A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pI n t e r v i e wcement 2004 8 191 |Millennium Tower; eenontwikkeling van IMCAVastgoedfoto's: Jan Peter Fiering,Huizen"Gert-Jan van Tol is adviseur constructies bij Aveco deBondt, een onafhankelijk opererend raadgevend ingeni-eursbureau met 185 medewerkers in de disciplines Bouw(techniek, fysica, management), Milieu en Infrastructuur.Het bureau heeft vestigingen in Rijssen, Driebergen enHelmond en is ook actief in Belgi?, Duitsland enSlowakije. Gert-Jan is voornamelijk betrokken bij utilitaireprojecten. In de ruim acht jaar dat hij bij Aveco de Bondtwerkzaam is, klom hij op van constructeur via projectlei-der naar specialist constructies / projectleider.Samen met Adriaan van Waart, architect bij deRotterdamse vestiging van EGM Architecten, en Geert-Jande Vries, hoofd bedrijfsbureau bij Westo PrefabBetonsystemen te Coevorden, heeft Gert-Jan van Tol alsprefab constructeur onlangs gewerkt aan de realisatievan de Millennium Tower in Amsterdam, inmiddels ingebruik genomen door uitgever Reed Elsevier. Adriaanbegint het gesprek met een uitleg over de ontstaansge-schiedenis van dit project.Adriaan van Waart: Wij zijn samen met IMCA Vast-goed, de opdrachtgever voor dit project, al enige tijdbezig met ontwikkelingen als grondopties op loca-ties in Amsterdam. Voor deze locatie onderzochtenwe aanvankelijk de haalbaarheid van een soort TwinTower. Op dat moment kwam Reed Elsevier in beeld.Dit bedrijf zat verspreid in andere panden en wildezich herhuisvesten. Hun bouwprogramma werddoor IMCA opgepakt en wij kregen de opdrachtdaarbij een ontwerp te maken. We zaten wel in com-petitie met wat andere teams die dit project wildenbinnenhalen.Het programma van Reed Elsevier omvatte slechtselementen als: vrij grote verdiepingsafdelingenzonder compartimenteringen, maar met ruimtevoor facilitaire diensten en zoveel mogelijk op ??nniveau,parkeervoorzieningenvoor400auto'sennogwat van dat soort dingen. Er was wel nogal wat tijds-druk. In een soort van duikvlucht zijn we toen vanafde schetsrol gaan werken aan een bouwopzet.Was dat alleen of waren er ook al adviseurs bij betrok-ken?Adriaan van Waart: We werkten toen al samen meteen hoofdconstructeur (Ingenieursgroep Van Ros-sum, red.) en een installatieadviseur, maar in dieeerste ontwerpfase hadden zij nog niet echt eenbelangrijkerol.Eigenlijkmoestenweslechtsmetwatplaatjes van een gevel en enkele plattegronden ReedEEN DENKFOUTMAKEN ISCATASTROFAALGert-Jan van Tol, adviseur constructies bij Aveco de Bondt:"Elsevier zien binnen te halen. De rest zou daarnaworden uitgewerkt.Op een gegeven moment klikt het. Elsevier is eenpaar keer langs geweest, overigens zonder een voor-keur uit te spreken, maar dat er van hun zijde inte-resse was, was duidelijk. Enige harde eis was ople-vering in juli 2004 en een aantrekkelijk huurbedragper m2. IMCA heeft toen het risico genomen deplannen zover te laten uitwerken dat een bouwaan-vraag mogelijk werd. Toen wij uiteindelijk zoverwaren, heeft het desondanks nog twee maandengeduurd voordat de hoofddirectie van Elsevierbesloot met ons in zee te gaan. IMCA heeft dus hetrisico genomen en investeringen gedaan die moge-lijk niet gedekt zouden worden.Toen werd het pas echt spannend, want we moestenonze afspraak van oplevering per 1 juli 2004 gaanwaarmaken. In die periode volgde