Herstel van cementbeton-verhardingendoor het opbrengen van een betonlaagdoor Ir. A. K. W. Unger en W. BarentsenToen men in de jaren omstreeks1925 er toe overging hier te landeverhardingen van cementbeton temaken, moesten vele weerstandenworden overwonnen. De bezwarenwerden voornamelijk opgeworpendoor belanghebbende tegenstanders.Als een van de voornaamste bezwa-ren werd aangevoerd, dat het herstelvan de cementbetonverharding nietwel mogelijk zou zijn. Vooral de on-gelijke ligging van de platen, ont-staan door ongelijke zetting van deondergrond of door andere oorzaken,zou vrijwel niet te herstellen zijn.Inderdaad ondervond men aanvan-kelijk moeilijkheden met zulk eenherstel. Gemakshalve ging men ertoeover, de ontstane ongelijkheden wegte werken met asfalt of een anderbitumineus mengsel. Later ging mener toe over de verzakte platen telichten, hetzij door middel van op-persen, hetzij door opvijzelen. Alsgevolg van deze wijzen van herstelvertoonden de platen meestal velescheuren, die een sterke achteruit-gang van de verharding inleidden.Gedurende de laatste jaren zijn metsucces enige herstellingen uitge-voerd door op de verzakte platen zo-danig een laag cementbeton aan tebrengen, dat het oorspronkelijkeprofiel weer werd verkregen. Somsging men nog verder en werd opdeze wijze een verkanting aange-bracht, die aanvankelijk niet aan-wezig was.Op de weg no. 16 van het Rijkswe-genplan 1948, gedeelte Rotterdam--Dordrecht, werd deze methode vanherstel reeds enige jaren terug toe-gepast. Hierover zijn publicaties ver-schenen in de tijdschriften Wegen,Otar en Polytechnisch Tijdschrift.In 1950 werd op overeenkomstigewijze een wegvak in Lochern onderhanden genomen. Deze betonverhar-ding werd gemaakt in 1932. De rij-baan was 6 m breed met aanliggendebetonrijwielpaden, breed 1 m. Deplaten waren op verschillende plaat-sen gescheurd en bovendien ten op-zichte van elkaar verzakt. Ook hadde weg in een bocht geen verkan-ting.Al deze euvelen werden hersteld enbijgewerkt, zodat de verharding eengeheel nieuw aanzien kreeg.De werkwijze, welke is ontwikkelddoor het Rijkswegenbouwlaborato-rium, is betrekkelijk eenvoudig; welwordt een grote zorgvuldigheid ver-eist, omdat het welslagen van hetherstel veelal afhankelijk is vankleinigheden.In het algemeen werd het oude op-pervlak voor opstortingen van min-der dan 0,02 m ruw gehakt met voor-hamers. Hierna werd zowel het ruwbehakte als het overige deel van hette behandelen wegdek door middelvan bezems goed ingewreven meteen oplossing van 1 volumedeel wa-ter op 1 volumedeel technisch ruwzoutzuur. Na 5 minuten inwerken ophet beton werd het wegdek goedschoon gemaakt.Op het vochtige betondek werd daar-na met bezems een hechtlaag vaneen papachtige massa van cement enwater ter dikte van ongeveer 1 mmaangebracht. Het aanmaakwater vandit cement was vooraf gemengdmet calciumchloride en wel met 50gram watervrije calciumchloridetek. 1(CaCl2) per liter water. Daarnawerd het beton, bij dunne lagende mortel, aangebracht. De mortelbestond uit 1 volumedeel portland-cement op 3 delen (soms ook 2?deel) zand, en het beton uit 1 volu-medeel portlandcement, 2 volume-delen zand en 3 volumedelen grind.Voor dunne lagen werd fijn split offijn grind toegepast in plaats van ge-woon grind.In het aanmaakwater voor dit betonen deze mortel werd eenzelfde hoe-veelheid calciumchloride opgelostals voor de hechtlaag.De toevoeging van het calciumchlo-ride bevordert een snellere verhar-ding, hetgeen noodzakelijk is om deverkeersstagnatie tot een minimumte beperken.De opgebrachte mortel van betonwerd goed gestampt, daarna met derij afgestreken en na enig opstijvenafgebezemd, zoals dat voor betonwe-gen gebruikelijk is,foto 2. betonweg