'Joie de vivre'Gedachten bij nieuwe werken van Han Hulsbergen633doenenbetonCement XVI (1'964) Nr, 10Het bouwen is in principe een levensnoodzaak: vanaf de oer-tijd heeft het voorzien in een elementaire behoefte van demens - beschutting is voor hem immers even belangrijk alsvoedsel en kleding.De ontwakende mensheid maakte echter al spoedig ookbouwsels met een andere dan een zuiver beschuttende functie:wegen en bruggen, kerken en theaters, scholen en fabrieken,een grote verscheidenheid.Het bouwen was altijd een noodzaak van de cultuur en vande maatschappij waarin deze ontstond het bouwen is vande cultuur een wezenlijk element.Zolang er wordt gebouwd, ter beschutting of anderszins, zijner mensen geweest die dezelfde materialen als voor het fei-telijke bouwen toepasten, maar op andere, hun eigen wijzen,daar zij anders dachten en deden dan de eigenlijke bouwers.Deze mensen - de beeldende kunstenaars gebruikten zo-wel de natuurlijke bouwmaterialen, zoals hout, klei en steen,in overvloed aanwezig of zeldzaam voorkomend, als de metmoeite gewonnen of kunstmatig verkregen materialen, zoalsmetaal en glas, en later ook het cement.Dezelfde materialen dus, en daarbij op overeenkomstige wijzeverwerkt, omdat ook de kunstenaar rekening moet houdenmet de door het materiaal zelf voorgeschreven verwerkings-mogelijkheden.'Ontsnapt uit de cirkel'lnDenkenMaar ondanks deze overeenkomst in materialen en de verwer-king ervan, bestaan er wezenlijke verschillen tussen de beel-dende kunst en de bouwkunst, tussen de architect en de beel-dende kunstenaar.Want zelfs wanneer hij in opdracht werkt, krijgt de beelden-de kunstenaar geen gedetailleerd programma van eisen. Hijbezit immers zijn vrijheid, waarin eigen, nauwelijks gekendewetten gelden. Zijn creatief denken en doen kunnen meerdan wat ook uiterst subjectief zijn, moeten dit zijn, daar al-leen onder deze omstandigheid het materiaal in een niet teachterhalen gebeuren gebruikt wordt, 'vervormd' wordt, omeen geheel nieuw, zelfstandig leven te gaan leiden.De twintigste eeuw is al meer dan eens 'de eeuw van hetbeton' genoemd. Bouwwerken, onverschillig hun bedoelingof de eraan gegeven bestemming, zijn tegenwoordig vrijwelklei boetseren, maar als de vorm eenmaal klaar is, resteertslechts het 'gietwerk'.Hul s b erg e n zegt dan ook, dat het beton'geen materiaal is waar de kunstenaar het liefst naar grijpt.Steen, marmer en brons zijn de geliefden en terecht. Tochis het mogelijk om met beton iets anders te doen, minder ge-compliceerd te werken en bij voorbeeld reli?fs of sculptures temaken, ingewikkeld van vorm, zonder eerst een mal te moetenvervaardigen. Jaren van experimenteren zijn nodig geweest om detechnieken te vinden, die hiervoor bruikbaar bleken'.Met deze technieken, aangeduid met onder meer de 'klei-zand'?,de 'zand en plastic' en de 'plastic-techniek, beoefent H u I s-be r gen de plastische kunst in optima forma: het begripplastiek is immers afgeleid van het Griekse woord voor 'vormen'of 'kneden'.'Als een bloem'ondenkbaar zonder de toepassing van het materiaal beton, inwelke vorm dan ook.Maar niet alleen de architecten en de constructeurs makenvan dit materiaal gebruik: ook de beeldende kunstenaars heb-ben de mogelijkheden ervan onderkend en uitgebuit. Een vanhen is de in Blaricum wonende kunstenaar H a n H u I s-b erg e n, die al ruim vijftien jaar bijna dagelijks in betondenkt en werkt.In de monumentale en ornamentale kunst is dit materiaal-ook in ons vreemde meer. De meeste bekendetechnieken zijn hierbij, het maken van een speciale bekistingen het toepassen van een (gips) vorm. In beide gevallen is dewerkwijze gewoonlijk gecompliceerd en daardoor zowel kost-baar als langdurig: een speciale bekisting is al gauw bewerkelijken komt dan buiten het werkterrein van de kunstenaar te liggen;voor het maken van een gipsvorm moet men eerst een model in634Het door hem gevormde of geknede is daarbij doel op zich.Het is geen voorstudie die in steen uitgehouwen moet wordenen het dient ook niet voor het maken van een mal, waarinvloeibaar metaal of betonspecie zal worden gegoten. En hetwordt ook niet, zoals bij de ceramiek, aan een bakproces onder-worpen, waardoor het geknede materiaal belangrijke wijzigingenondergaat.Het door gevoelige mensenhanden gevormde is z?lf het kunst-werk, dat alleen nog maar door die wonderlijke reactie vancement en water moet verstenen.De mogelijkheden van de genoemde technieken beschrijftH u I s b erg e n als volgt:'Met deze werkwijzen zijn hoog- en laag-reli?f sneller te reali-seren,met