Onderzoek & technologieBruggenbouw
cement 2008 5 71
In een aantal Nederlandse brug-
gen zijn vermoeiingsscheuren
waargenomen [1]. Deze scheuren
leiden tot een afname van het
draagvermogen zodat herstel en
versterking noodzakelijk is. Aan-
genomen wordt dat locale span-
ningsconcentraties de belangrijk-
ste oorzaak zijn voor dit verschijn-
sel [1, 2]. Een veelbelovende
oplossing is het aanbrengen van
een overlaging op het bestaande
brugdek [1, 3, 4]. Deze methode is
toegepast in verschillende projec-
ten over de hele wereld, waaron-
der de Calandbrug in Nederland
(fig. 1). De 56 mm dikke betonnen
overlaging en de 12 mm dikke
staalplaat zijn hier verbonden via
een epoxylaag met ingestrooide
bauxietkorrels. De overlaging is
gewapend met twee lagen wape-
ning (Ø8 mm, h.o.h. 50 mm) en
voorzien van staalvezels. Voor ver-
dere gegevens wordt verwezen
naar [1]. De overlaging was zwaar
gewapend: ongeveer 24 kg/m² tra-
ditionele wapening en 5 kg/m²
staalvezels, wat overeenkomt met
580 kg/m3 wapening en 1,2 Vol.%
staalvezels [5]. Tot op heden was
er nog geen goede rekenmethode
beschikbaar, waardoor conserva-
tieve keuzen moesten worden
gemaakt. De effectiviteit van de
zware wapening is daarom nog
een open vraag. Om deze reden is het gedrag onderzocht van een
gewapende overlaging uit hoog-
waardig vezelbeton aangebracht
op een staalplaat, speciaal voor
belasting op buiging. Hiertoe is
een meerlagenmodel ontwikkeld,
waarin een spanningrekrelatie
wordt gebruikt die uit directe trek-
proeven is afgeleid.
Materiaaleigenschappen
Hoogwaardig vezelbeton
Vanwege het gunstige gedrag
onder trekbelasting, vooral met
betrekking tot de scheurwijdtever-
deling, is gewapend hoogwaardig
vezelbeton een attractief materiaal
om in betonnen overlagingen te
worden toegepast. Om met dit
materiaal een ontwerp van een
overlaging te kunnen maken zijn
vereenvoudigde materiaalkarakte-
ristieken gedefinieerd. Hiertoe werden in het Stevinlaboratorium
van de TU Delft axiale trekproe-
ven uitgevoerd. De betonmengsels
in deze tests waren zo samenge-
steld, dat de mechanische eigen-
schappen vergelijkbaar zijn met
die van het beton dat is toegepast
op de Calandbrug. Twee mengsels
werden in de proeven gebruikt;
één met een druksterkte van 130
MPa en één van 180 MPa. Aan elk
van deze mengsels werden staal-
vezels
13×0,16 mm toegevoegd in
volumepercentages van achtereen-
volgend 0, 0,8 en 1,6 Vol.%.
In figuur 2 worden enkele resulta-
ten van de tests weergegeven. Uit
de figuren blijkt dat het materiaal
een softeninggedrag vertoont: na
scheurvorming valt de sterkte
terug tot een lager niveau. Wan-
neer de vervorming toeneemt,
wordt lokale scheurvorming waar-
genomen. Door de staalvezels kan
spanningsoverdracht over de
scheur plaatsvinden, zelfs bij
grote scheurwijdten (>2 mm). Het
nascheurgedrag van hoogwaardig
vezelbeton is afhankelijk van de
verdeling van de vezels over de
scheur. In sommige gevallen kan
zelfs een hardeninggedrag na de
vorming van scheuren optreden,
wat bijvoorbeeld door Markovic ' [7]
werd gevonden. De wijze van stor-
Overlaging hoogwaardig
vezelbeton op een
orthotroop stalen brugdek
Yang Yuguang MSc, prof.dr.ir J.C. Walraven en ir J.A. den Uijl , TU Delft,
Faculteit CiTG
Conventionele orthotrope stalen brugdekken worden wereldwijd gebruikt.
