\037
\037\036\037\036\037\037
\037\037\036\037\037
\037
\031\036\024\013\035\030\013\025\r\n\t\020\013\r\025\r\013\035
\037\036 \037\036\035\036\034\033\032\031\032\030\027
\037\037 \037
\037\037\036\035\034\034\033\035\032
\020\033\035\021
\037\036\035\034\037\033\032\031\034\030
\032\035\024\034\037\023\013
\034
\007\025\037\n\035
\035\022\037\006\035\034\037\f\035\032\031\022\024\037\035\026\017
\035\035\022\037\f\035\n\026\021\004\030\037\033\031\026\034\022\035\026\
\037\003
\024\035\022\021\035\034\037\035\035\022\037\031\031\022\034\013
\032\035\022\005\037\t
\032\021\n\025\031\031\034\020\016\006\031\033\033\035\022\005\037\024\026\
\017
\033\026
\036\035\f\037\004\035\037\027\027\023\037\021\022\034\013
\n\035\022\005\037\022\035\035\025\037\n\031\022\037\016\027\022\034
\025\035\034\020\005\037\037\036\035\034\033\032\035\031\030\033\027\033\030\035
\037
\037\036\035\034
\032\031\030\027\036\034\030\026
\037\036\035\036\034\033
\037 \036\035\035\034\037\033\032\035\032\037\030 \037\013\013\013
partners
CEMENT 7 2022 ?1
2? CEMENT 7 20 22
42 Ontwikk eling van
z
elfverdichtende mengsels
T oepassing van geopolymeerbeton
in infr
astructuur onderzocht.
58 Const ructieve veiligheid en
bouwcontracten
D e bouw kent verschillende contract-
vorme
n. Welke taken en verant-
woor
delijkheden horen hierbij?
65 fi b Awards for Outstanding
Concr
ete Structures 2022
Ee n toelichting op de projecten die
di
t jaar zijn onderscheiden met een
fib
Award for Outstanding Structures.
Artikelen
6 Bouw en op een postzegel
H et project Post Rotterdam bestaat
uit tr
ansformatie van een bestaand
monume
nt en een nieuwe 154 m
hoge t
oren op een tafelconstructie.
18 Ontw erp Singelgrachtgarage
T oelichting op het ontwerp van de
Singelgr
achtgarage - Marnix, van
t
enderontwerp naar DO.
28 Ontw erp en afzinken
bodemroosters
D e bodemroosters in de sluiskolk
v
an de Nieuwe Sluis Terneuzen zijn
onde
rdeel van het nivelleersysteem.
6 28
Foto voorpagina:?Bouwkuip Singelgrachtgarage - Marnix, foto: Mobilis/Gitte Spinder
COLOFON
Cement, vakblad over betonconstructies, is hét
vakblad van en voor constructeurs en verschijnt
8 keer per jaar. Het vakblad is een onderdeel
van het kennisplatform Cement, een uitgave
van Aeneas Media bv in opdracht van het
Cement&BetonCentrum.
Uitgave Aeneas Media bv, Veemarktkade 8,
Ruimte 4121, 5222 AE 's-Hertogenbosch
T 073 205 10 10, www.aeneas.nl
Redactie prof.dr.ir. Max Hendriks (hoofdredac-
teur), ir. Paul Lagendijk, ir. Jacques Linssen, ir.
René Sterken, ir. Cindy Vissering, ing. Henk
Wapperom, dr.ir. Rob Wolfs
Redactieraad ir. Edwin Vermeulen (voorzitter),
ir. Paul Berendsen, ing. Dick Bezemer, prof.dr.ir.
Jos Brouwers, ir. Henco Burggraaf, ir. Maikel
Jagroep, ir. Hans Kooijman, ir. Ad van Leest,
ing. Michael van Nielen PMSE, ir. Paul Oomen,
ir. Dirk Peters, ir. Kees Quartel, ir. Ruud van der
Rakt, ir. Hans Ramler, ir. Paul Rijpstra, ir. Dick
Schaafsma, ing. Roel Schop, dr.ir. Raphaël
Steenbergen, prof.dr.ir. Kim van Tittelboom,
dr.ir. Rutger Vrijdaghs, ing. Jan van der Windt,
prof.ir. Simon Wijte
Uitgever/vakredacteur ir. Jacques Linssen
j.linssen@aeneas.nl, T 073 205 10 22
Planning en coördinatie Hanneke Schaap
h.schaap@aeneas.nl, T 073 205 10 19
Eindredactie Hanneke Schaap
Ontwerp Twin Media bv, Miranda van Agthoven
Vormgeving Twin Media bv, Maarten Bosch
Media/advies Leo Nijs, l.nijs@aeneas.nl,
T 073 205 10 23
Klantenservice klantenservice@aeneas.nl
T 073 205 10 10
Website www.cementonline.nl
Overname artikelen Overname van artikelen en
illustraties is alleen toegestaan na schriftelijke
toestemming.
Lidmaatschappen 2022 Kijk voor meer
informatie over onze lidmaatschappen op
www.cementonline.nl/lidworden of neem
contact op via abonnementen@aeneas.nl of
073 205 10 10.
Voorwaarden Je vindt onze algemene voor-
waarden op www.cementonline.nl/algemene-
publicatievoorwaarden Hoewel de grootst
mogelijke zorg wordt besteed aan de inhoud van
het blad, zijn redactie en uitgever van Cement
niet aansprakelijk voor de gevolgen, van welke
aard ook, van handelingen en/of beslissingen
gebaseerd op de informatie in deze uitgave.
Niet altijd kunnen rechthebbenden van gebruikt
beeldmateriaal worden achterhaald. Belang
-
hebbenden kunnen cont
act opnemen met de
uitgever.
ISSN 0008-8811
Inhoud
Vakblad over betonconstructies
CEMENT 7 2022 ?3
Wat is de meest gebruikte
grondstof? Tip: het is ook een
van de grondstoffen van het
meest gebruikte bouwmate-
riaal. Water dus. Een gewaar-
deerd redactielid wees me erop
dat water in dit nummer ver-
rassenderwijs een belangrijke
rol speelt. Een beetje dollend,
dit nummer heeft dus een hoge
W/C of water-cementfactor en
ik maak me dan ook geen zor-
gen over de verwerkbaarheid
van dit nummer.
De Singelgrachtgarage - Marnix
in Amsterdam komt onder
water, inderdaad, onder de
Singelgracht en boven een on-
derwaterbetonvloer. In het ont-
werp speelde de maakbaarheid
een grote rol. Het opdrijven en
afzinken van bodemroosters in
de sluiskolk van Nieuwe Sluis
Terneuzen gaat over het balan-
ceren met water, onder meer
door ballast bovenop het dak
te plaatsen. En natuurlijk werkt
deze sluis uiteindelijk ook tegen
het water.
W
Columnist Dorien Staal vaart
op het water midden in een
overdrachtelijke storm. Gelukkig
is er zicht op verbetering. René
Sterken schrijft over waterdichte
contracten. Ik denk aan een
quote van Talent van het Jaar
Joris Hesselink, eerder dit jaar
in Cement: 'We leven steeds
meer in een tijd waarin het
niet meer uitmaakt of het dak
waterdicht is, zolang het docu-
ment dat aantoont dat het dak
waterdicht is, maar waterdicht
is'.
Ik zat afgelopen week sinds
lange tijd weer eens in een
vliegtuig. Voor me zaten twee
forse heren, die voor vertrek
- 10 uur 's ochtends - op het
vliegveld van Trondheim al flink
hadden ingedronken. Bij de
laatste ronde in het vliegtuig
gaf de stewardess aan dat ze
geen bier of andere alcohol
meer serveerde. Met zichtbare
tegenzin stemden de heren
in met een glas water. 'Dat is
bijna hetzelfde als bier', zei
de stewardess terwijl ze de
drankjes vriendelijk aanreikte.
Ik heb het nagezocht: de W/B
of water-bierfactor is 0,90 - ze
had gelijk.
Max Hendriks
Voor reacties: cement@aeneas.nl
PS: Nog één keer water: op
pagina 1 prijkt het logo van
Rijkswaterstaat, onze
nieuwste partner. Welkom!
58
En verder
5 Gesponsor de artikelen
Constructief onde rzoek vloeren
Jumbo-supermarkten.
3D-ge
print beton voor De Wadden
& D
e Duinen.
16 D e rol van de constructeur in
de digit
ale wereld
Column van Construct eur van het
J
aar Mathew Vola.
38 St orm voor de stilte
Column van D orien Staal.
40 De jonge const ructeur
Gee rt Hoogerwaard deelt zijn
e
rvaring bij IMd bij het project
PC H
ooftstraat 5-11.
52 Geslaagd e xperiment
Bet on in beeld over Brush House
in M
elbourne, Australië.
68 Gele zen in Structural
Concr
ete Vol. 23/4
Ee n Nederlandstalige samenvatting
van de meest int
eressante papers.
72 R ekenen in de praktijk (20)
O ver het toetsen van een poer op de
vast
e grondslag, belast op buiging
e
n afschuiving.
4? CEMENT 7 20 22
auteurs
ir. Sander van Dalen
CI Engineers /
BAM Infraconsult p. 28 ? 36
ing. Hans Laagland Witteveen+Bos p. 18 ? 27
ir. Koen van Doremaele
BAM Infraconsult p. 28 ? 36 dr.ir. Mladena Lukovi?
