Bruggen in voorgespannen beton gebouwd metbehulp van desteigerloze uitbouwmethode(1)*door U.D.C. 624.21.012.46:69.057.66G. Wor 0 n t z 0 f f, Ing?nieur E.T.P.voorgesp. betonbruggen: steigerlozeuitbouwfoto 1. brug van LacroiK-Falgarde over de Ari?ge ti;dens de uitvoeringJfig. 2. schema ti;deli;ke voorspanning van de uitkraging bi; debrug te Plouooste!trekbandentegenwerkend mo- (ment t.g.v. de trek-bandenmoment van 4700tfmt.g.v. de reactie vanhet stei gerwerkonder een tijdelijke voorspanning gebracht door van te voreneen moment aan te brengen gelijk en tegengesteld aan dat-gene waaraan het later onderworpen zou worden. Enige tijdlater bouwdeE. Ba u mgor t met behulp van de steigerloze uit-bouwmethode in Brazili? de Herval-brug over de Rio Peixe, ingewapend beton en met een middenoverspanning van 68 m (2).Deze bouwmethode werd min of meer opgelegd door hetveelvuldig met grote debiet wassen van de rivier. De wape-ning van het kunstwerk bestond uit staven, die geleidelijk tij-dens de uitbouw van het werk door middel van mofverbin-dingen verlengd konden worden.Eveneens willen wij wijzen op een toepassing in 1936 van eendoorgaand gewapend-betonbrug over de Severn in Alveley(Engeland). Het kunstwerk bevatte 3 overspanningen van 18 m,45' m en 18 m. De hoogwaterstanden van deze rivier kondenplotseling optreden. De middenoverspanning werd met de stei-gerloze uitbouwmethode uitgevoerd, gebruikmakend van eenverplaatsbare constructie waaraan de bekisting was opgehan-gen (3). Ten tijde dat de voorspanning zijn intrede deed, werd* Ontleend aan La Technique des Travaux, maart-april 1964j de vertalingwerd verzorgd door N.V. I.B.l.S., Ie Scheveningen.?? Zie de lilleraluurlijsl op blz. 542.De veelvuldige toepassing van de steigerloze uitbouwmethodevoor de bouw van voorgespannen betonbruggen getuigt vande vele voordelen van deze uitvoeringsmethode. Onze bedoe-ling is in het kort de geschiedenis van deze bouwwijze na tegaan, de bijzonderheden met de voordelen in beschouwing tenemen en enkele kunstwerken te behandelen die recent vol-gens deze bouwwijze werden uitgevoerd, waarbij als voor-spanning Freyssinet-kabels werden toegepast.In zijn huidige vorm bestaat de steigerloze uitbouwmethodeuit het vanuit de pijlers in moten storten van het brugdek,waarbij gebruik gemaakt wordt van een mobiele -stalen vak-werk-t- hangconstructie waaraan de bekisting is bevestigd.Nadat de moot is uitgevoerd, worden de kabels, die aan deuiteinden verankerd zijn, voorgespannen. De moot zelf krijgtzodoende draagvermogen en de hangconstructie kan verscho-ven worden ten einde de volgende moot uit te voeren (foto 1).Historisch overzichtHet idee om de steigerloze uitbouwmethode, die bij het bou-wen in staal al voordelig was gebleken, voor gewapend-beton-constructies toe te passen, dateert reeds van lange tijd terug.In 1928 heeft F re y s sin et deze methode toegepast bij deuitvoering van de aanzetten van de 185 m lange bogen voor deberoemde brug van Plougastel (1).** Deze aanzetten moestentijdens de bouw, ten gevolge van de krachten uit de boog-bekisting, op elke uitkraging een moment von 4700 tfm op-nemen.Dit moment werd in evenwicht gehouden door trekbanden,samengesteld uit kabels, die de beide uitkragingen aan elkaarverbonden. Deze kabels werden onder spanning gebrachtdoor het bewerkstelligen van een opwaartse verplaatsing metbehulp van vijzels, die via een staalconstructie in de as op depijler steun vonden (fig. 2). Hier werd in feite de constructieCemenl XVI (1964) Nr. 9 535foto 3plaatsing van een uitkragen-de moot bii de brug vanEsbly over de Marnedoor verschillende auteurs op de mogelijkheid en de voor-delen van de uitbouwmethode gewezen zoals door: Prof. A.Fis c h erin Breslau (4), Prof. A. Ha w ron e k de Br ? n n(5) en D. La z are v i c in Belgrado (6).Tijdens de uitvoering van de eerste grote bruggen in voorge-spannen beton in Frankrijk, de brug van 55 m lengte te Luzancyin 1945 (7) en de vijf bruggen van 75 m over de Marne in1948 - 1950 (8), is de montage van de eerste aanzet, bestaan-de uit balken, gerealiseerd door middel van steigerloze uit-kroging met voorspanning die in de pijlers verankerd werd(foto 3). De balkstukken voor het middengedeelte van de brugwerden geplaatst met behulp van twee masten en kabels endaarna door middel van voorspanning met de overstekken ver-bonden.De kunstwerken die sinds 1952 door de firma Dyckerhoff undWidmann in Duitsland uitgevoerd zijn, waarbij voorspanningverkregen werd door middel van staven ? 