Nederlands prefab-beton inhetbuilenlandInscheping van prefab-beton voor hetWestermeijer project op St.MaartenOpslag van prefab-beton bij de veldfabriekvan Interbeton (MKSAC) in Saoedi-Arabi?,voor King Khalid Military CityCement XXXII (1980) nr. 7Mogelijkheden voor een nieuwe markt?De vraag in de aanhef was onderwerp vandiscussie tijdens een studiedag die op 8 mei jl.was georganiseerd doorStupr?in samenwer-king met de Betonvereniging.De dag droeg als thema 'Export op basis vangeprefabriceerd beton'. Nog nietzolang gele-den zou niemand het in zijn hoofd hebbengehaald hierover in alle ernst van gedachtente wisselen. Een stimulerend voorbeeld datzoiets toch tot de re?le mogelijkheden be-hoort, vormt het uit organisatorischstandpunt nu al bijna legendarische HIRAB-project te Dammam(oostkust Saoedi-Arabi?). Door de makers wordt het met enigetrots 'de grootste logistieke operatie ooit invredestijd uitgevoerd' genoemd. Minder be-kend is dat een vrijwel identiek woonprojectgelijktijdig te Jeddah (westkust SA) tot standkwam ,gebouwd dooreen combinatie van drieFranse aannemingsbedrijven. Het verschilwas gelegen in de wijze van bouwen. Hetproject in Jeddah werd uitgevoerd in giet-bouw.Oe keuze prefabricage of gietbouw wordt be-paald door vele factoren en hetzelfde geldtuiteraard voor de keuze 'prefabricage terplaatse' of in een ander ver weg gelegen land.Niemand zal over het hoofd zien dat de keuzevoor prefabricage in een anderland aanzien-lijke consequenties heeft voor transport.373De argumenten die voerden tot de keuze vanprefabricage waren: de grot? repetitie in hetontwerp; er mocht geen beroep worden ge-daan op de arbeidsmarkt in SA; de hoge kwall-teitseisen; de korte bouwtijd.Bij het besluit de elementen in Nederland tevervaardigen golden als voornaamste over-wegingen dat in SA geen grote produktie-capaciteit beschikbaarwas en daarin ook nietop korte termijn kon worden voorzien; voortsdat Dammam beschikte over goede havenfa-ciliteiten en verdere infrastructuur, en tenslotte: erwas in Nederland voldoende overca-paciteit om de immense Arabische order tegaranderen zonder stagnatie in eigen land teveroorzaken.Het HIRAB-project, met onder meer het trans-port van de elementen en de kwaliteitszorg,werd destijds uitvoerig beschreven in Cement(1979) nr.e.Tijdens de studiedag kwam een ander, minderbekend voorbeeld aan de orde, waarbij heteveneens als zinvol werd geoordeeld een gro-te bouwopdracht zoveel mogelijk in Neder-land in onderdelen te prefabriceren en vervol-gens te verschepen naar de bouwplaats. Hierbetreft het een recreatieplan op Sint Maarten,bestaande uit hotelaccommodatie, apparte-menten en bungalows.Interessant was de vraag waarom de elemen-ten niet zijn vervaardigd in de veel nabijergelegen VS. Een belangrijke overwegingblijkt te zijn het in ??n land houden van zowelvoorbereiding en ontwerp als de produktievan de elementen. Bij een voortschrijdendeinternationalisering van bouwactiviteiten ishet geen uitzondering dat in verschillendelanden tegelijkertijd aan ??n specifiek projectwordt gewerkt. Toch blijkt dat nogal eens totcornmunicatiestoornissen te leiden. Een tref-fend voorbeeld hiervan vormt de bouw vanKing Khalid Military City (KKMC), eveneens inSA, waarbij het Nederlandse Interbeton, spe-ciaal belast met de voorbereiding van de pre-fabricage van de bouwelementen, moet sa-menwerken met een Ameri kaans architecten-bureau en bouwconcern. Vele gerezen pro-blemen tussen het architectenbureau en In-terbeton inzake architectonisch ontwerp envoorbereiding van de mallen hadden kunnenworden voorkomen wanneer de moeilijkeonderlinge bereikbaarheid geen parten hadgespeeld.Arabische vormgeving in Nederlandsprefab-betonBij de beantwoording van de gememoreerdevraag kwam ook de opmerking naar voren datbij zo'n massaal transport overzee de vaaraf-stand secundair geworden is. Voor het re-creatieplan op Sint Maarten is het transport ende opslag van de betonelementen becijferdop 15% van de totale bouwsom. Ook hier goldbij de beslissing om het plan op de omschre-ven wijze uit te voeren hetverre van voldoendezijn van lokalebouwcapaciteit en arbeidspo-tentieel.Het project Sint Maarten wordt verderop in ditnummer uitvoerig ter sprake gebracht.De twee voorbeelden tonen in elk geval aandat zich in verschillende delen van de wereldomstandigheden kunnen voordoen die derealisering van omvangrijke plannen tot ge-volg hebben, die alleen op een uitzonderlijkewijze kunnen worden gerealiseerd. De vraagof het hier gaat om uitzonderlijke gevallen meteen geringe of redelijke kans op herhaling,kon moeilijk door de deelnemers aan dezestudiedag worden beantwoord.Wel mag worden gesteld dat aannemingsbe-drijven in de regel tot een andere oplossingkomen wanneer deze in het buitenland groteprojecten tot stand moeten