Juist over dat toetsen en met name de wildgroei van het te pas en te onpas inschakelen van een toetsende constructeur wil ik het hier hebben. Ik zit er al een tijd op te broeden en ben blij dit nu eindelijk eens onder de aandacht te kunnen brengen.

Wij hebben als Van Rossum Raadgevende Ingenieurs bij projecten met gevolg klasse CC3, zonder verder namen te noemen, vaak met vijf of meer toetsende constructeurs te maken. Deze toetsende constructeurs worden ingeschakeld door eigenaren van omliggend vastgoed, de opdrachtgever, belegger, aannemer en verzekeraar. Helaas zijn deze constructeurs het niet altijd met elkaar eens dus leidt hun toets tot diverse meningen die elkaar soms ook nog tegenspreken.

De inzet van al deze toetsende constructeurs is natuurlijk goed voor de werkgelegenheid van onze beroepsgroep, maar is niet bevorderlijk voor een geordend proces. Eigenlijk zijn deze processen voor iedere betrokkene moeilijk te managen.

“Wij hebben vaak met vijf of meer toetsende constructeurs te maken”
 

Ik vraag mij wel eens af waarom is afgestapt van een duidelijke rol van Bouw- en Woningtoezicht als toetsende constructeur. In landen om ons heen als België en Duitsland is hier wel duidelijkheid over. In België wordt de toetsende constructeur aangestuurd vanuit de verzekeraar en in Duitsland is de ’prüfstatiker’ ingesteld. Geen discussie en geen wildgroei aan toetsende constructeurs.

Waarom wil de overheid zich op dit punt nog meer terugtrekken, terwijl naar mijn mening regie en beleid vanuit de overheid nodig is om juist richting te geven aan de rol van toetsende constructeur?!

“Er is regie vanuit de overheid nodig om richting te geven aan de rol van toetsende constructeur”