tegen het beton bevestigd.VII. Scheurvorming in de wandenDe wanden werden bij vochtig en zacht weer gestort.Om die redenen meende men krimpvoegen achterwegete kunnen laten en dus de gehele wand als ??n geheelte kunnen storten. Daarenboven werden de wandenzeer spoedig na het storten van de vloerplaat gestort,waardoor het krimpproces in dit beton ook nog langniet was ge?indigd.Na het ontkisten van de wanden kwam men tot deonaangename ontdekking, dat in de wanden verschil-lende krimpscheuren waren gekomen. Enige scheurenhadden zelfs een breedte van meer dan 0,5 mm. Ach-teraf bleek dat het toegepaste cement een abnormaalgrote krompmaat vertoonde namelijk 3 x 10?4na8 dagen, zodat men het eigenlijk helemaal niet hadmogen verwerken. Ook de dakplaat vertoonde na ont-kisting dergelijke scheuren. Deze krimpscheuren wa-ren echter v??r het aanspannen der kabels opgetre-den. Na het aanspannen waren ze, zoals men zou ver-onderstellen, niet geheel dichtgetrokken, alhoewel zenatuurlijk niet zo wijd meer waren. Doordat dezescheuren niet over de gehele hoogte doorliepen, zodatdus in de plaat plaatselijk grotere drukspanningen inhet beton voorkwamen, ontstonden op de lange duurplaatselijke vervormingen (kruipen van het beton!),waardoor deze scheuren na verloop van tijd geheelwerden dichtgetrokken.Alhoewel het enigszins buiten de aard van dit artikelvalt, komt het gewenst voor op de moeilijkheden, diemen in verband met deze scheuren had, in te gaan.Op het eind van Juni 1948 werd de bouw van het re-servoir voltooid. Men besloot de wanden niet directmet de vastgestelde afdichtingslaag te bekleden, maareerst het reservoir te beproeven, voordat deze lagenzouden zijn aangebracht. Zoals reeds werd opgemerkt,was de waterdichte bekleding op de reservoirbodemreeds aangebracht. Deze bleek geheel te voldoen. Ookop de plaatsen, waar buizen door de vloer waren ge-voerd, trad geen spoor van lekkage op.Maar de wanden, die nog niet bekleed waren, ver-toonden plaatselijk wel lekkage ten gevolge van:1. de stortvoegen en2. de krimpscheuren in de wanden.Doordat blijkbaar enige kabels deze krimpscheurenkruisten, constateerde men ook lekkage bij de ver-ankeringsconussen. Daarenboven merkte men op, datverschillende scheuren, die aanvankelijk lekkage ver-toonden, na verloop van tijd gesloten waren. Dit wijstop een groot ,,regeneratievermogen" van het beton.Men constateerde dus, dat na verloop van tijd, doorde werking van de voorspanning en de waterdruk, descheuren toch dichttrokken. D?t komt, doordat: teneerste (zoals we reeds opmerkten) het beton rondomde scheuren plastisch vervormt door de grote druk-spanningen, die in de betondelen rondom de scheuroptreden; ten tweede het beton, dat plaatselijk vanwater verzadigd raakt, zwelt, waardoor de scheurendus worden dichtgedrukt.Het lekken van water langs de kabels van hoogwaar-dig staal is zeer gevaarlijk, omdat daardoor het roest-proces wordt ingeleid, wat een snelle veroudering vanhet bouwwerk tot gevolg zou hebben. Dit moest in elkgeval worden voorkomen. Ofschoon de lekkage enigetijd, nadat het reservoir met water was gevuld, aan-merkelijk verminderde, heeft men toch maatregelengetroffen om de resterende scheurtjes zo snel mogelijkte dichten. Men wilde daarbij bereiken dat het reser-foto 34. het reservoirvoltooid178voir, ook zonder dat men de waterdichte bekledinghad aangebracht, volkomen waterdicht was. Daartoewerden de scheuren aan de binnenzijde ingesmeerdmet twee afdichtingsmiddelen: 1. een soort van teer-emulsie en 2. een bitumenemulsie. Deze stoffen drin-gen tengevolge van de capillaire werking in de scheu-ren en dichten deze.Bij enige grote scheuren werd het beton over eendiepte van 4 cm en een breedte van 6 cm aan de bin-nenzijde en een kleine breedte aan de buitenzijdeweggehakt. De voeg werd volgezet met mortel met500 kg cement per m3van een plastische constitentie.Na voltooiing der werkzaamheden werd het reservoirdirect weer gevuld (eind Augustus 1948). Het reservoirbleek nu, zonder dat de afdichting aan de binnenzijdewas aangebracht, waterdicht te zijn; over het geheleoppervlak van 2 300 m2kwam geen vochtige plekmeer voor.Nadat dit was geconstateerd, werd de binnenzijde vanhet reservoir met de waterdichte afdichting bekleed,waarna het eind September weer werd gevuld. VanJuli tot eind October van dat jaar werd het reservoirzodoende zes maal gevuld en vijf maal geledigd, waar-bij deze laatste toestand dan enige tijd werd gehand-haafd. Deze tijd is voor de betrokken streek een droogjaargetijde, zodat men wel kan zeggen, dat deze be-proeving zwaar was, vooral als men dan nog weet, dattijdens de dagen, dat het reservoir leeg was, zeer hogedagtemperaturen werden waargenomen.Uit dit alles mag men wel concluderen, dat het reser-voir aan alle gestelde eisen in ruime mate voldoet.Toch lijkt het belangrijk hier eens