TU Delft
p. 42 ? 50
ir. Geert Hoogerwaard IMd Raadgevende Ingenieursp. 40 ? 41
ir. Kirsten Hannema
Freelance
architectuurjournalist p. 52 ? 57 ir. John Ros
Witteveen+Bos p. 18 ? 27
ir. Dorien Staal Voorbij Prefab p. 38 ? 39
ir. Shizhe Zhang TU Delft
p. 42 ? 50
ir. Mathew Vola
Arup
p. 16 - 17
ir. Rob Doomen RO
Pieters Bouwtechniek
p. 6 ? 15
ir. Steven van Eck
Pieters Bouwtechniek
p. 6 ? 15
ir. Arno Poels
Royal HaskoningDHV
p. 18 ? 27
ing. Jorrit van
Ingen MSEng RC
WSP
p. 72 ? 76 Hendrik Herder
Haitsma Beton
p. 42 ? 50 ing. Arend Scharringa
Provincie Fryslân
p. 42 ? 50
ir. René Sterken RO
BAM Advies &
Engineering
p. 58 ? 64
dr. Guang Ye
TU Delft
p. 42 ? 50
Aan dit nummer van Cement werkten mee:
CEMENT 7 2022 ?5
gesponsorde berichten
Het renovatieproject De
Wadden & De Duinen aan
de Baskeweg in Den Helder
ondergaat een ware meta-
morfose.
De meest opvallende
aanpassing zijn de 3D-geprinte
betonnen dubbelgekromde gevel-
schermen. Het is de grootste
toepassing van 3D-geprint beton
in Nederland. Ook de constructie
achter de balkonschermen is
inventief. De oude balkons zijn
bewaard gebleven maar daar- overheen zijn nieuwe, grotere
balkons in superslank ultra-hoge-
sterktebeton (UHSB) van Hi-Con
geplaatst. Deze balkonplaten
zorgen voor de belastingafdracht
van de zware balkonschermen
naar de achterliggende construc -
tie. De balkonplaten zijn bij de
gevel op de bestaande balkons
opgelegd en aan de voorzijde
van de oude balkons op een nieu-
we kolom- en portaalconstructie
in traditioneel beton.
3D-geprint beton
voor De Wadden & De Duinen
Ingenieursbureau Maters en
De Koning voert doorlopend
constructief onderzoek uit voor
jaarlijks tientallen nieuwe en
bestaande supermarkten van
Jumbo.
Vast onderdeel daarbij is
de beoordeling van de vloer. Is die
geschikt voor de gebruiksbelasting?
Kan een extra tegellaag over de be -
staande heen? Archiefstukken zijn
daarbij essent
ieel. Op basis daarvan
wordt de oorspronkelijke bouw ge -
analyseerd. "De vloeropbouw laten
w
e in het werk checken", vertelt Cris
Krijger, constructeur bij Maters en
De Koning. Soms laat het ingenieurs-
bureau (destructief) onderzoek uit -voeren, waarbij in het werk beton-
en wapeningsmonsters worden
genomen die in het laboratorium
w
orden beproefd. Hoewel niet zo
vaak het geval, kan blijken dat de
vloer niet geschikt is voor de nieuwe
gebruiksfunctie en dat versterkende
maatregelen nodig zijn.
Bij rekentechnische controles wordt
altijd BRISwarenhuis geraadpleegd.
Krijger waardeert het flexibel kunnen
zoeken in deze digitale bouwbiblio -
theek. "
Groot voordeel voor ons is
dat BRIS altijd actueel is, met als
pluspunt dat de nationale bijlagen
integraal zijn opgenomen in de
normen."
Non-stop constructief
onderzoek
WWW.CEMENTONLINE.NL/JUMBO
Meer over het constructief onderzoek van
Jumbo-supermarkten en de rol die BRISWaren-
huis daarbij speelt, staat in het artikel Non-
stop constructief onderzoek vloeren voor nieuwe
winkels Jumbo op Cementonline.nl/jumbo .
WWW.CEMENTONLINE.NL/
DEWADDENENDEDUINEN
Meer over het renovatieproject De Wadden
& De Duinen en de rol van Pieters Bouwtech-
niek, staat in het artikel Achter de schermen van
De Wadden & De Duinen op Cementonline.nl/
dewaddenendeduinen.
Renovatieproject De Wadden & De Duinen in Den Helder
Betondrukproef in
het laboratorium
Bouwen op een postzegel
Het project Post Rotterdam bestaat uit transformatie van het bestaande
monument en een nieuwe 154 m hoge toren op een tafelconstructie
1 Impressie Post Rotterdam, bron: Forbes Massie, ODA
1
6? CEMENT 7 20 22
Al sinds 2008 is Pieters Bouwtech-
niek betrokken bij de herontwik -
keling van het rijksmonument.
De
originele plannen voor een 100 m hoge toren
en een leisure center, destijds bedacht met
UN Studio en Braaksma en Roos, zijn helaas
gestrand in crisistijd. In de crisisjaren die
daarop volgden was het stil aan de Coolsingel.
Totdat Omnam Group, een Israëlische ont-
wikkelaar, in 2016 het pand aankocht met het
ambitieuze plan om een 200 m hoge woonto-
ren te realiseren op de bestaande binnen -
plaats waarin de toren gefundeerd wordt.
Samen met ODA Architecture uit New
York en Braaksma en Roos uit Den Haag
wist Omnam Group de gemeente Rotterdam
te overtuigen van een woontoren van 154 m.
Weliswaar niet de beoogde 200 m, maar
desalniettemin imposant, mede gezien de
krappe binnenplaats. De 40 verdiepingen
tellende woontoren wordt straks gevuld met
305 appartementen, terwijl het monument
wordt getransformeerd tot luxe hotel met
224 kamers.
Transformatie bestaande bouw
Transformaties van bestaande gebouwen
zijn altijd spannend, vooral als die hun origi-
nele levensduur al ruim hebben overschre-
den. Op wat visuele gebreken na heeft het
pand aan de Coolsingel echter de tand des
tijds goed doorstaan. Er zijn tal van materi-
aalkundige proeven uitgevoerd op de houten
palen, de betonvloeren en de metselwerk-
wanden, en geen van allen bleek dusdanig verslechterd te zijn dat versterking nodig
was. De constructieve ingrepen voor de
transformatie tot hotel blijven dan ook be-
perkt tot het creëren van enkele nieuwe tus-
senvloeren, het realiseren van aanvullende
trappenhuizen, en het maken van aanvul-
lende sparingen voor de doorvoer van in-
stallaties. De originele constructie van mas-
sieve metselwerkwanden, gefundeerd op
een betonnen kelderbak op 6.000 houten
palen, blijft verder ongemoeid.
Ode aan het monument
Iedereen die wel eens het postkantoor heeft
bezocht, herinnert zich de publieke hal met
het iconische betonnen boogdak dat 30 m
overspant (fig. 4). ODA bedacht aan de oost-
zijde een nieuwe en aanvullende publieke
centrale hal met een vergelijkbare boog-
vorm (fig. 5 en fig. 6). Dit is mogelijk door de
woontoren op een 18 m hoge tafel te plaat-
sen, waaronder plek is voor de hal (fig. 6).
Het optillen van de woontoren was noodza-
kelijk omdat het monument de nieuwe toren
driezijdig afbakent.
De tafel wordt ondersteund door 2,5 x 2,5 m²
grote megakolommen waar op het zwaarste
punt 130.000 kN naar beneden komt (komt
neer op 20,8 N/mm²).
Om het nog wat complexer te maken
werd tijdens het ontwerpproces duidelijk
dat er parkeerplekken nodig waren onder de
toren. De eerder bedachte fundering werd
daarom herontworpen tot een tweelaagse,
IR. ROB DOOMEN RO
Partner /
Constructief Adviseur
Pieters Bouwtechniek
IR. STEVEN VAN ECK Constructeur
Pieters Bouwtechniek auteurs
Het voormalige postkantoor van Gustav Cornelis Bremer aan de Coolsingel in Rotterdam
viert volgend jaar zijn 100e verjaardag (foto 2). Op 23 kogelgaten en een bomsinslag aan de Meentzijde na heeft het pand de Tweede Wereldoorlog redelijk ongeschonden doorstaan,
maar helaas staat het al ruim een decennium leeg. Jarenlang leek er geen beweging te komen in de herontwikkeling van het rijksmonument, maar in april dit jaar is dan eindelijk de
eerste Tubex groutinjectiepaal 65 m diep de grond in geboord. Het beoogde eindresultaat?
Een 154 m hoge toren op de oude binnenplaats en een monument dat in ere hersteld en getransformeerd wordt tot een luxe 5-sterren hotel.
CEMENT 7 2022 ?7
2 Foto uit de jaren 20 met het postkantoor (rechts) naast het bestaande stadhuis (links), bron: Beeldbank NIMH
3 Het 581 tekeningen tellende archief van voormalig eigenaar KPN bleek ook een enorme schat aan informatie, met pareltjes zoals de originele grafostatische berekeningen van de boogconstructies in de publieke hal
PROJECTGEGEVENS
project
Post Rotterdam opdrachtgever Omnam
Investment Group architect
ODA New York en Braaksma & Roos Den Haag
constructieadviseur
Pieters Bouwtechniek bouwkundig en
brandtechnisch adviseur ABT
leverancier paalsysteem Fundex-Verstraeten aannemer
POST-bouw JV (Besix NL en Rizzani de Eccher)
2
3
8? CEMENT 7 20 22
Bestaande monumentNieuwe toren
4 De publieke hal van het postkantoor met het iconische betonnen boogdak, bron: Forbes Massie, ODA
5 De nieuwe centrale hal, bron: Forbes Massie, ODA
6 Programmatische doorsnede over het monument en de toren. Oranje/geel = openbaar, groen = hotel, blauw = wonen, bron: Forbes Massie, ODA
5
6
4
CEMENT 7 2022 ?9
5,5 m diepe kelder onder de binnenplaats
(fig. 6). Om zoveel mogelijk parkeerplekken
te realiseren was er afstemming tot op de
centimeter nodig tussen de betonconstructie
en het automatische parkeersysteem.
