A.MommensNationaal Centrum voorWetenschappelUk enTechnisch Onderzoek der Cementnijverheid,Brussel*Zie de beknopte literatuurlijst op blz. 337Cement XXVI (1974) nr. 8Snelle schatting van de sterktevan betonSamenvattingEen studie werd genomen ten einde na te gaan in welke mate de druksterkte van beton op28 of 56 dagen ouderdom geschat kan worden aan de hand van een versnelde proefmethode.Om de sterkte 6 uren na het aanmaken van het beton te bepalen, heeft men de vers gevorm-de proefstukken onderworpen aan een kookproef met een behandellnqstljd van 5 uren.De waarde van de proefmethode werd getoetst, enerzijds op beton dat vervaardigd werd uit??n levering materialen en anderzijde op beton uit materialen van dezelfde herkomst dochvan verschillende leveringen.In het eerste geval laat de versnelde proef toe de sterkte op gevorderde ouderdom te schat-ten met een afwUking van + of - 10% van de werkelijke sterkte. In het tweede geval is deschatting + of 15%. Wanneer de omrekeningsfactor van de vermelde sterkte naar de ge-normaliseerde sterkte bepaald wordt door middel van een [jkreeks met materialen van dezelf-de levering, dan kan men de sterkte van beton met materialen van verschillende leveringenschatten op + of - 20% van de werkelijke sterkte.1. InleidingDe kwaliteit van beton wordt doorgaans beoordeeld door meting van de druksterkte. Debepaling van deze mechanische karakteristiek gebeurt meestal op een contractuele ouderdomvan 28 dagen; voor enkele bijzondere toepassingen slechts op 56 dagen.Deze tamelljk lange verhardingsduur in genormaliseerde omstandigheden laat ongelukkigniet toe snel zekerheid te hebben omtrent de kwaliteit van het beton, noch van nabl] de een-vormigheid van elementen die in grote reeksen geproduceerd worden, te volgen. De kennisvan de betonsterkte op korte termijn zou, indien nodig, toelaten :zo vroeg moqelijk de vereistemaatregelen te treffen om de vastgestelde gebreken of onregelmatigheden te verhelpen.Om binnen een tamelijk korte tijd voldoend hoge waarden te verkrljqen, die toelaten desterkte op langere termijn te schatten, moet men zijn toevlucht nemen tot een speciale behan-deling die de verharding van het beton versnelt.Het hoofddoel van het onderzoek bestaat erin de gebruikers een eenvoudige proefmethodeter beschikking te stellen die, toepasselljk zowel in het laboratorium als op de bouwplaats, opkorte termijn voldoende nauwkeurig aanduidingen kan geven om de druksterkte van het betonop langere termijn te schatten en die met veiligheid voor een gegeven betontypekan wordentoegepast.2. Keuze van de versneldeproefmethodeTalrijke onderzoekers hebben de rnoqelljkheld bestudeerd een versnelde proefmethode aante wenden om de betonsterkte te schatten. * De voorwaarden waaraan een versnelde proefmoet voldoen om het nagestreefde doel te bereiken, kunnen gemakkelUkals volgt wordensamengevat:het proefstuk moet normale afmetingen bezitten en de vervaardiging ervan moet aan de vankracht zljnde normen of voorschriften beantwoorden;de cyclus van de bewerkingen moet korter zijn dan 24 uren en bi] voorkeur korter dan 8 uren,opdat de versnelde proef in een normale werkperiode kan passen;de proefmethode moet eenvoudig zijn:de behandelingscyclus moet gestandaardiseerd zijn:de uitrusting moet stevig, gemakkelUk te onderhouden en weinig kostbaar zijn:de resultaten moeten reproduceerbaar zijn en toelaten, binnen redelijke grenzen, de sterkteop 28 dagen te voorspellen.Uit de literatuurgegevens en beschouwingen van praktische aard blijlet dat de oplossing diehet best aan de opgesomde criteria beantwoordt, erin bestaat de genormaliseerde proefstuk-ken in een warm-waterbad te behandelen, waarbij de maximale ultvoertnqstljd voor de heleproef minder dan acht uren bedraagt.3. Vooronderzoek: vastleggen van de behandelingscyclusDe behandelingscyclus, dit is de periode die verloopt tussen het einde van de vervaardiging330van de proefstukken en het begin van het ontvormen, juist voor de sterktebepaling, werdvastgelegd aan de hand van een vooronderzoek.7aTemperatuurstijging kubussen van 75,8 cm(meting