het prijzenover-leg. Wessels Zeist heeft uiteindelijk in samenwer-king met zusterbedrijf IBB-Kondor de bouwop-dracht binnengehaald, inclusief installaties. Visser& Smit Bouw (ook uit de Koninklijke VolkerWes-selsStevin = VWS) ging de onderbouw verzorgen,tweekelderlagen.NaarIMCAtoewaszominofmeersprake van turnkey.En wie komt dan eerst in beeld?Geert-Jan de Vries: Eerst zijn wij in beeld gekomen.Gedwongen winkelnering kennen we niet binnenVWS, maar er is wel een bepaalde familieband waar-door je meestal eerst even gaat kijken binnen deeigen club. De aannemerscombinatie WesselsZeist/IBB-Kondor is met ons in overleg getreden envroeg daarbij: kunnen we dat in prefab doen? Daarzijnprijzenvoorgecalculeerd.Erheeftnormaleprijs-onderhandeling plaatsgevonden waarin alle moge-lijke optimalisaties zijn betrokken.Adriaan van Waart: Ja, want we hadden een bepaaldbudgetendaarvoormoesthetwordengemaakt.Ofhetgeld nu in het beton ging zitten of in de installaties,dat was niet relevant. Dat is aan de ene kant lastig,maar aan de andere kant ook wel leuk van het werkenmet een projectontwikkelaar die zegt: hier heb je mijnportemonnee, zoek het maar uit en 1 juli opleveren.Wat we wel wisten, was dat realisatie van de onder-bouwalgauwbijnaeenjaarzougaanduren,waardoorwevoordebovenbouwnietveeltijdmeerzoudenover-houden. De keuze voor prefab lag daarmee wel voordehand:kant-en-klareelementen,waarmeejevrijsnelhetcascowind-enwaterdichtkrijgt,waarnahetafbou-wen kan beginnen.Ook speelde in ons hele ontwerp al mee, dat het eengebouwmoestwordenwaarbijdeonderstetweelagenwat uitzonderlijk waren en dat de rest van het gebouwals een continu repeterend element zou worden opge-trokken. Dat was al een grote variant op het plan datwetevorenhaddenontwikkeldmetIMCA.Daarwarende eerste twaalf verdiepingen hetzelfde, maar daarbo-ven gingen we allemaal leuke dingen doen: ofwel elkeverdieping werd anders. Nu realiseerden we ons datwe gezien de tijdsdruk ons dit soort fratsen nietkonden permitteren. Dan zegeviert het verstand. Danga je maar niet voor de elf of twaalf voor de architec-tuurprijs, maar is een acht ook een verrekt mooi cijfer.Wil een team vervolgens echt functioneren, dan moetje van elkaar accepteren, elkaars kwaliteiten leren ont-dekken en waarderen en die benutten. Ik denk dat datproces toen zo'n beetje is begonnen.Geert-Jan de Vries: Een belangrijk aspect was dathet constructief ontwerp oorspronkelijk deels wasgebaseerd op in het werk gestorte kernen. Wildenwe de bouw versnellen en dus de afbouwtijd ruimermaken, dan zouden we daar wat aan moeten doen.Op dat moment schakelden wij Aveco de Bondt in.A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pI n t e r v i e wcement 2004 8202 |Geert-Jan de Vries: "Wehebben veel tijd gewon-nen omdat we nu veelminder nat werk had-den."Gert-Jan van Tol: In het voorlopig ontwerp was aan-gegeven dat de kernen wellicht vanaf de elfde verdie-ping in prefab zouden kunnen worden vervaardigd,maar daaronder vanwege de hoge spanningen eigen-lijk niet. Daarnaast was in het volledige gebouw eenkanaalplaatvloer gedacht en die moest geheel wordenvoorzien van een druklaag vanwege de vereiste schijf-werking. In een gebouw van 40 000 m2is het stortenvan 40 000 m2druklaag een enorm tijdsintensiefkarwei. Ook het aanbrengen van al die 1,20 m bredekanaalplaten tot een hoogte van 90 m is heel