J. van Dijke, ing.N.V. Aannemings Mij. v/h Hillen & Roosen,AmsterdamHet Zaanse dubbel-viaduct (I)*De organisatieU.D.C. 624.27.012.46:693.56:658.512.4Viaduct in voorgespannen beton; organisatorische aspecten*Het tweede gedeelte dat in een van dekomende nummers van Cement zalworden opgenomen, behandelt hetontwerp en de uitvoering.SituatieAansluitend aan de Noordelijke Coentunnelweg begint in het Zaanse Kogerveld het dubbel-viaduct in voorgespannen beton, dat de gemeente Zaandam, daarna de Zaan en de gemeenteKoog aan de Zaan kruist om, na vervolgens de provinciale weg en de spoorbaan Zaandam-Alkmaar gepasseerd te zijn, in het Westzijderveld aan te sluiten op de nog uit te voerenaardebaan van Rijksweg 9 (fig. 1).In het Westzijderveld is een klaverblad ontworpen, waarmee aansluiting gevonden wordt met dereeds geprojecteerde Hemtunnelweg. Rijksweg 9 zal, in westelijke richting doorgaand, bijHeemskerk samenkomen met de uit de Velsertunnel komende rijksweg.In de gemeente Koog aan de Zaan kan via doosvormige op- en afritten het verkeer komende uitde Coentunnel, aansluiting vinden met de provinciale weg Zaandam-Alkmaar (foto 2).OntwerpElke rijbaan, van het als dubbel-viaduct ontworpen kunstwerk, is 10,50 m breed en beide zijngeheel gescheiden over de totale lengte van het viaduct. De ruimte tussen de brugdekkenvarieert van 1,50 m tot 16 cm. De totale lengte van het viaduct bedraagt ruim ??n kilometer. Infeite is er dus twee kilometer rijdek gebouwd.De brug verheft zich ongeveer zes meter boven de begane grond, waardoor de esthetischverantwoorde betonweg hoog boven de bebouwde kom van de beide gemeenten is aangelegd.Het geheel wordt gedragen door betrekkelijk smalle pijlers van drie meter breed. Ter plaatse vande pijlers zijn de 65 cm dikke rijdekken aan de onderzijde voorzien van paddestoelvormigeverzwaringen. De pijlerafstanden bedragen 25 en 26 m.De Zaan wordt gepasseerd met twee basculebruggen, die een doorvaarthoogte van 6,50 mvrijlaten bij een doorvaartwijdte van 14 m.Cement XX (1968) nr. 12 4582Het verkeer komend uit de Coentunnelsluit aan op de Provinciale wegZaandam - AlkmaarConstructieDe onderbouw van het viaduct is ontworpen in gewapend beton, de rijdekken in voorgespannenbeton. De naast elkaar gelegen brugdekken zijn samengesteld uit zeven, over meerderesteunpunten doorgaande spansecties.De beide viaducten oostelijk van de Zaan, zijn opgebouwd uit twee maal drie spanvakken, resp.bestaande uit drie, zes en zes overspanningen. De overspanning per veld bedraagt 25 m. Dewestelijke viaducten zijn samengesteld uit twee maal vier vakken ter lengte onderschei-delijk vanzes, zes en vijf overspanningen. De eerste zes overspanningen bedragen 25 m; alle verdereoverspanningen 26 m. Tevens worden de brugdekken ten westen van de Zaan plaatselijkverbreed en als afzonderlijke plaatconstructies voortgezet tot aan de doosvor-mige op- en afritten(fig. 3).De voorspanning in de brugvakken wordt aangebracht volgens het systeem Freyssinet. Pernormale brugplaat worden 38 kabels 12 X1/2" ter lengte van 150 m c.q. 156 m toegepast. Hetviaduct is gemaakt naar ontwerp, en onder toezicht van de Directie Bruggen der Rijkswaterstaat,'s-Gravenhage. De uitvoering is geschied door de N.V. Aannemingsmaatschappij v/h Hillen &Roosen, Amsterdam, voor het bedrag van 12 430 000,--.Aan gewapend en voorgespannen beton is resp. 11 200 m3en 18 800 m3verwerkt, gezamenlijkca. 