in het hart); gelijktijdige verwar-ming van het water en van de proefstukkenBeton 'Wegen'Beton 'Kunstwerken en Gebouwen'3.3 Duur van de v??rbinding en de afkoelingAlhoewel men in het kader van het onderhavige onderzoek mag aannemen dat het niet nodigis een wachttijd (v??rbinding) of een afkoelingsperiode, langer dan de aangenomen 15 rnlnu-3.1 TemperatuurstijgingEr bestaan twee mogelijkheden om de proefstukken op te warmen. De eerste bestaat erin devormen in het bad te plaatsen bij omgevingstemperatuur en tegelijk water en vormen op tewarmen tot de gewenste temperatuur (fig. Ia).De tweede methode begint met het opwarmen van het water all??n tot de gekozen tempera-tuur. De vormen worden nadien in het warme water geplaatst (fig. 1b). Een vergelijking tussenbeide systemen toont aan dat in het tweede geval de stijgsnelheid (ongeveer 72 ?C/h) in hethart van de kubus aanmerkelijk hoger ligt dan in het eerste geval (ongeveer 21 ?C/h).De tweede opwarmmethode werd aangenomen omdat ze, voor een zelfde behandelingsduur,toelaat de proefstukken langer op de gekozen temperatuur te houden. In beide figuren steltmen vast dat de temperatuur van het beton uiteindelijk de behandelingstemperatuur metongeveer 4 ? 7 overtreft. Dit is te wijten aan de hydratatiewarmte van het cement die zichbij de warmte afkomstig van het waterbad komt voegen.',min.) 3.2 Temperatuur en onderdompelingsduurDe cyclus bestaat uit drie fasen: een eerste fase gevormd door een tijd van v??rbinding bijde omgevingstemperatuur; een tweede fase die de temperatuurstijging en het isothermischbehoud op de aangenomen behandelingstemperatuur omvat; een derde fase die de afkoelingv??r het ontkisten behelst. In dit gedeelte van het vooronderzoek heeft men geen v??rbin-dingstijd voorzien en een afkoelingsperiode van 15 minuten in de gesloten vormen aangeno-men bij het verlaten van het thermostatisch bad. Dit laat het ontvormen in min of meer nor-male werk- en veiligheidsvoorwaarden toe.Vier betonsoorten (zie tabel 7 voor de typesamenstelling) werden onderworpen aan de vol-gende verwarmingsvoorwaarden: temperatuur: 60, 80 en 100?C; onderdompelingsduur: 3, 4,5 en 6 uur, Logischerwijze stelt men vast dat de versnelde sterkte toeneemt, enerzijds wan-neer de onderdompelingsduur langer wordt en anderzijds wanneer de behandelingstempera-tuur hoger ligt.Daar men eveneens de sterkte van proefkubussen die niet aan de versnelde proef onderwor-pen werden, bepaald heeft, volgt uit deze eerste proeven dat, indien men wenst dat de ver-snelde sterkte zich op een tamelijk hoog niveau zou bevinden (40 ? 50% van degenormali-seerde sterkte op 28 of 56 dagen), men een behandelingscycius op 80 of op 100?C moetkiezen met een duur van 5 of 6 uren.o JO 90 I0o /I I0I i0I1000I000a V000I00_ _ I___I30 60 90 x?107010010117bTemperatuurstijging kubussen van 75,8 cm(meting in het hart); verwarming van deproefstukken in reeds op temperatuurgebracht waterGrind 4/32Zand 0/2CementWaterwater-cementfactor800 I400 I350 kg18610,51Porfier 22/40Porfier 8/22Porfier 2/8Zand 0/2CementWaterwater-cementfactor540 I27012701320 I350 kg144 I0,41Bepaling van de sterkte op kubussen met15,8 cm zijdeBepaling van de sterkte op kubussen met20 cm zijdeConsistentie van het verse beton, gemeten volgens NBN B 15-205Methode: uitspreiding op de schoktafel I Methode: VB-consistometerVooronderzoekbeton met P 500 cementbeton met HK 400 cement1,651,73Ibeton met P 400 cementbeton met HK 400 cement20 sec22 secOnderzoek met materialen van dezelfde leveringbeton met HK 400 cement 1,73 I beton met P 400 cement 19 secOnderzoek met materialen van verschillende leveringenbeton met HK 400 cement beton met P 400 cementTabel 7Betonsamenstellingende uitspreiding op de schoktafel varieerttussen 1,68 en 2,00 in functie van de corn-binatie der materialen uit verschillendeleveringenhet aantal seconden VB varieert tussen 18 en27 in functie van de combinatie dermaterialen uit verschillende leveringenCement XXVI (1974) nr. 8 331Cement XXVI (1974) nr. 8ten, voorzien, werd in het vooronderzoek afzonderlijke invloed van deze fasen van