LochernDe opstorting verloopt in dikte van 0 tot 0,08 mfoto 3. betonweg Lochernhetzelfde van de andere zijde gezien98 Cement 5 (1951) Nr 5-6Het opgestarte gedeelte werd ten-minste 3 dagen afgedekt gehoudenmet vochtig zand.De aardebaan onder de betonverhar-ding bestaat onder een groot gedeel-te van de betonverharding niet uitzand. Enige opgestorte platen warenin de lengte vrij ernstig gescheurd.Op enkele plaatsen moesten dezescheuren tot de onderkant van deplaat worden schoongemaakt. Be-halve over een halve plaatlengte zijndwars over deze scheuren, op ca 1 mafstand, ongeveer 0,50 m lange sleu-ven gehakt, waarin een staaf rond-staal werd ingebetonneerd.Hoewel verwacht werd, dat dezescheuren weer te voorschijn zoudenkomen, zonder hinderlijk te zijnvoor het verkeer, is ook bij.de meestgehavende plaat, die over de vollelengte en dikte was gescheurd, hier-van nog niets te bespeuren.De opstortingen op de rijbaan wer-den met stijve bezems afgebezemd ineen richting rechthoekig op de weg-as en de opgestorte rijwielpaden, dienu als kantstrook dienst doen, in eenrichting welke een hoek van onge-veer 45? maakt met de wegas (zietek. 1).Op de bijgevoegde foto's zijn de ver-schillende fasen van het werk tezien. Hierop kan de volgende toe-lichting worden gegeven.De foto's 2 en 3 tonen een plaatge-deelte, gedeeltelijk afgedekt metzand, waarvan de dikte van de op-storting verloopt van 0 tot ongeveer0,08 m.De foto's 4 en 5 hebben betrekkingop een opgestorte verkanting in eenbocht. De helling van het linkerplaatgedeelte dat wordt schoonge-veegd, kon hier worden voortgezetover de volle breedte van de rijbaan.De opstorting begint bij de scheur.De rechter weghelft is opgestort; hetop te storten gedeelte van de linker-helft van de rijbaan is ruw behakt.De rechterhelft op foto 6 is opge-stort, het oude aanliggende betonnenrijwielpad moet nog worden bij ge-foto 6. betonweg LochernDe opgestorte plaat, afgedekt met zand, wordt schoongeveegd.foto 7. linker plaat opgestortfoto 4. betonweg Lochern foto 5. betonweg LochernHet op te storten gedeelte is ruw behakt tot de scheur.Cement 3 (1951) Nr 5-699werkt. Hiervoor is de bekisting ge-steld.Op foto 7 is de linker met zand afge-dekte plaat opgestort, zodat de plaat-hoogte ter weerszijden van dedwarsvoeg overeenstemt.Op foto 8 worden enkele krassen mhet pas opgestorte en met de rij af-gestreken beton, ontstaan door en-kele te grote grindsteentjes, wegge-werkt. In de plaat op de voorgrondzijn met behulp van een pneumati-sche boor ondiepe gaten geboord omeen stevige aanhechting van deplaatselijke dunne opstorting te ver-krijgen.Omtrent de kosten kan nog het vol-gende worden medegedeeld.Opstorten van 475 m2, gemiddeld dik0,02 m, heeft gekost ca f 1 536,-- ofoer m2ca f 3,25, aldus verdeeld:ruwhakken oude verharding .. ........f 1,30cement, zand en grind.................. f 0,65materi?el en arbeidsloon .... ..........f 1,30f 3.25Het ruw hakken van de oude ver-harding is dus van grote invloed opde prijs. Door de dikte 0,03 m te ne-men en ruwhakken achterwege telaten, worden de kosten f 2,40, nl.cement, zand en grind .... f 1,15materi?el + arbeidsloon .... f 1,35De. bochtverbetering die werd ge-maakt, waar dus veel grotere diktenwerden toegepast en die het bewer-ken van 500 m2nodig maakte, heeftfoto 8. afwerking van de opgestorte plaatf 3 300,-- gekost of per m2f 6,60.Vergelijken we deze kosten met dievan het geheel vernieuwen van be-tonplaten, dan blijkt wel, dat de ge-volgde werkwijze tot belangrijke be-sparing heeft geleid.De kosten van het vernieuwen vanbetonplaten hebben blijkens een na-calculatie f 10,-- per m2bedragen(f 2,-- voor materiaal en arbeids-loon + f 8,-- voor materi?el).De