Het voordeel van dit type dek ligt vooral in het lage eigen gewicht. Door de
toename van de verkeersbelasting is echter het draagvermogen niet meer
voldoende, zeker onder vermoeiingsbelasting. Deze brugdekken kunnen wor-
den versterkt door het aanbrengen van een laag gewapend hoogwaardig
vezelbeton. Het gedrag van een dergelijke laag kan worden gemodelleerd met
een meerlagenmodel. Hierbij wordt uitgegaan van een vereenvoudigde span-
ning-rekrelatie, gebaseerd op centrische trekproeven en geverifieerd met
buigproeven.
6521
005
03
120
0
03
5
betonoverlaging
stalen trogbalk
dwarsbalk
400
16
300
1 | Doorsnede over het dek
van de Calandbrug
Onderzoek & technologie
Bruggenbouw
72 cement 2008 5
ten kan hierop van invloed zijn.
In de hier gepresenteerde studie
wordt het gedrag van hoogwaar-
dig vezelbeton onder trek op een
conservatieve manier beschre-
ven. Ten eerste wordt de last-
scheuropeningsrelatie omgezet
in een equivalente spanning-
rekrelatie door:
? = F/A , ? = w / l c .
Hier is l
c de zogenoemde karak-
teristieke lengte. Voor de
gebruikte proefstukken gold A =
70× 70 mm² en l
c = 100 mm. Ten
tweede is de spanning-rekrelatie
vereenvoudigd door na de top
een plastisch gedrag aan te
nemen. Dit betekent dat de trek- sterkte na scheurvorming direct
van de scheurtreksterkte f
b
springt naar de constante waarde
? f b zoals weergegeven in figuur
3 . Vanaf een bepaalde plastische
rek wordt een lineair dalende tak
aangenomen. De waarde
? hangt
af van het vezelpercentage en de
vezeleigenschappen in het meng-
sel. In [8 , 9] zijn verschillende
theoretische modellen ontwik-
keld om het gedrag in een brosse
matrix te beschrijven. Hierop
wordt in dit artikel verder niet
ingegaan. De waarde voor
? volgt
in dit onderzoek uit de proeven.
In figuur 3 is
? 1 de rek in het
hoogwaardig vezelbeton waarbij
scheurvorming optreedt, markeert
? 2 het eind van het plastische
niveau.
? 3 is de uiterste rek waar-
bij geen trekspanning over de
scheur meer wordt overgedragen
(spanning = 0, valt buiten grafiek).
De relatie wordt gekarakteriseerd
met de volgende waarden:
f
b = 8,5 MPa, ? 2 = 4?,
E
b = 40 GPa en ? = 0,8.
Deze waarden zullen verder wor-
den geverifieerd aan de resultaten
van vierpunts-buigproeven.
Epoxylaag
De sterkte van het contactvlak
tussen de betonoverlaging en de
stalen dekplaat werd eerder
onderzocht door Braam [5 ]. De
sterkte loodrecht op het contact-
vlak bereikte een waarde van 4 ,81
MPa, en in de buigtest werd een
schuifsterkte van 12, 5 MPa
gevonden. Het contactvlak tussen
de betonnen overlaging en het
stalen brugdek bleek sterker te
zijn dan het beton zelf (zonder
vezels). Volgens de studie gerap-
porteerd in [3 ] kan de hechting
tussen de overlaging en de stalen
grondplaat worden verbeterd
door het verhogen van de taai-
heid van de overlaging. Zolang
een scheur in de overlaging de
staalplaat nog niet heeft bereikt,
kan worden uitgegaan van per-
fecte hechting.
Meerlagenmodel
In deze studie wordt het gedrag
van het beschouwde element
gesimuleerd met het zoge-
noemde meerlagenmodel. Deze
methode werd eerder voorgesteld
door Kooiman [11] voor het
simuleren van het gedrag van
vezelbetonnen elementen onder-
worpen aan buiging. Vanwege de
eenvoud kan deze methode
gemakkelijk worden gebruikt
voor het beschouwde geval en de
methode is gebruiksvriendelijker
en sneller dan een analyse met
de niet-lineaire elementenme-
thode. In het meerlagenmodel
wordt de constitutieve relatie, die
is aangenomen voor hoogwaar-
dig vezelbeton, geoptimaliseerd
aan de hand van de experimen-
ten. De gehanteerde rekenproce-
dure wordt hierna toegelicht.