Nieuwe toren: krap, krapper,
krapst
Om ruimte te maken voor de nieuwe woon-
toren moest de Rodezandvleugel van het
originele postkantoor worden gesloopt (foto 7).
Deze vleugel werd ooit direct aansluitend op
het oorspronkelijke pand gebouwd, maar
was in de eerste plannen van het postkan-
toor niet voorzien en had daarom niet
dezelfde monumentale status. Nadat het
besluit was gevallen deze vleugel te slopen,
werd de contour van de nieuwe hoog-
bouwtoren vastgesteld (fig. 8). Ondanks de
extra ruimte door de sloop, werd het een
hele opgave om een toren van 154 m in de
bestaande binnenplaats in te passen. Om
het oppervlak van de plattegrond te maxi-
maliseren moest de toren nauw aansluiten
op het bestaande monument. De plattegrond van de woontoren is circa 29 x 39 m². Omdat de funderingen van
het bestaande monument breder uitlopen,
was er slechts een oppervlak van 24 x 34 m²
beschikbaar voor de fundering van de nieu-
we toren (fig. 8). Uitgangspunt was wel om
bestaand en nieuw constructief volledig los
te houden en ook geen nieuwe constructies
voor de torenfundering door het bestaande
monument heen te slaan. Waar men nor-
maal gesproken de fundering onder een
hoogbouwtoren breder zou uitvoeren dan
de bovenliggende toren om de hefboomsarm
te maximaliseren, was er hier dus sprake
van het tegenovergestelde. Dit alles vroeg
om een zeer stijve fundering om de wind-
momenten uit de toren af te voeren.
De tweede zandlaag
Funderen van hoogbouw in Rotterdam
roept bij elke constructeur dezelfde vraag
op: gaan we naar de eerste of de tweede
zandlaag? Tussen deze zandlagen zit name-
lijk de laag van Kedichem, een dikke kleilaag
tussen circa NAP -35 m en NAP -55 m. Kos-
tentechnisch is het (afgezien van de risico's
op langetermijnzettingen) vrijwel altijd voor-
7 Monument met de gesloopte Rodezandvleugel (onder), foto: Ossip van Duivenbode
Op de binnen
-
plaats komt een
centrale hal,
wat mogelijk is
gemaakt door de
woontoren op
een 18 m hoge
tafel te plaatsen
7
10? CEMENT 7 20 22
kelder -6650-6650
Level 0 bk ruwe vloer-100
Level 1 bk ruwe vloer+5900
Level 2 bk ruwe vloer+11230
Level 3 bk ruwe vloer+16360
T1T2T3 T4 T5 T6 T7T8T9
Level 4 bk ruwe vloer+21500
Roof+147820
Bulkhead+153150
SCREEN+157550
Level 5 bk ruwe vloer+28080Level 6 bk ruwe vloer+31100Level 7 bk ruwe vloer+34120Level 8 bk ruwe vloer+37140Level 9 bk ruwe vloer+40160Level 10 bk ruwe vloer+43180Level 11 bk ruwe vloer+46200Level 12 bk ruwe vloer+49220Level 13 bk ruwe vloer+52240Level 14 bk ruwe vloer+55260Level 15 bk ruwe vloer+58280Level 16 bk ruwe vloer+61300Level 17 bk ruwe vloer+64320Level 18 bk ruwe vloer+67340Level 19 bk ruwe vloer+70360Level 20 bk ruwe vloer+73380Level 21 bk ruwe vloer+76400Level 22 bk ruwe vloer+79420Level 23 bk ruwe vloer+82440Level 24 bk ruwe vloer+85460Level 25 bk ruwe vloer+88480Level 26 bk ruwe vloer+91500Level 27 bk ruwe vloer+94520Level 28 bk ruwe vloer+97540Level 29 bk ruwe vloer+100560Level 30 bk ruwe vloer+103580Level 31 bk ruwe vloer+106600Level 32 bk ruwe vloer+109620Level 33 bk ruwe vloer+112640Level 34 bk ruwe vloer+115660Level 35 bk ruwe vloer+118680Level 36 bk ruwe vloer+121700Level 37 bk ruwe vloer+124720Level 38 bk ruwe vloer+127740Level 39 bk ruwe vloer+130760Level 40 bk ruwe vloer+133780Level 41 bk ruwe vloer+136800Level 42 bk ruwe vloer+139820
top mega column+18500
Level 4M bk ruwe vloer+24795
Level 43 bk ruwe vloer+143820
top of the screen+148650EMR+150440
kelder -4650-4650
+151300 +151300
kelder -6650-6650
Level 0 bk ruwe vloer-100
Level 1 bk ruwe vloer+5900
Level 2 bk ruwe vloer+11230
Level 3 bk ruwe vloer+16360
T1T2T3 T4 T5 T6 T7T8T9
Level 4 bk ruwe vloer+21500
Roof+147820
Bulkhead+153150
SCREEN+157550
Level 5 bk ruwe vloer+28080Level 6 bk ruwe vloer+31100Level 7 bk ruwe vloer+34120Level 8 bk ruwe vloer+37140Level 9 bk ruwe vloer+40160Level 10 bk ruwe vloer+43180Level 11 bk ruwe vloer+46200Level 12 bk ruwe vloer+49220Level 13 bk ruwe vloer+52240Level 14 bk ruwe vloer+55260Level 15 bk ruwe vloer+58280Level 16 bk ruwe vloer+61300Level 17 bk ruwe vloer+64320Level 18 bk ruwe vloer+67340Level 19 bk ruwe vloer+70360Level 20 bk ruwe vloer+73380Level 21 bk ruwe vloer+76400Level 22 bk ruwe vloer+79420Level 23 bk ruwe vloer+82440Level 24 bk ruwe vloer+85460Level 25 bk ruwe vloer+88480Level 26 bk ruwe vloer+91500Level 27 bk ruwe vloer+94520Level 28 bk ruwe vloer+97540Level 29 bk ruwe vloer+100560Level 30 bk ruwe vloer+103580Level 31 bk ruwe vloer+106600Level 32 bk ruwe vloer+109620Level 33 bk ruwe vloer+112640Level 34 bk ruwe vloer+115660Level 35 bk ruwe vloer+118680Level 36 bk ruwe vloer+121700Level 37 bk ruwe vloer+124720Level 38 bk ruwe vloer+127740Level 39 bk ruwe vloer+130760Level 40 bk ruwe vloer+133780Level 41 bk ruwe vloer+136800Level 42 bk ruwe vloer+139820
top mega column+18500
Level 4M bk ruwe vloer+24795
Level 43 bk ruwe vloer+143820
top of the screen+148650EMR+150440
kelder -4650-4650
kelder -6650-6650
Level 0 bk ruwe vloer-100
Level 1 bk ruwe vloer+5900
Level 2 bk ruwe vloer+11230
Level 3 bk ruwe vloer+16360
T1T2T3 T4 T5 T6 T7T8T9
Level 4 bk ruwe vloer+21500
Street Level bk ruwe vloer-1350
top mega column+18500
Level 4M bk ruwe vloer+24795
kelder -4650-4650
kelder -6650-6650
Level 0 bk ruwe vloer-100
Level 1 bk ruwe vloer+5900
Level 2 bk ruwe vloer+11230
Level 3 bk ruwe vloer+16360
T1T2T3 T4 T5 T6 T7T8T9
Level 4 bk ruwe vloer+21500
Street Level bk ruwe vloer-1350
top mega column+18500
Level 4M bk ruwe vloer+24795
kelder -4650-4650
6895
omschrijving wijziging datum getekend
onderwerp
projectopdrachtgever
architect
projectnr.
datum
tekenaar
schaalformaat
projectleider
tekeningnr. versie
ED
C
B
A
fase
Poortweg 4JPieters Bouwtechniek
2612 PA Delft015-2190300
info@pbt-delft.nl
www.pietersbouwtechniek.nl
3 31 16 6 - -1 12 2 5 5
T T O O- -9 9 0 01 10 0
A004-09-2020R.M.J. Doomen MScR. de Bloeme
C C o oö ö r rd d i in n a at ti ie e i in n s st ta a l ll l a a t ti ie e s s p pa ar ri in n g g i in n
w w a an n d de en n a a s s T T E E e e n n T T G G
P P o os s t t R R o ot tt t e e r rd d a am m H H i ig g h h - -r ri is s e e, , R R o ot tt te e r rd d a a m mO O M M N NA A M M G G r ro o u up pO O D DA A N N e ew w Y Y o or rk k , , L L o oc ca a l l a a r rc ch h i it t e e c ct t: : A A B BT T
d de ef fi in n i it t i ie e f f
Technisch Ontwerp
R. de Bloeme 22-10-2020 installatie sparingen verwerkt
A A
1 : 200Sparingen wand as TE 1 : 200Sparingen wand as TG
beoordeling installatie sparingen
o.b.v. model KVMC dd 19-09-2020
1 : 200Sparingen wand as TC
1 : 200Sparingen wand as TI
De beperkte
hefboomsarm
van de
fundering van
de nieuwe toren
vroeg om een
zeer stijve
fundering
8 Doorsnede over het onderste deel van de toren. De arm van de fundering is smaller dan de bovenbouw
8
deliger om op de eerste zandlaag te gaan
staan, maar de tweede zandlaag is vele ma-
len stijver en draagkrachtiger. Hoewel er
doorgaans voor beide opties wat te zeggen
valt, was er voor Post Rotterdam geen keuze;
het zou in de gegeven plot fysiek onmogelijk
zijn om genoeg palen met voldoende draag-
kracht op de eerste zandlaag kwijt te kun-
nen om een toren van dit formaat te dragen.