26 mm, hebben eengrote stoot gegeven tot de verdere ontwikkeling van de stei-gerloze uitbouwmethode. In deze gevallen werd de geheleoverspanning in op elkaar volgende fasen in moten gestortdoor middel van een beweegbare draagconstructie die aanhet reeds gereedgekomen gedeelte bevestigd was. De eerstegrote bruggen waren: de brug over de Rijn teWorms met 3overspanningen van 101 m, 114 m en 104 m en de brug overde Moesel te Koblenz met 3 overspanningen van 102 m, 114 men 123 m (9); deze reeks werd door een groot aantal anderebelangwekkende kunstwerken voortgezet. AI deze bruggenhebben in het midden van de overspanning scharnieren, dievervormingen van het brugdek ten gevolge van temperatuurs-veranderingen toelaten maar ook in staat zijn dwarskrachtenop te nemen.Een nieuwe fase in de constructie van de steigerloze uitbouw-methode begon met de toepassing van kabels in plaats vanstaven. De Soci?t? des Grands Travaux te Marseille bouwde opdeze wijze met voorspankabels G.T.M. in 1956 de brug vanChazey over de Ain (70), daarna volgden andere grote kunst-foto 4. uitbouwen vanuit ??n piiler met behulp van twee wagens bii de brug van Val/on du Moulin te Poudrewerken zoals de brug van Beaucaire over de Rhone mei 5overspanningen van 81,20 m en de brug van Savines bij destuw van Serre-Poncon met 7 overspanningen van 77 m en 2overspanningen van 38,50 m (10 b). Het inbrengen van voor-spanning met behulp van kabels bij de steigerloze uitbouw-methode heeft eveneens in Duitsland en Oostenrijk toepassinggevonden, alwaar de firma Polensky en Z?llnerin 1959- 1960de brug van Bettingen in de verkeerssnelweg Frankfurt-W?rz-burg, bestaande uit 3 doorgaande overspanningen van 85 m,140 m en 85 m bouwde (11) en, wat later, de brug van Redenvoor de Eins (47 m, 101 m en 70 m). In deze tijd werden in ver-schillende landen bruggen uitgevoerd met gebruik van Freys?sinet-kabels, die in dit artikel beschreven zullen worden; hetovergrote deel van deze bruggen is continu.Tot slot is betrekkelijk kort geleden tot ontwikkeling gekomen'het bouwen volgens de steigerloze uitbouwmethode met getbruikmaking van geprefabriceerde moten (brug over de Seinebij Choisy-Ie-Roi ') en de brug van Pierre Benite over de Rh?ne,uitgevoerd door de firma Campenon Bernard). In dit geval zijnhet niet tot grote moten verenigde stukken die geplaatst wor-den, zoals bij de bruggen over de Marne, maar afzonderlijkemoten die stuk voor stuk door middel van voorspanning, uit-kragend van uit de pijlers, verenigd worden.Voordelen van de methode en het toepassingsgebiedDoor het bouwen van bruggen in moten met behulp van desteigerioze uitbouwmethode kan het steigerwerk vervallen, hetegeen vooral van belang is in de volgende gevallen:brede en diepe rivieren- bij rivieren met sterk wisselend debietnoodzakelijkheid van vrije doorvaart~ kunstwerken met hoge pijlers.Een andere manier om bruggen te bouwen zonder steigerwerkis het toepassen van geprefabriceerde balken, die met behulpvan een montageligger e.d, geplaatst worden. De praktijktoont aan dat deze methode alleen gebruikt wordt tot over-spanningen van ca. 50 m. Bij grotere overspanningen wordende balken te zweer, De ervaring leert dat de steigerioze uit-bouwmethode vooral gebruikt wordt bij overspanningen gro-ter dan 50 m. De grootste overspanning die in voorgespannenbeton is uitgevoerd bedraagt ongeveer 150 m.2)In twijfelgevallen, dat