Het bedrijfspand van de Holland-Amerikalijn aande Rijnhaven, Wilhelminakade, Rotterdamdoor C. A. FranssenDe Holland-Amerika Lijn besloot in het voorjaar van 1951tot het bouwen van dit bedrijfspand, dat in hoofdzaak haarwerkplaatsen en magazijnen moest bevatten, welke in eengebouw aan de overzijde van de Rijnhaven waren gevestigd.Zij had hiertoe de beschikking over een terrein, centraal ge-legen tussen de kadeloodsen aan de Wilhelminakade enRijnhaven. Dit terrein was oorspronkelijk bestemd voor debouw van een koelhuis, waarvoor de paalfundering reedswas gemaakt; de bouwput was echter gedeeltelijk wederaangevuld. Deze fundering bestond uit 1132 stuks beton-palen, elk voor een toelaatbare belasting van 75 t.De opgaaf luidde: de palen zo volledig mogelijk te benutten,hetgeen tot gevolg had, dat men niet geheel vrij was in hetbepalen van de kolomafstanden. De vorm van het gebouwis een trapezium, met een lange zijde van 105,39 m en op-staande zijden van 43,76 m resp. 38,84 m.Het gebouw is op wens van de Technische Dienst van deH.A.L. door 2 dilatatievoegen in drie ongeveer gelijke delenverdeeld. Teneinde het ontstaan vah krimpscheuren te ont-gaan, zijn deze voegen in de wanden en vloer van de kelderdoorgezet. De afdichting, welke een waterdruk van 2,50 mmoest weerstaan, is verkregen door middel van rubber-profielstroken ter breedte van 50 cm. Het gebouw bevateen kelder, begane grond en drie verdiepingen metfoto 1. overzicht over het complex, begin Augustus `53foto 2. een interessant overzicht, medio Maart `53Van de derde verdiepingsvloer van het linker gedeelte wordt dewapening gevlochten, nadat de kolommen met de kolomkoppen gest?rtwaren. Bij het middengedeelte is men aan de bekisting van de derdeverdiepingsvloer bezig. Het westelijk gedeelte is bij gebrek aanwerkterrein en t.g.v. de Februari-ramp in 1953 sterk ten achter geblevenbij de andere gedeelten. Men is hier bezig met de bekisting van debegane grondvloer.foto 3. gezicht op het middengedeelteBij het westelijk gedeelte is men aan debekisting van de begane grond bezig.de mogelijkheid tot uitbreiding met een vierde verdieping.De nuttige vloerbelastingen bedragen voor de kelder 3 000kg/m2, voor de begane grond 3 000 en gedeeltelijk 2 000kg/m2en voor de verdiepingen 1 000 kg/m2.De kolomafstanden zijn in overleg met de eisen van het be-drijf bepaald op ongeveer 7,50 m. In beide richtingen l?ngsde gevels kragen de vloeren ca 2,50 m uit. Voor het oorspron-kelijk te bouwen pand was op een kolomafstand van 5 m ge-rekend; het was dus nodig de kolommen, welke niet directop de aanwezige palen konden worden geplaatst en waar-van de belasting 560 ton bedroeg, door middel van langs-balken op de dwarssloven over de palenrijen te brengen.Het aldus gevormde balkenrooster in de fundering is alselastisch ondersteund berekend.De bestaande palen waren echter tamelijk onregelmatigonder de dwarssloven verdeeld.Ter vereenvoudiging zijn de indrukkingen van de palen nietgelijk gesteld aan de elastische lijn van de dwarssloof, dochaan een gebroken lijn, waarvan de knikpunten samen Valienmet de elastische lijn t.p.v. de kolommen.Cement 7 (1955) Nr 3-489Deze aanneming had tengevolge, dat de berekende groot-heden niet geheel in overeenstemming waren met de weder-kerigheid van de invloedsgrootheden (wet van Maxwell);bovendien werd de regelmaat van het rooster in het midden-gedeelte nog verstoord door liftputten en leidingkokers,hetgeen de statische werking daar ter plaatse niet duide-lijker maakte.Voor het skelet is in verband met de regelmatige indelingen de vereiste belastingen, het paddestoel-vloersysteem ge-kozen; de dikte van de vloeren bedraagt 30 cm resp. 22 cmbij een nuttige belasting van 2 000 kg/m2resp. 1 000 kg/m2en de dikte van de kolomplaten onder de vloer 12 cm resp.10 cm. De kolomkoppen zijn, voorzover hierin geen trek-spanningen optraden, zonder wapening uitgevoerd. De di-latatievoegen zijn aangebracht op de plaats.waar de momen-tennulpunten van de vloeren bij volle belasting optreden.De berekening van de normale velden is geschied met be-hulp van de momenten-co?fficienten uit de G.B.V. 1950;de momenten in de eindvelden, in de velden bij de voegenen in de kolommen zijn bepaald met behulp van de