tijdsin-tensief.Bovendienwordtopdezewijzeveelvochtinge-bracht,daterweertijdiguitmoet.Toenisindedialoogtussen Westo en de aannemer de vraag gesteld:kunnen we daar niet een stuk slimmer mee omgaan?Het eerste idee was om met een TT-vloer te gaanwerken. Deze vloer is de laatste twintig jaar niet echtgebruikelijk geweest in kantoorvloeren. De kanaal-plaatvloer is over het algemeen economischer, maarhet voordeel van een TT-vloer is, dat je die tot eenbreedte van in principe 3 m kunt maken (i.v.m. trans-port) en dat je twee maal zoveel m2per hijsbewegingnaar boven kunt brengen.Eerst werd mij gevraagd te bepalen hoe hoog die TT-plaat zou worden, met de restrictie dat deze in prin-cipe niet hoger mocht worden dan de kanaalplaat-vloer met druklagen, dat hij per m2niet meer mochtwegen, want dan zou de gewichtsberekening op-nieuw gemaakt moeten worden, en dat hij het liefstzo groot mogelijk moest zijn.Adriaan van Waart: En vlak en strak. Want in eendruklaag kun je verschillen in opbuiging nivelleren,maar met enkel dergelijk grote elementen, die ooknog eens in dezelfde constructiehoogte vallen alskanaalplaten met druklaag, heb je die speling niet.Dus de vlakheid van de elementen was een heelbelangrijke eis.Gert-Jan van Tol: De eerste uitdaging was om tekijken wat voor TT we zouden moeten maken enwat de bijbehorende opbollingen zouden zijn en watde optimale elementhoogte. Toen ik daarmee aan deslag ging, ben ik eigenlijk vanzelf in het teamterechtgekomen met aannemer, hoofdconstructeuren prefab leverancier. Vervolgens hebben we metzijn allen aan tafel tegen elkaar gezegd: en nu derest.Toen ging het er inderdaad om die bouwtijd te ver-korten.Opzo'nmomentbenikeenechteprefabmanen dan zeg ik: de eerste schop in het werk gestortbeton is de slechtste, want je moet altijd wachten totdat beton hard is. Vandaar dat ik altijd als uitgangs-punt kies: probeer die eerste schop zo lang mogelijkuit te stellen. Op het moment dat je niet meer hoeftte wachten op verharding van de top, dan kun je infeite zo snel stapelen als je maar kunt draaien.AdriaanvanWaart: En toch, wat mij nog steeds fas-cineert, is dat ik me afvraag of we nu de goede keuzehebben gemaakt met TT's. Want hebben we nouwel zoveel tijd gewonnen? Ik heb namelijk ook weleens met een triangel dubbele hoeveelhedenkanaalplaten neergelegd en vier kanaalplaten in??n hijsbeweging die we als Baileybrug achter el-kaar legden.A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pI n t e r v i e wcement 2004 8 213 |Adriaan van Waart: "Hetis het team dat aan degang is gegaan met alzijn targets."Geert-Jan de Vries: We hebben veel gewonnenvanwege het feit dat we nu veel minder en echt veelminder nat werk hadden.Adriaan van Waart: Het grote probleem van die TT-platen vond ik, dat we er voor het ontwerpen van deinstallaties helemaal niets aan hebben gehad. Wehadden het gebouw erop moeten ontwerpen! Dat ismijn les. Ik ga ervan uit dat als je met een TT-plaatwerkt, je dat gebouw veel beter ontwerpt, dan maakje gebruik van die 35 cm eronder. En nu kwam hetals totaal onlogisch over, het had niets te maken metinstallatietechniek. Dat vind ik idioot. Want ikprobeer altijd integraal een gebouw in elkaar tezetten. Dat is mijn taak. Nu doet het mij zeer.Gert-Jan van Tol: Maar als je kanaalplaatvloerengebruikt, met van die mooie ronde kanalen, dan zouje daar in