wil zeggen wanneer het maken van eensteigerwerk a priori niet is uitgesloten, zal een prijsvergelij-king de doorslag moeten geven:Wanneer de ontwerper vrij is de meest economische overspan-ning te kiezen, dan biedt de steigerioze uitbouwmethode hemmeer mogelijkheden en kan hij besluiten tot grotere overspan-ningen waarvan de economie weer af te wegen is tegenoverde kosten van een meer ingewikkelde fundering.Wat betreft de bouwtijd is deze bouwmethode nogal soepel,want men kan desgewenst de bouw versnellen door het aantaluitbouwwagens te vermeerderen.Men kan een brug met drie overspanningen met 2 uitbouw-wagens vanuit ??n van de twee pijlers beginnen; men maaktdan een zij-overspanning en de helft van het middenveld(foto 4).. Daarna worden dezelfde werkzaamheden herhaaldvanuit de tweede pijler. Eveneens zou men vanuit beide pij-lers tegelijk met in totaal 4 uitbouwwagens kunnen beginnen,zodat de bouwtijd met de helft bekort wordt (foto 1). Ookkan men in het koude jaargetijde de verharding versnellendoor de uitbouwwagens te omhullen en te isoleren en met eenwarmtebron pas gestort beton te verwarmen of te stomen.') Zie Cement XV (1963) Nr. 9, blz. 529-531: Een nieuwe ontwikkallnq in debru9gebouw? - Red.') De brug te Bendor! (voorspansysteem Dy w i dag) bszlteen middenover-spanning van 208 m! - Red.er-e yastnet-. "datscharnier horzontale ver-plaatsing toelaat8 systemen met een scharnier in het brugdekA - doorgaande systemenAl brug van Lacroix Falgarde, GonceJin, Port de-b ouc , brug over de Sorge (Zwitserland)81 brug over de Rio To ccn ttns (8razilie)Fr-e ys s'inet e-scharnier inbetonIinklemming Tl1111J.s c hcr-nl'er-, dathorzontaleplaatsing toelaatr1I II I1I_.I. _brug over de Rio Cuiaba (Brazilie ) 82 brug van Khartoem (Soedan).1\ . inklemming?1A3 brug van Vallon du Moulin te Poudre bij Brest 83 brug over de Rio Ulua (Honduras)v.inklemming opeendubbele wandA4 brug over de Seine bij Choisy ie Roi 84 brug over de Rio Parana ( ar-czure )jk o r t e overspanningvoor het verkrijgenI van een inklemmingballast vanstampbetonfig. 5. schema's statische systemen van bruggengebouwd met behulp van de steiger/oze uitbouwmethodeA5 brug van Verberie over de OiseCement XVI (1964) Nr. 9 537fig. 6. scharnier in het veld die horizontale verplaatsingen op-j neemt en dwarskrachten kan overbrengenmiddel van kabels die gelegen zijn in de onderflens ?n ver-ankerd worden in opstortingen. Op deze wijze is het mogelijkeen volledige continu?teit te bewerkstelligen en zelfs na hetkrimpen van het beton de vloeiende lijn te handhaven. Hetkan voorkomen dat men door de horizontale vervormingenof door t? grote zettingen van de funderingen het gewenst achtde constructie statisch bepaald te houden door een Gerber-constructie toe te passen (fig. 5 type B3 en B4). Ofschoon min-der volmaakt dan de doorgaande constructie heeft deze op-lossing de voorkeur boven het systeem met een scharnier inhet midden van de overspanning, want, in het geval dat deuitkragingen afwijkingen vertonen, zullen deze verzwakt wor-den door het middengedeelte. Een nadeel van de Gerber-constructie is dat men naast de uitbouwwagen nog extra ma-teriaal (drijvende bok of lanceerbrug) nodig heeft om de lig-gers van het middengedeelte te plaatsen.Bij de brug over de Rio Ulna (Honduras) (foto 7) heeft mendestaaiconstructie van de uitbouwwagen gebrvikt om een Ion?ceerbrug samen te stellen.Het probleem van de verplaatsingen in langsrichting ten ge-volge van de lineaire vervormingen is ten nquwste verbondenmet de overdracht van de buigende momenten op de pijlersen dit geldt ook voor het overbrengen van de remkrachtenop de opleggingen. Wij zullen eerst nagaan hoe deze pro-blemen opgelost kunnen worden bij het meest voorkomendetype, de bruggen met drie overspanningen en daarna bijbrvggen met meer overspanningen.Het aanbrengen van rubberdpleggingen, zowel voor de pijlersals voor de landhoofden, is de meest eenvoudige en goed-koopste