30000 m3. Geheid zijn 2150 stuks voorgespannen betonpalen met een totale lengte van 37000 m'.Verder is ca. 2000 ton wapeningsstaal verwerkt en ca. 800 ton staal QP 190 t.b.v. 90000 m'voorspanstrengen 12 X1/2".TijdsbepalingenBij het opmaken van het werkplan diende rekening gehouden te worden met de navolgendetijdseisen:Laan de fundering van de pijlers 10-11-12 en 13 kan niet eerder dan 13 kalendermaanden na dedatum van aanvang worden begonnen;2. de funderingen van de pijlers 20-21-26 en 33 kunnen niet eerder dan 4 kalendermaanden na dedatum van aanvang en de fundering van pijler 34 kan niet eerder dan 12 kalendermaanden na dedatum van aanvang worden gemaakt;3. voor het westelijke landhoofd moet een grondverbetering gemaakt worden, waartoe de slappelagen ontgraven moeten worden en vervangen door schoon zand. De aan te brengenzandophoging moet gedurende ten minste 6 maanden consolideren;4. het gedeelte van oostelijk landhoofd tot en met pijler 27 met inbegrip van de op- en afrit dientuiterlijk 6 maanden voor de eindoplevering gereed te zijn;5. de totale bouwtijd bedraagt 42 kalendermaanden.3Bovenaanzicht en langsdoorsnede vanhet dubbel-viaductCement XX (1968) nr. 12 4594Ondersteuningsconstructie van debekisting van de dekplatenConstructie dekbekistingDe ondersteuningsconstructie voor de bekisting van de dekplaten van voorgespannen beton isontworpen als een samenstel van geconstrueerde liggers, hoog 1,80 m, lang resp. 25 en 26 m,opgelegd op een portaal dat rust op de pijlervoeten van de onderbouw (foto 4).Per normaal veld bestaat een ondersteuning uit 9 liggers, elk met een constructiegewicht van 4,5ton. In de verbredingen worden er naar behoefte liggers bijgeplaatst.Het geheel wordt zodanig opgesteld, dat een dekondersteuning van 25 X 11 m dwars op debrugas verrold kan worden. In verband met de vele beperkende obstakels naast het viaduct is deconstructie niet verrijdbaar in langsrichting gemaakt. De houten dekbeplating is in sectiesdemontabel, waarna de liggers elk afzonderlijk opgenomen en door de torenkraan naar hetvolgende te bekisten vak verplaatst worden.BouwtijdUit de gegeven beschrijving van het werk zal het duidelijk zijn, dat de bouw van de brugdekkenmaatgevend is in de gehele uitvoering. Indien voor het maken van de nodige funderingen ca. 6maanden wordt uitgetrokken en voor de afbouw (trottoirs, rijdekken e.a.) ca. 4 maanden, blijvener 32 maanden beschikbaar voor de brugdekken.Uitgaande van een werkbare periode van 40 weken per jaar betekent dit een bouwtijd voor ditwerkdeel van 108 werkbare weken.BouwvolgordeBij eenhoeveelheidvan 2 X 7spansectieszijn ertheoretisch 2 X7Imogelijkhedenvanbouwvolgorde.De meest voor de hand liggende bouwvolgorden zijn:LOostel. Landhoofd -15; 15 A-21; 21-27; 27- Westel. Landhoofd2.21-15 A; 15-O.L; 21-27; 27-W.L.3.27-21; 21-15 A, 15-O.L; 27-W.L4.21-27; 27-W.L; 21-15 A; 15-O.L5.W.L-27; 27-21; 21-15 A; 15-O.L.Een zesde mogelijkheid zou zijn in twee produktiestromen te bouwen en wel een stroom in devolgorde 21-15 A; 15-O.L. en een stroom 21-27; 27-W.L. Aangezien de plaatconstructies van deop- en afritten echter over de vakken 21-22, resp. 21-23 ??n geheel vormen met dehoofdrijbanen, moet hier noodzakelijkerwijs de bekisting over totaal 12 velden tegelijkertijdworden opgesteld, zodat bovenvermelde volgorde technisch niet mogelijk is.- Van de vijf systemen zijn in fig. 5 de volgorden gegeven met hun resp. tijdbegrenzingen, waarbij debijbehorende noodzakelijke bouwsnelheids-co?ffici?nten zijn vastgesteld.Elke volgorde zal op de navolgende consequenties dienen te worden bekeken:a. de berekende bouwsnelheids-co?ffici?nt (bc) ?n de aanloopfase;b. de berekende bouwsnelheids-co?ffici?nt tijdens de hoofdproductie;wordt er aan ??n of twee zijden van de Zaan gelijktijdig met de uitvoering gestart;d. wordt er begonnen met een Normale dekplaat, met de meer ingewikkelde Verbredingsconstructie (15A-21), met de meest ingewikkelde Dubbele opstelling (21-27) of met de afwijkende Spoorbaankruising (33-W.L.);e. hoeveel maal dient de ondersteuningsconstructie van lengte (25 of 26 m) gewijzigd teworden;f. wat is de totale transportafstand inlangsrichting van het viaduct perveldondersteuning;g. hoeveel maal wordt de Zaan gepasseerd;h. valt de uitvoering van het deel over de provinciale weg (33-W.L.) al dan niet samen met hetmoment, dat het verkeer daar ter plaatse reeds aansluiting vindt met de op- en afritten.Consequentiesbcinaanloopbcgemidd.gelijktijdigestartbeginconstructielengtewijzigingtransport-afstandZaanpasserenverkeerProv.wegBouwvolgorde ,b d e f h1. O.L-15; 15 A-21; 21-27; 27-W.L.2. 