Daarnaast zouden de bestaande houten pa-
len op NAP -17 m verzakken als de kleilaag
onder de eerste zandlaag zou gaan inklinken
na de bouw van de toren. Er moest dus hoe
dan ook op de tweede zandlaag worden ge-
fundeerd. De vraag was echter: waarmee?
Uit de eerste sonderingen bleek al
snel dat een paalpuntniveau van circa
NAP -65 m nodig was. Maar in die vroege
ontwerpfases werd niet alleen gedacht aan
palen. Één van de eerste opties die werd
overwogen was het maken van diepwand-
baretten van 2,8 m x 1,0 m met een draag -
kracht van circa 22.500 kN per baret. Ook
boorpalen met een diameter van 1,5-2,0 m
zijn overwogen. Maar uiteindelijk is de keuze
gevallen op Tubex-palen Ø762/950 met een
draagvermogen van 12.135 kN. De reden hiervoor was tweeledig. De
leverancier van deze palen had al goede er-
varingen met dit paalsysteem in de gemeen-
te Rotterdam en zou ze kort daarna gaan
toepassen bij de bouw van de Zalmhavento-
ren. De andere reden was dat deze palen
met een schoorstand konden worden inge-
bracht, waardoor een hart-op-hartafstand
aan de bovenzijde van 1,5 m mogelijk was
(fig. 9), terwijl ze bij de punt wel minimaal
2,15 m uit elkaar zouden komen te staan.
Hierdoor was er voldoende plek om de palen
direct onder de kolommen van de tafelcon-
structie te plaatsen, om de belastingen uit
de bovenbouw rechtlijnig naar de onder-
grond af te voeren. Doordat de palen niet vanaf het uitein-
delijke, afgewerkte paalkopniveau worden
ingebracht, maar vanaf een hoger werkni-
veau, was er vanwege de schoorstanden een
enorme coördinatieslag nodig om tot werk-
baar palenplan voor de uitvoering te komen.
Elke paal heeft daardoor eigenlijk drie posi-
ties: een inbrengpositie, een afhakpositie, en
een paalpuntpositie.
CEMENT 7 2022 ?11
Stabiliteit
Medio 2017 begon het ontwerp van de toren
langzaam vorm te krijgen, maar of die 150 m
of 200 m hoog zou worden was voor ieder-
een nog een vraag. De opdrachtgever, zelf constructief
aangelegd, wist dat de sleutel lag in een hel-
dere draagconstructie voor de toren en gaf
in de eerste fase de vrije hand om de beste
oplossing aan te dragen. Een van de eerste
ideeën was een buis-in-buisconstructie,
maar het grillige gevelbeeld bleek al snel
niet toereikend om te benutten voor enige
vorm van stabiliteit. In de periode daarop
volgden talloze ontwerpstudies, uitgevoerd
voor zowel een 150 m als een 200 m variant.
Voor de 200 m variant zou een 'boter-kaas-
en-eierengrid' van wanden over de gehele
hoogte nodig zijn. Voor de 150 m variant
bleek dat dwarswanden over de onderste
helft van de woontoren al voldoende zouden
zijn, de zogenoemde shear walls (fig. 10). Deze shear walls werken tevens als
flenzen aan de kern als de toren over de
smalle zijde wordt aangeblazen. Outriggers
bovenin de toren zijn ook overwogen,
maar vanwege de verkoopbaarheid van de luxere woningen boven in de toren, werd
ervoor gekozen om de dwarswanden zo
laag mogelijk in de doorsnede te concen
-
tr
eren.
Drie onderdelen
De uiteindelijke constructie kan in drie on-
derdelen worden opgeknipt (fig. 10). Het on-
derste gedeelte (groen in fig. 10) bestaat uit
een 8 m hoge kelderconstructie met forse
megapoeren onder de megakolommen, die
onderling zijn gekoppeld met 2,5 m hoge
funderingsbalken. Samen met de tafelcon-
structie vormt dit een stijf raamwerk. De ta-
felconstructie (rood in fig. 10) bestaat uit zes
megakolommen aan de monumentzijde, en
vier wandschijven van een meter dik aan de
Rodezand-zijde, Het tafelblad (roze in fig. 10)
is een holle wafelconstructie om gewicht te
besparen en om de technieklaag in te huis-
vesten. Daar bovenop komt de 650 mm dikke
hoogbouwkern (blauw in fig. 10), voorzien
van 500 mm dikke shear walls over de eerste
helft van de woontoren. Eenmaal boven de
shear walls uitgekomen, verjongen de kern-
wanden langzamerhand naar een minimale
dikte van 350 mm.
Voor de
stabiliteit had
een oplossing
met shear walls
over de onderste
20 lagen de
voorkeur boven
een buis-in-buis-
constructie en
een 'boter-kaas-
en-eierengrid'
9
9 Palenplan op werkniveau 12? CEMENT 7 20 22
Best guess-model
De vervorming van de toren kan worden
opgedeeld in drie componenten: de rotatie
v
an de fundering, de (afschuivings)vervor -
ming van de tafelconstructie en de (buig)ver-
vorming van de torenkern met shear walls
(
fig. 11). De complexe interactie van deze on -
derdelen heeft ertoe geleid dat door de jaren
en f
ases heen uiteindelijk een kleine 400
SCIA-modellen zijn gemaakt, variërend van
ontwerpstudies voor stabiliteitssystemen,
deelmodellen voor onder andere de tafelcon -
structie, en gevoeligheidsanalyses voor mo-
delleringswijzen en stijfheidsparameters. In elk
e fase is het basis 3D-rekenmodel
van de grond af aan opnieuw opgebouwd,
met de lessen uit de vorige fase erin verwerkt.
Dit gaf een aanvullende vorm van interne
controle, doordat de modellen op hoofdlijnen
met elkaar konden worden vergeleken. Dit
basismodel werd intern ook wel het best
guess-model genoemd: het model wat naar
verwachting en analyses de beste vertegen -
woordiging was van de werkelijkheid.
Stijfheid toren
Het onderdeel waar wellicht de meeste tijd
in heeft gezeten is de stijfheidsanalyse van
de torenkern (inclusief de shear walls). Waar
normaliter de vervorming uit de bovenbouw
circa 60-70% bedraagt van het totaal, geldt
voor Post Rotterdam dat de bovenbouw
verantwoordelijk is voor ruim 80% van de
vervorming. Zelfs met de gereduceerde
hefboomsarm is de fundatie op de tweede
zandlaag zeer stijf, met dynamische veer-
stijfheden van 600.000 kN/m per paal. An-
derzijds betekende dit ook dat de meeste
ruimte voor optimalisatie in de bovenbouw
zat. Aangezien de torenkern met shear walls
het leeuwendeel van de stabiliteit van de
bovenbouw uitmaakte, lag hier de focus op. De doorsnede van de torenkern, uitge-
voerd in C55/67, varieert over de hoogte van
de toren. Zoals gezegd worden die over de
onderste (20) lagen aan weerszijden versterkt
door shear walls. Daarboven vervallen de
shear walls en loopt enkel de torenkern door,
die op zijn beurt qua wanddikte verjongt
naar boven toe.
De normaalkracht op deze kerndoor-
snede verloopt nagenoeg lineair over de
10
10 De hoofdonderdelen van de stabiliteitsconstructie CEMENT 7 2022 ?13
11
12
11 Schematisatie stabiliteitsconstructie, met verschillende componenten voor de vervorming12 M-N-?-diagram doorsnede kern met shear walls 14? CEMENT 7 20 22
hoogte, weliswaar met een sprong ter plaatse
van de overgang naar de shear walls. Maar
het windmoment neemt logischerwijs kwa-
dratisch toe. De meest kritische zones zijn
dus bij de o
vergang naar de shear walls en de
overgang naar de tafelconstructie. Als deze
zones enkel op sterkte zouden worden gewa -
pend, dan zouden er twee zwakke plekken
ontstaan in de k
ern. Om het vervormingsge -
drag te verbeteren zijn daarom per verdie-
ping M-N-
?-diagrammen gemaakt, waarbij
er in de kritische bouwlagen op stijfheid
wordt gewapend om een zo homogeen moge -
lijke stijfheid over de hoogte te bewerkstelli-
gen. Dit heeft in de uiterste grenstoestand
g
eleid tot een E-modulus van 27.500 N/mm²
voor de kern met shear walls en een E-mo -
dulus van 23.500 N/mm² voor de kern zon-
der shear walls. In de bruikbaarheidsgrens-
toestand is de gehele kern met shear walls,
op de lateien na,
volledig op druk belast en
reageert deze dus ongescheurd.
Deze waarden zijn vervolgens inge-
voerd in het best guess-model. Randvoor-
waarde voor deze aanpak was wel dat de kerndelen met elkaar samenwerken, on-
danks lokale verzwakkingen ter plaatse van
de lateien. De lateien werken niet enkel als
trek-drukkoppeling, maar brengen signifi-
cante momenten en dwarskrachten over
om de delen van de kern te laten samenwer-
ken. Respectievelijk maximaal 1500 kNm en
2200 kN in een doorsnede van 620 x 650 mm².
Daarom zijn de gescheurde lateien gemodel-
leerd met een gereduceerde E-modulus van
7.500 N/mm². Een doorsnede in het 3D-reken
-
model laat zien dat, zelfs met de lokale ver-
zwakkingen, er voor het belastinggeval wind
een trapezoidaal spanningsverloop over de
gehele doorsnede ontstaat (fig. 12).