oplossing van deze problemen. Hierdoor ontstaat devrijheid voor het opnemen van horizontale verplaatsingen envermijdt men dat de pijlers momenten moeten opnemen. Deremkrachten worden over de verschillende opleggingen, naargelang hun oppervlakten en dikten, verdeeld. Men is echterverplicht tijdens de uitvoering de stabiliteit te handhaven, bijvoorbeeld door de zij-overspanningen eerst op een normcolsteigerwerk uit te voeren, hetgeen als tegengewicht tijdens deuitvoering van de middenoverspanning dient of door het brug-dek tijdelijk in te klemmen op de pijlers op een wijze die ncgbehandeld zal worden.In het geval dat de pijlers hoog en slap zijn, kan het brugdekhierop ingeklemd worden (fig.SA3). De slapheid van de pijlersloet de vervorming van de middenoverspanning toe zonderdat te hoge spanningen optreden en zonder dat er momentenop de fundering worden overgebracht. De remkrachten wor-den verdeeld over de pijlers en de Landhoofden, die voorzienkunnen worden van rubberopleggingen.Het brugdek kan ookvia betonnen Freyssinet-opleggingen op dunne wanden opge-legd worden (fig. 5A2). Alle remkrachten worden dan door delandhoofden opgenomen, zoals aangegeven in dezelfde fi-guur.Het systeem met pijlers bestaande uit twee wanden verzekerteen uitstekende inklemming; dank zij de slapheid van de wan.den wordt de horizontale verplaatsing ten gevolge van detemperatuursverandering niet belemmerd.In het geval van lange doorgaande bruggen met meerdereoverspanningen worden de horizontale vervormingen opgeno-stalen buisvande kabels,talenIn normale gevallen is de arbeidsgang voor het maken van ??nmoot ongeveer ??n week, zodat het aantal te storten motenper week gelijk is aan het aantal uitbouwwagens. De lengtevan de moten is afhankelijk van het draagvermogen en deprijs van de uitbouwwagens; voor bruggen met een gemiddel-de overspanning is de economische maat ca. 3 m, Voor brug-gen met overspanningen groter dan 100 m heeft men wel moot-afmetingen van 6 m toegepast.van het statisc:he systeemTen einde vast te stellen welk statisch systeem toegepast moetworden, moeten de volgende drie belangrijke punten in over-weging genomen worden:o Het in de hand houden van de doorbuiging van het brug-dek ten gevolge van krimp en kruip van het beton tijdensen na de uitvoering, ten einde een vloeiende lijn voor hetwegdek te verkrijgen.? Voorzieningen treffen voor het opnemen van de vervormin-gen in langsrichting van het brugdek ten gevolge van tem-peratuursveranderingen en kruip.? Het vermijden van buigende momenten op de funderingen,die moeilijkheden kunnen opleveren of de fundering teduur maken.In .fig. 5 (blz. 537) zijn schematisch de verschillende statischesystemen aangegeven, die zijn toegepast bij de uitvoering vande bruggen die in een volgend nummer van Cement beschrevenzullen worden. Andere systemen, vooral door combinatie vande genoemde systemen, zijn ook mogelijk. Voor de betonnenFreyssinet-scharnieren kunnen ook rubberopleggingen gebruiktworden en in het gevaL van een groot aantal overspanningen,kan bij het doorgaande systeem A het statische bepaalde sys-teem B voor de dilatatie genomen worden.Het nauwkeurig voorspellen van de doorbuigingen tijdens enna de uitvoering is niet eenvoudig omdat een juiste aannamevoor de werkelijke elasticiteitsmodulus moeilijk is, vooral ookdoor de verandering daarvan in de loop van de tijd. In hetbegin van de ontwikkeling van de steigerloze uitbouwmethodeheeft men alleen statisch bepaalde systemen toegepast meteen scharnierroiconstructie het opnemen van hoekver-draaiingen en horizontale verplcotsinqen-e- in het midden vande overspanning (fig. 5 B1 en B2).Hiervoor werden bij voorbeeld stalen-rolopleggingen toege-past, die door middel van verticale voorspanning met kabelsof staven in staat waren om dwarskrachten op te nemen enook in horizontale richting konden bewegen voor hetopnem?nvan vervorming van het brugdek ten gevolge van tempera-tuursveranderingen (fig. 6).Hierdoor is het brugdek tijdens de uitvoering statisch bepaalden wordt statisch onbepaald voor de nuttige belasting nadatde scharnierconstructie in het midden van de overspanning isaangebracht. De berekening is eenvoudiger dan in het gevalVOn een in het veld doorgaande constructie, want er zijn geenstatisch onbepaalde reacties ten gevolge van de voorspan-ning; het aanbrengen van de scharnierconstructie in. het mid-den van de overspanning geschiedt nadat alle kabels zijn voor-gespannen.Deze methode heeft echter nadelen. Indien de doorbuigingentijdens de uitvoering niet nauwkeurig genoeg berekend zijn, ofde correctie door het geven van een negatieve zeeg onvol-doende uitwerking heeft, dan beslaat het gevaar dat beideuilkragingen bij het ontmoetingspunt niet op de zelfde hoogteuitkomen. Het is betrekkelijk eenvoudig het hoogteverschildoor het uitoefenen van verticale krachten tijdens het aanbren-gen van het scharnier te niet te doen. Echter zal deze werk-wijze de vloeiende lijn van het brugdek niet ten goede komenen zal in de meeste gevallen een discontinu?teit bij het aan-sluitingspunt zichtbaar blijven.Zelfs in het geval dal men voor het aansluiten een vloeiendelijn heeft weten Ie bewerkstelligen, dan nog beslaat de moge-lijkheid dat door kruip een dusdanige verstoring optreedt, dathet aanzien van de bovenbouw bedorven is en het verkeer hier-van last ondervindt.Ten einde deze moeilijkheden te vermijden, is het gewenstin het midden van de overspanning een doorgaande eenstruc-tie (fig. 5A) toe te passen. De uitvoering van verschillendewerken, die in een volgend nummer beschreven worden, heb-ben duidelijk de voordelen van dit doorgaande systeem aan-getoond.Om de continu?teit te verkrijgen wordt, even voor het aanslui-tingspunt bereikt is, de normale 'uitkragende' uitvoering be-eindigd en het slvitstukgestort nadat de uitbouwwagens aanelkaar gekoppeld zijn. De continu?teit wordt verkregen door538 Cement XVI (1964) Nr. 9foto 7.plaatsing van een inhangligger biide brug over de Rio Ulua(Honduras)men door inhangliggers (fig. 5A4) of scharnieropleggingen zo-als in figuur 6 (zie ook fig. 5B2). Deze voorzieningen kunnenbij elke overspanning toegepast worden of alleen bij enkeleoverspanningen zodat de overige doorgaande constructiesblijven.Enkele bijzonderheden van de diverse oplossillCJenHet brugdek heeft meestal een veranderlijke constructiehoogte.De verhouding van de hoogte bij de pijlers tot de lengte vande overspanning bedraagt ]/]7 - ]/20. Ook heeft men bruggenmet constante hoogte uitgevoerd, hetgeen de bekisting een-voudiger maakt, maar wat minder geschikt is voor grote over-spanningen.De dwarsdoorsnede ven de beschreven bruggen bestaat uit eenkokervorm (fig. 8, blz. 540). Deze vorm heeft een goede stijfheidtegen torsie en leent zich uitermate voor de steigerloze uit-bouwmethode. De onderkant verschaft voldoende betonopper-vlak voor het opnemen van de drukspanningen boven de steun-punten.Bij smalle bruggen (breedte kleiner dan ]0 m) heeft men meest-al ??n koker (fig. 8A) met een aan beide zijden uitkragendbovendek. Bij bredere bruggen of bij grotere overspanningenontwerpt men meerdere tegen elkaar aangelegen kokers (fig.8B-C) of ook twee apart gelegen kokers (fig. 80). Voor dezeer brede bruggen voor snelverkeerswegen splitst men hetbrugdek wel in twee gescheiden delen, waarbij elk gedeelteuit twee kokers bestaat. Op een tussen plaat -statisch be-paald opgelegd op de twee brugdekken- wordt de midden-berm geplaatst.De boven ploot blijft constant van hoogte. Het lijf en de onder-piaat worden in het algemeen naar de middenopleggingen toeverzwaard. De inhangliggers worden meestal geprefabriceerd,waarbij het bovendek (gedeeltelijk) ter plaatse gestort wordt;een onderploot ontbreekt. Het komt nog wel eens voor datmen een tegengewicht nodig heeft bij de oplegging van de zij-overspanningen, ten einde het oplichten bij vol-belostin? vande middenoverspanning