Aangenomen wordt dat de rek
over de hoogte van het element
lineair is verdeeld. Vervolgens
wordt de doorsnede over de
hoogte verdeeld in een aantal
lagen. Bij elke laag hoort nu een
waarde van de rek. Via de vooraf
gedefinieerde spanning-rekrelatie
wordt op elke hoogte de spanning
verkregen. Deze procedure wordt
gedemonstreerd in figuur 4.
Gerekend over de hele hoogte van
de doorsnede, zijn de horizontale
krachten in de lagen in evenwicht,
zodat moet gelden:
F = ? 1/2 t (
? i + ? i-1 )( h i ? h i-1 )
+ ? F
j = 0 ( 1)
Vf=1.6%, test 1
Vf=1.6%, test 2
Vf=0.8%, test 1
Vf=0,8%, test 2
50
45
40
35
30
25
20
15
10
5
0
last [kN]
scheuropening [mm] 0 0,2 0,4 0,6 0,8 1 1,2 1,4 1,6 1,8 2
ft
?fb
spanning [MPa]
rek
?2 ?1
HSB overlaging
staalplaat
i
i-1 h ihi-1 i
i-1 i
i-1
Fj in wapeningstaal
x
2 | Resultaten van axiale
trekproeven
3 | Spanning-rekrelatie
hoogwaardig vezelbeton
4 | Procedure gehanteerd
voor de meerlagen-
simulatie
Onderzoek & technologieBruggenbouw
cement 2008 5 73
Het totale buigende moment in de
doorsnede volgt dan uit:
M = ? 1/4 t (
? i + ? i-1 )( h i ? h i-1 )
( h
i + h i-1 ) + ? F j H j = 0 ( 2)
waarin:
h
i positie van knoop i in de door- snede;
? i spanning ter plaatse van de knoop i;
F
j horizontale kracht in wape- ningsstaaf j ter hoogte van h
j
in de doorsnede;
? i rek ter plaatse van een gege- ven knoop i,
? i = ??( h i ? x);
? kromming van de doorsnede;
x positie neutrale lijn;
t breedte van de beschouwde doorsnede.
Voor een gegeven kromming
?
van de doorsnede wordt de positie
van de neutrale lijn eerst iteratief
berekend uit de evenwichtsvoor-
waarde. Voor een gegeven waarde
x kan het buigend moment M bij
een bepaalde kromming worden
bepaald en de moment-krom-
mingsrelatie kan voor de door-
snede worden bepaald.
Verificatie
Shionaga [10] voerde een serie
vierpunts-buigproeven uit op
plaatelementen uit gewapend
hoogwaardig vezelbeton (fig. 5).
De afmetingen van de proefstuk-
ken, de hoeveelheid vezels en de
wapening hebben dezelfde orde
van grootte als de hiervoor bespro-
ken overlaging. Daarom wordt
aangenomen dat de proefresulta-
ten representatief genoeg zijn om de aangenomen constitutieve ver-
gelijking voor hoogwaardig vezel-
beton met het meerlagenmodel te
verifiëren. Verder kan ervan wor-
den uitgegaan dat het meerlagen-
model, geverifieerd op de beschre-
ven manier, voldoende betrouw-
baar is om het gedrag van het
samengestelde dek te kunnen
simuleren.
In het proevenprogramma werden
drie verschillende varianten beke-
ken, waarbij het aantal wapenings-
staven verschilde. Voor elke variant
werden proeven met drie verschil-
lende vezelpercentages uitgevoerd,
namelijk
0, 0,8 en 1 .6 Vol.%. Om
de invloed van de vezeloriëntatie te
onderzoeken werden de proefstuk-
ken zonder wapeningsstaven ver-
deeld in twee groepen met verschil-
lende stort richting.
De moment-krommingsrelatie
berekend met het meerlagenmo-
del wordt eerst omgezet naar een
moment-doorbuigingsrelatie.
Hierbij zijn de volgende uitgangs-
punten gehanteerd:
? de overspanning is gelijk gesteld aan 3l;
? de kromming van het middelste deel ? met een constant bui-
gend moment ? is constant;
? de kromming van het eerste en derde deel van de overspanning
is verwaarloosd.
