Een spilloze wenteltrapdoor Ir. A. van der Mast c.i., GorinchemAls betonadviseur voor het door het Architectenbereau Berghoefen Klarenbeek verbouwde Postmuseum in Den Haag kreeg mijnBureau o.a. het probleem op te lossen, een spilloze wenteltrapte construeren, die de beide zalen ,,Electrotechniek" zou ver-binden.Een dergelijke trap is voor dit doel bij uitstek geschikt te achten,omdat, bij een geringe plaatsruimte voor de trap, toch een een-heid tussen beide ruimten wordt bewerkstelligd. Indien hetschalmgat niet te krap wordt genomen, verkrijgt men, bij eenveel licht doorlatende opstelling, een gemakkelijke begaanbaar-heid en, zoals uit de foto (t.o. blz. 35|) blijkt, is de spillozewenteltrap dan een lust voor het oog.Enige gegevens van de trap zijn :verdiepinghoogte: 4,20 mtrapbreedte: 1,20mdiam. schalmgat : 1,00 mdraai?ngshoek: 360?De op- en aantreden zijn als volgt (tek. I).tek. 1Bij de berekening van de trap moest tijdshalve wel uitgegaanworden van een sterk vereenvoudigd schema. Er werd volstaanmet het beschouwen van schroefvormig geplaatste balken, die te-zamen het gehele trapprofiel vormen, en die boven en ondervolledig zijn ingeklemd.Oorspronkelijk- werd een algemene berekeningsmethode opge-zet, waarbij ook a-symmetrische belastingsgevallen van de schroef-vormig geplaatste balken konden worden bekeken. Door het groteaantal resulterende krachten en momenten in het middelpunt vande schroeflijn wordt de berekening echter veel bewerkelijker danhet geval is bij symmetrische belasting. Het was dan ook een geluk-kige omstandigheid, dat, na een uitgebreid onderzoek naar de zeerschaarse litteratuur op dit punt, door het T.N.O. gewezen werdop het artikel van E. O. M e as o ren D.H. New in het ,,Journal ofthe Institution of Civil Engineers" van 7 Mei I95I, dat met enkeleverbeteringen in het Septembernummer van I95I van ,,Concreteand Constructional Engineering" werd overgenomen.In dit artikel, dat handelt over een spilloze wenteltrap met eendraai?ngshoek van 240?, die gebouwd werd voor de tentoonstellingin Londen, wordt geconstateerd, dat aan de hand van een elastischmodel van de trap is gebleken, dat asymmetrische belasting geengrotere momenten in enig punt veroorzaakte dan symmetrischebelasting.Dit werd nu ook aangenomen in het onderhavige geval.Uit symmetrie-overwegingen volgt, dat in het middelpunt van deschroeflijn all??n werken: het buigend moment M om de radialeas en de radiale dwarskracht H.Nemen we nl. eens aan, dat er een verticale dwarskracht D zoukunnen werken. Bij belasting naar beneden wordt dan de richtingvan de dwarskracht als in tek. 2 A is aangegeven. Bij omkeren vande belastingrichting werkt de dwarskracht ook andersom (zietek. 2 B).Wordt nu de schroeflijn om de radiale symmetrie-as 180? gedraaid,dan ontstaat het geval van tek. 2C, waarin de belasting omlaagwerkt en de dwarskracht omgekeerd in richting is t.o.v. geval 2A.Maar geval 2A en 2C zijn ingevolge van de symmetrie identiek;dus de dwarskracht D=0.Een dergelijke redenering geldt ook voor andere mogelijkespanningsresultanten in het middelpunt, uitgezonderd het radialemoment en de radiale dwarskracht.Zij ? de hellingshoekvan de schroef, de radiale hoek voor de be-schouwde doorsnede, r de straal van de hartlijn van de beschouw-de balk, R de afstand van asmidden schroeflijn tot aangrijpings-punt van de belasting per eenheid van lengte (in dit geval: pertrede) en de belasting per m1gemeten op R, dan zijn de mo-menten in een