brengen. Ookhiervan bevatte de studiedag twee voorbeel-den, nl. de reeds gememoreerde King KhalidMilitary City (een toekomstige stad voor70000 inwoners) en een aantal kleinere ste-den in ??n contract.Voor de bouw van KKMC kozen de bouwersvoor prefabricageter plaatse. Een vijftal grotefabrieken moeten in totaal ca. 500000 ele-menten vervaardigen, waarmee 800000 m3beton is gemoeid.Extreme klimaatomstandigheden, zoals dezenaderende zendstorm. verhogen de risico 'sbij de uitvoeringCement XXXII (1980) 7Bij het realiseren van zo'n grote opdrachtspeelt de bouwtechniek in feite een onderge-schikte rol. Organisatie, liever nog logistiek,iseen veel gebruikte term bij een beschrijvingvan de activiteiten rond de eigenlijke bouwop-dracht. Even gigantisch als het transport vangeprefabriceerde elementen overzee, is deverscheping van het benodige materieel endaarna het vervoer ervan over land naar vaakonherbergzame gebieden midden in eenwoestijn. Om nog maar niet eens te pratenover de huisvesting voor en verdere verzor-ging van het personeel, dikwijls vergezeld vanhun gezinnen. Interbeton, een dochteronder-neming van HBG, heeft inmiddels ten behoevevan KKMC een jaarproductie van ca. 25 000stuks betonelementen voltooid.Over deze militaire stad in het noordoostenvan SA werd in Cement(1979) nr. 8 uitvoerigbericht.De Ballast-Nedam Groep heeft momenteel debouw van verschillende kleinere steden onderhanden in datzelfde land, die gezamelijk eenaannemingsom van ca. f 5 miljard vertegen-woordigen. Hier wordt zowel beton ter plaatsegestort als geprefabriceerd. Zoals waarschijn-lijk bekend, worden in Saoedi-Arabi? strengekwaliteitseisen gehanteerd. In de voordrachtover dit project werd een ander aspect van hetbouwen onder extreme klimaatsomstandig-heden behandeld, nl. de betontechnologischeaspecten en de consequenties daarvan op dekwaliteitsbewaking en de uitrusting van deproduktie-units.Ook deze voordracht treft men integraal el-ders in dit nummer aan.In nauwe relatie tot de hiervoor genoemdebetontechonlogische aspecten stond de eer-ste voordracht over de rol van de mate-riaalkundige bij het bouwen in verre landen.Onbekende toeslagmaterialen en extreme kli-maatomstandigheden vereisen speciale aan-dacht en zorg om tijdens het bouwproces nietin de problemen te komen. Aannemingsbe-drijven zijn gewend een beroep te doen opdisciplines zoals funderingstechnici en be-toncontructeurs. Minder ligt dat voor de handmet materiaalkundigen. Toch zal blijken uithet hierna volgende artikel dat een goed gelei-de materiaalkundige inbreng zeer zinvol kanzijn, niet alleen in het voorbereidingsstadium,maar ook ter ondersteuning tijdens de uitvoe-ring.374In de algemene beschouwing naar aanleidingvan de 'buitenlanddag' werd terloops inge-gaan op enkele vragen, gesteld tijdens de dis-cussie. Er werden daarbij zeer uiteenlopendeaspecten aan de orde gesteld en, mede geziende beschikbare tijd, was de diepgang van dediscussiebeperkt.Ter sprake kwamen technologische kwesties,zoals de toepassing van vloeibeton in warmeklimaatsomstandigheden, wat geen bezwarenbehoeft op te leveren. Relevant was de opmer-king dat de ervaringen die in het buitenlandworden opgedaan inzake het gebruik vanminder geschikte grondstoffen voor de beton-samenstelling wellicht in eigen land nog eensvan pas kunnen komen.Of de bouwer zich al te zeer behoeft te bekom-meren over het feit dat in een oosters land alsSaoedi-Arabi? westerse steden verrijzen, lijkttwijfelachtig. Het land mag redelijk in staatworden geacht de eigen belangen te beharti-gen. Enige hilariteit wekte de mededeling dathet HIRAB-project werd afgeleverd met volle-dig ingerichte keukens, onder meer toegerustmet verbrede fornuizen (m?t Kema-keur) inverband met de eis van grotere ovens om ereen heel schaap in te kunnen smoren. De me-dedeling was bedoeld om aan te geven dat erwel degelijk sprake is van aanpassing aanplaatselijke omstandigheden.Hoe staan de kansen voor de Nederlandseaannemingsbedrijven bij het binnenhalen vannieuwe opdrachten voor het Midden Oosten?Meernog dan van de Japanners, moet de con-currentie van Koreaanse bedrijven worde'ngevreesd.Wat betreft hetthema van de dag, 'prefabrica-ge in Nederland tegenover alle andere bouw-methodes', werden nog eens de argumentenkort herhaald die pleiten voor het eerste. Eenvoortreffelijke dia van een naderende zand-storm kan dit fenomeen voor woestijnachtigegebieden zo nodig terugbrengen in de herin-nering van degenen die de keuze prefabricageof ter plaatse storten moeten maken.Ten slotte kwamen er zeer specifieke vragennaar voren zoals het ontwerpen op seismischebelasting en de invloeden van de temperatuurop de constructieve vormgeving. In feite de-tailkwesties die in het kader van hetthema vanondergeschikt belang waren.ing.M.G.P.Nelissen
Reacties