een geheel eigen sfeer en oppervlakbewerking, in eenof meer kleur-schemds. Ook is een volmaakt glad oppervlak teverkrijgen met ingebrachte figuraties, strak of schilderachtig'.Cement XVI (1964) Nr. 10betonreli?f'Struggle for life'Cement XVI (1964) Nr. 10635gevelversieringbetonreli?fEn verder zegt hij:'Er kan dun mee gewerkt worden. Zeer groot werk kan menin dagtaken verdelen. Bij sommige tecbnieeen ziet het resultaazer uit, alsof het zonder moeite is ontstaan, daar het zwaarwich-tige van het materiaal is opgeheven'.De hier opgenomen foto's zijn slechts enkele voorbeelden van watdeze kunstenaar in de afgelopen jaren heeft gemaakt. Behalvein hun aantal zijn zij ook nog op andere wijze beperkt: zij missende kleur, of beter de kleuren, die een niet weg te denken onder-deel van H ti I s b erg e n's werken zijn. (Bij is trouwens ookde maker van schilderstukken met een opmerkelijk koloriet). Zelfschrijft hij hierover:'Wat die kleur betreft, dat is ook iets waar ervaring de besteleermeester is; ie kunt het nog zo duidelijk omschrijven, depraktijk laat zien wat w?l of niet kan.''Hoofdzaak is, dat de menging van de cementkorrels met depigmentkorrels op de hiervoor vereiste wijze geschiedt, waarnaeen langzame bijvoeging van water een zacht vloeiende massavormt, die dan op de verlangde dikte met zand en toeslag toteen geheel wordt gebracht'.Uit deze regels blijkt reeds iets van het vakmanschap, datH u I s bel' gen zich in de loop der jaren heeft eigen gemaakt.Als kunstenaar wil hij dan ook bewust 'artisan' zijn, zoals vooralduidelijk wordt wanneer men met hem in gesprek raakt overbeton. Bet belang van goed mengen en de noodzaak van 'nathouden' zijn voor hem geen onbekenden. Professionele beton-werkers kunnen misschien nog wel eens iets van hem leren. Debeste demonstratie van zijn kennis en ervaring geven echter zijneigen werken, vooral die van oudere datum: sommige daarvanstaan al verscheidene jaren in de buitenlucht, waren aan allerleiweersinvloeden blootgesteld, maar hebben hun oorspronkelijke.kleur behouden, terwijl er geen scheuren noch andere beschadi-gingen zichtbaar zijn. Bovendien bewijzen zij dat hij veel aandachtheeft besteed aan de afwatering; de 'vuilstrepen', die elders nogaleens ontsierend werken, komen hier niet voor.Vraag H u Is bel' gen niet, of men zijn werken soms 'abstract'ajour-reli?flateibekledingmet herkenbaarbladmotiefmoet noemen. Hij vindt deze vraag, gesteld naar aanleiding vande door hem vervaardigde gevelversieringen en latei-bekledingen,feitelijk even zinloos als wanneer deze vraag bij voorbeeld eenbaksteengevel zou betreffen. En hierin heeft hij gelijk.Het is misschien juist, dat de beeldende kunst oorspronkelijkalleen het 'afbeelden' beoogde. Maar naast deze herschepping vannatuurlijke vormen, kennen we toch al eeuwenlang de plastiekals een geheel nieuwe schepping, een geheel nieuwe 'verbeelding'.Deze ontwikkeling in de loop der tijden kan ook in het werkvan Ha n Hul s be r gen teruggevonden worden.Jaren geleden maakte hij onder meer 'afbeeldingen' van paarde-koppen en een proferenkop"), d.w.z. van althans in opzetconcrete onderwerpen. Van vrij recente datum is echter een zui-verder soort expressionisme, die reeds tot uitdrukking komt innamen als 'Ontsnapt uit de cirkel', 'joie de vivre', 'Als eenbloem' en 'Struggle for life'. Namen die soms niet eens nodigzijn om de bedoeling van de kunstenaar te kunnen aanvoelen,maar die eenmaal bekend zijnde het werkstuk een extra dimen-sie geven.*) zie Cement IX (1957) nr. 5-6, blz. 180 en 182-184.Iateibekleding: harmonie en contrast met baksteengevelHier de concretisering van abstracte begrippen, waartoe in feiteook al de 'Gordiaanse knoop,**) gerekend moet worden.En daarnaast, vroeger en nu, zijn reli?fs en andere muurdecera-ties, de opengewerkte sierramen, de lateibekledingen somsmet een herkenbaar motief en al die andere werken, die hetresultaat zijn van denken en doen in beton.Behalve op diverse tentoonstellingen helaas van tijdelijkeaard vindt men werken van Hulsbergen reeds in en op eenaantal school- en kantoorgebouwen en verscheidene villa's enlandhuizen. Daar leiden zij hun eigen leven, alleen of in nauwerelatie met hun omgeving; en daarbij getuigen zij tevens van desmaak van de eigenaar en van de architect. Ook van de laatstegenoemde! Want, zo schrijft Hul sb erg en,'Het creatieve en vindingrijke van de uitvoerende kunstenaar kanin samenwerking met de arcbitect onvermoede wegen betoande-len',v.d.V.**) zie Cement XVI (1964) nr. 8, blz. 460
Reacties