Dit levert het volgende verband:
? ? ? x dx = 5
__ 8
??? l 2 (3)
De met het meerlagenmodel bere-
kende resultaten zijn in figuur 6 weergegeven, samen met de resul-
taten van de vierpunts-buigproe-
ven voor een vezelgehalte van
V
f = 1,6 Vol.%. De curve met de
aanduiding 'x-richting' beschrijft
de responsie van het proefstuk dat
gestort was in de richting van de
lengteas van het element. De aan-
duiding 'y-richting' betekent dat
het hier gaat om een element dat
in dwarsrichting werd gestort. Om
de invloed van de vorm van de
softeningtak in de spanning-rekre-
latie te onderzoeken werden twee
varianten bekeken: in het ene
geval werd uitgegaan van curve A,
met
? 3 = ? 2 = 8?, in het andere
geval van curve B, met
? 2 = 4?
en
? 3 = 12?. De gedissipeerde
energie is volgens beide metho-
den nagenoeg gelijk.
Uit dit resultaat blijkt dat beide
curven een redelijk goede voor-
spelling geven voor de moment-
doorbuigingsrelatie van de
beschouwde plaat, in het bijzon-
der voor het deel tot aan het berei-
ken van het maximale draagver-
mogen. Deze vergelijking maakt
duidelijk dat een eenvoudige con-
stitutieve relatie, zoals een plasti-
sche tak, nauwkeurig genoeg is
voor het gebruik in een ontwerp-
berekening. In dit opzicht moet
worden aangetekend dat het deel
van de kromme tot aan het maxi-
mum voor het ontwerp het meest
relevant is. Verder is het zo dat in
een gewapend hoogwaardig vezel-
betonelement, waarin de scheur-
wijdte klein blijft door de werking
van de wapeningsstaven, het span-
ningsniveau in het vezelbeton
50
50 50
5050 50
50
50
50
50
50
100 200
25
25
200
200
200
700 geen wapeningsstaal
2 staven Ø10 mm
4 staven Ø10 mm
5 | Vierpunts-buigproeven
uitgevoerd door
Shionaga [10]
Onderzoek & technologie
Bruggenbouw
74 cement 2008 5
hoog blijft, zelfs wanneer sprake
is van een hoge equivalente span-
ning. Dit verschijnsel was al opge-
merkt in [10], waar centrische
trekproeven waren uitgevoerd op
lange gewapende prismatische
elementen uit gewapend hoog-
waardig vezelbeton. De spanning-
rekrelatie van de vezelbetoncom-
ponent is afgeleid en weergegeven
in figuur 7, waarin een duidelijk
vloeiplateau kan worden waarge-
nomen. Om die reden is de con-
stitutieve relatie voor hoogwaardig
vezelbeton geformuleerd als een
perfect elasto-plastisch materiaal.
Model op de dekplaat
Op basis van de hiervoor gedefini-
eerde spanning-rekrelatie is het
mogelijk het moment-krom-
mingsgedrag van een staalplaat
met overlaging uit gewapend
hoogwaardig vezelbeton te model-
leren. De afmetingen van de
beschouwde dekplaat zijn geba-
seerd op het aanvankelijke ont- werp van de Calandbrug, zoals
aangegeven in figuur 1. Om de
invloed van de wapening op het
gedrag van het samengestelde dek
te onderzoeken zijn in deze studie
drie varianten beschouwd: een
dekplaat zonder wapeningsstaal,
een dekplaat met een wapenings-
net bovenin en een dekplaat met
twee wapeningsnetten, zoals in
het oorspronkelijke ontwerp. De
moment-krommingsrelaties zijn
voor elk geval weergegeven in
figuur
8.
Om de verkregen curven te kun-
nen vergelijken voor de ontwerp-
waarde van de brug, is belasting-
model 1 volgens Eurocode 1
gebruikt om het maximale nega-
tieve moment in de dekplaat te
berekenen. Onder de maximale
aslast op het dek (300 kN,
400×400 mm), bedraagt het maxi-
male buigende moment ter
plaatse van het samenkomen van
de trog, de dwarsbalk en de voeg
1,4 kNm. Het draagvermogen van de overlaging zonder betonstaal-
wapening is al voldoende om de
maximale verkeerslast het hoofd
te kunnen bieden.
