Scheurvorming in gevelmetselwerk wordt, al dan niet terecht, veelal beschouwd als schade. Om die reden adviseren fabrikanten van bak- of betonstenen en adviesbureaus om de afstand tussen dilatatievoegen vrij klein te houden. Deze angst voor schade, ingegeven door negatieve ervaringen, heeft zijn weerslag gevonden in de regelgeving waarin strenge voorschriften voor de dilatatieafstanden zijn opgenomen. Er is nu een nieuwe methode voor het bepalen van de dilatatieafstand waarbij beperkte scheurvorming wordt toegelaten.
44
Dilatatieafstanden
nader beschouwd
1
Scheurvorming bij metselwerk (2)
Meer informatie
Het eerste artikel in deze serie 'Zijn
scheuren zorgwekkend?' is verschenen
in Cement 2016/4 en te raadplegen op
www.cementonline.nl. Meer informatie
over de in dit artikel beschreven
methode staat in [1] en [2].
Scheurvorming in gevelmetselwerk wordt, al dan
niet terecht, veelal beschouwd als schade. Om die
reden adviseren fabrikanten van bak- of betonstenen
en adviesbureaus om de afstand tussen dilatatie -
voegen vrij klein te houden. Deze angst voor schade,
ingegeven door negatieve ervaringen, heeft zijn weerslag gevonden in de regelgeving waarin
strenge voorschriften voor de dilatatieafstanden zijn
opgenomen. Er is nu een nieuwe methode voor het
bepalen van de dilatatieafstand waarbij beperkte
scheurvorming wordt toegelaten.
Dilatatieafstanden nader beschouwd 8 2016
45
Momenteel bestaat er geen universeel aanvaarde en weten-
schappelijk onderbouwde ontwerpmethode om de dilatatie-
afstand te bepalen bij metselwerkgevels. Dit verklaart de grote
variatie in voorschriften die in de verschillende Europese
landen van toepassing zijn. Vanuit wetenschappelijk oogpunt
kan niet worden verklaard waarom de eisen in buurlanden met
vergelijkbare klimatologische omstandigheden als in Nederland,
België of Duitsland, zo verschillend zijn. Kleine verschillen zijn
alleen te verklaren uit bouwtraditie en andere bouwmethoden.
Ook binnen alleen België zijn zowel gebouwen terug te vinden
waarbij de dilatatieafstanden heel klein zijn (foto 1) als gebouwen
met dilatatieafstanden die meer dan 20 m bedragen (foto 2) en
waarbij geen (zichtbare) scheurvorming aanwezig is.
Voorschriften
In voormalige nationale normen en voorschriften waren
ontwerpregels voor dilatatieafstanden opgenomen die sterk van
elkaar verschilden. Dit blijkt duidelijk uit een vergelijking
tussen de oude Belgische norm (tabel 1) en de Nederlandse
CUR-Aanbeveling 82 (tabel 2). Deze regels waren meestal geïn-
spireerd door specifieke gevallen waarbij de scheurvorming
niet noodzakelijk het gevolg was van verhinderde opgelegde
vervorming. De ontwerpregels die in Eurocode 6 (EC6) (tabel 3)
zijn opgenomen, kunnen worden beschouwd als een compromis
waarbij de ondergrens van alle oude nationale voorschriften is
aanbevolen (conservatieve waarde).
Tabel 1 Maximale dilatatieafstand voor ongewapend metselwerk volgens de
oude Belgische metselwerknorm voor wanddikte kleiner dan 140 mm [3]
steentype l m [m]
baksteen 30
kalkzandsteen 8
betonsteen 8
cellenbeton 6
Tabel 2 Maximale dilatatieafstand voor ongewapend metselwerk volgens CUR-
Aanbeveling 82 voor ongewapend baksteenmetselwerk [4]
geveltype l m [m]
noordgevel 14
overige gevels 12
borstweringen met hoogte h
Reacties