werkzaamheden werden in eigenbeheer uitgevoerd, waarbij de aan-nemer tegen overeengekomen prij-zen materiaal en arbeidskrachten terbeschikking stelde.Scheurvorming in niet-overbelastegewapend-betonconstructiesIr. J. P. Josephus JittaIk zal wel niet de enige zijn, diehuiverig is om het advies van deingenieur Martin J. Stam: ,,brengde betondekking later aan" (Cement3 1951/3-4) op te volgen1).De later opgebrachte deklaag zal n.l.nimmer ??n geheel uitmaken methet eerder gestorte beton: er zal al-tijd een ,,stortnaad" tussen beton enpleisterlaag aanwezig zijn.Nu is het bekend, dat stortnaden,ondanks de grootste zorg gedurendede uitvoering, de zwakke st?e vor-men van betonconstructies: al zietmen ze mogelijk niet, ze zijn er. Datis nog eens bewezen aan de Noor-dersluis te IJmuiden, waarin in 1944explosies hebben plaats gehad. On-zichtbare stortnaden in de murennabij de haard der explosies zijnzichtbaar geworden. Ondanks hetschudden en een weinig omhoogwerpen van de muren bleef het be-tonpakket tussen twee stortnadenin ??n geheel, doch door de traag-heid gingen de stortnaden niet al-leen open, maar bleven na de ex-plosie zelfs openstaan, omdat hetvertikale wapeningsstaal tot vloei-ens toe bleek te zijn uitgerekt.Stortnaden dienen vermeden teworden en de heer Stam wil er juistover het gehele betonoppervlakvormen.Een enkele maal heb ik pleisterla-gen gezien, welke zich in weer enwind goed hielden, maar normaalis dat niet het geval.Dat pleisterlagen in kelders eerdergoed blijven dan in de open lucht,komt doordat er geen zon op schijnt,de temperatuur in de kelders vrijgelijkmatig is en er geen vorst inoptreedt. Al zal de zonnewarmtemogelijk niet diep in de pleisterlaagdoordringen, een feit is, dat de bui-tenzijde ervan warmer wordt dande rest en dus meer zal uitzetten.Een gevolg hiervan is, dat de pleis-terlaag neiging zal vertonen bol testaan en dus los te laten van hetbeton, waartegen zij is aangebracht.En als bij meer aangehouden zonne-schijn de gehele pleisterlaag zal zijnwarm geworden, bestaat zelfs kansop uitknikken met hetzelfde gevolg.Soortgelijk verschijnsel heb ikwaargenomen bij een eensteens-rol-laag op een betonmuur: plaatselijkknikt de rollaag omhoog en was al-dus over vele meters los van hetbeton er onder.Ook vorst zal verderfelijk kunnenwerken: volkomen waterdicht zalde pleisterlaag niet zijn; er zal opden duur water in doordringen, datzich langs de ,,stortnaad" gemakke-lijk capillair kan verspreiden, voor-al als deze naad door zonnewarmteis losgewerkt. Bij bevriezing zal ditwater uitzetten en aldus de pleister-laag beschadigen.Het wapenen van de pleisterlaagzal op bovenstaande verschijnselengeen invloed hebben. Alleen zullener geen stukken uitvallen, zolang dewapening niet is doorgeroest.Mijn advies luidt: ,,breng op in debuitenlucht verblijvend beton nim-mer een pleisterlaag aan".De heer Stam is zelf ook niet geheelgerust anders zou hij niet schrijven:,,Het is gemakkelijker deze wape-ning ten overvloede te verbindenmet de belastingwapening, zodathet afspringen ook daardoor nogwordt tegengegaan" (cursiveringvan mij; waar het laatste woordje,,ook" op slaat is mij niet duidelijk).Mogelijk ben ik te ouderwets, maarik houd mij maar liever bij de gang-bare wijze van vervaardigen vangewapend beton, al is deze op hetpunt van ,,betondekking" nog nietideaal.Artikel 13, lid 9, van de G.B.V. 1940is m.i. geenszins verouderd. Jammerdat de heer Stam de gelegenheid,welke de voorbereiding der onlangsplaats gehad hebbende herzieningder G.B.V. geboden heeft om dat lidgeschrapt te krijgen, voorbij heeftlaten gaan!1) Ook van andere zijden kwamen brievenbinnen, waarop nog wordt teruggekomen.(Red.)100 Cement 3 (1951) Nr 5-6
Reacties