principe ook niks mee doen. Het is even eenbeetje tegengas, maar verder ben ik het met jou eens.Als je dat in het begintraject had geweten, had je hetmee kunnen benutten.Adriaan van Waart: Dan ga je misschien schachtenop andere posities ontwerpen. Misschien hadden wedan niet ??n schacht, maar wel drie schachtengemaakt om alle leidingen optimaal in de constructieaan te brengen.Gert-Jan van Tol: Ik denk dat het enige nut nu isgeweest dat je iets gemakkelijker kruisingen konmaken, omdat je in ??n richting een aantal mogelijk-heden had problemen op te lossen.Adriaan van Waart: De grootste winst gold de factortijd: snel monteren, want je maakt meer eenhedentegelijk af in minder hijsbewegingen.Geert-Jan de Vries: Maar die ervaring moet je danwel hebben h?? Nu hadden we nagenoeg geen natwerk, dus ook nauwelijks versmering van de mooiebuitengevel. Daarbij komt nog dat zodra de TT'slagen, meteen het inwendige materieel er bovenopmeeging. Dat moet je anders ook later naar binnenhijsen.Is deze informatie noch bij de aannemer, noch bij dearchitect noch bij de hoofdconstructeur in eerste instan-tie aanwezig?Adriaan van Waart: Dit is het team dat aan de gangis gegaan met al zijn targets. Dat is aan het wikkenen wegen gegaan met een tijdslimiet, een budgetli-miet en een technische uitdaging. Dit alles is tijdenshet proces naar voren gekomen.Geert-Jan de Vries: Niet alleen technisch, maar ookfinancieel zijn er onderzoeken verricht. Er moestennieuwe mallen en toebehoren voor de TT wordengekocht. Per slot van rekening werden ze al twintigjaar niet meer toegepast in de utiliteitsbouw, maarvooral bij viaducten en parkeergarages. In kantoor-gebouwen was hij van de markt verdrongen door dekanaalplaat en de breedplaat.A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pI n t e r v i e wcement 2004 822C o n s t r u c t i e d e t a i l snaam: ir. G.J. van Tol (Gert-Jan)afgestudeerd: 1992 TU Delft, faculteit Bouwkunde,differentiaties bouwtechniek en bouwfysicaloopbaan: constructeur prefabconstructeur all-roundprojectleidersenior adviseur, specialiteit prefabbetonmooiste project uit eigen oeuvre: Kantoor Papendorp (direct langs A12);opdrachtgever Westersuyker Vastgoedmeest tevreden over: Prefab-betonconstructies zonder lasplaten ennatte knopen,bijv. kantoorgebouw La Tramontane in Enschedeneemt voorbeeld aan: architect Jan Duikerop nachtkastje ligt: `Simplify your life', ofwel: Hoe schep ik orde inmijn leven4 |Gert-Jan van Tol: "Uitdiverse disciplines zateen aantal spelers aantafel die er allemaal voorwilden gaan."Waar zit dan de meerwaarde van de prefab constructeur?Adriaan van Waart: Het is wat Gert-Jan net al zei: deeerste schep beton is de slechtste. Hij ging aan hetwerk met dat idee van die TT en van het een kwamhet ander. Elke donderdag zaten we 's morgens omzevenuurtevergaderen.Ineenvandiesessieskwamde vraag naar voren of de kernen ook niet geheel inprefab konden worden vervaardigd. Toen vooral iszijn expertise naar boven gekomen.Geert-Jan de Vries: Eerst hadden we geconstateerddatwefinancieelentechnischdekanaalplaatkondenvervangen. Tweede stap was om de kernen eveneensin prefab te maken, waarmee we ook weer tijdwonnen. Derde stap is geweest dat Gert-Jan incontact trad met Visser & Smit. Door andere paal-systemen onder de onderbouw te stoppen, is ook inhun traject tijdwinst behaald. Hun expertise