Het Philips-paviljoen op de WereldtentoonstellingOp de volgend jaar in Brussel te houden wereldtentoonstelling(EXPO 58) zal door Philips aan ongeveer 3 000 000 bezoekers(d.i. 10% van het op de gehele tentoonstelling te verwachtenaantal) een imposant schouwspel worden geboden, waarin defascinerende mogelijkheden van licht en geluid tot uitdrukkingworden gebracht.V??r de verwezenlijking van dit idee dient men in principe tebeschikken over . een paviljoen, fa. een scenario en C. de auto-matisch werkende apparaten en toestellen. Als internationaalbedrijf heeft men gemeend de realisatie van a en fa in de richtingvan internationaal bekende kunstenaars te moeten zoeken; deonder C genoemde installaties worden uiteraard door Philipsontworpen.Voor het ontwerp van het paviljoen heeft men dan ook contactgezocht met de wereldbekende architect Le Corbusier, diedaarbij de wens te kennen gaf, uitsluitend een gebouw m?tinhoud te willen ontwerpen. Daarom heeft men deze architectzowel het concept voor het paviljoen als ook het scenario voorhet 'spel van licht en geluid' toevertrouwd, waarbij hij voor demuzikale composities terzijde wordt gestaan door de componistE. Var?se.Het paviljoen moet gelegenheid bieden om tijdens de wereld-tentoonstelling aan ongeveer 7 000 groepen van elk 500-600toeschouwers een 'voorstelling' van ca. 10 minuten te geven.Er worden in het gebouw geen zitplaatsen aangebracht, zodat debezoekers het schouwspel staande moeten zien en aanhoren.De grondgedachte van het revolutionaire ontwerp van Le Cor-busier werd door diens assistent Y. Xenakis getransformeerdtot een stelsel van twaalf regelvlakken, zgn. hyperbolischeparabolo?devlakken (h-p vlakken). Tot heden bleef de toepassingvan deze h-p blakken beperkt tot daken en luifels, terwijl hierde 'Grote V/er' van het Philips-paviljoenv.l.n.r.: Le Corbusier (architect), ir. L. C. Kalff b.i. (Genero) Art DirectorPhilips), dr. ir. H. C. Duyster c.i. (Strabed/Brussel) en Y. Xenakis (assis-tent van Le Corbusier)Cement 9 (1957) Nr. 9-10384schets van heteerste ontwerp vanLe CorbusierDe omhulling wordthierin ondersteund door'een aantal kolommen,die door de uitvoeringin voorgespannen betonkonden vervallen.een geheel gebouw uitsluitend uit deze vlakken werd samen-gesteld.Van de door vier internationale bouwmaatschappijen voor-gestelde constructies in hout, staal en beton werd de voorkeurgegeven aan het geniale plan van dr. ir. H. C. Duyster, van deSoci?t? des Travaux en B?ton et Dragages (Strabed/Brussel),voor een uitvoering in beton.Door de omhulling uit te voeren in betonnen hyparschalen (datzijn volgens h-p vlakken gebogen schalen) kan de ruimte vanca. 4 000 m3metseen vloeroppervlakte van ca. 500 m3zonderenige steunconstructie worden overspannen, waarmede de oor-spronkelijke ontwerpgedachte het beste verwezenlijkt wordt.De dikte van de schalen kan beperkt blijven tot de uit hoofdevan de geluidisolatie vereiste minimum maat van 5 cm. Door hetgeringe materiaalverbruik ontstaat een goedkope constructie.De uitvoering van betonnen hyparschalen biedt voor in het werkhet houten steigerwerk in aanbouwOp de hellende 'banen' zullen de kartonnen kokers voor de vervaardiging vande betonnen ribben worden peplaatst.gestort beton moeilijkheden door de vrij ingewikkelde bekisting,het storten van dunne betonschalen (in dit geval van 5 cm dikte)in het bijzonder in de sterk hellende gedeelten, en tenslotte voorhet verkrijgen van een waterdichte afdekking.In verband hiermede heeft men voor de bouw van het Philips-paviljoen de hyparschalen uit geprefabriceerde betonplatensamengesteld. Deze betonplaten worden tegen een houtensteigerwerk geplaatst en d.m.v. onder spanning gebrachte hoog-waardige staaldraden (die zowel aan de binnen- als aan de buiten-zijde van de regelvlakken zijn aangebracht) tot ??n geheel ver-enigd.Door de voorspanning worden eventuele trekspanningen op-geheven. De fabriekmatige vervaardiging van de betonplatengarandeert een goede betonkwaliteit, zodat voor de afdekkingmet een waterdichte elastische verflaag kan worden volstaan.Door de gebogen vorm van de hyparschalen zijn de benodigde2 000 platen alle verschillend van vorm en bovendien enigszins'scheluw'. Bij de vervaardiging van de betonplaten maakt mengebruik van zand, dat telkens in de vorm van een gedeelte van degebogen vlakken wordt gebracht en met een cementhuid wordtafgewerkt, waarop vervolgens het houten roosterformeel wordtgeplaatst.Op de onderlinge snijlijnen van de twaalf hyperbolische parabo-lo?de-vlakken zijn de schalen versterkt met cilindrische ribben,? 40 cm, die in voorgespannen beton zijn uitgevoerd. Dezeribben, die op het werk in kartonnen kokers zijn gestort, hebbeneen zeer gecompliceerde functie. Dit blijkt onder meer uit hetfeit, dat het aantal spandraden in de ribben van boven naar be-neden afneemt, dat in sommige ribben opgebogen draden aan-wezig zijn en dat een zgn. torsie-voorspanning is aangebracht.Het theoretische en experimentele onderzoek naar de spannings-verdeling in de beschreven constructie is door het InstituutT.N.O. voor Bouwmaterialen en -Constructies te Delft uit-gevoerd. Dit onderzoek stond onder leiding van prof. ir.C. G. J. Vreedenburgh, geassisteerd door ir. A. L. Bouma.Het gedrag van de voorgespannen constructie is, onder leidingir. F. K. Ligtenberg, nagegaan in het Stevin-Laboratorium vande T.H. Delft.In het volgende nummer van Cement zal in een uitvoerig artikelvan dr. ir. H. C. Duyster op de voorbereiding, de beproeving ende uitvoering van deze grootse constructie nader worden in-gegaan. v.d.V.Cement 9 (1957) Nr. 9-10 385
Reacties