debehandelingscyclus op de aanvankelijke betonsterkte als volgt nagegaan: temperatuur 80 en100?C; totalecyc1ustijd 5 en 6 uur; v??rbinding 1 uur; afkoeling 1 uur.Uit de resultaten blijkt dat de sterkten verkregen bij cyclussen die hetzij een periode vanv??rbinding, hetzij een periode van afkoeling bevatten, wat lager liggen dan die, verkregenmet de cyclussen zonder deze fasen. Dit kan verklaard worden door het feit dat de lnvloeds-duur van de temperatuur op de verharding van het beton korter is wanneer, voor een zelfdecyclusduur, een v??rbinding of een afkoeling voorzien wordt. De sterkteverminderingenschijnen zelfs hoger te liggen in geval de cyclussen 5 uur duren.Aan de hand van de resultaten van het vooronderzoek werd de hierna beschreven proef-methode opgesteld.4. Proefmethode ter snelle schatting van de betonsterkte4.1 Vervaardiging van de proefstukkenHet vormen van de proefstukken wordt uitgevoerd overeenkomstig de norm NBN B 15-212.De mallen moeten uitgerust zijn met een deksel, enerzijds om het uitwassen van het versebetonoppervlak te vermijden en anderzijds om het zwellen van de proefstukken ten gevolgevan de thermische behandeling te beletten. Hiertoe zal geen enkele voegvulling geplaatstworden tussen de randen van de mal en het deksel.Aanbevolen wordt eveneens om de mallen van handvatten te voorzien teneinde het inbren-gen en het uithalen van de mallen in of uit het bad te vergemakkelijken. Het is onontbeerlijkde hierboven beschreven bewerkingen, namelijk het vervaardigen van het beton, het makenvan de proefstukken en het sluiten van de mallen, uit te voeren in een beperkte tijd die vooralle proeven dezelfde blijft. Deze tijd wordt, voor drie proefkubussen, op 30 minuten vastge-steld, te rekenen van het ogenblik af dat de menger op gang gebracht wordt.4.2 Behandelingscyclus4.2.1 Algemeen principeDe betonproefstukken worden in hun afgedekte vorm behandeld in een bad kokend water.De onderdompelingsduur bedraagt 5 uren. Elke groep van 3 proefstukken wordt afzonderlijkbehandeld.4.2.2 UitvoeringswijzeHet water van het bad wordt aan de kook gebracht v??r de vervaardiging van de proefstuk-ken. Dertig minuten na het op gang brengen van de menger voor de vervaardiging van hetbeton worden de mallen, voorzien van hun deksel, in het kokende water gedompeld. Het tegebruiken thermostatische bad moet voldoende groot zijn om drie mallen voor kubusvormigeproefstukken met 20 cm zijde gelijktijdig te behandelen. Deze mallen, geplaatst op eenzelfdehorizontaal vlak, rusten op een rooster. Zodoende zijn ze volledig omgeven door water datbovendien voortdurend door middel van een pomp in beweging gehouden wordt.Vanaf het moment dat het water opnieuw de behandelinqsternperatuur bereikt, mag men deverwarming verminderen mits de kooktemperatuur gehandhaafd blijft. Er moeten voorzienin-gen getroffen worden voor een constant waterniveau om de verliezen tengevolge van deverdamping te compenseren. Deze inrichting wordt bij voorkeur verbonden aan een kleinreservoir met zacht water om het bad in perfecte toestand te houden. De behandeling looptten einde 5 uren nadat de mallen in het bad gedompeld werden. Dan worden de mallen uit hetbad getild. Vooraleer de proefstukken uit hun mal gehaald worden, laat men het geheel (mal+ proefstukken) gedurende 15 minuten afkoelen in de laboratoriumlucht.4.3 Bepaling van de sterktenDe uitvoering van deze proeven, overeenkomstig de norm NBN B 15-220, met inbegrip van detijd nodig voor het ontkisten, moet in een beperkte tijd geschieden die, voor de drie kubus-sen, de 15 minuten niet overschrijdt. De totale duur van de versnelde proef bedraagt 6 uren,waaronder 30 minuten voor de vervaardiging van de proefstukken, 5 uren onderdompeling,15 minuten afkoeling en minuten voor het entkisten en de bepaling van de sterkten.5. Verband tussen de versneld verkregen sterkte en de sterkte verkregen in genormaliseerdeomstandigheden5.1 Aan het onderzoek onderworpen betonsoortenTwee betonsoorten werden aan de proeven onderworpen: enerzijds een beton van het type'Kunstwerken en gebouwen' met cement HK 400 