heeft,inoverlegmetGert-Jan,eensysteemopgeleverdvoorde kern dat perfect was voor dit soort hoge, zwaregebouwen: grote diameter boorpalen. Alle partijenom de tafel begonnen plots te roeren in de pot. Enalle puzzelstukjes begonnen in elkaar te vallen.Gert-Jan van Tol: Het aardige is dat je uit diverse dis-ciplines een aantal spelers aan tafel krijgt, die er alle-maal voor willen gaan. Het was ook een hartstikkemooi project om aan te werken. Belangrijk was dat ereen aannemer aan tafel zat die prefab gericht gewerktheeft. Op het moment dat hij in de gaten kreeg dat hijde opdracht zou gaan krijgen, heeft hij zijn tijdsplan-ning opgezet en er een aantal zaken uitgepikt die hemveeltijdzoudengaankosten.Hijiseigenlijkdaargaanprikkelen;zovan"jongens,hoekunnenwedehandenin elkaar blijven drukken net zolang totdat we er allesuitgehaald hebben wat erin zit". Dan kun je dus allefacetten uiteenrafelen van fundering tot prefabmontage en afbouw. En omdat we continu met hoofd-constructeur, aannemer en architect om de tafel zatenen daar onze eigen voortgang rapporteerden, kondenwe telkens een aantal opties vergelijken en de ver-schillende modellen in elkaar weven. Dat heeft bij-voorbeeld opgeleverd dat alle inbouwwanden tijdenshet monteren van de prefab zijn ingehesen.Adriaan van Waart: Dat dure afbouwpakket lag alseen soort bouwplaats op elke verdieping, evenals allepiping en ducking, voordat de volgende vloer werdgelegd. Daarbij was qua posities rekening gehoudenmet montagevolgorde e.d.Geert-JandeVries: Eigenlijk zijn de technische oplos-singen van de Millennium Tower het gevolg van logis-tiek denken. Dat is ook de essentie van hoogbouw.AdriaanvanWaart:Alserietsfoutgaatbijhoogbouw? een stagnatie op de zeventiende verdieping bij-voorbeeld - dan komt er ook geen verdieping meeromhoog, omdat de logistiek niet klopt. Je moet denodige expertise hebben om dat goed te doorvorsen.Wat betekent het voor de kraancapaciteit, wat is slimomgaan met hijsbewegingen, montagevolgorde?Waar blijft nu die hoofdconstructeur?Adriaan van Waart: Die was in ieder geval verant-woordelijk voor het indienen bij Bouw- en Woning-toezicht en voor het maken van de hoofdstabiliteits-berekeningen. Maar ik moet zeggen dat in hetalgemeen het rekenwerk vooral bij Gert-Jan van Tol?n bij Visser & Smit is terechtgekomen. Want wehadden het er net al over: het nu toegepaste funde-ringstype - met alle respect voor de betrokken hoofd-constructeur en de technologie van diepwanden enpalen van 2 m in diameter: dat kun je van eennormaal civiel raadgevend ingenieursbureau nietverwachten. W?l van specialistische GWW-aanne-mers die wat vaker met een dergelijke problematiekbezig zijn.Geert-Jan de Vries: Het zijn wat offshore-achtigetechnieken, die je aan land brengt. Ja goed, dat zijnexpertises die niet iedereen in huis heeft. Voor voor-gespannen liggers bijvoorbeeld zit de knowhow ookmaar bij een beperkt aantal partijen.Maar steeds vaker luidt toch de vraag: wie is nu de hoofd-verantwoordelijke voor de constructie?Geert-Jan de Vries: In die zin was zijn rol welbelangrijk. Misschien moet je hem plaatsen in depositie van een Duitse Pr?fingenieur; een man dieover de schouders meekijkt en controleert en be-waakt van: gaat alles goed. Ja, want ook wij kunnenA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pI n t e r v i e wcement 2004 8 235 |De installaties hangennu onder de ribben vande TT-platenfouten maken. En er moet altijd een controlerendepartij zijn nog voordat we naar de gemeentetoegaan. Want bij de gemeente moet iets liggen watgoed is.Adriaan van Waart: Ik heb toch ook begrepen vanGert-Jan dat het af en toe prettig was dat er een spar-ringpartner was die tegenwicht bood. Je voelt jezelfook niet lekker als er nooit iemand zegt: weet je datnou wel zeker?Het is toch ook niet normaal dat een constructeur indienst van een prefab leverancier gesprekken voert metdegene die de onderbouw doet?Adriaan van Waart: Dat moest, anders zouden weeen kelder ?n een gebouw hebben gehad. Nee, hetwas een kelder waar?p een gebouw stond.Ja, maar dan nog. Doorgaans voert de hoofdconstruc-teur die gesprekken toch?Gert-Jan van Tol: In dit geval hadden we een soortvoorontwerp waar eigenlijk de grove lijnen van deconstructie neergezet waren, dus in feite een con-structieve vertaling van de bouwkundige platte-grond. Wat vervolgens gebeurde was dat van allekanten partijen daaraan begonnen te sjorren. Datbegonmetdeonderkant.Daarzatoorspronkelijkeenbetonplaat van 2 m dik met een oppervlak van onge-veer 20 x 40 m2onder. Logistiek een ramp en mis-schien ook wel financieel. Daaraan is Visser & Smitdus gaan trekken. Dan die kern die aan het randjezat van wat technisch mogelijk was; daarmee zijn wijaan de gang gegaan. We hebben gekeken of we doorhet aanbrengen van extra koppelingen in de gevel dekernen niet veel groter konden maken. Dat wareneigenlijkdetweehoofdzettendieertoehebbengeleiddat we een haalbaar verhaal kregen dat enerzijds inprefab kon worden gemaakt en anderzijds zonderenorme betonplaten eronder toch op een heelrobuustepaalfunderingrustte.Endaarnavolgdenoghet een en ander. Binnen dit kader heeft Dirk-JanKluft, van Van Rossum als hoofdconstructeur ditproces mogelijk gemaakt door sparrend als een soorttechnisch geweten te fungeren. Hiermee heeft hijinvulling gegeven aan zijn taak als eindverantwoor-delijke naar opdrachtgever en bouwtoezicht.Je baseert je op de constructie die bedacht is door de hoofd-constructeur?Gert-Jan van Tol: Dat klopt. Eigenlijk gebruik je zijnstabiliteitsberekening om je eerste idee?n snel tekunnen checken, om te kunnen zeggen welkemomenten optreden en welke vervormingen. Watzou er gaan gebeuren als we de kern van 14 x 14 m2in prefab zouden gaan maken en dus in elementenzouden moeten gaan knippen, zeker als de wanden500 mm dik zijn? Nou die knippen geven een verliesaan stijfheid, dus we hebben een eindige-elemen-tenmodel opgezet waarin alle koppelingen zichtbaarwerden gemaakt en vervolgens gekeken naar heteffect op de vervormingen.Adriaan van Waart: Maar had de hoofdconstructeurdat niet al gedaan?Gert-Jan van Tol: Nadat hij het gebouw net boven hetmaaiveld had doorgesneden, zag hij dermate hogeA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pI n t e r v i e wcement 2004 8246 |Standaard opbouwpak-ket vanaf de tweede ver-diepingspanningen, dat hij moest concluderen zulke grotehoeveelheden wapening nodig te hebben dat hij datnooit meer praktisch zou kunnen oplossen.In ??n richting was dat in hun oorspronkelijkeontwerp ook zo; dat volgde duidelijk uit de bereke-ningen. Dat hadden ze vervolgens niet verder uitge-zocht, omdat de vervormingen ook al niet meer aande voorschriften voldeden. Maar dat is wel