Blik op de toekomst
Het is nog steeds moeilijk om te beseffen dat
een project waar inmiddels al anderhalf de-
cennium aan wordt gewerkt, er nu eindelijk
echt gaat komen. De Joint Venture van Besix
en Rizzani de Eccher is inmiddels van start
gegaan. Alle palen zitten in de grond en in
2023 zal de constructie boven maaiveld al
snel vorm beginnen te krijgen.
13
13 Spanningsverloop in de kerndoorsnede CEMENT 7 2022 ?15
16? CEMENT 7 20 22
In de twintig jaar dat ik het vak van construc-
teur uitoefen, heb ik veel hulpmiddelen zien
veranderen.
Het tabellenboekje, de tekentafel en de
faxmachine werden FEM-modellen, digitale tekeningen
en e-mail. Vervolgens kwamen parametrisch ontwerpen,
BIM en Sharepoint-omgevingen. In deze opeenvolgende
transities is er steeds een spanning tussen de early
adopters, de vaak jonge ingenieurs die enthousiast de
nieuwe technieken en hun mogelijkheden uitproberen,
en de laggards, de vaak wat meer ervaren vakbroeders
die wat sceptisch tegenover deze verandering staan. Een veel gehoord argument van de laggards is
dat er te veel vertrouwen wordt gelegd in de nieuwe
hulpmiddelen waarmee het vakmanschap van con-
structeur wordt verbloemd of in ieder geval niet wordt
ontwikkeld. Nu is het inderdaad zo dat je bij verkeerd
gebruik met een 3D-eindig-elementenmodel meer uit-
Constructeur van het Jaar In november 2021 werden Mathew Vola (Arup) en Joris Hesselink
(BAM) door een onafhankelijke jury uitgeroepen tot respectie-
velijk Constructeur van het Jaar en Talent van het Jaar. Deze
jaarlijkse verkiezing wordt georganiseerd door VNconstructeurs.
In een serie columns, die Cement in samenwerking met
VNconstructeurs publiceert, geven beiden hun visie op een
aantal belangrijke ontwikkelingen in het constructeursvak. In
deze vijfde aflevering is het de beurt aan Mathew Vola.
Wat is de rol van de
constructeur in een
digitale wereld?
komsten kunt genereren en daarmee grotere fouten
kunt veroorzaken dan met een tabellenboekje. En dat
je met een parametrisch model hier nog een schepje
bovenop kunt doen. Elk jaar wordt de digitale gereed-
schapskist bovendien een beetje groter: meer en meer
berekeningen worden geautomatiseerd, waarbij ook
onze praktische kennis meer en meer wordt vastge-
legd in digitale systemen.
"Vooralsnog is de computer voornamelijk een
uitvoerende dienst, die alleen de berekeningen
uitvoert die door mensen worden opgedragen"
Constructeur van het Jaar
Mathew Vola
IR. MATHEW VOLA
48 jaar
WERK
2001 ? 2006
constructeur bij DHV 2007 ? heden
achtereenvolgens constructeur,
projectleider en
(project)directeur bij Arup;
betrokken bij diverse toonaangevendebouwwerken in
Europa, Australië en
Azië; duurzaamheid, innovatie en
digitalisering staan daarbij centraal
OPLEIDING1994 ? 2001
Bouwkunde,
TU Eindhoven 2010
Chartered engineer, Engineers Australia
CEMENT 7 2022 ?17
Wat is de rol van de
constructeur in een
digitale wereld?
constructeur van het jaar (5)
Toepassing van deze systemen is niet voor iedereen
weggelegd en uitkomsten moeten zeker niet zomaar
blind worden geloofd. Echter bij juist en dus doordacht
gebruik leidt deze digitalisering tot significante kwali-
teitsverbetering en tijdsbesparing. Een tijdsbesparing
die we vervolgens in verbetering van het ontwerp kun-
nen stoppen.
Er is een brede consensus dat de digitale transitie nog
wel even doorzet. De vraag die opkomt is of de com-
puter het vak van de constructeur gaat overnemen en
of we in de toekomst nog wel relevant zijn. Ofwel: wat
is de rol van de constructeur in een digitale wereld?
Meer en meer onderdelen van ons werk zullen
worden geautomatiseerd. Een deel van onze huidige
scope komt daarmee te vervallen. Een computer is
simpel gezegd beter in het uitvoeren van berekeningen
en kan deze sneller, nauwkeuriger en consistenter uit-
voeren dan een mens dit kan. Hierdoor zal de balans
tussen human intelligence (HI) en artificial intelligence (AI)
voorlopig blijven verschuiven in het voordeel van het
laatste. Vooralsnog is de computer echter voornamelijk
een uitvoerende dienst, die alleen de berekeningen uit-
voert die door mensen worden opgedragen, op een
wijze die door mensen wordt voorgeschreven. Of dit nu
eenvoudige berekeningen zijn, complexe algoritmen of
database getrainde neurale netwerken. Beoordeling
van de resultaten, context, implementatie, creativiteit
en innovatie blijven het domein van de constructeur.
Precies hierin ligt de toekomst van ons vakgebied ver-
scholen.
Wellicht dat in de verre toekomst computersyste-
men zo geavanceerd worden dat ze zelf praktische ken-
nis kunnen gaan ontwikkelen op basis van big data, in-
telligente zoekfunctionaliteiten of machine learning, maar
dit is v
oorlopig nog niet aan de orde. Voor de toekomst
van ons vakgebied is het dus belangrijk de nadruk te
leggen op de onderdelen, waarbij er een synergie ont -
staat tussen mens en computer. We zullen hiervoor een
tr
ansitie moeten doorvoeren waarbij we onze mensen
niet langer opleiden als specialisten of T-shaped professi -
onals, dus vakmensen met een diepgaande, vaak enkel-
voudige specialisatie die naar verloop van tijd mogelijk
meer gener
alistische taken oppakken in projectma -
nagement of leiderschap. In plaats hiervan moeten we
de ontwikk
eling van key-shaped professionals stimuleren,
waarbij iedereen zich ontwikkelt op meerdere vakgebie -
den, ieder met een specifieke diepgang naar keuze. Als
v
erschillende tanden van een sleutel dus.
Voor de constructeur blijft het uiteraard belangrijk om
een diepgaand begrip te hebben van de werking van
hoofddraagconstructies. Waarom blijven ze staan en
wat zijn de risico's op instorting of schade? Hiernaast
denk ik dat de moderne constructeur zich in toenemen-
de mate op een aantal aanpalende vakgebieden of
vaardigheden moeten ontwikkelen, zoals:
Duurzaamheid: Wat is de milieu-impact, het adaptieve
vermogen, de circulariteit en het effect op (of de kans
voor) biodiversiteit van de hoofddraagconstructie? Hoe
kan je als constructeur hier invloed op uitoefenen? Kri-
tisch leren denken is van belang. Dat een bepaalde
som goed wordt uitgevoerd kunnen we in toenemende
mate aan de computer overlaten. Welke berekening de
meest duurzame oplossing verschaft is steeds meer
het werkveld van de constructeur.
Modeleren, programmeren en optimaliseren: Hoe kun-
nen we beter worden in de aansturing van computers
en hoe kunnen we de resultaten beter beoordelen?
Materiaal en productontwikkeling: Hoe kunnen we
nieuwe duurzame materialen en producten ontwikke-
len en inzetten?
Innovatie: Hoe kunnen we onze creativiteit aanwenden
om nieuwe manieren te bedenken die aan de vraag-
stukken van deze tijd voldoen? Is het mogelijk om hier-
mee innovatie in ons vakgebied versnellen?
Adviesvaardigheden: Hoe kunnen we onze diensten
beter voor het voetlicht brengen en hiermee innovatie
stimuleren?
Bij Arup zijn we al enige tijd bezig met de ontwikkeling
van deze key-shaped professionals en plukken hier nu al
de vruchten van. Bij universiteiten en hogescholen zien
we echter nog grote verschillen in het aanbod, maar
begint de transitie langzaam maar zeker ook vorm te
krijgen. De toenemende holistische benadering, creativi-
teit en innovatiekracht kunnen we aanwenden voor
een proactievere houding in het proces. Dus ons in
grotere mate positioneren als vertrouwde adviseur die
oplossingen voorstelt die passen in de context, in te-
genstelling tot de specialist die constructies uitrekent
binnen al gestelde randvoorwaarden. Zetten we hier
op in, dan denk ik dat er voor de constructeur een
mooie toekomst in het verschiet ligt.?
Ontwerp
Singelgrachtgarage -
Marnix
Van tenderontwerp naar DO
1 Bouwkuip Singelgrachtgarage - Marnix, foto: Mobilis / Gitte Spinder
1
18? CEMENT 7 20 22
De Singelgrachtgarage - Marnix
is gepositioneerd tussen de
(historische) bebouwing van aan
de ene zijde de Marnixkade (oos-
telijk) en aan de andere zijde de
Nassaukade (westelijk) (fig. 2)
. De
in-/uitrit is gelegen aan de noordzijde ter
plaatse van het Frederik Hendrikplantsoen.
De zuidzijde, met de ventilatieschacht, be-
vindt zich bij het Tweede Marnixplantsoen.
De garage bestaat uit twee parkeerlagen ge-
heel onder het water van de Singelgracht. De
parkeergarage biedt ruimte aan minimaal
800 parkeerplaatsen en heeft een lengte van
zo'n 420 m. Met de realisatie van de parkeergara-
ge wordt bijgedragen aan de ambitie van de
gemeente Amsterdam om de binnenstad zo-
veel mogelijk autovrij te maken en de grach-
tengordel deels parkeervrij. Met het oog op
de toekomst worden bij ingebruikname van
de parkeergarage al 10% van de plekken
voorzien van elektrische laadpalen. In het
ontwerp van de garage is rekening gehouden
met de mogelijkheid om dit aantal uit te
breiden naar 100%.