en anderzijds een beton van het type'Wegen' met cement P 400. De samenstelling van dezebetonsoorten wordt gegeven in tabel 1.De gebruikte materialen: grind, zand en cement beantwoorden aan de voorschriften van degeldende NBN-normen.'Door de proeven verschillende malen te herhalen, hetzij met materialen van dezelfde levering,hetzij met materialen van dezelfde herkomst maar van verschillende leveringen, kan men zicheen idee vormen in welke mate de druksterkte van het beton te voorspellen is, uitgaande vande kennis van de sterkte verkregen door een versnelde proef.5.2 Gebruik van materialen van dezelfde herkomst en leveringVoor 'beton KH' op basis van grind en cement HK 400 en voor 'beton WP' met porfier encement P 400 (tabel I), heeft men zesmaal de versnelde proef herhaald voor de volgendebehandelingstemperaturen: 80 en 100?C. De voorbereiding en de uitvoering van de proefgeschiedden zoals beschreven in punt 4 van dit artikel. 'Tabel 2Spreiding van de resultaten b? materialenvan dezelfde levering (gemiddelden) kgf/cm2behandelingstemperatuur 80 oeokgf/cm2v% kgf/cm2okgf/cm2v%behandellnqstemperatuur 100 oebeton KHgrind, HK 400beton WPporfier, P 400beton KHgrind, HK 400beton WPporfier, P 400169309198305R'ver 804,411,6R' ver 1000e5,18,1R'7 d2,6 317 6,6 2,1(4,00,0) (3,80,6)3,7 575 12,8 2,2(5.3 1,9) (3,70,7)R' 28 d of R'56d2,6 468 10,8 2,3(4,1 0,9) (5,4 1,1)2,7 655 10,7 1,6(4,80,2) (2,60,8)Tabel 3Omrekeningsfactoren en schatting desterkte voor materialen van dezelfdeleveringCernent XXVI (1974) nr. 8De maximum en minimum waarden van V worden tussen haakjes gegevenGelijktijdig werden er proefstukken vervaardigd die niet aan de versnelde proef onderworpenwerden, met het oog op de bepaling van de sterkte na 7 en na 28 dagen voor het 'beton KH',en na 7 en na 56 dagen voor het 'beton WP' (bewaring op 20 oe en A.V. > 90%). Op temerken valt dat de kubussen voor de behandeling op 80 oe en voor de bepaling van desterkte op 7 dagen van dezelfde molencharge afkomstig zijn; de proefstukken behandeld op100 oeevenals die bestemd voor deproeven op 28 of op 56 dagen maken deel uit van eenandere molencharge.5.2.1 Spreiding van de resultatenOm de spreiding in de resultaten verkregen met de versnelde proef te beoordelen, gaat menuit van de vartatteco?fflcl?nt die vergeleken wordt met die voor de niet behandelde proef-stukken.In tabel 2 vindt men de gemiddelde sterkte (3 kubussen per proef), de standaardafwijking ende variatieco?ffici?nt voor elke proef.Voor proeven uit dezelfde molencharges stelt men vast dat de variatieco?ffici?nt van desterktebepaling van de versnelde proeven nu eens groter dan eens kleiner is dan die voor degenormaliseerde proeven. Er blijkt dus geen systematisch verschil te bestaan tussen despreiding van de resultaten voor beide typen betonverhardingen, alhoewel gemiddeld geno-men de variatieco?ffici?nt van de versnelde proeven hoger ligt dan de variatieco?ffici?nt vande lange-duur proeven. Dit verschijnsel werd eveneens vastgesteld door de meeste van deonderzoekers die een versnelde proef bestudeerden.Bijgevolg mag men aannemen dat de behandelingscyclussen leiden tot het verkrijgen vanreproduceerbare resultaten.5.2.2 Schatting van de betonsterkteDaar de betonsterkte afhankelijk is van talrijke parameters die de betonsamenstelling bepa-Igemidd.beton KH 1,80 2,00 1,94 1,80 2,05 1,72 1,88R' op 7 dR' versneld80 oe +4,08 -6,27 -2,90 +4,17 +9,41 +0,05beton WP 1,80 1,82 1,84 1,93 1,86 1,93 1,86R' op 7 dR' versneld800e +3,48 +2,29 +1,06 -3,56 0 -3,44 -0,03beton KH 2,27 2,31 2,43 2,48 2,35 2,34 2,36R'op 28 dR' versneld100 oe +3,98 +2,03 -2,97 -4,90 +0,43 +1,08 -0,06beton WP 2,21 2,21 2,20 2,04 2,15 2,07 2,15R' op 56 dR' versneld100 oe -2,78 -2,86 -2,16 +5,30 -0,15 +4,07 +0,24333len, kan men logischerwijze verwachten dat men geen universele omrekeningsfactor kanvinden voor de relatie tussen de versneld verkregen sterkte en.de conventionele sterkteopgevorderde ouderdom. Om deze reden hebben we niet gepoogd een verband op testellentussen beide sterkten in lineaire of exponenti?le vorm, zoals de meeste onderzoekers