te voorkomen.Voor een doorgaande brug over drie velden kon het kabelver-loop uit de volgende groepen bestaan (fig. 9, blz. 540):A. Hoedkabels die boven de pijlers in het bovendek gelegenzijn en die ??n voor ??n door het lijf naar beneden lopenom in de opvolgende moot verankerd te worden. Deze ka-bels nemen een gedeelte van het negatieve moment (inieder geval dot ten gevolge van het eigengewicht) bovenhet steunpunt voor hun rekening en verenigingen de laatstgestorte moot met de voorgaande.8. Kabels die het positieve moment van de zij-overspanningenopnemen. Aan de zijde van het landhoofd worden zij ver-ankerd in de eind-dwarsdrager op de hoogte van de bol-ken, aan de andere zijde of in een verdikking in de onder-plaat (8)) of na opbuiging boven in de bolk (82) of nadoorvoering voorbij de pijler in' het lijf (83).Cement XVI (1964) Nr. 9C. De continu?teitskabels van het middenveld zijn gelegen inde onderploot en worden verankerd in opstortingen vandeze plaat (C)) of opgebogen door het lijf (C2).D. Rechte, doorgaande kabels in de bovenpleet.De type A kabels lopen in de bovenplaat boven de lijven enzij buigen daarna neer beneden om in de opvolgende motenverankerd te worden. De type 8 en C2 kabels lopen eveneensdoor de lijven, terwijl de type C) en D kabels alleen in de on-der-en bovenplaatliggen. Fig. 10 (blz. 540)geeft een voorbeeldvan hetkabelverloop van een brug.Het verdient aanbeveling om grote sponeenheden toe te pos-sen ten einde voldoende ruimte tussen de kabels boven desteunpunten te verkrijgen. Evenwel kunnen niet te grote span-eenheden gebruikt worden omdat het aantal 'hoedkobels' (A)groot genoeg moet zijn om in elke moot een voldoend aantalte kunnen verenkeren. Tevens moet men te grote geconCen-treerde krachten bij de verankeringen vermijden ten einde tevoorkomen dot het beton, dat nog betrekkelijk jong is op hetmoment van spannen, verbrijzeld wordt. Om dit gevaar op teheffen kunnen de conussen van een stalen verdeelplaat voor-zien worden.Volgens onze opvatting moet men die spaneenheid kiezen,die voldoende groot is en voldoende buigzaam om het ge-bogen verloop gemakkelijk te volgen. Tevens moet de voor-keur gegeven worden aan kabels die men ook over langelengten vrij kon doorvoeren zonder dot men gebruik moetmaken van koppelingsmoffen, die bij kleine lengte duur zijnen de betondoorsnede niet onaanzienlijk verminderen.De Freyssinet-kabels die het meest zijn toegepast voor de stei-gerloze uitbouwmethode zijn kabels ]2 ? 8 mm en ]2 xdie resp. geformeerd zijn uit ]2 draden ? 8 mmen ]2 strengenvanDe uitvoeringOmdat het bouwen vanuit de pijlers begint door in twee rich-tingen steeds een moot aan te storten, is het nodig dol ersymmetrisch gewerkt wordt en de constructie niet uit zijn even-wicht raakt door eenzijdige belastingen. De moten moetendus aan de pijler ingeklemd worden. Indien inde uiteindelijketoestand geen inklemming voorzien is, kon een tijdelijke in-klemming gemaakt worden, zoals toegepast werd bij de brugLa Croix-Falgarde. Hiertoe heeft men aan beide zijden van hetsteunpunt, bestaande uit een rubberoplegging, verticale voor-sponstoven aangebracht, die een vaste verbinding tussen, brug-dek en pijler bewerkstelligden en na be?indiqinq van de con-structie verwijderd werden (fig. 11, blz. 540). Een andere oplos-sing is om aan beide zijden in de nabijheid van de pijler tweetijdelijke steunpunten te maken, zodat het brugdek in even-wicht blijft zonder op de pijler te zijn ingeklemd. Het komtvaak voor dot de aannemer er de voorkeur aan geeft de zij-539I65I260810I I.i.c>0,e>I>I:? .250 500 250:11000A brug van Lacroix FalgardeC brug over de Rio Uluoverlopend verlopend-van 25-55 van 25-55340Ii 160 I I?? ? 1B brug over de Rio Tocantins D brug van C hoisy Ie Roifig. 8. schema van toegepaste dwarsdoorsnedenJfig1l l . tijdel?jke verankering van brugdek op de pijlers bij deV bouw van de brug te Lacraix-Falgardefig. 