in te gaan op enigemoeilijkheden die men aldaar heeft ondervonden, nietomdat de wijze waarop men de gestelde problemenoploste zo bijzonder was, maar alleen om er nogmaalsop te wijzen, dat ook al berekent men een bouwwerk,zoals dit, nog zo nauwgezet, er toch altijd tijdens deuitvoering moeilijkheden optreden, waarvan de tech-nische oplossing uiteindelijk de waarde van het werkbepaalt. Men zal liefst van te voren deze te verwach-ten moeilijkheden zoveel mogelijk trachten op te spo-ren en. . . . te ondervangen.VIII. BesluitDit eerste reservoir in voorgespannen beton werd inDecember 1948 offici?el in gebruik genomen, zodathet dus sinds die tijd op de waterleiding van Orl?ansis aangesloten. Men is met de bouw van het tweedereservoir, dat eveneens in voorgespannen beton wordtuitgevoerd momenteel bezig. Uit de opgedane erva-ringen tijdens de bouw van het eerste reservoir heeftmen het ontwerp nog aanmerkelijk kunnen vereen-voudigen en verbeteren, waardoor de kosten nog 20%lager zullen liggen dan die van het eerst gebouwdereservoir.Alle berekeningen van het spanningsverloop in deverschillende onderdelen van het hier besproken re-servoir werden zorgvuldig uitgevoerd. Zo heeft mengrote zorg besteed aan de beschouwingen in verbandmet de stabiliteit van de kolommen, waarin druk-spanningen tot 110 kg/cm2optreden.Ook werd rekening gehouden met de zakking van eender steunpunten, waardoor zeer hoge extra spannin-gen in de constructie kunnen worden opgewekt. Detemperatuur kan namelijk grote invloed uitoefenen ophet spanningsverloop in de constructie. Als ??n zijdevan het reservoir lange tijd aan zonbestraling is bloot-gesteld, zullen de kolommen van die zijde (bij eentemperatuursverschil van 10 ?C) 1 mm langer wordendan de andere kolommen. Hierdoor kunnen inderdaadin het meest ongunstige constructie-element tijdelijktrekspanningen optreden, die echter nooit groter zul-len zijn dan 10 kg/cm2en dus zeker beneden de trek-vastheid van de beton blijven. Het reservoir in Or-l?ans is wel het grootste r e c h t h o e k i g e reservoir,dat in voorgespannen beton is uitgevoerd, maar niethet enige. Elders in Frankrijk is een groot bouwwerkuitgevoerd, dat is opgebouwd uit 72 kleine reservoirsvan 60 m33). Deze zijn bijna geheel uit elementen op-gebouwd. De inhoud van deze reservoirs is alleenedeler dan die van Orl?ans, want zij staan op het fa-brieksterrein van ,,Cinzano" en worden dus gevuldmet w ij n!3) Zie: Travaux, Juli 1948.Op 8, 9 en 10 November 1949 zalte Parijs het eeuwfeest van deuitvinding van gewapend betonworden gevierd.Ongeveer honderd jaar geledenwerd door de Fransen Lambot,Monnier en Coignet het ge-wapend beton uitgevonden, het-welk heden ten dage in nogsteeds toenemende mate toe-passing vindt. De herdenkingwordt georganiseerd door de,,Chambre Syndicale des Con-structeurs en Ciment Arm?"onder bescherming van de Mi-nister van Openbare Werken,Verkeer en Tourisme, de Mi-nister van Handel en Nijverheiden de Minister van Wederop-bouw en Stedenbouwkunde; zijzal omvatten:1. een feestvergadering, waar-aan ook de President van deFranse Republiek zal deel-nemen;2. technische besprekingen;3. een bezoek aan werken uit-gevoerd in gewapend beton;4. een tentoonstelling op ge-wapend-betongebied, waar-onder:a. een terugblik over de ont-wikkeling van het gewa-pend beton van de uitvin-ding af tot op heden;b. een overzicht van de be-langrijkste werken, welkein de laatste tijd zijn uit-gevoerd;c de verwachtingen ten aan-zien van gewapend betonvoor de toekomst.Ingenieurs, constructeurs en al-len die zich voor gewapend be-ton interesseren en aan dezeherdenking wensen deel te ne-men, kunnen zich voor nadereinlichtingen wenden tot het vol-gende adres:Secr?tariat de la Chambre Syn-dicale des Constructeurs en Ci-ment Arm?, 3, Rue de Lut?ce,P a r i s (rVe).HOE EN WAAROM?Vraag: (D. te R.): In een kelder inmijn bedrijf werd onlangs een vat,waarin zich nog enig carbid bevond,ondoordacht leeggegooid bij de put.Nu heb ik bemerkt, dat nadien dekeldermuur water is gaan doorlaten.Kan dit het gevolg zijn van de car-biddampen?Antwoord: Bij de inwerking van wa-ter op carbid ontstaan acetyleen enkalk. Geen van beide oefent eenschadelijke invloed uit op reeds ver-hard cement. Zou toevallig carbidterecht komen in een verse beton-massa, dan heeft er in die massagasontwikkeling plaats, en zal devorming van een soort schuimbetonveroorzaken.Uit uw vraag maak ik echter op, datdeze omstandigheid zich niet heeftvoorgedaan, doch dat het hier eenreeds volledig verharde muur be-treft. Hier kan noch het carbid, nochhet acetyleengas enige invloed heb-ben uitgeoefend en moet dus voorhet doorlatend worden van de muureen andere oorzaak zijn. Zondernadere gegevens kan ik u dezehelaas niet aangeven.Ir. K. L. A. v. d. LEEUW179Viering van het eeuwfeest van deuitvinding van gewapend beton
Reacties