die ditprobleem aansneden, hebben gedaan. We hebben ons beperkt tot het bepalen van de ver-houding tussen de conventionele sterkte en de versnelde sterkte voor een beton met gegevensamenstelling. Men mag inderdaad aannemen dat de toepassing van de versnelde proefgeheel gerechtvaardigd is voor betonproduktie in grote reeksen en met constante samenstel-ling, waarvoor het de moeite loont de overgangsco?ffici?nt door ijking vast te leggen.De verhouding = RR:x dagen geeft de omrekentnqsfa?tor tussen de versneld verkregen sterk-x-versneld 'te en de normaal verkregen sterkte op langere teqnijn. Deze is dus de factor waarmee men deversnelde sterkte moet vermenigvuldigen om de sterkte op een gevorderde ouderdom teverkrijgen.De gevonden qernlddelde waarden worden gegeven in tabel 3. Wel te verstaan stemt elkefactor overeen met eet') verhouding van de sterkten Van beton dat van eenzelfde molenchargeafkomstig is. Om deze reden is er geen u-co?ffici?nt van 80?C naar 28 of 56 dagen, noch van100?C naar 7 dagen.Voor de betonsoorten die het onderwerp van deze studie uitmaken vindt men volgende ge-middelde factoren:beton KH (grind HKbeton WP (porfier P 400)R'7d-R' = 1,88 ? 0,13ver80DR'7d= 1,86 ? 0,05ver 80?R'28d2.36 ? 0,07ver 1000R'S6d= 2,15 ? 0,07ver 100?Indien blijkbaar de factoren van dezelfde orde van grootte zijn voor elk soort versneldebehandellnq, kan dit slechts aan het toeval te wijten zijn. De analyse van de gevonden waar-den tijdens het vooronderzoek, bestemd om de behandelingscyclus te kiezen, toonde veelbelangrijker verschillen alleen al in functie van de aard en de kwaliteit van het gebruiktecement. Indien de betonsoorten door andere factoren zoals het cementgehalte en de water-cementfactor nog meer onderling verschillen. dan kan men een hele reeks omrekeningsfacto-ren verwachten. We brengen nog eens in herlnnerinqdat dit onderzoek niet tot doel heeft eenomrekeningsfactor vast te leggen de relatie tussen versnelde sterkte naar sterkte oplangere termijn, maar wel om aan te tonen dat de sterkte van een gegeven beton geschat kanworden met behulp van een versnelde verhardingsproef.Uitgaande van de gemiddelde omrekeningsfactor heeft men, voor elke versnelde proef desterkte op .lanqe termijn geschat. Wanneer men deze berekende sterkte vergelijkt met dewerkelijk verkregen waarde. dan stelt men vast dat het verschil uitgedrukt in % van deverkregen sterkte (tabel 3), de volgende waarden aanneemt:Beton KHgrind, HK 400Beton WPporfier, P 400Behandelingstemperatuur 80 ?Cgeschat op 7 dagengemiddeldstandaardafwijking90% vertrouwensinterval+ 0,05%6,9%+ 13,99% - 13,39%- 0.03%2,9%+ 5.83% - 5,89%Behandelingstemperatuur 100 0 Cgeschat op 28 dagen geschat op 56 dagens % gemiddeldstandaardafwijking90% vertrouwensinterval- 0.06%3.3%+ 6.61% - 6,73%+ 0,24%3,6%+ 7,51% - 7,03%Cement XXVI (1974) nr. 8Rekening houdend met de gegevens van bovenstaande tabel, schijnt het redelijk aan tenemen dat de sterkte van beton op + of -10% van zijn werkelijke waarde geschat kan wor-den met behulp vaneen versnelde verhardingsproef wanneer de materialen van eenzelfdelevering afkomstig zijn.5.3 Gebruik van materialen van een zelfde herkomst maar van verschillende leveringenDe versnelde proef werd 15 maal herhaald met een 'beton KH', dat wil zeggen grind encement HK 400, evenals met een 'beton WP', porfier en cement P 400, waarbij de gebruiktematerialen van verschillende leveringen afkomstig Waren. Voor elk van beide betonsoortenwerd de water-cementfactor constant gehouden. Door het gebruik van materialen Van ver-schillende leveringen ontstond een verschil in verwerkbaarheid van de betonspecies vandezelfde nominale samenstelling.334Tabel 4Spreiding van de resultaten bij materialenvan dezelfde herkomst doch van verschil-lende leveringen (gemiddelden)ver 100?C R'28d of 56 da V o Vkgf/cm2kgf/cm2% kgf/cm2kgf/cm2%beton KH 194 5,8 3,0 426 9,2 2,1grind, HK 400 (6,70,8) (4,60,5)beton WP 269 9,7 3,6 637 10,9 1,7porfier, P 400 (7,4 0,6) (3,7 0,3)De maximum en minlmum waarden van V worden tussen haakjes gegevenVan elke molencharge, bestemd voor