Bijzondere eisen in relatie tot
ontwerpkeuzes
Voor het ontwerp golden een aantal niet alle-
daagse eisen. Zo is de aanwezigheid van een
gr
oot aantal oude (deels monumentale) bomen
kenmerkend voor het project. Deze bevinden
zich aan weerszijden van de gracht, waarbij met name de bomen aan de zijde van de
Nassaukade sterk overhellen richting de
gracht. Bij een groot aantal bomen hangt de
kroon grotendeels boven de gracht en reiken
de takken zelfs tot in het water.
Het behouden van deze gezichtsbepa-
lende bomen was een contractvereiste. Het
behoud ervan heeft dan ook sterk meegewo-
gen in de te maken keuzes in het ontwerp
van de parkeergarage. Mede hierdoor is er-
voor gekozen de ontwerpbreedte van de
parkeergarage te beperken tot circa 25,5 m.
Deze breedte is qua interne parkeerruimte
niet het meest efficiënt, aangezien er in
dwarsrichting maar drie rijen met voertui-
gen kunnen parkeren en er twee rijbanen
nodig zijn. Om de bomen ter plaatse van de in-/
uitrit te kunnen behouden, zijn in het voor-
traject een aantal bomen door gemeente
Amsterdam verplaatst. Op een deel van de
in-/uitritconstructie moest in het ontwerp
rekening worden gehouden met een belas-
ting van eventueel in de toekomst geplante
extra bomen.
Ook voor de voetgangersentrees werden
speciale eisen geformuleerd. Twee van de vijf
voetgangersentrees bevinden zich aan de zijde
van de Marnixkade binnen de contouren
van het parkeergebouw. Dit betekent dat
deze voetgangersentrees in de gracht liggen
(fig. 3). Daarom was aan drie zijden een aan-
vaarbescherming voor vaartuigen nodig. IR. ARNO POELS ¹ )
Constructeur
Witteveen+Bos
IR. JOHN ROS Constructeur
Witteveen+Bos
ING. HANS
LAAGLAND
Constructeur
Witteveen+Bos auteurs
In het centrum van Amsterdam, onder de Singelgracht, wordt gewerkt aan een nieuwe
tweelaagse parkeergarage: Singelgrachtgarage - Marnix. In het ontwerp golden enkele bijzondere eisen, waarbij ook maakbaarheid een grote rol speelde. Een review van het tenderontwerp leidde tot een aanpassing van prefab naar in situ.
1) Sinds 1 september 2022 werkt Arno Poels bij
Royal HaskoningDHV
CEMENT 7 2022 ?19
Tenderontwerp
Aan het tenderontwerp van de garage lag
een variantenstudie ten grondslag, waarbij
is gevarieerd met het aantal parkeervakken,
de hoek van de parkeervakken en het aantal
parkeerlagen in relatie tot de beperkte breedte
van de Singelgracht. Dit heeft geleid tot een
tweelaagse parkeergarage van ongeveer 420 m
lang en 25,5 m breed (fig. 4). Beide parkeer-
lagen bestaan uit drie rijen met parkeervak-
ken en twee rijbanen. Aan de noordzijde van
de parkeergarage bevindt zich de interne
hellingbaan, die aansluit op de in-/uitrit. De
parkeergarage heeft vijf entreevoorzienin-
gen. De positie en lay-out van deze entree-
voorzieningen op het maaiveld zijn vooraf in
samenspraak met de omgeving bepaald en
daarmee een vast gegeven voor het ontwerp. Behoudens de lay-out is in de tenderfase
uiteraard gekeken naar de maakbaarheid en
bouwmethode. Uitgangspunt was een beton-
constructie die wordt gerealiseerd in een
bouwkuip, bestaande uit damwanden, een
éénlaags stempelraam onder
w
ater, GEWI-
ankerpalen en een vloer van onderwaterbe-
ton, die in de eindfase samenwerkt met de
constructievloer. Mede op basis van de EMVI-aspecten
(zoals het minimaliseren van vervoers
-
be
wegingen en zoveel mogelijk transport
over het water), het behoud van de bomen,
de beperkte bouwruimte, logistieke moge-
lijkheden en bouwtijd, is in het tender
-
ontw
erp gekozen voor toepassing van een
prefab betonconstructie. Hierbij worden
op de vloeren prefab voorzetwanden en
2 Situatieschets Singelgrachtgarage - Marnix
3 Voetgangersentree Marnixkade, bron: Mobilis
TWEELUIK
Dit is het eerste deel van twee artikelen
over de Singelgrachtgarage - Marnix.
Dit eerste deel gaat het over het ont-
werp, in het tweede deel wordt nader
ingegaan op de uitvoering.
PROJECTGEGEVENS
project
Singelgrachtgarage - Marnix
opdrachtgever
Gemeente Amsterdam opdrachtnemer Mobilis
architect
Studio Leon Thier
constructief ontwerp Witteveen+Bos
2
3
20? CEMENT 7 20 22
kolommen geplaatst waar vervolgens een
tussenvloer van kanaalplaten met druklaag
op aangebracht wordt. Voor de bovenste
parkeerlaag geldt hetzelfde stapelbare prin-
cipe, waarbij het dek uitgevoerd wordt met
volstortliggers.Uitgangspunt bij deze methodiek was
om telkens moten van circa 30 m van onder
tot boven te realiseren. Hierbij zou een hijs-
kraan op de reeds gerealiseerde constructie
worden gebruikt om de volgende moot te
bouwen.
Wijziging van prefab naar in situ
Na gunning zijn de gemaakte keuzes tijdens
de (vrij korte) tenderfase opnieuw afgewogen.
Risicogestuurd is daarbij met name gekeken
naar de volgende aspecten:
grondkerende- en waterkerende functies
van de verschillende elementen;
waterdichtheid van de constructie en met
name de aansluitingen tussen verschillende
elementen;
spanningswisselingen in de constructie
door het snel aanbrengen van bovenbelas-
ting van de kraan, op de reeds gerealiseerde
moot;
haalbaarheid van de uitvoeringsplanning
gelet op de contractuele mijlpalen;
logistiek van de prefab elementen in relatie
tot beperkte bouwruimte en kraancapaci -
teit;
mogelijkheden om meerdere bouwstromen
gelijktijdig uit te voeren. Bij het bouwen met prefab elementen was
er onvoldoende vertrouwen in het realiseren
van een waterdichte constructie en in de
haalbaarheid van de bedachte bouwfasering,
waarbij een kraan op de net gebouwde con-
structie zou worden gepositioneerd. Daarom
is besloten om voor een relatief beproefde
en robuuste constructie te kiezen, waarbij
deze in het geheel in situ wordt gerealiseerd.
Hierbij speelde ook de betrouwbaarheid van
de uitvoeringsplanning een rol.
Definitief ontwerp
Algemene doorsnede? De algemene door-
snede van de parkeergarage bestaat uit een
geheel van in het werk gestorte wanden,
vloeren en kolommen (fig. 5). De garage kent
twee ongelijke overspanningen van 9,5 m en
15 m. De stabiliteit in dwarsrichting wordt
verzorgd door de momentvaste knopen. De
waterdichte schil wordt gevormd door de
betonconstructie, waarbij de damwanden
grondkerend zijn in de eindfase. Tussen de
damwanden en betonwanden wordt een
opbouw van waterdruk aangenomen, aange-
zien de verbinding tussen dek en damwand
niet waterdicht is gedetailleerd. Daarnaast
zijn de damwanden zelf ook niet waterdicht
en is lekkage door de damwandsloten en
aansluitingen aannemelijk. Bij het bepalen van de wapening is
conform de Eurocode rekening gehouden
met een strengere scheurwijdte-eis vanwege
de waterdruk op de wanden en vloeren.
4 Plattegrond tenderontwerp
Het behouden
van de
gezichtsbepalende
bomen was een
contractvereiste
4
CEMENT 7 2022 ?21
5
6
De keldervloer
bestaat uit een
definitieve
geïntegreerde
staalvezelver-
sterkte onder-
waterbetonvloer
5 Algemene doorsnede, bron: Mobilis
6 Detail poeren
De keldervloer bestaat uit een geïntegreerde
staalvezelversterkte onderwaterbetonvloer
(OWB-vloer), bestaande uit 800 mm onder-
waterbeton en een 400 mm constructieve
vloer. De tussenvloer en dekvloer hebben
diktes van respectievelijk 450 mm en 800 mm.
Het afschot van de vloeren is in de construc-
tieve vloer meegenomen, waardoor de vloer
ter plaatse van de kolommen 75 mm dikker
is. Naast de wanden zijn kleine afvoergoten
met een diepte van 20 mm opgenomen. Ook
deze zijn in de constructieve vloer opgeno-
men. De wanden aan de Nassaukade zijn
300 mm dik, aan de Marnixkade 400 mm. De
afwijkende wanddiktes zijn het gevolg van
de ongelijke overspanningen. De kolommen
hebben afmetingen van 600 x 400 mm² en
zijn afgerond tot een ovale vorm met een
straal van R = 200 mm. In het definitief ontwerp is de algemene
doorsnede volledig uitgewerkt. Deze algeme-
ne doorsnede diende als basis voor de uit-
werking van alle afwijkende doorsneden in
rekenmodellen:
zuidelijke kopzijde met installatieruimte,
ventilatieschacht en voetgangersentree;
voetgangersentree B aan de Nassaukade;
voetgangersentree A aan de Marnixkade;
noordelijke kopzijde met interne helling-
baan en opening naar de in-/uitrit.