raam-werkmethoden uit de G.B.V.Het blijkt dat de momenten in de eindvelden en in het ge-bied van de voegen zeer weinig verschillen van die in denormale gedeelten, hetgeen te danken is aan de zeer stijvekolommen en de grote kolomkoppen (c = 2,40 m).De zeilmakerij op de 3e verdieping diende zonder kolom-men te zijn; hiertoe is de dakconstructie daar ter plaatseaan een spant opgehangen, dat zieh boven het dak bevindt(zie foto 7), de hangers van dit spant corresponderen metde plaats van de ontbrekende kolommen.De uitvoering geschiedde in drie gedeelten met als scheidingde dilatatievoegen en wel zodanig, dat het verschil tussenhet meest oostelijk gedeelte en het middengedeelte steedseen verdieping bedroeg; het meest westelijk gedeelte bleefachter door het volledig ontbreken van een werkterrein. Bijhet optreden van de Februari-ramp lag de keldervloer vandit gedeelte stortklaar, deel een en twee waren inmiddelstot aan de tweede verdieping gevorderd.Het gevolg van het hoge water was, dat grote gedeelten vande aangrenzende kaden, zelfs met een spoorgedeelte vande N.S. in de put waren geschoven; de keldergedeelten vande beide eerste delen stonden tot aan het plafond onderwater.Het opruimen van deze ravage heeft veel moeite en tijd ge-kost. Met het werk werd op 10 Juni 1952 een aanvang ge-maakt, op 14 Aug. 1952 werd het eerste beton gest?rt en op17 Juli 1953 was het betonwerk voltooid. In die tijd was ca12 500 m3beton verwerkt, zomede 100 t Torstaal en 1 1301betonstaal QR 24.Het ontwerp is gemaakt door de Technische Dienst van deHolland-Amerika Lijn en werd verder ontwikkeld door hetArchitectenbureau Van den Broek en Bakema.foto 4. bekisting van het westelijk gedeelte van de begane grondmet het waterreservoir voor de Sprinkler-installatiefoto 5. aanzicht op de oostelijke gevelhet betonwerk van het le en 2e gedeelte voltooidInternationaal Bureau van Beton warenIn een eind Januari 1955 te Brussel gehouden vergadering vaneen groot aantal fabrikanten van betonwaren uit vele landen, isovergegaan tot de oprichting van een Internationaal Bureau vanBetonwaren (Bureau International du Beton Manufacture,afgekort B.I.B.M.).Tot de oprichting van dit Bureau, waarvan het Secretariaat isgevestigd te Br?ssel, Nieuwstraat SO, werd besloten in deslotzitting van het Iste Internationaal Congres van Betonwaren,hetwelk in Juni 1954 te Brussel werd gehouden.Tot de voornaamste taken van dit Bureau behoren deinternationale samenwerking op het gebied van research en devoorbereiding van volgende internationale con-gressen vanbetonwaren.Tot Voorzitter en Vice-Voorzitters van dit Bureau werden voorde eerste maal gekozen resp. de heren: G. E. Olson (U.S.A.), A.Vaissac (Frankrijk) en P. A. Wernink Jr (Nederland).De Heer Wernink is Voorzitter van de Bond van Fabrikantenvan Betonwaren in Nederland. Secretariaat: Prins Hendrikkade20, Amsterdam.Vervolg van pag. 72aantal standaard-elementen, toch een groot aantal mogelijkheden bezit,zowel in architectonisch als in stedenbouwkundig opzicht.Hoofdingenieur Lubenez (U.S.S.R.) schetste de indeling van twee,onlangs in gebruik genomen, betonwarenfabrieken in Moskou, elk meteen jaarcapaciteit van 120 000 m3. Er wordt gewerkt volgens het `lopende-bandsysteem'; lage platformwagens worden elke 15 min eenproduetiefase opgeschoven. Alle bewer-kingen zijn vollediggemechaniseerd: reinigen en olien van de stalen mallen; vlechten eninbrengen van de wapening; storten, verdichten en oppervlakafwerkingvan het beton. De verse beton-elementen worden door een stoomkamer gevoerd en vervolgens uit demal gehaald. De gehele cyclus duurt ca 20 uur. Platen met groteafmetingen worden op het fabrieksterrein vervaardigd m.b.v.betonwegenbouwmachines.Awakow (U.S.S.R.) besprak, hoe in de Sowjet-Unie de laatste jaren eennieuw soort betonstaal werd ontwikkeld, het zgn. `koud-geperste' staal.Rondstaal, met een laag koolstofgehalte, wordt dwars op de staafas,afwisselend in twee onderling loodrechte richtingen, samengedrukt (ca25%), waarbij tussen de gedrukte gedeelten steeds over een korte afstandde oorspronkelijke staaf-diameter gehandhaafd blijft. Vloeigrens en sterkteworden op deze wijze verhoogd; de aanhechting wordt 2, 5--3 maal zogroot.90 Cement 7 (1955) Nr 3-4
Reacties