21-15A; 15-O.L; 21-27; 27-W.L.3. 27-21; 21-15A; 15-O.L; 27-W.L4. 21-27; 27-W.L; 21-15A; 15-O.L.5. W.L-27; 27-21; 21-15 A; 15-O.L.0,50,3451,031,461,561,--1,110,580,831,56NVDDS1 12 118551110153011509102 221jajajaneenneenDuidelijk zal zijn, dat de keuze gebaseerd is op volgorde O.L.-15; 15 A-21; 21-27; 27-W.L. (zietabel, onder 1), waarbij alleen de late uitvoeringsmogelijkheid van pijler 13 een stagnerendefactor kan zijn, als de aanloop sneller verloopt dan de beschikbare 2 weken per veld.BekistingshoeveelheidUitgaande van een gemiddelde bouwsnelheid van een overspanning per week en het principevan constante stroom voor de respectievelijke bekistingsploeg, is in fig. 6 het pro-duktieschemagegeven van een normaal spanvak, waarbij 6 velden gelijk is aan 1 storteenheid. Worden desecties in een constante stroom uitgevoerd, dit is ?n ??n produktiestroom -- waarbij debekistingsploeg continu werkt door tijdens de verhardingsperiode bij ??n setCement XX (1968) nr. 12 4605Vijf systemen van bouwvolgorden mettijdbegrenzingen en bouwsnelheids-co?ffici?nten6Produktieschema van een normaal span-vak (6 velden = 1 storteenheid)7Volledige 'routing' van de bekistingondersteuningen aan de andere werkzaam te zijn -- dan moet bij een bouwsnelheid (bs) voor??n veld de som van de eindintervallen gelijk zijn aan 6 bs.De omlooptijd van een ondersteuningsset is 60 dagen. Bij een bouwsnelheid van 5 dagen dienener 12 velden te zijn bekist. 6 Velden ondersteuning duren 60 dagen, dat wil zeggen, 12 dat voor2 complete spansecties ( = 2 X 6 overspanningen) ondersteuningsconstructies 6moeten worden ingezet. Deze organisatorische eis voor 12 velden ondersteuning loopt parallelmet de technische eis voor eveneens 12 velden ondersteuning, aangezien van de velden 21-27de hoofdrijbaan met de plaatconstructie van de op- resp. afrit een monolitisch geheel vormt.Tevens is het produktie-schema gegeven voor de velden 21 t/m 27. Hier is de omlooptijd van degezamenlijke 12 ondersteuningen 18 weken en valt er een wachttijd voor de be-kistingsploeg van6 weken tussen de beide spansecties. Dat wil zeggen, de bouwsnelheid1R bij elk van deze 2x12 velden bedraagt---= 1?week. Dit is meer dan volgens de bouwvolgorde-berekening is toegestaan.BouwsnelheidBij het vaststellen van de bouwsnelheid is, zoals gezegd, bepalend de 67 overspanningentussen p. 13 en westelijk landhoofd. Hiervoor zijn beschikbaar 67 werkbare weken, waarbijtwee maal een wachttijd van 6 weken optreedt en er gerekend moet worden op 1 '/2 weekvoor het verlengen van de ondersteuningsconstructie van 25 in 26 m. Ook ontstaat er nogeen wachttijd van 1 week tussen de spansectie van 6 velden (27-33) en van 5 velden(33-W.L).De vereiste bouwsnelheid is derhalve:'Bekistings-routing'Totaal zijn voor 2x6 velden ondersteunigsconstructies nodig. Ten oosten van de Zaan worden 12bekistingen achter elkaar opgesteld onder de zuidelijke brugplaat. Daarvan worden op de eerstenegen ondersteuningen de eerste zuidelijke spanvakken van resp. 3 en 6 velden gestort. Nagereedkomen worden deze ondersteuningen dwars uit verrold onder de te maken noordelijkeoverspanningen.Is de eerste spansectie gereed, dan worden de 3 bekistingen in