Vanwege gelijkwaardigheid was het niet voor
alle voetgangersentrees nodig aparte reken-
modellen te maken.
Definitieve (gewapende) onderwaterbeton-
vloer?
De OWB-vloer dient in de bouwfase
als waterkering voor de bouwkuip en als
22? CEMENT 7 20 22
nok/opstort op het betondekstaalconstructie
(buizen en profielen) fender (soort rubber)
op de stalen profielen
stempel tussen de damwanden. In de eind-
fase vormt de OWB-vloer een geïntegreerde
vloer met de constructieve betonvloer. De
samenwerking tussen beide vloeren wordt
verzorgd door deuvels, die worden inge-
boord in de OWB-vloer. Het deuvelpatroon
is gebaseerd op de optredende dwarskrach-
ten in de vloer, waarbij een groter stramien
is toegepast in de velden dan bij de wanden
en kolommen.
De OWB-vloer wordt ondersteund
door GEWI-ankerpalen in een stramien van
2,65 x 2,5 m² en damwanden aan weerszij-
den van de parkeergarage. In de bouwfase
worden alle palen op trek belast. In de eind-
fase worden de GEWI-ankerpalen nabij de
damwanden en de middenkolommen op
druk belast, terwijl de veldpalen op trek
belast blijven. Voor de trekpalen is een schotel in de
OWB-vloer én een schotel in de constructie-
ve vloer geplaatst. De ponskegel van de trek -
paal wordt immers gevormd door de hoogste
schotel en daarbij geldt: hoe hoger, hoe beter.
Voor de trek-drukpalen worden beide scho-
tels in de OWB-vloer geplaatst. De ponskegel
van de drukpalen wordt gevormd door de
k
olomomtrek. De hoogte van de schotels in
eindfase is minder van belang. In de bouw
-
f
ase treedt ter plaatse van de (dan nog niet
aanwezige) middenkolommen echter de
hoogste trekkracht op, waardoor het aan -
brengen van twee schotels in de OWB-vloer
gunstig is. Ter plaatse van de kolommen worden
in de OWB-vloer wapeningskorven toegepast.
Deze worden over de palen op de schotels
geplaatst (fig. 6), waarna de OWB-vloer wordt
gestort. De korven voorzien in de moment-
en dwarskrachtcapaciteit ter plaatse van de
kolom en worden doorgetrokken tot het punt
waar de capaciteit van de constructieve vloer
in staat is het moment en de dwarskracht op
te nemen. De korven hebben een afmeting
van 10 x 4 m² (l x b), en liggen in verband
met de afwijkende overspanningen links en
rechts 50 cm excentrisch naar de zijde van
de Marnixkade. Naast korven onder de middenkolom
zijn ook wapeningskorven toegepast onder
de wanden van de interne voetgangersen -
trees aan de Marnixkade en ter plaatse van
de interne hellingbanen. Ook hier treedt een
te groot moment en dwarskracht op om met
enkel de constructieve vloer op te nemen.
Voor deze wapening is hetzelfde principe
aangehouden als voor de korven onder de
kolommen, waarbij deze dus zijn doorge-
trokken tot het punt waar de constructieve
vloer de belasting alleen kan opnemen.
Aanvaarbescherming? Zoals benoemd, liggen
twee voetgangersentrees in de gracht. In
figuur 3 is te zien dat de trap bovenkomt in
het water van de Singelgracht, waarna de
kade wordt bereikt via een loopbrug.
Omdat de voetgangersentrees zich in
het water bevinden, is rondom een aan -
7
7 Aanvaarbescherming voetgangersentree CEMENT 7 2022 ?23
vaarbescherming voor vaartuigen gereali-
seerd (fig. 7). De aanvaarbescherming be-
staat uit een stalen raamwerk, dat tegen een
nok
op het dek van het parkeergebouw
wordt bevestigd. Ter hoogte van de bovenste
vloer in de voetgangersentree bevindt zich
aan de buitenzijde een fenderconstructie,
bestaande uit rubberen elementen waarmee
energie kan worden geabsorbeerd. Doordat
de fender zich niet ter hoogte van de impact
bevindt, wordt de kracht over een grotere
lengte van de fender verdeeld. Hierdoor kan
ter hoogte van de impact een grotere ver -
plaatsing optreden en dus een grotere ener-
gie worden opgenomen, en daarmee een la-
gere belasting op de betonnen constructie.
420 m zonder dilataties? De gehele parkeer-
garage is uitgevoerd zonder dilataties. Na re-
alisatie bevindt de parkeergarage zich in een
geconditioneerde omgeving ? bijna volledig
onder water ? waardoor de temperatuurs-
invloeden beperkt zijn. Daarnaast zou het
toepassen van een dilatatie over de gehele
doorsnede van de parkeergarage leiden tot
gevoelige constructieonderdelen, die nader-
hand niet meer bereikbaar zijn wanneer
toch lekkage zou optreden. Ter onderbouwing van de keuze geen
dilataties toe te passen, is een analyse ge-
maakt van de optredende krachten en mo-
menten in de constructie door verhinderde
vervorming ter plaatse van de voetgangers-
entrees buiten de hoofdkuip. Hier treedt
immers de grootste verhinderde vervorming op vanwege de damwanden om de voetgan-
gersentrees die zich buiten de contour van
het parkeergebouw bevinden.
Er is een bovengrenssituatie en een
realistische situatie beschouwd. In de bo-
vengrenssituatie zijn de horizontale onder-
steuningen door de damwanden als star
beschouwd, terwijl in de realistische situatie
een onderbouwde veerwaarde is gegeven
aan de ondersteuningen. Hieruit is gebleken
dat de wapening in de constructie voldoende
is om de verhinderde vervorming op te ne-
men, zelfs in de bovengrenssituatie.
Tussen de parkeergarage en de in-/uit-
rit is wel een dilatatie toegepast. Hiertoe is
besloten
vanwege het verschil in funderings -
niveau van de in-/uitrit en de parkeergarage,
en het gr
ote verschil in bovenbelasting door
grond en verkeer ten opzichte van alleen wa -
ter. De dilatatie gaat door een kolom, die als
g
evolg hiervan in tweeën is gesplitst.
In-/uitritconstructie? De in-/uitritconstructie
bevindt zich in het Frederik Hendrikplant-
soen en onderkruist de Nassaukade (fig. 8).
Na de tenderfase is deze constructie gewij-
zigd. Oorspronkelijk was hiervoor een vlak-
ke vloer voorzien die daarna een helling van
10% naar het maaiveld maakt. Om een ver-
keersveiligere aansluiting op de bestaande
weg te kunnen creëren, is de lengte van de
in-/uitrit geminimaliseerd door de vloer in
het oorspronkelijk vlakke deel onder een
helling van 3% te leggen. Hierdoor was het
ook mogelijk om een veiligere kruising
Omdat twee
voetgangers-
entrees zich in
het water
bevinden, is
rondom een
aanvaarbe-
scherming voor
vaartuigen
gerealiseerd
8
8 In-/uitrit in Frederik Hendrikplantsoen, bron: Mobilis 24? CEMENT 7 20 22
tussen auto's en fietsers te realiseren. De
in-/uitritconstructie bestaat uit in het werk
gestorte wanden en vloeren. De overspan-
ning bedraagt circa 10 m in het brede ge-
deelte en circa 6,8 m in het smalle gedeelte.
Ter plaatse van de aansluiting met de par-
keergarage waaiert de breedte van het brede
gedeelte uit (fig. 9). De aansluiting van de
in-/uitrit op de parkeergarage bevindt zich
op niveau -1 en betreft een gesloten bakcon-
structie (fig. 10a). De aansluiting van de in-/
uitrit op de weg bestaat uit een open bak-
constructie (fig. 10b). Hierbij is rekening ge-
houden met opspanning van de grond door
uitzetting als gevolg van zonaanstraling van
het betonoppervlak.
Om optimaal gebruik te maken van
de beperkte ruimte tussen de bomen zijn de
dubbele in
-/uitriteilanden (het gedeelte tus -
sen twee rijstroken) verschoven ten opzichte
v
an elkaar ontworpen (fig. 11). Hiermee bleek
een breedte van circa 10 m realiseerbaar.
Interne hellingbanen? In het tenderontwerp
was een dubbele rechte hellingbaan ontwor-
pen met het hart op de kolommenrij. Na de
tenderfase is dit gewijzigd naar een wokkel-
constructie aan de noordelijke kopzijde van
het gebouw (fig. 11). Deze wijziging was het
gevolg van een optimalisatie op basis van
een rijcurvesimulatie. Daaruit bleek dat niet
alle manoeuvres met auto's konden worden
uitgevoerd. Dit heeft geleid tot een andere oplossing en positie van de interne helling-
baan.
De wokkelconstructie wordt onder-
steund door wanden, die op de -2-vloer een
volledige ondersteuning voor de hellingbaan
verzorgen. Naar het dek toe zijn de wanden
gesegmenteerd (fig. 11). De reguliere kolom-
menstructuur wordt hier dan ook onderbro-
ken, waarbij de ondersteuning van het dek
door de gesegmenteerde wanden wordt ver-
zorgd. Dit heeft constructief tot gevolg dat de
richting van de krachtswerking verandert.
In de algemene doorsnede is deze over de
korte richting van het parkeergebouw, bij de
interne hellingbanen is dit over de lange
richting.