9. kabelverloop in bruggen, gebouwd met behulp van desteigerloze uitbouwrnethodeoverspanningen op een normaal steigerwerk te storten en al-leen de middenoverspanning met behulp van de steigerlozeuitbouwmethode te maken (foto 12). Het maken van een stei-gerwerk voor de zij-overspanningen is over het algemeen een-voudiger dan voor de middenoverspanningen.De aanvoer van de materialen over de reeds gebouwde zij-velden is eenvoudiger dan het transport vanuit een pijler. Degereedgekomen zijvelden dienen als tegengewicht voor de uit-kragingen van het middenveld. De uitbouwwagen (fig. 13) be-staat uit een vakwerk, opgebouwd uit normaal profielstaal,en rust op het reeds gereedgekomen gedeelte van het dek.Aan het overstekende gedeelte is de bekisting van de volgendete storten moot opgehangen. Het vakwerk kan van de enemoot op de andere gerold worden en is voorzien vaneenbetonnen tegengewicht. Tijdens het betonstorten wordt hetevenwicht ook nog in stand gehouden door trekstangen, diedoor in het dek uitgespaarde gaten lopen en aan de onder-zijde verankerd zijn aan een dwarsbalk, gelegen onder de ko-ker. Aan het vakwerk zijn opgehangen: de bodembekisting,daaronder een werksteiger, en de zijbekisting van koker entrottoirs; deze bekisting is meestal van hout. De binnenbekis-ting van de koker rust op de onderplaat van de koker, die eenfase eerder gestort is. Zoals men op de diverse foto's kanwaarnemen zijn er, volgens de inzichten van de diverse aan-Itijdelijke voorsponning door.middel von sto-ven 026 mm instolen buisrubber op-legg ingenfig. JO. voorbeeld van het kabelverloop6 kabe Is type D540 Cement XVI (1964) Nr. 9foto 12. uitvoer?ng van het tweede gedeelte van de brug van Port-de-Bouc over het kanaal van Ar/esnemers, verschillen in de uitvoering. Wij zullen die bruggenbeschrijven, waaraan wij de voorkeur geven.De uitvoering van een moot omvat de volgende fasen:? Het vlechten van de zacht-stalen wapening van de onder-plaat en het storten van deze plaat.? Het vlechten van de zacht-stalen wapening voor de lijvenen het doorvoeren van de langskabels die in de betreffen-de moot verankerd moeten worden; voorts het plaatsen vande kabelomhulling van de kabels in het lijf, die in de vol-gende moten verankerd worden.? Het plaatsen van de binnenbekisting, kabelomhulling ?nzacht-staal van het bovendek, en (indien aanwezig) hetplaatsen van de dwarskabels.? riet betonstorten van de lijven en de bovenplaat. Afhanke-lijk van de hoeveelheid beton kan dit in twee fasen ge-schieden.? Het ontkisten en het voorspannen van de betreffende ka-bels.? Ontkoppelen van de achterste trekstangen van het vak-werk, het laten zakken van de bodembekisting van de on-derploot. het uitleggen van de rails, het verrollen van deuitbouwwagen en het verzekeren in de nieuwe positie.Foto 14 (blz. 542) toont een gedeelte van een moot tijdens de uit-voering. In de storlvoeg van de voorlaatste moot, waarvan debinnenbekisting nog niet verwijderd is, ziet men de kabelom-hullingen van de rechte kabels van de bovenploot. uitstekenen aan de onderzijde van het lijf de verankering van de reedsgespannen hoedkabel. Aan de rechterkant van de foto ziet mende twee neergebogen hoedkabels voor de volgende moot.Dekabelomhulling moet voldoende stevig zijn zodat de drukvan het verse beton weerstaan kan worden. Uit veiligheidsover-wegingen voorziet men de kabelomhulling, waarin later eenkabel doorgeschoven moet worden, van een plasticbuis ofvan een 'dummy' kabel, die na het storten verwijderd wordt.De injectie geschiedt vanuit de koker via speciale buisjes. Ophet hoogste punt van de kabels kunnen ontluchtingen aan-gebracht worden.Ten einde de kabels door te trekken worden zij opgerold engelegd op een haspel die op de uiteinden van het dek ge-plaatst is. Door middel van een ingeschoven draad wordt detrekdraaddoorgehaald waaraan de voorspankabel bevestigdwordt. Met een lier aan de andere zijde op de uitbouwwagenen via een pouli wordt de voorspankabel doorgetrokken.fig. 