langsrichting naar pijler 13getransporteerd om aan te sluiten met 3 nieuwe, nog niet ingezette ondersteuningen, waarop hetspanvak p. 9-15 Zuid gemaakt wordt.Indien nog is gegeven, dat voor het gedeelte aan de westzijde eerst de noordelijke en daarna dezuidelijke brugvakken worden uitgevoerd, dan is in fig. 7 de volledige routing van de bekistingenaangegeven.BouwkuipenConstructieIn de Zaan worden vijf normale pijlers, een basculekelder en een oplegpijler gebouwd. Uitberekeningen volgt, dat de benodigde kuipen gemaakt moeten worden van stalen dam-wanden,profiel Larssen Hin, in de lengten 13, en 14,50 m. De lengten van 13 m zijn benodigd voor dekuipen van 13 - 15A - 17 en 18, die van 14,50 m voor de kuipen 14 - 15 en 16.Cement XX (1968) nr. 12 4618Werkschema met plan- en bouwlijnWerkvolgordeTen aanzien van de uitvoering van het natte gedeelte zijn er twee besteksbepalingen, waaraanmoet worden voldaan:1. het invaren van de basculeklappen geschiedt na 20 maanden;2. aan de fundatie van pijler 13 kan niet v??r 1 oktober 1966 worden begonnen. De routing voor detwee in te zetten hoeveelheden damwand is 14, 15, 16, 18, resp. 15a, 13 en 17. Bij eenheivoigorde van 15A-14-15-16-13-18 en 17 is de volgorde van gereedkomen voor de pijlers14 15 15A 16 13 18 17WerkschemaIn het werkschema van fig. 8 zijn binnen de bouwtijd alle berekende bouwvolgorden, bouw-snelheden, bouwkuipen- en bekistings-routingen weergegeven.VoortgangscontroleVan de eerste drie spanvakken O.L.-3 werden de zuidelijke dekken op 19 augustus 1966 en denoordelijke op 10 november 1966 gestort. Van de zes spanvakken 3-9 werden de zuidelijke ennoordelijke dekken gestort op resp. 20 en 21 oktober 1966 en 23 december 1966. Aangezien hetheiwerk van de pijlers 10-11-12 en 13 op 1 oktober was gestart en pijler 13 op 15 maart 1967eerst gereed zou zijn, betekende dit voor de dekbekistingen vrijkomende overspanning O.L.-3een wachttijd van ca. 4 maanden. De uitvoering van de pijlers 15A-16-17 en 18 was aangepastop de oorspronkelijke uitvoeringssnelheid en deze pijlers waren derhalve ook nog niet zover, datde bekisting O.L.-3 over kon gaan naar 15A-21. Het heiwerk van de landpijlers was op datmoment gevorderd tot en met pijler 33.Op het werkschema is de stand per 1 december 1966 weergegeven met plan- en bouwlijn (flg. 8).Duidelijk is, dat naast de genoemde wachttijd voor de ondersteuning vrijkomende van O.L.-3 erook een aanzienlijke wachttijd voor de bekisting 3-9 zou optreden. Deze immers is ook ca. 4maanden eerder gereed, waarop de uitvoering van de waterpijlers 15A-18 niet was ingesteld.Cement XX (1968) nr. 12 46210De produktie-stromen aan oost en west-zijde van de Zaan lopen vrijwel parallelHerzien werkplanDe bekistingen van O.L.-3, aangevuld met de 3 nog nieuw aan te voeren ondersteuningenkonden, uitgaande van de op dat moment bestaande stand van het werk, effectief wordeningezet op de overspanning 27-33.Per datum 1 december 1966 zou dan de eerste bekistingsset de overspanningen 27-33 en 33-W.L. doorlopen, terwijl de tweede set bij de overspanningen 9-15 en 15A-21 wordt ingezet. Inbeide gevallen zal de doorlooptijd nagenoeg gelijk zijn, zodat beide bekistingssets op dezelfde tijdbeschikbaar zijn voor de dubbele overspanning 21-27 (fig. 9). Aan deze opzet zijn enkeleconsequenties verbonden:Er is een duidelijk gevaar aanwezig, dat de dubbele overspanningen 21-27 sluitstuk gaat vormenbij de bestekseis, dat op 1 september 1968 dit deel gereed moet zijn.Door enkele gewijzigde inzichten mocht, bij nader inzien, de tussentijds gestelde datum voor hetgereed,zijn van de aansluiting op de provinciale weg verschoven worden van 1 september naar15 november 1968. Als nadeel geldt, dat de liggers van O.L.