willekeurige doorsnede, bij volledige inklemmingaan de trapeinden (tek. 3):zodat de buig- en wringmomenten in ieder punt zijn tebepalen.zodat de buig- en wringmomenten in ieder punt zijn tezodat de buig-en wringmomenten in punt zijn te bepalen.In het onderhavige geval, waar de trap op een put werd gefun-deerd, is het wel interessant om te wijzen op de plaatsing daarvan(vervolg op blz. 362 onderaan)363De arbeid in de helft van de schroef is dan in het aangegeven geval:tek. 2Cement 4 (1952) Nr 21-22foto 6. inrijden van stape!wagens in de stoomverhardingskamers {oio 8. beladen van auto met heftruckfoto 7. het formeren van de verhardeblokken tot kubendoor twee manband met het vervaardigen vanandere bouwelementen, zoals o.a.vloerblokken, te eniger tijd nietonbelangrijke wijzigingen aange-bracht kunnen worden in de lay-outvan deze fabriek.Hierbij gaat het niet zo? zeer om dewerkelijke productieve bewerkin-gen, maar wel om de transporten,nodig voor de productie.In het algemeen is het zo, dat dekosten van werken in beton in be-langrijke mate worden bepaald doorde transporten. Bij de vervaardi-ging van blokken komt dit feit welin zeer sterke mate tot uiting.De daarbij optredende problemenzijn opmerkelijk verwant aan dievan staalgieterijen en andere tak-ken van metaalnijverheid. Aange-zien overigens deze problemenslechts zijdelings met cement enbeton te maken hebben, mogen zij,hoe belangrijk zij ook zijn, hierverder onbesproken blijven.Ir. S. J. M.(vervolg van blz. 363)t.o.v. de as van de trap, welke volgde uit de richting van de reac-ties onder aan de trap (zie tek. 4).De inklemming in de vloer van de bovenverdieping was enigszinslastig, omdat de vloer bestond uit stalen moerbinten met houtenvloerbalken. De oplossing is gevonden in het maken van een ge-deelte betonvloer tussen de stalen balken en de muur, waarin hetboveneinde van de trap werd ingeklemd (zie tek. 5).Over de uitvoering, kan nog worden gezegd, dat een dubbel trom-melgeraamte, bekist met asbestcement platen, waarin de zijkantenvan de trap werden afgeschreven, een goede werkwijze opleverde.De bodem werd uit lamellen triplex gemaakt, daar de asbest-cementplaten niet goed in twee richtingen te buigen bleken. Hetbuigen van het wapeningsstaal was een moeilijk werkje, maarbleek geen bijzondere bezwaren te geven. Het beton is trede natrede gestort en zag er na het weghalen van de bekisting zodaniguit, dat bepleistering onnodig bleek.Het sierlijke hekwerk en de houten dektreden geven de trap eenvoornaam en toch speels karakter, waarmede de architecten deeigen aard van de spilloze wenteltrap naar mijn mening zeer Juisthebben benaderd.Cement 4 (1952) Nr 21-22De stalen rekken, waarop de ge-produceerde blokken gezet zijn,worden met ??n Clark-heftruckrond gebracht tussen Besser, stoom-kamers (foto 6) en tasveld, zodatook dit transport evenredig met deandere bewerkingen door man-kracht bezet is. Het formeren vande verharde blokken tot kubenvindt plaats met 2 man (foto 7).Tenslotte geschiedt het stapelen dertaskuben wederom met een hef-truck (foto 8).Als men rekening houdt met hetfeit, dat per minuut 12 blokken van43,5 20 24 cm worden geprodu-ceerd, dan is er bij deze productiewel degelijk sprake van een zeergrote productiviteit per betonarbei-der.Van de huidige outillage mogen debijgaande afbeeldingen een indrukgeven. Hierbij zij opgemerkt, datalhoewel deze outillage goed vol-doet, met het oog op de voortgaan-de ontwikkelingen en mede in ver-tek. 5362
Reacties