13voorbeeld van eenuitbouwwagenpasstuk in hetveld -middenCement XVI (1964) Nr.9 541Litteratuur1. La Technique des Travaux, juni 19292. La TechniqlJe des Travaux, november 19313. The Indian Concrete Journal, oktober 19634. Beton und Eisen, 20 juni 19385. Beton und Eisen, 5 februari 19386. Beton und Eisen, 5 september 1939foto 74. wapening en bekisting van een mootGedurende de uitvoering is het van groot. belang regelmatigmetingen te verrichten van de doorbuigingen en afwijkingen,zodat correcties aang-ebracht kunnen worden om uiteindelijkop de juiste hoogte uit te komen.Voordat met het betonstorten begonnen wordt, moetenproeven gedaan worden om de elasticiteitsmodulus te be-palen en ook de variatie daarvan in de loop van de tijd. Dezevoorzorgen moeten des te nauwgezetter zijn naarmate de bruggrotere overspanningen heeft. Aan de hand van de uitkomstenvan deze proeven bepaalt de ontwerper de extra zeeg die debekisting van elke moot zal moeten hebben; daarbij zal reke-ning gehouden moeten worden met de kruip van het beton,de vervormingen ten gevolge van de voorspanning en de be-Iostin? van de uitbouwwagenen bekisting; voorts zal ookeen tabel gemaakt worden van de te verwachten vervormin-gen na het voorspannen van een moot. Op het werk wordende werkelijke vervormingen opgemeten en de ontwerper zaldan aan de hand hiervan moeten nagaan of extra correctiesvoor de volgende te storten moten aangebracht moeten wor-den.In het geval dat het brugdek niet bij de pijler ingeklemd is,ishet mogelijk beide pijlers nog te corrigeren voordat de tweeuitkragingen met elkaar verbonden worden. Hiertoe wordt hetbrugdek ter plaatse van de pijler door middel van vijzels om-hooggebracht of afgelaten.{wordt vervo/gdj7. Travaux, augustus 19468. Annales de /'Institut du B?timent et des Tiavaux Publies,januari 19529. La Technique des Travaux, maart-april 195610. Annales de I'institut du B?timent et des Travaux Publies, sep-tember 1958JOb. La Technique des Travaux, september-oktober 196111. Beton- und Stahlbetonbau, april 196JZagen, boren en 'schaven' van betonverhardingenmet behulp van qediamanieerde werktuigenIn de modernebetonwegenhouw worden, even-als in het geval van andere wegconstrueries, deaan de kwaliteit valt de verharding en de vlak-heid van het wegdek gestelde eisen niet alleeltzwaarder maar ook meer gepreciseerd.Symptomen van deze, door bet huidige ver-keer veroorzaakte, ontwikkeling zijn het zagenvan voegen, het boren van proefcilindersen het 'afschaven' van oneffenheden.:Bij al dezebewerkingen speelt het industriediamant een be-langrijke rol, zoals 1 september j.l. bleek tijdenseen door de N.V. Diamant Boart, Brussel (Ned.vert. A. Bruyaux N.V.. Amsterdam) georgani-seerdevdemonstratie van zagen, boren en 'scha-ven' op een nieuw betonnen weggedeelte, inde nabijheid van Tongeren, van de grotendeelsvoltooide Koning Boudewijn Autosnelweg (Ant-werpen-Hasselt-Luik).De aan het werk zijnde S.G.M.E.-betonweg-machine met glijdende bekisting Cslip-formpaver') maakte deze demonstratie extra aantrek-kelijk. Daar de N.V. Diamant Boart, als wereldsbelangrijkste fabrikant, alleen gediamenteerdewerktuigen vervaardigt, zoals zaagbladen enboorkronen, was het logisch dat deze werdengedemonstreerd in ge?igende machines door ge-specialiseerde firma's.ZagenDe . inbetonverhardingen noodzakelijke voegen,zowel in dwars- als in langsrichting, wordensteeds meer van .het type 'schijnvoeg', dat omverschiUenderedenen het beste doorzagen ver-kregen kan worden. Gezien de grote dagpro-dukties in detegenwoordigebetonwegenbouw,vooral bij toepassing van 'slip-fonn pavers',dient het zagen in een hoog temno te ge-schieden, terwijl het resultaat toch goed moet zijn.De Soci?t? du Diamant Industriel (SODIEL),een in het zagen gespecialiseerde Franse maat-schappij, die duizenden voegen in de betonwegCorbeil-Nemours heeft gemaakt, werkte ook inBelgi? met een zgn. 'Joint Master'. Een Ame-rikaans.e zaagmachine
Reacties