-3 verlengd moeten worden tot 26 men er enkele liggers weer verkort zullen moeten worden tot 25 m om bij de verbreding 15A-21bijgezet te kunnen worden. Een duidelijk voordeel in deze methode is, dat als het verkeer via deop- en afritten aansluiting heeft met de provinciale weg, er boven dit drukke verkeerspunt geenwerkzaamheden meer behoeven te worden uitgevoerd. Om de uitvoering van de set 3-9 via 9-15bij 15A-21 niet te laten stagneren is een derde kuip aan damwand ingezet. Immers door de snelleaanloop dient de bouwsnelheid van de waterpijlers te worden opgevoerd.Organisatorische consequentiesOrganisatorisch is de constructie van spaneenheden over 6 velden niet de meest ideale. Immerser dient 150 m brugdek gemaakt te worden, waarna er ??n groot stort plaats vindt van 1200 m3.De ondersteuningsconstructie heeft behalve een lange doorlooptijd van 60 dagen tevens nog eenvrij onrendabele periode binnen deze 60 dagen, doordat de vlechten spanwerkzaamheden vaneen sectie qua procestijd in geen verhouding staan tot de bekistingstijd.Volgens het principe van constante stroom zou men genoodzaakt zijn zeer kleine vlecht-ploegenin te zetten om met opzet de 'wachttijd' van de ondersteuning op te vullen. Voert men bij hetsysteem van '6 velden = ??n storteenheid' de bekistingswerkzaamheden in ??n produktie-stroomuit, waarbij tijdens de verhardings- en spanperiode van de ene sectie aan de andere gewerktwordt, dan is deze opzet theoretisch juist._Bij het omzetten van het werkplan, genoodzaakt door de snelle aanloop, is er overgegaan optwee produktie-stromen: ??n aan de oostzijde en ??n aan de westzijde van de Zaan. Debekistingswerkzaamheden verlopen praktisch parallel (fig. 10) en er is dus aan het principe vanconstante stroom danig geweld aangedaan. In de praktijk wordt het werkCement XX (1968) nr. 12 46311Door het telkens opnieuw beginnen met deondersteuningsopbouw, gaan besparingenvan seriematig werken volledig verloren12Alternatieve werkwijze gebaseerd op de'stap voor stap'-methode13-14Uitvoeringsschema voor het alternatiefvan fig. 12noodzakelijkerwijs volgens het principe van 'hollen en stilstaan' uitgevoerd. Men werkt gedurendeeen bepaalde tijd naar een startdatum toe, waarbij het tempo straffer wordt naarmate de datumnadert. Als een sectie gestort is, ontspant zich de gehele ploeg gedurende de verhardings- envoorspanperiode. Het is duidelijk, dat dit psychologisch een zeer ongewenste situatie oplevert.Ten gevolge van de grote produktie-eenheden gaan besparingen van seriematig werken volledigverloren, doordat in wezen telkens 'opnieuw' met de ondersteuningsopbouw begonnen wordt (fig.11).Tenslotte moet er ??nmaal in de zes weken een stort gerealiseerd worden van ca. 1200 m3bijeen normale spansectie en zelfs ca. 2400 m3in ??n stort bij de dubbele overspanningen 21-27.Ware hoogtepunten in de personeelsplanning en materieel-bezetting!Alternatieve werkmethodeUit het bovenstaande wordt de gedachte voor een alternatieve uitvoeringsmethode ingegeven, bijde grondgedachten van het organisatorische principe van constante stroom, gelijkmatigeproduktie-hoeveelheden en meer economische inzet van het materiaal, c.q. be-kistingsondersteuningen.In fig. 12 is het produktie-schema gegeven van een werkwijze, gebaseerd op de 'stap voor stap'-methode. Telkens als een overspanning gereed is, wordt de wapening gevlochten en de kabelsgetrokken, waarna het veld wordt gestort (hoeveelheid ca. 200 m3). Na de verhardingstijd wordthet veld afgespannen en de ondersteuning gelost en verplaatst.De voorspankabels van het volgende vak worden gekoppeld aan de kabels van het vorige vak,zodat uiteindelijk toch een spaneenheid van 6 velden kan worden verkregen.De voorspanning zou hierbij op een totaal andere wijze