voor onsde aanleiding geweest om te zeggen: eigenlijk moetje proberen die kernen in de dwarsrichting 40 m inplaats van 14 m lang te maken. Het voordeel is dandat de spanningen enorm worden gereduceerd; hetweerstandsmoment neemt kwadratisch toe dus despanningen nemen kwadratisch af. Vervolgensspeelde nog wel de vraag van de wanddikte: diebedroeg in de oorspronkelijke kleine kern 500 mm.Die dikte moet je absoluut niet in je gevel brengenwant dan krijg je geen ergonomische gevel. Op hetmoment dat we die kern echter drie keer zo langmaakten, gingen die spanningen zo hard terug datineens bleek dat we met een gevel van 250 mm dikalsnog die functie van koppeling binnen de kernkonden maken.Adriaan van Waart: In de ontwerpfase hebben we indie richting samen met de hoofdconstructeur zelfsnog gepraat over houtskeletbouw als binnenblad;een niet-dragende gevel dus. Dat kon toen in dieperiode. Die was niet doorgestapeld en doorgelustmet trekbanden. Dat soort filosofie?n is aan de ordegeweest.Gert-Jan van Tol: De nu uitgevoerde technischeoplossing is eruit gekomen omdat het mogelijk werdom die wanden erbij te betrekken. Anders haddenwe de kern nooit in prefab kunnen maken.Adriaan van Waart: Nee, en dan was waarschijnlijkdie tijdslimiet nooit gehaald.Geert-Jan de Vries: Binnen de gegeven tijd haddenwe het waarschijnlijk niet gered. Misschien welbinnen het budget, maar de tijd was langer geweest.En dat was een belangrijk gegeven van de project-ontwikkelaar richting zijn klant.Adriaan van Waart: En dat was een keiharde dead-line, 1 juli 2004 opleveren. Expirerende contracten,noem het maar op, claims als het niet lukt. Dus datwas ook het target. Dat is uiteindelijk gelukt. Dankzijhet interactieve proces, waarbij de hoofdconstruc-teur in mijn beleving toch als een sparringpartner,als een geweten heeft gefunctioneerd.Gert-Jan van Tol: Ja, een geweten inderdaad. Wat bij-voorbeeld bij een kanaalplaatvloer met druklaag rela-tief eenvoudig is, is de schijfwerking. Dat hebben wijbij de TT-ligger opgelost door tot aan de lasnaad ver-bindingen te maken. Bij sparingen in de vloer krijgje dan echter discontinu?teiten. We hebben daaroverbehoorlijk doorgezaagd tot de hoogste verdiepingen,om zeker te weten dat tot op het laatste boutje diekrachten allemaal verantwoord zijn. Als je met detechniek aan de gang gaat, weet je dat die niet in elkboekje beschreven staat. Dat betekent dat je ook elkeprocesgang die je doet van A tot Z moet controleren,zo van: maak ik hier geen denkfout? Want als je eendenkfout maakt is dat catastrofaal. Met name op datniveau.Geert-Jan de Vries: Vergeet ook niet de rekenme-thodieken die hier zijn toegepast. Die gebruik je nietalle dagen voor elk gebouw. Je gaat echt naar een veelhoger niveau. Je gaat bijna alles wel in een reken-methodepakket stoppen, omdat het anders gewoonniet te berekenen valt.AdriaanvanWaart:Allesoverziendenterugkijkend,zou ik voor een volgend project graag eens directvanaf het begin met Gert-Jan willen samenwerken.Waarschijnlijk krijgen we dan wel een perfectgebouw, niet alleen binnen tijd en budget opgele-verd, maar ook nog eens volledig integraal ontwor-pen. Henk WapperomA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pI n t e r v i e wcement 2004 8 257, 8 | Verbinding kernwan-den onderling; draad-einden en staalplatenverzorgen de hoofd-verbinding
Reacties