de vervaardiging van de proefstukken die aan debehandelingscyclus onderworpen moesten worden, heeft rnen eveneens proefkubussen ver-vaardigd voor de bepaling de druksterkte na 28 dagen (beton KH) of op 56 dagen (betonWP) na een bewaring op 20?C en R.V. > 90%.5.3.1 Spreiding van de resultatenZoals in het voorgaande vermeld wordt de spreiding beoordeeld door de variatieco?ffici?ntvan elke proef.Uit de waarden van tabel 4 komt men tot dezelfde vaststelling als voorheen, namelijk dat deversnelde verhardingsproeven leiden tot reproduceerbare resultaten. Gemiddeld gezien ligtde variatieco?ffici?nt van de versnelde proeven iets hoger dan de variatieco?ffici?nt van deproeven op langere termijn.Wanneer men het geheel van de proeven beschouwt, dan ziet men dat de spreiding de neigingvertoont groter te dan in de vorige fase van het onderzoek (materialen van eenzelfdelevering). Dit moet te wijten zijn aan het gebruik van materialen van verschillende leveringenen aan het constant houden van de water-cementfactor; vandaar de grotere gamma-sterkten.5.3.2 Schatting van de betonsterkteR'De waarden van de omzettingsco?ffici?nta = R' x dagen worden gegeven in tabel 5. Gemld-versnelddeld vindt men voor de twee verwerkte betontypen.beton KH (grind :HK 400)beton WP (porfier P 400)R'28d= 0,14ver 1000R'S6d= 2,38 ? 0,15ver 100?Het verschil in % van de werkelijke sterkte, tussen de voor elke proef geschatte sterkte,aan de hand van de gemiddelde omrekeningsfactor, en de sterkte gemeten op 28, resp. 56dagen ouderdom (tabel 5), ligt nu als volgt:Tabel 5Omrekeningsfactoren en schatting van desterkten voor materialen van dezelfdeherkomst doch van verschillende leveringenBeton KH: grind, HK 400gemiddeldstandaardafwijking90% vertrouwensintervalBeton WP: porfier, P 400gemiddeldstandaardafwijking90% vertrouwensintervalR'geschal op 28 dagen+ 0,62%6,5 %+ 12,12% - 10,80%R'geschat op 56 dagen+ 0,24%6,9 %+ 12,38% - 11,90%, gemidd.beton KHa 2,21 2,12 2,15 2,10 2,13 2,17 1,94 1,98 2,32 2,32 2,49 2,15 2,27 2,26 2,19grind, HK 400op 28 dR'versneld+0,97 +3,26 +1,90 +4,40 +2,73 + 0,77 + 12,80 + 10,43 5,45 12,22 +1,79 -3,58 -3,22 +0,62100?Cbeton WPa 2,54 2,35 2,34 2,09 2,11 2,21 2,43 2,30 2,56 2,47 2,59 2,48 2,50 2,34 2,45 2,38porfier, P 400-:op 56 dversneld-6,23 + 1,42 +1,77+14,09 +12,70 +7,81 -2,09 +3;25 -3,60 -8,11 -4,14 -4,86 +1,59 -2,76 +0,24100?CCement XXVI (1974) nr. 8 335Igemidd.beton KHgrind, HK 400 +6,81 + 11,28 +9,98 +12,47 +10,67 +21,33 +18,83 +1,58 +1,82 +9,89 .56 d .rbeton WPporfier, P 400 15,26 -8,36 -8,04 +2,97 +1,94 -11,62 -6,61-16,21 12,83 -17,05 13,38 -14,13 -8,28 -17,50 -9,8056 dTabel 6Schatting van de sterkten door middel vaneen ijkreeks In geval men gebruik maakt van materialen afkomstig van verschillende leveringen, mag mendus aannemen dat de sterkte van het beton geschat kan worden op plus of min 15% van dewerkelijke waarde. .. . .5.4 Toepassing van een omrekeningsfactor verkregen door een ijkreeksIn de courante praktijk zal waarschijnlijk de omrekeningsfactor voor een gegeven beton-samenstelling bepaald worden door enkele reeksen proeven waarvoor de materialen van een-zelfde levering afkomstig zijn (cfr proeven in 5.2), terwijl naderhand materialen van opeenvol-gende leveringen gebruikt zullen worden (cfr proeven in 5.3).Om zich een idee te vormen van de nauwkeurigheid waarmee men in dit geval de sterkten oplange termijn kan schatten, heeft men, uitgaande van de sterkten verkregen na de versneldebehandeling in punt 5.3, de waarschijnlijke sterkte na 28 dagen of 56 dagen berekend metgebruikmaking van de omrekeningsfactoren gevonden tijdens de proeven beschreven in 5.2.Het verschil (% van de sterkte gemeten na 28 of 56 dagen) ligt in dit geval als volgt (zieeveneens tabel 6):Beton KH: grind, HK 400gemiddeldstandaardafwijking90% vertrouwensintervalBeton WP:porfier, P 400% gemiddeldstandaardafwijking90% vertrouwensintervalgeschat Op 28 dagen+ 8,29%7,0 %+ 20,60% - 4,00%geschat Op 56 dagen- 9,80%6,5%+ 1,67% - 21,28%Cement XXVI (1974) nr. 8De sterkte van het beton wordt geschat op plus of min 20% van de werkelijke waarde.Op