Uit figuur 8
kan worden afgele-
zen dat toepassing van één wape-
ningsnet bovenin de overlaging
het draagvermogen van de
samengestelde plaat sterk kan
vergroten. Dit komt doordat het
bewuste wapeningsnet in de trek-
zone van het samengestelde ele-
ment ligt. Dit verklaart tevens dat
het tweede wapeningsnet minder
effectief is in het verhogen van
het draagvermogen. Verder leidt
ook de toegenomen taaiheid van
het hoogwaardige vezelbeton tot
een verhoging van het draagver-
mogen op buiging. De wapening
in het hoogwaardige vezelbeton
stelt het softeningeffect van dit
vezelbeton uit, doordat de scheu-
ren beter worden verdeeld. Hier-
uit blijkt dat wapeningsstaal in
een overlaging uit hoogwaardig
vezelbeton het draagvermogen
6 | Resultaten voor vier-
puntsbuigproeven
(zonder wapeningsstaal)
in vergelijking met de
resultaten van de
simulatie met het
meerlagenmodel
7 | De spanning-rekrelatie
van de vezelbeton-
component kromme A kromme A
kromme B
kromme B
y richting x richting4?
8?
12?
1,8
1,6
1,4
1,2
1
0,8
0,6
0,4
0,2 0
buigend moment [kNm]
doorbuiging in midden [mm] 0 2 46 810
121416
1820
gemiddelde rek
gemiddelde betonspanning [N/mm
2]8
7
6
5
4
3
2
1
0 V
f= 1.6%
V
f= 0.8%
V
f= 0%
0,0 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0
kromming [1/mm]
0 2 4 6 8
10 12 14
moment [kNm]
1 wapeningsnet
2 wapeningsnetten geen wapening
0 12
3 4
56
x 10 -4 kromming [1/mm]
0 2 4 6 8
10
h=50 mm
h=40 mm
h=30 mm
moment [kNm]
0 12
3
4 56
x 10 -4
8
| Vergelijking tussen de
drie wapenings-
configuraties
9 | Invloed van de dikte van
de overlaging op het
buigdraagvermogen van
de samenstelde plaat
Onderzoek & technologieBruggenbouw
cement 2008 5 75
van het element op twee manie-
ren kan doen toenemen, namelijk
door het overdragen van spannin-
gen over de scheur en door het
gelijkmatig verdelen van de
scheuren. De voorgaande conclu-
sies geven verschillende sugges-
ties voor het verbeteren van het
originele ontwerp van het dek
van de Calandbrug. Ten eerste
lijkt het tweede wapeningsnet,
dicht bij de stalen plaat, niet
nodig. Vanwege de goede verbin-
ding tussen de betonnen overla-
ging en de staalplaat is het rede-
lijk de staalplaat als een deel van
de wapening in beschouwing te
nemen. Van de andere kant is het
wapeningsnet aan de bovenzijde
essentieel, zelfs al wordt het
draagvermogen van het hele ele-
ment enorm conservatief in ver-
gelijking met de ontwerpver-
keersbelasting. Daarom is een
positieve optie voor verbetering
van het ontwerp van de overla-
ging het reduceren van de dikte
van de betonnen overlaging. In
figuur 9 is de invloed van de
dikte van de overlaging op het
buigdraagvermogen van de
samenstelde plaat weergegeven,
waaruit blijkt dat een overlaging
van 30 mm nog steeds voldoende
is om de ontwerpverkeerslast te
dragen. Volgens de klassieke
balktheorie kan het scheurmo-
ment van het samengestelde ele-
ment eenvoudig worden uitge-
drukt als:
M
cr = ( h c 2 +
2n h s h c + n h s 2 ) 2 _________________
6( h c + n h s ) 2 t· f b ( 4)
waarin:
h
c dikte overlaging;
h
s dikte staalplaat;
n elasticiteitsmodulus staal/ elasticiteitsmodulus beton;
f
b betontreksterkte.