Toleranties
Toleranties spelen in het ontwerp van de
parkeergarage een grote rol. Enerzijds zijn
er (standaard) toleranties op de dikte van de
OWB-vloer, anderzijds zullen er toleranties
optreden in de plaatsing van de damwanden,
GEWI-ankerpalen en wapeningskorven in
de OWB-vloer. Voor de toleranties op de
plaatsing van de GEWI-ankerpalen en de
wapeningskorven zijn grenswaarden opge-
geven. Bij overschrijding van de grenswaar-
den wordt een constructieve analyse uitge-
voerd naar de invloed op de krachtswerking
en wordt bepaald of wijzigingen ten opzichte
van het oorspronkelijke wapeningsontwerp
nodig zijn.
9
9 In-/uitrit in Frederik Hendrikplantsoen CEMENT 7 2022 ?25
De gehele
parkeergarage
is uitgevoerd
zonder dilataties
10b
10a
11
10a Gesloten bakconstructie van de in-/uitrit
10b Doorsnede open bakconstructie van de in-/uitrit 11 In- en uitrit definitief ontwerp 26? CEMENT 7 20 22
Voor de plaatsing van de damwanden geldt
dat een te grote tolerantie kan leiden tot een
clash met de betonwand of een te grote af-
stand tussen de betonwand en de damwand.
Hiermee is in het ontwerp rekening gehouden
door de volgende toleranties aan te houden:
200 mm voor locaties waar de damwanden
vanaf het water aangebracht moeten worden
(alle damwanden voor de parkeergarage in
de gracht);
100 mm voor locaties waar de damwanden
vanaf het land worden geplaatst (in-/uitrit).
De toleranties (positionering, scheefstand
en uitbuiging na leegpompen) worden hier-
mee geacht voldoende te zijn afgedekt. In-
dien alsnog een clash tussen damwand en
betonwand wordt gevonden, wordt per situ-
atie de invloed op het wapeningsontwerp
beschouwd. Indien de afstand tussen de
betonwand en damwand groter wordt, zal een kleiner aandeel van de dwarskracht in
de -2-vloer, als gevolg van normaalkracht in
de wand, via directe krachtsafdracht naar
de damwand vloeien. Daarnaast wordt de
effectiviteit van de stiftdeuvels aan de dam-
wand (t.b.v. de verbinding van de -2-vloer)
negatief beïnvloed en zal het moment in de
-2-vloer onder de betonwand toenemen.
Planning
Ten tijde van het schrijven van dit artikel is
de bouwkuip van de parkeergarage volledig
gerealiseerd, en de ruwbouwfase in volle
gang. De vloeren op niveau -2 zijn nagenoeg
gereed en ook de eerste tussenvloeren zijn
inmiddels gestort. De komende periode
wordt de bouwstroom voor het dek van de
garage opgestart. Ook ter plaatse van de
in-/uitrit zijn de eerste moten gerealiseerd.
De verwachting is dat de ruwbouwfase medio
2023 gereed zal zijn.
12
12 Impressie interieur parkeergarage CEMENT 7 2022 ?27
1 Realisatie van bodemroosters in bouwkuip
1
28? CEMENT 7 20 22
Het sluizencomplex bij Terneuzen
is dé toegangspoort naar Terneu-
zen en Gent in de haven van North
Sea Port en zorgt voor een scheep-
vaartverbinding tussen Nederland,
België en Frankrijk.
Sinds eind 2017
wordt hier volop gebouwd aan de Nieuwe
Sluis Terneuzen. Deze gaat voor een betere
toegang en vlottere doorstroming van het
toenemende scheepvaartverkeer zorgen,
voor zowel binnenvaart- als zeeschepen.
Ook neemt de capaciteit van de sluizen toe,
waardoor de wachttijd voor binnenvaart-
schepen afneemt. In 2023 vaart het eerste
schip door de Nieuwe Sluis.
Functie bodemroosters in sluiskolk
De sluis bestaat uit een binnen- en buiten-
hoofd met daartussen een 427 m lange sluis-
kolk. Het nivelleersysteem bestaat uit een
inlaat bij elk van de sluishoofden, die in ver-
binding staat met het nivelleerkanaal, dat langs de volledige lengte van de kolk loopt.
Het nivelleerkanaal sluit aan op een beton-
nen caisson (fig. 3), dat op twee symmetri-
sche locaties in de kolk is gepositioneerd en
openingen in het dak bevat ten behoeve van
de nivelleerfunctie. Vanwege deze geometrie
worden deze constructies bodemroosters
genoemd.
Eisen en uitgangspunten ontwerp
De inwendige vorm van de bodemroosters is
gemodelleerd met stromingsmodellen en lag
al in een vroeg stadium vast. De eisen voor
het ontwerp:
Gaten in het bodemrooster zijn rond met
een diameter van 300 mm.
De h.o.h.-afstand van de twee verst uit el-
kaar gelegen gaten moet in breedterichting
van het bodemrooster 14,5 m zijn.
De h.o.h.-afstand van de twee verst uit el-
kaar gelegen gaten moet in lengterichting
van het bodemrooster 43 m zijn.
IR. KOEN VAN DOREMAELE
Constructeur /
Hoofd Site Engineering BAM Infraconsult
IR. SANDER VAN DALEN
Constructeur
door CI Engineers gedetacheerd bij
BAM Infraconsult auteurs
Ontwerp en afzinken
bodemroosters
In de sluiskolk van de Nieuwe Sluis Terneuzen bevinden zich twee betonnen caissons.
Deze zijn in een droge bouwkuip gemaakt en opgedreven na het installeren van diverse waterafdichtingen. Het afzinken is gedaan met praktisch ontworpen afzinkpontons.
De vele afdichtingen en uitwendige ballast vereisten een goed doordachte en risicobewuste aanpak om dit succesvol uit te kunnen voeren.
Bodemroosters in sluiskolk van Nieuwe Sluis Terneuzen
onderdeel van nivelleersysteem
CEMENT 7 2022 ?29
diepwand
omloopriool
westelijke kolkwand(combiwand)
bodemrooster
holle ruimte
De vloer heeft een helling van 1:22,5 met op
het hoogste punt in het bodemrooster een
verticale wand van 1,5 m hoog.
Om een duiker toegang te verlenen is een
wegneembaar toegangsluik nodig.
Op basis van deze eisen zijn de bodemroos-
ters uitgevoerd als rechthoekige constructies
van 57,25 x 17,0 m² en 4,90 m hoog (fig. 4).
De zone in het nivelleerkanaal heeft vijf in-
stroomopeningen met een gekromde ramp.
Er zijn vier binnenwanden om de dakbalk
met daarop de damwand en prefab-panelen
van het nivelleerkanaal te ondersteunen.
In het gedeelte onder de kolk zijn 2 x 8 wand -
kolommen geplaatst om het dak te onder-
steunen. Die zone is ook voorzien van een
hellingbaan om te voldoen aan de hydrauli-
sche randvoorwaarden. In het dak zijn
43 x 16 = 688 ronde (Ø300 mm) doorstroom-
openingen voorzien.
Ontwerpoverwegingen
Bouwmethode? Bij een eerste conceptont-
werp werd uitgegaan van een in-situ bouw-
methode. Hierbij was een droge bouwkuip
nodig die, inclusief onderwaterbetonvloer,
tot circa NAP -23,5 m zou moeten worden
uitgegraven. Omdat het ontwerp van de
kolkwanden vanwege de waterdruk dan
nog veel zwaarder en daarmee mogelijk
onhaalbaar zou worden, is een alternatieve
bouwmethode bedacht. Daarbij zijn de volle-
dige bodemroosters, inclusief dak, gemaakt
in de tijdelijke (bemalen) bouwkuip in de
(destijds) nog niet ontgraven sluiskolk
(foto 1). Na voltooiing van het betonwerk is
de bouwkuip onder water gezet, waardoor
de bodemroosters opdreven. Vervolgens zijn
de bodemroosters geparkeerd langs de kolk-
wand en, na ontgraven van de kolk, getrans-
porteerd naar hun eindlocatie en daar afge-
zonken.
2 Bovenaanzicht sluis met in het midden de sluiskolk en twee bodemroosters 3 Isometrisch aanzicht bodemrooster (over de breedte van de kolk)
PROJECTGEGEVENS
project
Nieuwe Sluis Terneuzen opdrachtgever
Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie
(VNSC, een samen-
werkingsverband tussen het Nederlandse Ministerie van
Infrastructuur en
Waterstaat en het
Vlaamse Departement van Mobiliteit en
Openbare Werken)
opdrachtnemer (incl.
constructief ontwerp)
Consortium Sassevaart
(een samenwerking van
BAM, DEME, Stadsbader Constractors, van Laere en Equans)
contractvorm
Design & Construct (UAV-GC)
2
3
kolkwand westzijde
kolkwand oostzijde
30? CEMENT 7 20 22
Hellingbaan en ramp? In eerste instantie
was de gedachte om de hellingbaan en ramp
onder water te storten als de bodemroosters
op hun definitieve locaties zouden liggen.
Bij nader inzien bleek dit vanwege de grote
diepte en de beperkte toegang een lastige (zo
niet onmogelijke) operatie te worden met de
nodige risico's. Om deze reden is ervoor ge-
kozen om de hellingbaan en ramp al in de
bouwkuip aan te brengen. Om het gewicht van de bodemroosters
te beperken is slechts de bovenste 300 mm
van de hellingbaan uitgevoerd in beton. De
zone eronder is voorzien van geëxtrudeerd
polystyreen (XPS). Ondanks die optimalisa-
tie, bleek voor de hele constructie nog steeds
een lichter betonmengsel nodig te zijn om de
bodemroosters drijvend te houden tijdens
de bouwfase.
Berekeningsaanpak
Om de krachtswerking in de verschillende
bouwfaseringen inzich
Reacties