te merken valt dat men voor het beton KH praktisch altijd de sterkte overschat, terwijlvoor het beton WP het omgekeerde gebeurt. Dit is in felte te wijten aan de waarde van degebruikte omrekeningsfactor; voor het beton KH bedraagt deze factor 2,36 (cfr proevenvan 5.2) in plaats van 2,19 (cfr proeven in 5.3), en voor het beton WP heeft men 2,15 in plaatsvan 2,38.Indien men aanneemt dat de schatting van de sterkte op 20% na bevredigend is, dan kan menin de praktijk een ijking opstellen met behulp vaneen reeks proeven waarbij dezelfde mate-rialengebruikt worden en de zo gevonden omrekeningsfactor aannemen voor betonsoortenmet dezelfde samenstelling die later vervaardigd worden.Het gevaar bestaat echter dat de sterkten overschat, of onderschat - hetgeen in de werkelijk-heid minder erg is - zouden worden.Om dit te verhelpen is het dus verkieslijk een gemiddelde omrekeningsfactor te bepalen doorte werk te gaan als voor de proeven beschreven in punt 5.3, dat wil zeggen door beton-species te vervaardigen met materialen afkomstig van verschillende leveringen.6. ConclusiesUit dit onderzoek, ondernomen met het doel te bepalen in welke mate men de sterkte van hetbeton op lange termijn kan schatten door gebruik te maken van een versnelde verhardings-proef, volgt samengevat:de spreiding van de resultaten van de versnelde proeven is niet noemenswaardig verschillendvan die, verkregen na een genormaliseerde bewaring van de proefstukken;wanneer het beton vervaardigd wordt :uit ??n en dezelfde levering van materialen, dan laatde sterkte verkregen bij de versnelde proef toe, de sterkte op lange termijn te schatten opplus of min 10% na van de werkelijke waarde;indien het beton vervaardigd wordt met verschillende leveringen van dezelfde herkomst, dankan de sterkte op lange termijn op plus of min 15% na van de werkel?jke waarde geschatworden, voor zover de omrekeningsfactor bepaald werd uit proeven waarbij deze verschillen-de materialen gebruikt werden;als het beton enerzijds vervaardigd wordt met verschillende leveringen van dezelfde herkomsten anderzijds de omrekeningsfactor bepaald werd uit proeven waarvan de materialen van ??nen dezelfde levering afkomstig zijn, dan kan de sterkte op lange termijn geschat worden opplus of min 20% na van de werkelijke waarde.3367. DankbetuigingDeze studie stond onder het toezicht van het Comit? TC 4, voorgezeten door de heer F.Riessauw, Professor aan de Rijksuniversiteit te Gent.Onze dank gaat naar de heer P.Dutron, Directeur van het Nationaal Centrum voor Weten-schappelijk en Technisch Onderzoek der Cementnijverheid, voor de veelvuldige raadgevingentijdens het onderzoek, evenals voor de toelating om dit rapport te publiceren.Wij betrekken hierbij ook de heer A.Piton, die de materi?le uitvoering van de proeven mogelijkmaakte.Tenslotte richten wij eveneens onze dank aan het Instituut tot Aanmoediging van het Weten-schappelijk Onderzoek in de Nijverheid en de Landbouw (I.W.O.N.L.), dat zo welwillend waseen subsidie te verlenen voor het uitvoeren van het onderzoek.Literatuur1. 'Durcissement acc?l?r? du b?ton en vue d'essats rapides de controle', Bulletin Rilem, nr.juni 1966, blz. 155-2132. P.Smith en H.Tiede, 'Earlier determination of concrete strength potentie!', Highway ResearchRecord, nr. 210,1968, blz. 29-663. T.Soshiroda en Y.Fujisawa, 'Accelerated strength test for earlierevaluation of concretequality', Proceedings of the twelfth Japan Congresson Materials Research - Kyoto - Japan,1969, blz. 252-2564. K.G.Braam en G.Ehnb?ge, 'Accelererad provnlnq av betong', Cement och Betong, nr. 1,januari 1970, blz. 59-685. D.F.Cornelius en RE.Franklin, 'Studies of theaccelerated curing of concrete test specimens',Road Research Laberatory. RRL-report LR 364 (1970)6. G.Dreux en F.Gorisse, 'Contribution ? I'?tude statistique des controles de b?ton - Mise aupornt d'un test acc?l?r?', Annales ITBTP, nr. 302, februari 1973, blz. 147-191vervolg van pag. 325(Mededelingen van deBetonvereniging)BetonmortelcontroleDe betonmortelcentrales:MEBIN BV., vestiging Breda 'Baronie' Stee-nen Hoofd 40, postbus 