Voor een overlaging uit hoogwaar-
dig vezelbeton met een dikte van
30 mm of 40 mm is het scheur-
moment achtereenvolgens 0,9
kNm en 1,4 kNm. Daarom kan
ervan worden uitgegaan dat een
overlaging van 30 mm voldoende
is, inclusief de vereiste veiligheid.
Conclusies
In dit artikel is een relatief
nieuwe methode onderzocht om
het stalen dek van een bestaande
brug te versterken met gewapend
hoogwaardig vezelbeton. Een ver-
eenvoudigde spanning-rekrelatie
is geïntroduceerd, gebaseerd op
de resultaten van directe axiale
trekproeven. Deze nieuwe consti-
tutieve relatie is vervolgens geïm-
plementeerd in het zogenoemde
multilaagmodel en gevalideerd
aan vierpunts-buigproeven. Ver-
schillende softeningrelaties zijn
daarbij toegepast, en de resulta-
ten tonen aan dat zij het buigge-
drag tot het bereiken van de
hoogste belasting niet significant
beïnvloeden, hoewel een lineaire
softeningtak nauwkeuriger is ten
aanzien van het voorspellen van
het nascheurgedrag. Daarnaast
kan het hoogwaardige vezelbeton
gezien worden als een plastisch
materiaal wanneer de invloed
van wapeningsstaal wordt mee-
genomen. Het geverifieerde mul-
tilaagmodel is vervolgens toege-
past voor de analyse van een
samengesteld brugdek. De confi-
guratie als toegepast in de
Calandbrug is volgens het model
conservatief. Om de materiaalef-
fectiviteit te verbeteren wordt
gesuggereerd één wapeningsnet
in combinatie met een geredu-
ceerde dikte van de overlaging
toe te passen. Verdere studie is
nodig om deze suggesties nader
te onderbouwen. n
Literatuur
1. Jong, F.B.P. de., Renovation technique for fatigue cracked
orthotropic steel bridge decks.
Dissertatie Technische Univer-
siteit Delft, 2007,pp. 457.
2. Petitjean, J., J. Resplendino, French recommendations for
Ultra-High Performance Fiber
Reinforced Concrete. In: 6th
International Symposium on
High Strength/High Perfor-
mance Concrete, Leipzig, June 2002, pp. 485-496.
3. Walter, R., Cement-Based Overlay for Orthotropic Steel
Bridge Decks: A Multi-Scale
Modeling Approach. Disserta-
tie Technische Universiteit van
Denemarken, 2005.
4. Li, V.C., On Engineered Cementitious Composites
(ECC): A Review of the Mate-
rial and Its Applications. Jour-
nal of Advanced Concrete Tech-
nology, 2003, Vol. 1 ( 3), pp.
215-230.
5. Braam, C.R., P. Buitelaar, and N. Kaptijn, Reinforced high
performance concrete overlay
system for steel bridges, in 5th
Int. CROW-workshop, on Fun-
damental Modeling of the
Design and performance of
Concrete Pavement, 2003.
6. Naaman, A.E. and H.W. Rein- hardt, Proposed classification
of HPFRC composites based
on their tensile response.
Materials and Structures, 2006
(39), pp. 547-555.
7. Markovic ' , I., High-Perfor-
mance Hybrid-Fiber Concrete.
Dissertatie Technische Univer-
siteit Delft, 2006, pp. 211.
8. Aveston, J., G.A. Cooper, A. Kelly, Single and multiple frac-
ture. In: The properties of
fiber composites. 1971. Natio-
nal Physical Laboratory, pp.
15-25
9. Li, V.C., C.K.Y. Leung, Steady- State Multiple Cracking of
Short Random Fiber Composi-
tes. Journal of Engineering
Mechanics, 1992, Vol. 118 ( 11),
pp. 2246-2264.
10. Shionaga, R., et al., Combined effect of steel fibers and steel
reinforcing bars in High Per-
formance Fiber Reinforced
Concrete.
11. Kooiman, A.G., C. v.d. Veen, J.C. Walraven, Modeling the
Post-Cracking Behavior of
Steel Fiber Reinforced Con-
crete for Structural Design
Purposes. Heron
, 2000, Vol. 45
(4), pp. 275-307.
Reacties