aangebracht moeten worden dan istoegepast.Ten eerste zou bij het spansysteem een mogelijkheid van doorkoppeling aanwezig moeten zijn(schroefverankeringen).Ten tweede is de mogelijkheid een brugdek a?n twee zijden te spannen niet meer aanwezig. Elkeoverspanning wordt direct voor 50% afgespannen en na doorkoppeling van de spanelementenwordt een doorgaande voorspanning aangebracht (fig. 13-14).Ten derde zullen er stortnaden ingevoerd moeten worden. Constructief zal de plaats vankoppeling ca. 500 m voorbij elke tussenpijler liggen. Indien elke volgende overspanning gestortwordt voordat het vorige is afgespannen, impliceert dit, dat er tijdelijke kopschotten geplaatstmoeten worden en dat later de gespaarde voeg moet worden volgestort en mee-gespannen.(vervolg op blz. 514)Cement XX (1968) nr. 12 464Vervolg van biz. 464(J. van Dijke, ing. -Het Zaanse dubbel-viaduct)75Werkschema bij een gelijke bouwsnelheidper veld van 1 weekTen vierde zal dank zij de veel kortere spaneenheden ten gevolge van de wrijvingsverliezener een besparing optreden in de hoeveelheid te verwerken voorspanning van ca. 5%.De volgorde van bekistingsinzet is er steeds op gericht achter elkaar een spangedeelteaf te maken, aangezien er anders een ondersteuning voor 4/5 onrendabel blijft staan, teHet werkschema ziet er organisatorisch totaal anders uit (flg. 15), bij een gelijke bouwsnelheidper veld van 1 week.De totale bouwtijd voor de overspanningen als 6 velden = 1 storteenheid, is berekend op 109werkbare weken, waarin twee aanzienlijke wachtperioden van 6 weken. De aanloop tot hetopleveren van de eerste produktie-eenheid is 9 weken (bij een spansectie van 3 over-spanningen). Het aantal ondersteuningen bedraagt 12 eenheden.De totale bouwtijd voor de overspanningen als 1 veld = 1 storteenheid is 102 werkbare weken,waarin vier perioden van 2 weken wachttijd.De aanloop tot het opleveren van de eerste produktie-eenheid is 6 weken. Het aantal on-dersteuningen bedraagt 6 eenheden.Indien wijzigingen in de opzet noodzakelijk blijken, omdat het vereiste bouwtempo niet zouworden gehaald, dan kan verhoging van het tempo (dit is bouwsnelheid opvoeren) bereiktworden door:? langer werken, ? inzet meer personeel, ? inzet van meer materieel, ? inzet extra bekistingen.Het effect van het inzetten van bijv. ??n set extra bekistingen geeft:? bij het systeem van 1 overspanning = 1 spansectie, een verhoging van de bouwsnelheid? bij het systeem waarbij 6 overspanningen 1 spansectie vormen, slechts 8,3% (te weten)Bij de 'stap voor stap'-methode treedt er derhalve reeds met ??n set meer een extra versnellingop van 8,3% ten opzichte van het 'zes-velden'-systeem.Het beschreven alternatief is alleen volgens organisatorische (dus ook economische) principesopgezet. De constructieve en technische aspecten, waarvan enkele punten zijn aangestipt,dienen op hun eigen merites te worden beoordeeld.- Oplevering Aan de tussentijdse opleveringsdatum van 15 november 1968 voor hetviaductgedeelte tussen oostelijk landhoofd en op- en afritten is ruimschoots voldaan. Het siuitvak21-27 Zuid, zijnde een stort van 2200 m3is de dag voor de bouwvakvakantie-1968 gerealiseerd.Na 15 november zal nog een maand nodig zijn voor de uitloop van de niet tot het bestekbehorende werkzaamheden als verhardingen, wegdekverwarming en epoxyslijtagen. Deopenstelling van het viaduct zal vermoedelijk nog dit jaar plaatshebben.Door een goede projectorganisatie en werkbegeleiding is het mogelijk geweest zich op het juistemoment adequaat aan te passen aan de gewijzigde omstandigheden, zoals die zich tijdens deuitvoering voordeden. Hierdoor kon tevens het totale viaduct ruim binnen de voorgeschrevenbesteksdatum opgeleverd worden.Cement XX (1968) nr. 12 514
Reacties