3353, BredaenFriesland Beton Heerenveen BV., Leeuwar-derstraatweg 97, postbus 514, Heerenveenhebben hun oude centrale vervangen dooreen nieuwe installatie. Aan de hand van dekeuring is gebleken dat de goedkeuring voorbeide bedrijven kan worden gecontinueerd.21 november 1974 Betondag in UtrechtHet programma staat nog niet vast, wel iszeker dat gesproken zal worden over Ratio-nalisatie wapening.Verder wordt gedacht aan:De rol van het beton bij de oliewinning in deNoordzeebodem, terwijl de mogelijkheid nietuitgesloten geacht wordt dat ook iemand eenoverzicht zal geven van de stand van zakenmet betrekking tot de voorschriften op beton-gebied in de ons omringende landen.StubecokwartaalvergaderingenDonderdagavond 22 augustus 1974 vindt eenkwartaalvergadering van de Stubeco plaats,waarin o.rn, gesproken zal worden over:Belastingen en berekeningen van bekistings-constructies met aansluitend discussie; te-vens zullen mededelingen worden gedaandoor Werkgroep F over proeven met ontkis-tingsmiddelen op grote schaal.Op 28 november '74 vindt de Jaatstekwartaal-vergadering in 1974 van de Stubeco plaats;hierover zullen nog nadere berichten volgen.Cement XXVI (1974) nr. 8De kwartaalvergaderingen van de Stubecozijn. ook toegankelijk voor niet-leden. Dezemoeten dan van tevoren contact opnemenmet de secretaris, p/a AannemingsbedrijfMarcel Muyres, postbus 81 te Bodegraven.Overdag te bereiken onder nr. 01726-7444 en's avonds nr. 01726-4100.Oostenrijkse Betondag van 16 tot 19september 1974 in WenenOp het programma staan voordrachten oververschillende viaducten, en een voordrachtvan ir.P.Blokland, HID Rijkswaterstaat, dlrec-tie Sluizen en Stuwen, over de verbindingvan Antwerpen met de Rijn.Ruimschoots wordt aandacht gegeven aanhetgeen werd bereikt op het gebied vanspeurwerk bij verschillende Technische Ho-gescholen.In verband met excursies wordt ook gespro-ken over een kerncentrale in Turnerfeld.Voor nadere inlichtingen kunnen belangstel-lenden zich wenden tot de Gesch?ftsstelledes Dsterreichischen Betonvereins. 1030 We-nen 3, Strohgasse 21a (tel. 0222-735420).Deelnemersprijs voor bijwonen der lezingenen het deelnemen aan de excursles is 'O'.sch.1305.COBECODeze voor niet-ingewijden wonderlijk aan-doende uitdrukking betekent: Co?rdinatieBetoncursussen en Opleidingen.De Stichting Cursussen Materialenkennis,de Stichting Vakopleiding Bouwbedrijf, hetAlgemeen Verbond Bouwbedrijf - Afd. Op-leidingen en de Betonvereniging proberensamen met de BFBN de informatie over be-toncursussen en opleidingen zo veel moge-lijk te bundelen.De bedoeling is dat hij, die zich verder wilbekwamen opbetongebied, op een gemak-337kelijker wijze kan overzien wat hij moet doenen welke richting hij moet kiezen.Vermoed wordt dat volgend jaar de resulta-ten in een handig vouwblad vermeld kunnenworden.WACEBOok dit staaltje van vaktaal betekent iets enwel: Werkgroep voor de Afstemming vanCursussen en Examens op Betongebied.Op initiatief van het Bestuur van de Beton-vereniging, zijn vertegenwoordigers van aan-nemingsbedrijven, adviesbureaus en Beton-vereniging bezig met een analyse van be-staande cursussen, wat deze beogen en watvoor nut ze hebben.Daarnaast wordt onderzocht waaraan nogbehoefte is en hoe aan deze behoefte kanworden tegemoet gekomen.Ook zal worden bezien in hoeverre de be-staande cursussen dienstbaar kunnen wor-den gemaakt aan de examens Betonbouw-kundig Opzichter-Tekenaar BV en Betoncon-structeur BV.Opleiding Betonconstructeur BV teGroningenDe Hogere Technische School 'AcademieMinerva' te Groningen zal bij voldoende be-langstelling in het seizoen 1974/75 een twee-jarige applicatiecursus organiseren, oplei-dend voor het examen BetonconstructeurBV. De lessen zullen waarschijnlijk wordengegeven elke vrijdag van 16.15 - 22.10 uur enelke zaterdag van 8045 -12.30 uur.Toelatingseisen: het bezit van het HTS-di-ploma Bouwkunde of Weg- en Waterbouw-kunde of gelijkwaardige opleiding. Aanmei-ding zo spoedig mogelijk.Telefonische of schriftelijke inlichtingen wor-den gaarne verstrekt door de School, PetrusDriessenstraat 3, tel. 050-182222.
Reacties